Stemming in de VN: stop met de economische oorlog tegen Cuba

Stemming in de VN: stop met de economische oorlog tegen Cuba

SETH GALINSKY en LEA SHERMAN
Verenigde Naties – Voor het 28ste jaar op rij stemde de Algemene Vergadering van de VN op 7 november voor een resolutie die eist dat de Verenigde Staten hun economisch, financieel en commercieel embargo tegen Cuba zouden opheffen. De resolutie werd met 187 stemmen aangenomen. Alleen de regeringen van Brazilië en Israël volgden de Verenigde Staten en stemden tegen. Twee regeringen onthielden zich: Colombia en Oekraïne.
Sinds een aantal maanden drijft de regering van de VS de economische agressie op, legde de Cubaanse minister van Buitenlandse Zaken Bruno Rodríguez de vergadering uit, en zo “verhogen ze het lijden, de schaarste en de schade toegebracht aan ons volk”.
De kapitalistische heersers van de VS hebben het Cubaanse volk nooit vergeven, dat het in 1959 – geleid door Fidel Castro en de Beweging van de 26 Juli – de dictatuur van Fulgencio Batista omverwierp en zo een einde maakte aan de imperialistische overheersing van het land. En bovendien dat ze een socialistische revolutie doorvoerden, en daarmee bewezen dat werkers en boeren in staat zijn een maatschappij op te bouwen die steunt op menselijke solidariteit, niet op de kapitalistische ieder-voor-zich hebzucht.
Sindsdien heeft iedere president van de Verenigde Staten, Democraten zowel als Republikeinen, een economische oorlog gevoerd tegen het Cubaanse volk, zijn regering en zijn revolutie.
Rodríguez somde hele lijst recente VS-aanvallen op, waaronder: de Cubaanse brandstofinvoer blokkeren door sancties en dreigementen tegen scheepvaart- en verzekeringsmaatschappijen; herinvoeren van beperkingen op de bedragen die Amerikaanse Cubanen kunnen sturen naar hun familie op het eiland;  Cuba verbieden om vliegtuigen te leasen of om maar iets te kopen met meer dan 10% Amerikaanse onderdelen; de duimschroeven zetten op banken die Cubaanse transacties afhandelen; niet meer toestaan dat cruiseschepen aanmeren en dat rechtstreekse vluchten op andere Cubaanse luchthavens dan Havana landen, maatregelen bedoeld om het toerisme en de inkomens die het de bewoners oplevert te saboteren.

De VS eist het ‘recht’ op om Cuba te straffen
Vóór de tussenkomst van Rodríguez hekelde de ambassadrice van de Verenigde Staten Kelly Craft de resolutie door te stellen dat het embargo niets meer inhield dan Washingtons “soevereine recht om zelf te kiezen met wie we handel drijven”.
Ze zweeg over het tegenargument van bijna elke spreker in het twee dagen durende debat dat Washington alle andere regeringen en bedrijven wereldwijd verplicht Cuba te bestraffen, of de vergelding van de Verenigde Staten te ondergaan.
De VS-ambassadrice belasterde de Cubaanse regering door te stellen dat die zijn eigen volk “mishandelt” en zijn mensenrechten schendt. Ze zette Washingtons leugen in de verf dat Cubaanse artsen die vrijwillig deelnemen aan internationale gezondheidsmissies “in lijfeigenschap worden gehouden”.
En ze beweerde dat Cuba voor 100 miljoen dollar aan landbouwproducten en medicijnen mag kopen in de VS, maar weigert dat te doen.
De Cubaanse minister van Buitenlandse Zaken Rodríguez antwoordde door voorbeelden te geven van medicijnen en medisch materiaal waarvoor de VS weigeren uitvoer naar Cuba toe te staan.
Hij legde uit dat bij de aankoop van de weinige producten die niet onder het embargo vallen, Washington Cuba beperkingen oplegt waaraan geen enkel ander land moet voldoen. Zo moet Cuba contant betalen, krediet is niet toegestaan; Cuba mag zijn eigen schepen niet gebruiken voor het transport van de aangekochte goederen en “banken die onze transacties behandelen worden vervolgd. Wie ter wereld drijft handel onder dat soort voorwaarden?”
Rodríguez wees op de militaire interventies van de VS overal in de wereld en op de wijdverspreide politiebrutaliteit, de racistische toepassing van de doodstraf en de onterende behandeling van immigranten in de Verenigde Staten. Hij concludeerde: “De regering van de VS heeft niet het geringste moreel gezag om kritiek te geven op Cuba, of op wie dan ook, als het gaat om mensenrechten.” Hij merkte op dat ruim een kwart van alle gevangenen ter wereld opgesloten is in VS-gevangenissen.
Maar niet elke vertegenwoordiger die voor de resolutie stemde, deed dat uit solidariteit met Cuba. De Finse vertegenwoordiger Jukka Salovaara, die sprak in naam van de Europese Unie, zei dat de EU-leden stemden voor beëindiging van het embargo omdat “kritische betrokkenheid” nodig is om Cuba’s politieke en economische systeem te ondermijnen.
De laatste acties om het VS-embargo te verstrengen, zo klaagde hij, zijn “zeer schadelijk voor de ontluikende private sector” en hebben een “ negatieve impact op de de economische belangen van de Europese Unie. ”
Hij riep Cuba op om een “uitgebreide hervormings- en moderniseringsagenda na te streven”, verhullende taal voor het herinvoeren van het kapitalisme. Ook echode hij de VS-laster dat Cuba de mensenrechten schendt.

Cuba’s voorbeeld van solidariteit
Rodríguez hoefde niet te antwoorden op de Amerikaanse laster over Cuba’s internationale solidariteitsmissies, waar duizenden artsen en verpleegkundigen in tientallen landen bij betrokken zijn. De ene ambassadeur na de andere, ongeacht de mening van hun regering over de Cubaanse revolutie, sprak over hun ervaringen met Cubaanse internationalistische vrijwilligers.
“De meerderheid van de leden van deze organisatie heeft geprofiteerd van Cuba’s onschatbare hulp, solidariteit en steun”, aldus Ingha Rhonda King, de vertegenwoordiger van Saint Vincent en de Grenadines. “Op het gebied van gezondheidszorg en humanitaire hulp is Cuba’s bijdrage aan achtergestelde gebieden in de wereld ongeëvenaard. Zijn rol in de strijd tegen de ebola-epidemie in Afrika was typisch daarvoor.”
De ambassadrice van Belize, Lois Young, zei dat het Amerikaanse embargo bedoeld is om “een wig te drijven tussen Cuba en de rest van de wereld”, en dat dit “onaanvaardbaar” was.
Vertegenwoordigers van verschillende Afrikaanse regeringen stipten de inspanningen van Cuba aan om hen te helpen hun onafhankelijkheid van de koloniale overheersing te bekomen en zijn rol in de strijd tegen de Zuid-Afrikaanse apartheid. In de slag van Cuito Cuanavale in 1988 versloegen de gecombineerde krachten van Cubaanse internationalisten, Namibische vrijheidsstrijders en Angolese soldaten een invasie van het blanke supremacistische Zuid-Afrikaanse leger.
Begin jaren negentig werd Namibië onafhankelijk van Zuid-Afrika, kwam Nelson Mandela vrij en zakte het gehate apartheidsregime in mekaar.
Cuba ging “voorop in het bijdragen tot de vrijheid en onafhankelijkheid van mijn land,” zei Neville Gertze, de Namibische VN-ambassadeur.
De Cubaanse minister Rodríguez zei dat ondanks de vijandigheid en laster van de VS, Cuba “niet afziet van onze bereidheid om een beschaafde relatie tot stand te brengen” met Washington “op basis van wederzijds respect en erkenning van onze diepe verschillen.”
De Cubaanse revolutie, zijn 60-jarige strijd om te weerstaan aan de agressie en de economische oorlog van de Amerikaanse kapitalistische heersers, en de internationalistische solidariteit met de werkende mensen over de hele wereld zijn een voorbeeld voor arbeiders en boeren om na te volgen, ook in de VS.

vertaald uit het weekblad The Militant, nr. 43 van 25 november 2019: UN vote: End Washington’s economic war against Cuba

Reacties zijn gesloten.