Loonsverhoging geeft Cubanen meer koopkracht

Loonsverhoging geeft Cubanen meer koopkracht

Wim Leysens

Op 27 juni kondigde de regering een betekenisvolle loons- en pensioensverhoging aan voor 2 miljoen 750 duizend Cubanen. De loonsverhoging geldt voor de gesubsidieerde sectoren. Dat zijn alle overheidsdiensten die geen commerciële goederen of diensten produceren, zoals de gezondheidszorg, het onderwijs, cultuur, de lokale en nationale administratie, enz. De maatregel geldt dus niet voor de productieve bedrijven, waar de werknemers doorgaans hogere lonen hebben, tot zelfs 1.000 nationale pesos per maand (nota: gemiddeld nationaal loon rond de 700 pesos). De loonsverhoging is een eerste stap die beantwoordt aan een dringende behoefte en heeft uitdrukkelijk de bedoeling om de koopkracht van de burgers te vergroten. Vandaar dat de overheid tegelijk sterk erover zal waken dat de consumptieprijzen niet zullen stijgen. Daarom heeft ze de prijzen in de overheidswinkels en –markten bevroren en roept ze burgers  op onregelmatigheden  te melden.

Het gemiddeld loon voor bijna anderhalf miljoen Cubanen stijgt met 400 nationale pesos (25 pesos = 1 dollar), van iets meer dan 600 naar 1.067 pesos, een meeruitgave van 7 miljard pesos (280 miljoen dollar). Het minimumloon wordt opgetrokken naar 400 pesos, het maximumloon naar 3.000 pesos. Deze loonspanning van 7,5 laat toe om loonschalen uit te tekenen die rekening houden met de verantwoordelijkheden van de functies. Een leerkracht in het middelbaar onderwijs ziet zijn loon stijgen van 415 naar 1030 pesos. Heeft die leerkracht een universitair diploma dan gaat het loon van 555 naar 1.400 pesos. Een universiteitsprofessor verdient nu 1.700  in plaats van 735 pesos. Soortgelijke loonschalen gelden ook voor de gezondheidssector: een verpleegkundige verdient 1.000 pesos, een arts tussen de 1.400 en de 1.600 pesos naargelang de functie en ervaring; een geneesheer-specialist ontvangt 1.700 pesos. Maar omdat het ministerie van gezondheid enkele jaren geleden reeds een substantiële loonsverhoging toekende, bedraagt de feitelijke stijging nu ‘slechts’ 100 pesos.

Pensioenen verhogen

Ook alle pensioenen lager dan 500 pesos worden verhoogd met 45 pesos, wat niet echt veel is. Een pensioen van 242 of van 400 stijgt naar 300 resp 445 pesos. Deze verhoging komt ten goede van 1.281 duizend gepensioneerden en kost de overheid 700 miljoen pesos. Pensioenen boven de 500 pesos stijgen niet. De achterliggende motivatie is dat kosten voor alle goederen en diensten voor een bejaarde 410 pesos bedraagt.

Economische logica vervangt administratieve logica

De loonsverhoging verbetert de beperkte koopkracht, maar lost niet alle problemen op. In de loop der jaren is er wanorde gegroeid in het aantal loonschalen en aanvullende betalingen. Op termijn wil de overheid de loonschalen herbekijken, maar nu al redeneert de regering dat de loonsverhoging een aantal bonussen overbodig maakt. De extras voor  bijvoorbeeld een gevolgde bijscholing of naargelang de werker voor de gemeente, de provincie of de staat werken, enz. worden afgeschaft. Andere aanvullingen, zoals voor anciënniteit blijven wel behouden

President Díaz-Canel wees erop dat de loonsverhoging in een ruimer plaatje past. In de nabije toekomst worden naast de loonschalen ook de prijssetting en de subsidiëring van de consumptiegoederen herbekeken. Meteen moet ook het probleem van de dubbele munt opgelost geraken. Over het wat, hoe en wanneer zal de overheid later communiceren, maar het ziet ernaar de overheidscontrole wordt afgebouwd ten voordele van een financieel-economische (markt)logica.

Hoe wordt de verhoging bekostigd?

De loonsverhoging mag niet leiden tot budgetoverschrijdingen. Op de eerste plaats zal elke dienst of sector binnen de eigen begroting nagaan welke uitgaven in het lopende jaar 2019 niet werden uitgegeven, en waar er mogelijke besparingen mogelijk zijn, zonder de noodzakelijke aankopen of investeringen in gevaar te brengen.  De diensten moeten het verder met  tien procent minder werkingskrediet doen. Ook de gemeentes zullen moeten kijken welke reserves zij kunnen aanspreken. Een andere bron zijn de fiscale bijdrage. De overheid zal nauwlettend toekijken dat de 60 miljard nationale pesos (2,4 miljard dollar) die in de begroting staan, effectief geïnd worden.  

Elke Cubaan betaalt een bijdrage aan de sociale zekerheid

Begin augustus kondigde de overheid de veralgemening van de bijdrage aan de sociale zekerheid aan. Hogere inkomens en zelfstandigen betalen bovendien ook belastingen.

Het tijdperk dat de Cubanen geen bijdragen betaalden voor de sociale zekerheid is nu definitief voorbij. De bijdragen van de bedrijven, de patronale bijdrage zouden wij zeggen, zijn onvoldoende om de sociale zekerheid te financieren en zelfs met de veralgemeende werknemersbijdrage zal er een deficit blijven. De maatregel heeft ook een educatieve functie, aldus de overheid en wijst de Cubaanse burger op de eigen verantwoordelijkheid voor het sociaal welzijn van het land.

Een werknemersbijdrage is niet helemaal nieuw. Al sinds 2008 werd deze maatregel voor bepaalde beroepsgroepen  uit de gesubsidieerde sectoren ingevoerd. Sinds 2012 betalen ook de werknemers uit de bedrijven die hun diensten ‘geperfectioneerd’ hebben en dus een beter loon ontvangen, een bijdrage. Werknemers bij buitenlandse bedrijven, zelfstandigen die voor eigen rekening werken, landbouwers die grond in vruchtgebruik bewerken en kunstenaars dragen ook al langer bij voor hun pensioen. Vanaf nu betaalt elke Cubaan voor zijn of haar sociale zekerheid. De bijdrage is vastgelegd op 2,5% voor wie minder dan 500 pesos verdient en 5% voor de hogere lonen. De overheid wijst erop dat deze bijdrage het positief effect van de loonsverhoging helemaal niet aantast. Een kleine berekening: een persoon met  een loonsverhoging van 400 pesos die nu 1.000 pesos verdient, betaalt 50 pesos aan de sociale zekerheid, en ziet zijn koopkracht reëel met 350 pesos toenemen.

Hogere inkomens betalen belasting

De zoektocht naar inkomsten voor de staat brengt de overheid ook tot de invoering van belastingen, zij het alleen voor de hogere inkomens. Ook deze praktijk is niet nieuw, want zelfstandige beroepen  en werknemers in buitenlandse bedrijven betaalden al langer belasting op hun inkomsten. Nu wordt het principe veralgemeend, maar zoals gezegd enkel  toegepast op wie meer dan 2.500 pesos verdient en dat aantal is beperkt. Zij betalen 3% belasting.

Bronnen:

http://www.cubadebate.cu/notici as/2019/08/02/ya-todos-los-trabajadores-en-cuba-contribuyen-al-fisco/#.XUfovNSLS9J

http://bohemia.cu/wp-content/uploads/2019/07/Pag- 21-32-En-Cuba-YA.pdf

http://www.cubadebate.cu/especiales/2019/07/23/como-se-implementa-el-incremento-salarial-y-de- pensiones-en-cuba/#.XT1nKugzbIU

Reacties zijn gesloten.