Cuba Sí 173 – vertalingen

Cuba Sí 173 – vertalingen

Bericht van René González aan het cubaanse volk.

14 oktober 2011.

Deze enkele woorden zijn gericht aan mijn volk, dat er recht op heeft sinds de dag dat ik vrij kwam, maar die niet konden overgemaakt worden wegens de omstandigheden.

Het is moeilijk zich te richten tot een geliefd volk waarvan men voelt deel uit te maken, via een camera. Maar ik voelde de noodzaak met jullie te communiceren en u te zeggen hoe dankbaar wij zijn voor alles wat jullie gedaan hebben, u uit te leggen hoe wij ons begeleid voelden door die duizenden berichten, brieven van kinderen, van werkcentra en van studenten die ons vanuit Cuba hun berichten stuurden, voor de steun die nooit ontbrak en die ons nuttig was gedurende deze veel te talrijke jaren onrechtvaardigheid.

Voor mij is dit ogenblik geluk dat wij delen een tussenzin in een geschiedenis van machtsmisbruik waarin er, tot op heden, geen greintje rechtvaardigheid bestond. Het feit dat ik nu buiten de gevangenis ben is gewoon het einde van de reeks misbruiken die ik moest ondergaan. Maar wij hebben nog vier broeders die wij moeten redden en die onze aanwezigheid nodig hebben, samen met hun familieleden; die wensen bij jullie te zijn om het beste te geven dat zij hebben en niet te verblijven daar waar zij zich bevinden, elke morgen wakker worden, opstaan, naar een refter gaan waar zij niet zouden moeten eten, stappen tussen mensen waar zij niet zouden moeten stappen, en wij moeten de strijd verder zetten om ze daar weg te krijgen.

Voor mij is het gewoon een slagveld, een nieuwe plek waar ik verder ga vechten voor gerechtigheid en opdat de Vijf bij jullie zouden kunnen terugkeren.

Ik wil speciaal de familieleden van mijn vier broeders begroeten, die mij ontroerden door hun vreugde. Het doet goed te praten met iemand wiens zoon gevangen zit, of wiens echtgenoot gevangen zit, en die uw bevrijding aanvoelt als de bevrijding van één onder hen. Dit ontroert mij en motiveert mij, en wij moeten de strijd verder zetten, want zij verdienen niet te verblijven waar  ze zijn.

Aan gans mijn volk, aan al diegenen doorheen de wereld die ons begeleid hebben, en er waren er duizenden, dank zij wie wij stap per stap de informaticablokkade hebben kunnen doorbreken, het zwijgen van de media hebben kunnen doorbreken, richt ik mijn diepe bedankingen, mijn engagement u verder te vertegenwoordigen, u allen, zoals u het verdient, want dit is uiteindelijk wat wij doen, wij de Vijf, want wij zijn niet alleen de Vijf, het is een gans volk dat gedurende vijftig jaar weerstand heeft geboden, en dank zij dat kunnen wij verder weerstand bieden, want u inspireert ons, want wij weten dat wij u vertegenwoordigen en wij zullen u nooit verraden en wij blijven steeds  op het niveau dat u verdient.

Een abrazo aan jullie allen.
Wij houden van u.
De 5, om het even de plaats waar wij ons bevinden.

Interview door de echtgenote van René aan het dagblad La República.

Olga Salanueva, de echtgenote van René González, één van de 5, gaf een interview aan het spaanse dagblad La República, waarin zij de vraag stelde waarom de VS hem daar willen houden als hij zo gevaarlijk is voor hen ?

Na 13 jaar gevangenis in de VS, aangeklaagd als cubaans spion, zal René González de volgende drie jaar in voorwaardelijke vrijstelling moeten leven in het Zuidelijk District van Florida.

Op de vraag waarom juist in Florida antwoordt Olga Salanueva : « Het is een straf omdat de Vijf nooit berouw vertoonden voor wat ze gedaan hebben. De haat van een imperium raakt hen en zij willen een les geven zodat niemand nog de terroristen zou lastig vallen die, hoe dan ook, door de noordamerikaanse regering beschermd worden ».

De echtgenote van René zegt ongerust te zijn voor het leven van haar man, want hij zal moeten leven in een streek waar terroristische organisaties ingeplant zijn die  duizenden mensen in ons land hebben vermoord.

Olga Salanueva voegt hieraan toe dat haar vraag voor een visum naar de VS geweigerd werd en dat zij op duurzame wijze geen toegang krijgt tot noordamerikaans grondgebied. Nochtans koestert zij geen enkele haat en benadrukt dat de Vijf handelden met de meest nobele gevoelens. Zij droomt ervan deze moeilijke ogenblikken uit haar geheugen te kunnen wissen, het blad om te draaien en gewoon met haar echtgenoot te leven.

(Cubadebate-RHC)

Het vredesbericht van « LA COLMENITA »

De kinderteatergroep « La Colmenita » heeft een tour ondernomen in verschillende steden van de VS, tussen 13 en 30 oktober.
Uitgenodigd door de « Brownstone Fondation », zal de groep optreden in Washington, New York en San Francisco, met “La cucarachita Martina”, een populair cubaans sprookje, en Abracadabra, zijn meest recente productie.
De noordamerikaanse criticus, Gilbert Brownstone, voorzitter van het Fonds Brownstone, omschreef deze teatervoorstellingen als « een mooi liefdesprojekt », bij een interview aan Prensa Latina. En hij bevestigde “dat de kinderen een vredesbericht, een vriendschapsbericht en een gerechtigheidsbericht brengen aan het volk van de VS”;

“Kultuur dient om bruggen  te bouwen, en in dit geval is het een gelegenheid voor deze kinderen om dit soort berichten over  te maken”, verduidelijkte Brownstone, die tevens museoloog en conservator is, gediplomeerd aan de Universiteit van de Sorbonne in Parijs.
Deze 22 kinderen, van 5 tot 15 jaar oud, gaan “op het podium personages van kinderverhalen scheppen die uit hun verbeelding komen, zoals alleen kinderen kunnen doen”, want verklaarde hij “dit geeft hen maturiteit op de scène”.

In Abracadabra vervoegen de kinderen de internationale vraag voor de vrijmaking van de 5 cubanen, aangehouden in 1998 bij het opsporen van terroristische aanslagen tegen Cuba door terroristische groepen  uit Florida.
Hierover zei Carlos Alberto Cremata, stichter (in 1990) en directeur van de groep : « Overheen het thema tracht dit toneelstuk de toeschouwer de essentie van de zaken te doen ontdekken ».
Cremata benadrukte dat het schouwspel zal toelaten te zien « hoe de kinderen vanuit hun oogpunt fundamentele vragen die vandaag in Cuba leven analyseren, en het meest interessante is dat dit het eerste stuk is dat zij volledig hebben geschreven ».

“La cucurachita Martina” is een muzikale kindercomedie “op zijn cubaans”, waarin de kinderen verschillende muzikale stijlen vertolken : de son, de rumba, de braziliaanse samba, de cha cha cha, de bolero, de mexikaanse corrido, de guaracha, boerenliederen, rock en zelfs de spaanse zarzuela.

Optredens zijn voorzien in de American University en de Duke Ellington Schoool of the Arts in Washington (15 en 19 oktober), het Hostos Center for the Arts and Culture in New York en het Harriet Tubman Learning Center in Harlem (21 en 22 oktober).
California zal de laatse rit zijn van de tour, met voorstellingen in het East Bay Center for the Performing Arts in Richmond, en het Fort Mason Center, en het  Cowell Theater in San Francisco, op 26, 28 en 29 oktober.
Als ambassadeur van de goede wil, titel in 2007 toegekend aan de Colmenita door het UNICEF, zal de groep ook optreden voor een privévertoning, op 24 oktober, op de zetel van de UNO.

De groep was reeds opgetreden in de VS in maart 2003 waar “wij optraden in verschillende steden van California”, herinnerde Cremata.
“Wij kregen veel blijken van genegenheid vanwege het noordamerikaans publiek. Het is daar dat de Colmenita het meeste vrienden heeft” zei hij, en hij vermelde de namen van de acteurs Danny Glover en Harry Belafonte, evenals Patch Adams, de dokter van de lach.

Deze bijenkorf (colmenita) heeft tot doel « door de kunst families in de wereld samen te brengen” legde Cremata uit en resumeerde “deze ervaring over 21 jaar is het mooiste dat ons is overkomen”.

Ongeveer 14.000 kinderen over gans Cuba nemen deel aan het Colmenitaprojekt. De groep heeft ook afdelingen in Spanje, Colombia, Venezuela, Argentinië, de Dominikaanse Republiek, onder vele andere landen.

(cubasifranceprovence)

Compañeros,

Ik kan niet weerstaan aan het genoegen u te vertellen wat doorging op 15 oktober in de Kay Chapel van de Amerikaanse Universiteit van Washington, in het hartje van de VS. Een groep jongeren brachten er hun eerste teaterstuk, “Abracadabra”. Op zichzelf is het feit al verrassend. En het is het nog meer als men weet dat die jongeren Cubanen zijn !

22 kleine acteurs, lid van de groep “La Colmenita”, in de jaren ’90 door Carlos Alberto Cremata opgericht toen hij een jonge student was aan de Universiteit van Havana, brengen met hart en talent een stuk dat de geschiedenis van de Vijf vertelt. Het stuk kende een enorm succes op het eiland en zij werden uitgenodigd om een tour te doen in de VS, niettegenstaande de blokkade, niettegenstaande de gusanos, tegen de wrok in van de regering van de VS.

Zoals in Cuba kregen de jonge acteurs een ovatie vanwege het publiek, begroet als beroepsmensen. De GSM van Carlos Cremata, die iedereen Tin noemt, belt. Waarschijnlijk nog felicitaties. Tin opent wijd zijn ogen en zoekt zijn woorden. De oproeper is niemand anders dan René González Shewerert, de eerste van de Vijf die pas een week geleden werd vrijgelaten !

Het gesprek duurde bijna een uur en nochtans kon Tin met moeite iets aan René zeggen, want het nieuws liep als een vuurtje : “Corran, que Tin está hablando con René!!!” (Haast je , Tin is aan het praten met René). Op slag moest hij de telefoon aan de kinderen geven die mekaar aflosten om, leggen zij uit, René moed te geven, en zij waren ongelooflijk opgewonden. De laatste om met René te praten is Olito. Hij zal één van de hoofdacteurs zijn in een cubaanse film waaraan de Colmenita meewerkt “Y sin embargo”, een opera van Rudy Mora op muziek gecomponeerd door, hou je vast, Silvio Rodriguez himself. René stelde veel vragen aan Olito, waarop deze antwoorde met de spontaneïteit van de jeugd. En hij vroeg de datum van de eerste voorstelling in Cuba. Olito, na navraag bij Tin, antwoorde : « Eh, René, Tin zegt dat het in december of   januari zal zijn, ik reserveer nu al een plaats voor u in de cinema Chaplin, en op de eerste rij ! ».

Dit zal René wel opgeschreven hebben, de datum en het voorstel. Laat ons hopen dat de toekomst Olito gelijk zal geven, en dat onze vriend, terug thuis, de zetel kan gebruiken die voor hem is gereserveerd en de kleine acteurs van de Colmenita warm kan toejuichen.

Een foto doet het beter dan een toespraak, bekijk de foto hieronder. Snak je ook niet naar kusjes ?

Annie Arroyo

De grote boze wolf is bang van de Colmenita.

Havana, 18 oktober (ACN)

Ileana Ros-Lethinen, republikaans congreslid, bekend als de vrouwelijke versie van de grote boze wolf in de kindersprookjes, heeft aan de Obama administratie dringende uitleg gevraagd over het feit dat visa werden toegekend aan de kinderen van de teatergroep « La Colmenita » (de bijenkorf), heden op tour in de VS.
De brief werd vorige maandag verstuurd naar Hillary Clinton, vermelde de website Cubadebate, die er een deel van reproduceerde (reeds verschenen op de blog “Cafe fuerte”).

“Visa verlenen aan een organisatie die propaganda maakt voor spionnen die hiervoor veroordeeld zijn, en die ze als helden voorstelt, is een  belediging voor alle slachtoffers van de dictatuur… Deze spionnen werden naar de VS gestuurd om er onwettelijke daden tegen ons vaderland uit te voeren”, schreef het congreslid .
Ros-Lethinen verwijst naar Ramon Labañino, Antonio Guerrero, Fernando González, Gerardo Hernández en René González, internationaal gekend als de Vijf en sinds 1998 in de gevangenis gezet in de VS omdat zij terroristische organisaties in Miami in het oog hielden.
Na een proces vol onregelmatigheden, die door talrijke juristen, verdedigers van burgerrechten en internationale verenigingen werden aangeklaagd, werden de Vijf veroordeeld tot straffen gaande van vijftien jaar cel tot een veroordeling van twee maal levenslang plus vijftien jaar.
Eén onder hen, René, verliet pas de gevangenis van Marianna, maar moet nog drie jaar in voorwaardelijke vrijheid op noordamerikaans grondgebied verblijven.

Ros-Lethinen heeft een zwaar verleden in de verdediging van het terrorisme. Zij hielp Orlando Bosch, één van de intellectuele auteurs van de sabotage van een cubaans lijnvliegtuig dat 73 slachtoffers eiste, om zich in de VS te vestigen en te ontsnappen aan de justitie die wou dat hij veroordeeld zou worden voor zijn kriminele daden. Zij organiseerde voor Luis Posada Carriles, de andere auteur van de explosie in volle vlucht van het cubaans toestel, inzamelingen om zijn actieplannen tegen het cubaanse volk te subsidiëren.

Nog emoties voor de kleine acteurs van de Colmenita.

Pas hersteld van hun emoties veroorzaakt door het gesprek met René op zaterdag, rinkelt de GSM van Tin opnieuw de maandag. Carlos Cremata, of Tin, is een hartinfarct nabij als zijn correspondent zich bekend maakt : niemand minder dan Fernando González die belt vanuit de gevangenis van Terre Haute in Indiana. Hoe is hij erin geslaagd op deze GSM te bellen, een mysterie ! Maar hij doet het! Mirakels gebeuren, het bewijs!

Het nieuws schept terug een ongelooflijke herrie. Tin vraagt stilte en zet zijn telefoon op een versterker. Fernando vraagt om eerst te mogen spreken want het gesprek kan op elk ogenblik verbroken worden. De stem van de held van de Republiek Cuba weerklint in de stilte,hij richt zich tot de ganse groep. Hij wil ze bedanken voor wat zij doen, en zegt dat hij weet dat hun teaterstukken, hun liedjes en hun dansen goed ontvangen worden door het noordamerikaanse volk en dat alles dat hij hoort, leest en weet over de Colmenita hem fier maakt Cubaan te zijn.

De communicatie is verbroken. De kinderen blijven een ganse tijd stil. Dan fluistert de stem van Ana Laura : ‘God, hoe bescheiden! Wij moeten hen erkentelijkheid, zij die boeten
om het leven gered te hebben van vele Cubanen, en zij bedanken ons, die vrij zijn en doen wat wij graag doen!”…

Het klopt dat de waarheid uit de mond van de kinderen komt.

A.  Arroyo – 19 oktober 2011

Dringend bericht van de Colmenita vanaf het podium van de Algemene Vergadering van de UNO.

25 oktober 2011.

Wij luisteren nu –wij, de afvaardiging van de Colmenita- naar Bruno* in de zaal van de UNO, in volle algemene vergadering, rond de cubaanse zetel.
Wij werden speciaal uitgenodigd om de stemming over de blokkade mee te maken, een geste van de UNO als bedanking voor ons optreden van gisterenavond… het was ongelooflijk !!! de zin die het meest terugkwam was : “Dit is uniek in de Verenigde Naties”…niemand heeft kennis van een groep jongens en meisjes die deze instelling met liefde hebben “belaagd”.
Com, het orkest Aragon  en een beetje later de Buena Vista Social Club…daar stoppen wij bij… Het was super!!! De mensen dansten alsof ze in de Tropicana waren, en verbroederden, zij glimlachten, ze verbroederden, niemand bleef onverschillig…
Er waren vooral ambtenaren  van de UNO, diplomaten en vele familieleden (en zelfs een delegatie van de ELAM en Pastores por la Paz)… De zaal was stampvol, meer dan 500 man, en dit alles in vreugde en liefde… Zoals Martí zou zeggen, gisterenavond was gewoon « De wachtkamer van de eendracht » !
Nu gaan wij live, fier en gelukkig, de 20e stemming tegen de blokkade meemaken !
En wij houden steeds meer van Cuba.

Tin en de Colmenita.

*Bruno : Bruno Rodriguez Parilla is de Minister van Buitenlandse Zaken van Cuba. Hij was in de UNO voor de stemming tegen de blokkade.

Generaal Julio. 

Lazaro Barredo Medina

Er zijn van die personen die men moeilijk in hun dagelijks leven kan benaderen, zelfs als men ze goed kent. Zelfs als publieke persoonlijkheid, en hoe groot ook hun verantwoordelijkheden en hun verdienste, ziet men ze nooit ten volle in hun menselijke dimentie..

Degenen die de generaal Julio Casas Regueiro goed hebben gekend hebben een persoon kunnen ontdekken als militaire chef, als politieke leider die, niettegenstaande zijn hoge verantwoordelijlkheden in de Partij en inde leiding van de Staat, uitblonk door zijn nederigheid, zijn open geest, zijn scherpe zin. Steeds bereid om te luisteren, te herkenennen, te argumenteren of  kritiek te leveren waar het  nodig was.

De generaal zag nooit af van zijn populaire afkomst, van zijn accent uit Guantanamo en Santiago de Cuba, zijn simpele gedraging, en een zekere strengheid die hem misschien bijbleef van de opvoeding door zijn vader die hem raad gaf voor het economisch en financieel
beheer : “Men maakt pesos centiem na centiem, en miljoenen peso na peso”;

Voeg hieraan toe de wil om alles in vraag te stellen en alles na te gaan. Geef vertrouwen, maar kijk toch na. Wees nooit tevreden met de eerste de beste uitleg. Met generaal Julio moest men eerlijk spreken, en een kat was een kat.

Tijdens een recente analyse van problemen van commercialisatie in de landbouw, gaf een provinciale verantwoordelijke gegevens, vermelde plaatsen en toestanden, maar vergat  gewoon de schade en de ongemakken voor de plaatselijke bevolking. Bij het einde van zijn betoog draaide de generaal zijn zetel in zijn richting, keek hem recht in de ogen, en vroeg : « Hoeveel keer ben je ter plaatse geweest ? ». De man werd bleek en verward in zijn uitleg.
« Je hebt ons belogen. Je zegt de waarheid niet », zei Julio Casas. « Je bent nooit ter plaatse geweest, want je zit altijd achter uw bureau en je weet niet hoe men de mensen daar bedriegt. Ik kan het u vertellen want ik ben er geweest en heb met de mensen gepraat. Wat jij en uw delegatie de mensen aandoen is een gebrek aan respekt voor het volk. Wij moeten u ontslag geven”.

Generaal Julio was een veeleisende en gevoelige man. Steeds moedigde hij de kameraden aan die hun fouten erkenden om ze recht te zetten. Ooit, tijdens een vergadering, was een kameraad slachtoffer van scherpe kritiek, en tijdens de pause had hij het moeilijk om zijn schande te verbergen voor de rest van de deelnemers. De generaal kwam bij hem, legde zijn hand op zijn schouder en zei :”Luister, ik begrijp je. Wanneer ik chef was van de logistiek heeft men mij verwijten gemaakt en ik stond daar juist als jij hier. Ik besliste de opmerkingen te nemen als een uitdaging om beter te worden. Dus, geen ontmoediging, vecht verder.”

De woorden van Generaal Raúl Castro bij de voorstelling van Julio Casas als nieuwe minister van het leger, voor de Nationale Assemblée, op 24 februari 2008, zeggen veel over zijn kwaliteiten, en helpen ons om te beseffen dat de Revolutie een polyvalent man heeft verloren, niet alleen een militaire organisator maar ook een leider met zin voor economisch beheer die het leven van onze strijdkrachten heeft gemerkt, en veel bijdroeg tot hun zelfbedruipen en hun consolidatie tijdens de huidige periode.

Zoals vermeld in de mededeling van het Politiek Bureau van de Partij moet men ook weten dat de generaal, die men meestal stil en diskreet kende, nadenkend tijdens de vergaderingen van de Nationale Assemblée, het Centraal Comité en de Militaire Raden, een man was die door zijn revolutionair denken één van de voornaamste architecten was van economische en sociale richtlijnen voor het 6e Congres van de Partij en voor de huidige maatregelen.

Generaal Julio liet aan het cubaans leidinggevend systeem een methode, een spoor dat ons toont hoe het socialisme te vervolmaken.
     (Bron : Granma)

Havana – Generaal Julio Casas Regueiro, cubaans minister van Defensie en jarenlang mdedewerker van president Raúl Castro is op zaterdag 3 september overleden van een hartaanval, op de leeftijd van 75 jaar, deelde de regering mede.
Een dag nationale rouw wordt uitgevaardigd voor maandag ter nagedachtenis van generaal Casas, ex boekhouder en één van de machtigste mannen van het kommunistisch eiland. 

De Vrienden van Cuba namen op 12 september deel aan de protestactie voor de Vijf Cubanen rechtover de VS-ambassade in Brussel.

Het is niet meer nodig te herinneren dat sinds 13 jaar Antonio Guerrero, Fernando González, Gerardo Hernández, Ramon Labañino en René González in de gevangenis zitten wegens hun strijd tegen de terroristische cubaanse maffia van Miami.

Vercshillende Vrienden van Cuba, leden uit verschillende regio, hebben spontaan de oproep gevolgd van het “Free the Five Commitee belgium” en waren aanwezig op de protestactie van 12 september voor de VS-ambassade in Brussel. Sinds tien jaar is er een mobilisatie om te protesteren tegen deze onrechtvaardige aanhoudingen, in strijd met de mensenrechten, en die alle wetten en het recht trotseren. In tegenstelling tot 2009 en 2010 was er dit jaar geen spectaculaire actie op het Poelaertplein, voor het Justitiepaleis. Maar op de Kunstlaan, rechtover de overbeschermde amerikaanse ambassade (Regentlaan) waren een tachtigtal betogers verzameld op de middenberm van de laan. Spandoeken en fotos van de Vijf werden door de entoesiaste en vastberaden betogers gedragen. Elkeen kreeg de tekst van de “Free the Five Song” en  het refrein werd door iedereen meegezongen, in de geest van de protestsongs van de jaren ’70.

Verschillende personaliteiten waren aanwezig, waaronder Kurt De Loor (Sp.a), van het Vlaams parlement en Zoé Genot (Ecolo) van het Federaal parlement. Mw. Sfia Bouarfa (PS) van het Brussels parlement, op het laatste ogenblik belet deed zich verontschuldigen bij de organisatoren. Fatiha Saidi (PS), senator, die onlangs het initiatief nam van ce resolutie over de Vijf in de Commissie Buitenlandse Zaken van de Senaat, liet zich vertegenwoordigen.

Afgevaardigen van verschillende nationale vakbonden namen het woord om de actie te steunen. Een belangrijke groep van ABVV-Limburg was aanwezig, evenals John Dedecker en Tuur Van Empten van de Christelijke arbeidersbeweging.

Jonas Geirnaert, vlaams acteur en realisator, peter van de Vijf, srak ook de betogers toe, met de vraag hem te vervoegen –op ludieke wijze- in een handtekeningencollecte voor de bevrijding van de Vijf.

Mevr. Katrien Demuynck, voorzitster van het Belgisch Comité Free the Five, heeft nogmaals het onrecht van de veroordelingen aangeklaagd, voor deze mannen die hun vaderland wilden verdedigen tegen terroristische acties. Zij eiste de onmiddellijke vrijstelling van de vijf gevangenen die sinds 13 jaar de schandalige beslissingen van de noordamerikaanse justitie ondergaan, justitie die de kant koos van het maffialobby dat Cuba sinds meer dan 50 jaar belaagt. Wij moeten onze inspanningen nog vermenigvuldigen om de internationale mobilisatie voor de vrijmaking van de vijf helden nog te verbeteren.

Pers en media waren spijtig genoeg niet aanwezig en rond 18u. eindigde de verzameling in alle kalmte, zoals voorzien.

Monique Dits

Bezoek familieleden van de “Vijf” – Françoise Dupuis.

Françoise Dupuis, voorzitster van het Brussels Parlement ontving op vrijdag 23 september Magali Llort, de moeder van Fernando González, Ana Mayra Rodriguez, raadgeefster bij de Voorzitter van het Cubaans Parlement, evenals Jorge Hadad van de cubaanse ambassade en twee leden van de Vtienden van Cuba. Zij kende reeds het lot van de Vijf en stelde na een korte inleiding  pertinente vragen over de huidige toestand van de gevangenen, over het lopend juridisch proces en over de eventuele verdere mogelijke stappen. Het is duidelijk dat zij de absurditeit van dit noordamerikaans juridisch imbroglio inziet. Zij deed tevens navraag over de politieke kontakten die in België tot stand kwamen. Wij legden haar uit dat indien de eerste bezoeken van familieleden van de Vijf vooral solidariteitsgroepen interesseerde, de laatste jaren meer kontakten mogelijk werden met syndicalisten, politiekers, juristen,…
Moties werden reeds gestemd in de Senaat (onlangs nog op initiatief van Fatiha Saïdi en Marie Arena van de PS) en in het Europees Parlement.
Het is geen kwestie van voor of tegen de politiek van de cubaaanse regering, maar wel van respekt van elementaire rechten van de menselijke persoon, het recht op een eerlijk en billijk proces en het verwerpen van wrede gevangenschapomstandigheden, zowel voor de gevangene als voor de familieleden.
Françoise Dupuis benadrukte dat, nietegenstaande haar persoonlijke overtuiging en haar sympathie voor de cubaanse zaak, zij als voorzitster van het Brussels Parlement rekening moest houden met de verschillende opinies van verschillende partijen. Zij beloofde niettemin dit dossier op te volgen.
Een open en positief gesprek, maar natuurlijk… Op te volgen !!!

Marguerite Verhaeren

Historia

Juan Manuel Márquez Rodriguez.
Tweede in bevel voor de ontscheping van de Granma.

Juan Manuel Márquez Rodriguez is, niettegenstaande zijn revolutionaire inzet, een weinig gekende figuur uit de strijd van het cubaanse volk, zeker buiten Cuba.Enkele dagen na de ontscheping van de Granma (2 december 1956) werd hij door de handlangers van Batista vermoord. Deze verjaardag brengt er ons toe hem speciaal te belichten.

Juan Manuel werd geboren op 3 juli 1915 in Marianao, een wijk in het westen van Havana. Het is ook in zijn geboortewijk dat hij een groot deel van zijn politieke actie zal ontwikkelen.

Een geëngageerd student.

Op 16 jarige leeftijd neemt hij deel aan een gewapend verzet tegen de diktatuur van Machado. Na het mislukken van deze actie wordt hij een eerste keer gearresteerd, samen met zijn vader.
Eind 1931 sticht men in Marianao de “Sector Radical Estudiantil”, een jongerengroepering waarvan Juan Manuel één van de meest aktieve leden is. Hij sticht het tijdschrift “Radical”, van korte duur want zeer snel bezet door de politie.
Op 8 april 1932 wordt hij opgesloten in het Presidio op het Pijneiland. Op 17 jaar is hij er één van de jongste politieke gevangenen. Zijn opstandigheid en zijn politiek bewustzijn worden er versterkt. Hij komt vrij juist voor de val van Machado en neemt deel aan de strijd om hem omver te werpen.
In juli 1933, in een verklaring van de Sector Radical Estudiantil, verzet hij zich met klem tegen de bemiddeling door Summer Welles, met een aanklacht tegen de inmenging in interne cubaanse aangelegenheden. Op 18 jaar wordt hij de secretaris generaal van de Sector Radical Estudiantil en richt een nieuw tijdschrift op “Catapulta”, met een eerste nummer in november 1933 en zijn eerste verzet tegen Fulgencio Batista vanaf december 1933.
Hij schrijft tevens in “El Sol”, een tijdschrift van Marianao, waarin hij de omvorming van Cuba van spaanse colonie tot bijhuis van het yankee imperialisme aan de kaak stelt.

La Ala Izquierda Estudiantil.

Al voor zijn twintigste sluit Juan Manuel aan bij de Ala Izquierda Estudiantil om, schrijft hij in El Sol, te strijden voor een Anti Imperialistische Agrarische Revolutie. In maart 1935 wordt hij nogmaals voor zes maanden aangehouden.
Op zoek naar andere strijdfronten sluit hij aan bij de “hermanidad de los jovenes Cubanos”, die zich inzet voor de unie van de jongeren en hun opvoeding in een revolutionaire geest. In zijn gemeente is hij een strijder van de frontlinie en hij wordt bestendig in het oog gehouden door de politie die hem alle burgerverzet en revolutionaire acties tegen de regering in de schoenen schuift.
13 maart 1936, nieuwe aanhouding en veroordeling tot 8 jaar cel. Dank zij een amnestiewet komt hij eind december 1937 vrij. Na het einde van zijn humaniora schrijft hij zich in aan de faculteit rechten van de Universiteit van Havana.

De Cubaanse Revolutionaire Partij (Auténtico).

Hij wordt lid van de Cubaanse Revolutionaire Partij (PRC) en sticht in 1941 de afdeling « Jongeren » van deze partij. In 1943 wordt hij verkozen voor de gemeenteraad van Marianao en wordt de leider van de oppositie in deze raad. Wanneer, in oktober 1945,de Raad voorstelt een laan de naam te geven van « Presidente Batista », verzet Juan Manuel zich hevig en doet het tegenvoorstel « Mayor General Ignacio Agramonte ». In juni 1946 wordt hij opnieuw verkozen in de gemeenteraad. Men tracht hem om te kopen met geld en met een stuk bouwgrond, om zijn actie te verzwakken. Uiteindelijk, gezien het verraad van de leiders van de PRC ten opzichte van hun beloften, verlaat hij deze partij.

De Partij van het Cubaanse Volk (Ortodoxo).

Onder de indruk van de toespraken en de onthullingen van Eduardo Chibás schrijft Juan Manuel in een open brief van 21 oktober 1946 dat hij deze overtuigingen deelt. Vanaf 15 mei 1947, met de stichting van de Partij van het Cubaanse Volk, wordt hij één van de voorvechters van deze partij en Voorzitter van de Ortodoxe gemeenteraadsgroep in Marianao.
Op 7 mei 1948 start hij een radioprogramma “La hora de la Ortodoxia Revolucionaria” en in 1950 wordt hij voorgedragen als kandidaat voor de verkiezingen voor de kamer van volksvertegenwoordigers..
De staatsgreep van Batista grijpt plaats en hij verzet zich ertegen in  clandestiene radiouitzendingen van  “La Voz de la Libertad”, vanop verschillende plaatsen uitgezonden, en ook in het dagblad « El Sol ».

De Nationale Revolutionaire Beweging.

Juan Manuel steunt dan de plannen van de Nationale Revolutionaire Beweging van professor Rafael García Bárcenas : het militaire kamp van Columbia aanvallen, een actie voorzien op 15 april 1953, en hij beschikte over 250 manschappen, klaar voor de strijd. Na het falen van deze projekten bevestigde hij zijn voornemen om met gewapende weerstand de diktatuur van Batista te bestrijden.
Na de aanval op de Moncada, op 26 juli 1953, wordt hij door de politie gezocht, alhoewel hij geen deel uitmaakte van de aanvallers.
Op 15 mei 1955 komen de aanvallers van de Moncada vrij onder de druk van de bevolking. Op 5 juni, laat  ‘s avonds wordt hij aangevallen door de politie van het regime en brutaal geslagen, wat een hospitalisatie noodzaakt. In de krant « La Calle » zet Fidel Castro deze brutaliteiten aan de kaak.

De Revolutionaire Beweging 26 juli (M-26-7).

Fidel bezoekt Juan Manuel op 7 juni in het hospitaal en de twee revolutionairen delen dezelfde visie over de te voeren strijd. Op 12 juni, bij de samenstelling van de Nationale Leiding van de M-26-7 wordt Juan Manuel tweede in rang van de organisatie. Conform met de plannen van de beweging vertrekt Juan Manuel naar de Verenigde Staten en Fidel naar Mexico. Zijn opdracht is de organisatie van de emigranten en het inzamelen van fondsen voorde financiering van de strijd. Hij bezoekt overal de cubaanse emigranten en richt het bezoek van Fidel aan de VSA in van 22 oktober tot begin november 1955.
Wanneer de diktatuur in november 1955 oproept tot gedeeltelijke verkiezingen kan de M-26-7 deze comedie, dank zij Juan Manuel, ontmaskeren in “El Sol” van 21 november, waar Fidel de achteraf befaamde uitspraak doet : “Wij zullen vrij zijn of martelaren zijn”.
Juan Manuel, tweede in bevel, heeft de handen vol met het verzamelen van fondsen en de organisatie van het logies en van de training van de opstandelingen, en hij heeft amper  tijd over voor zijn eigen militaire training. 
Tussen 21 en 23 juli, na een verraad, wordt Fidel samen met de meerderheid van zijn strijdmakkers opgepakt door de mexicaanse politie. Enkel Juan Manuel, Raúl Castro en Hectór Almada ontsnappen en zij gaan verder met de voorbereiding van de operatie, terwijl zij alles in het werk stellen voor de bevrijding van hun kameraden.
Vrijgelaten in oktober herbevestigt Fidel zijn engagement om voor het einde van 1956 op cubaanse bodem de strijd aan te gaan. De gebeurtenissen komen in een stroomversnelling en Juan Manuel verklaart “Het is moeilijk om in Cuba te gaan sterven”.
Op 2 december komt de Granma aan in Cuba en de 82 deelnemers gaan aan land, moe en ziek na een door een storm bemoeilijkte overvaart. Zij landen in een mangrove waar het moeilijk is zich te bewegen. Bij het tellen van de troepen ontbreken Juan Manuel en zeven andere rebellen bij het appel. Twee dagen later vervoegen zij uiteindelijk de groep. Maar op de weg naar de Sierra Maestra raakt hij achterop, Fidel stuurt iemand om ze te zoeken, zonder resultaat.
De tweede in bevel doolt rond in deze ongastvrije streek, verzwakt door honger en dorst, zonder de weg naar de Sierra te vinden. Op 15 december 1956 wordt Juan Manuel Márquez gevangen genomen en vermoord door de handlangers van Batista.

Tijdens zijn eerste bezoek aan New York, op 24 april 1959, kort na de overwinning zal Fidel verklaren : “Wanneer ik deze massa zie, terwijl ik hier spreek, denk ik aan degene die mijn  kameraad was in de organisatie van de M-26-7 in ballingschap, aan mijn compañero van dat ogenblik, die grote redevoerder, de compañero die de massas begeesterde met zijn klinkende woorden : Juan Manuel Márquez. Hij is hier vandaag niet aanwezig, maar het resultaat van wat hij begon is hier aanwezig. Hij is hier niet aanwezig maar zijn nagedachtenis is het wel”.

Bronnen : -Hugh Thomas. Cuba. The pursuit of Freedom.
New York, Harper and Row, 1971.
-Dr. Eugenio Suárez Pérez en M. Cs. Acela Caber Román.  El segundo jefe de la           expedición del Granma.
In : Cuba Socialista. Revista téorica y política.
No. 41, 09/06/2007
Freddy Tack

BREVES DE LA PRENSA CUBANA.

La Coppelia, de katedraal van cubaanse ijsjes.

Geen enkele bezoeker van Havana ontsnapt aan de Coppelia en de befaamde ijskreem.
Volop in het centrum van Havana,op een honderdtal meters van de Habana Libre, op de hoek van 23 en L, midden een prachtig park, staat men elke dag aan te schuiven om één van de talrijke smaken van de ijstent te proeven.
De plaats werd wereldbekend dank zij Senel Paz in zijn verhaal “El lobo, el bosque y el hombre nuevo”, verhaal dat als basis zal dienen voor de befaamde film “Fresa y chocolate”, van Tomás Gutiérrez Alea. De film start met een ontmoeting in de Coppelia.
De naam van deze ijstent komt van het personnage van het befaamde ballet.
Een bezoek aan de katedraal van de ijsjes is verplicht en onvergetelijk. Elkeen zal een herinnering behouden van de gevariëerde smaken, de ene lekkerder dan de andere, zoals coco, mango of goyava.

Trabajadores, 19/08/2011.

Belangen van de familie Bush in Cuba.

George Herbert Walker, achtergrootvader langs moeders kant van George W. Bush, was directeur van zeven bedrijven in Cuba, sinds 1920 : The Cuba Company, The Cuban Railroad, Cuban Dominican Sugar, Barahona Sugar, Cuba Distilling, Sugar Estates of Oriente en Atlantis Fruit and Sugar. Zoals de namen aanduiden waren zij aktief in de suiker, de rum en de spoorwegen. In 1942 smelten deze maatschappijen samen in de West Indies Sugar Company, in 1960 genationaliseerd door de revolutionaire regering.
In 1953 neemt de zoon Walker,  oom van George W. Bush, de zaken over van zijn overleden vader. Hetzelfde jaar richt George Bush, vader, de petroleumcompany Zapata Oil op, in Houston, met de Zapata Offshore als dochtermaatschappij. Deze ondertekent, in 1958, een kontrakt voor de uitbating van petroleumvelden op 40 mijl ten noorden van Isabela de Sagua (Las Villas), waarvan de aktiviteiten stopgezet worden door de triomf van de revolutie.
De banden van deze bedrijven met de CIA, bevestigd in gedeclassificeerde dokumenten, zijn moeilijk terug te vinden.De archieven van de Zapata Offschore werd gedeeltelijk vernield na 1960, wanneer George Bush zijn politieke carrière aanvat, en zij werden volledig vernield tussen 1981 en 1983, wanner hij vice-president zal worden.
In zijn boek “De geheime ploeg” in 1973 uitgegeven, bevestigde Fletcher Prouty, ex CIA officier, dat twee van de schepen gebruikt voor de ontscheping in de Varkensbaai (de Barbara J en de Houston) hersteld en herschilderd werden in de basis van Elizabeth City (Noord Carolina) met als officiële dekking de firma Zapata Offshore.
Banden die een bestendige agressiviteit uitleggen?

Cubadebate, Max Lesnick, 23/08/2011.

Silvio Rodriguez, ereburger van Buenos Aires.

De overheden van de stad Buenos Aires (Argentinië) hebben Silvio Rodriguez ereburger benoemd, een eerbewijs dat hem in november werd uitgereikt.
Silvio, medeoprichter van de Nueva Trova, de wereldbekende muzikale beweging, “spreekt verder het hart en het bewustzijn van duizenden personnen aan”, verklaarde de volksvertegenwoordiger Julio Ruffo.
Laat ons eraan herinneren dat Silvio de auteur is van meer dan 500 liedjes, van filmmuziek en telefilmmuziek, van teaterstukken en dat hij talloze prijzen en eerbetuigingen ontving.
Zijn liedjes werden vertaald in het frans, het italiaans, het engels, het portugees, het guarani, het russisch, het chinees, het japans, het koreaans, het zweeds en het catalaans. Het voorstel van Julio Ruffo werd unaniem goedgekeurd door de overheid van de stad Buenos Aires.

Juventud Rebelde, 03/09/2011.

Cubaans alfabetisatieprogramma in Paraguay.

Op 30 augustus, in aanwezigheid van Fernando Lugo, president van Paraguay, werd de Nationale Alfabetisatie Campagne voorgesteld, met de cubaanse methode “Yo si puedo”.
De start werd gegeven in het Communautair Centrum “Cristo Solidario del Bañado Sur” inAscunción, in aanwezigheid van de autoriteiten van het Ministerie van Onderwijs en Kultuur, en de ambassedur van Cuba, Rolando Gomez.
Marta Ramos, verantwoordelijke voor het projekt, verklaarde dat na enkele maanden duizenden personen zich aanmelden om te leren lezen en schrijven. Volgens haar wordt de methode goed aanvaard door allen en zijn de vormers goed voorbereid. Zij bedankte tevens de cubaanse specialisten die deelnamen aan de vorming van de leraars en aan de toepassing van de methodologie.
Het doel is 30.000 personen te alfabetiseren tegen het einde van het jaar, en 70.000 volgend jaar. Volgens paraguayaanse statistieken telt het land ongeveer 250.000 analfabeten van meer dan 15 jaar.

Vanguardia, 30/08/2011.

De procureur die René González achtervolgd is de weduwe van een ex-officier van de militaire inlichtingendienst die de Operatie Peter Pan van de Cia doopte.

Caroline Heck-Miller, de procureur die René González het recht onkent naar Cuba terug te keren, en die weigert Luis Posada Carilles te vervolgen voor terrorisme, is de weduwe van Gene Miller, een bekende anti-kommunist, ex-officier van de militaire inlichtingendienst tijdens de oorlog van Korea. 
In 1962 gaf hij de naam Peter Pan aan de CIA operatie die cubaanse ouders moest aanzetten hun kinderen naar de VS te sturen. Meer dan 14.000 kinderen zijn toen vertrokken na een desinformatie- en propagandacampagne, die beweerde dat de kinderen naar werkkampen in de Sovjet Unie zouden gestuurd worden om nooit meer terug te komen.
Hij trouwt met Caroline Heck in 1998 en sterft op 17 juni 2005, op 76-jarige leeftijd.
Het is Caroline Heck die weigerde het proces van de Vijf te houden elders dan in Miami. Het is zij die, in april 2005, beslist Posada Carilles niet te vervolgen, alhoewel hij bekende geen enkel spijt of wroeging te ervaren voor zijn terroristische misdaden.
Het is zij terug die weigert dat René, nochtans vrijgelaten uit de gevangenis, naar zijn land kan terugkeren en hem nog drie jaar in Miami wil doen verblijven, onder gerechterlijke controle.

Granma, 30/09/2011

Boca de Samá, 12 oktober 1971.

Veertig jaar geleden wordt het rustige vissersdorpje Boca de Samá (op de noordoostelijke kust van Holguin) aangevallen door huurlingen in dienst van de CIA. Veertien manschappen ontschepen ‘s nachts en beginnen hun misdaden. Ontdekt, schieten zij er op los, doden Ramón Siam Portelles en Lidio Rivaflecha Galán, en kwetsen Carlos Escalante, de verantwoordelijke voor de schaaarse kustwachten in de regio. Het verzet van deze laatsten doet de huurlingen vluchten.
Zij gaan terug naar hun snelle motorboten, schieten met wapens van zwaar caliber, en kwetsen nog twee jonge meisjes alvorens zij zich supersnel verwijderen.
De operatie is gevoerd door Alpha 66 en Frente Cubano, welbekende contra revolutionaire groepen, met hun zetel in de Verenigde Staten. De motorboten keren terug naar hun basis in Key Biscane, Florida.

Trabajadores, 10 en 13/10/2011.

10/10/1868 : de start van de strijd.

De bevrijding van Cuba wordt gestart op 10 oktober 1868 door Carlos Manuel de Cespedes. Het is de start van de opeenvolgende oorlogen die zullen leiden tot de definitieve overwinning, op 1 januari 1959.
Het eerste wapenfeit van de “Grote Oorlog » is de aanval op de kazerne van Yara, met de kreet “Viva Cuba libre!”. De strijd gestart op 10 oktober zal snel uitbreiden naar gans de centrale zone van het land en overal worden steungroepen opgericht.
10 oktober wordt in Cuba gevierd als nationale feestdag en start van de bevrijdingsbeweging.

Giron, 10/10/2011.

Chucho Valdés.

Chucho Valdés, de grote jazzpianist, Nationale Prijs van de Muziek, houder van 8 Grammy’s, vierde op 9 oktober zijn 70 jaar.
Leo Brouwer, zijn vriend, guitarist en componist, richte op 6 oktober een concert in ter zijner ere, gedurende het Festival van Kamermuziek.
Dank zij Chucho Valdés brak de cubaanse jazz de grens door van vertrouwelijke amateurs om een populair genre te worden, toegankelijk voor elkeen, en talrijke jonge muzikanten volgden zijn sporen in deze muziekstijl.
Men zal zich zeker zijn Missa Negra herinneren (1969) evenals het wereldwijd succes van de groep Irakere en het onvergetelijke “Bacalao con pan”.
Zij het met een orkest of in solo piano, de jazz van Chucho laat nooit onvershillig, zijn improvisaties en interpretaties van de cubaanse klassiekers mogen niet gemist worden.
Zijn uitvoeringen zijn doordrongen met de afrikaanse erfenis van de cubaanse kultuur, wat men terug zal vinden in zijn laatste plaat “Chucho’s steps”.
Gelukkige verjaardag aan deze grootmeester van de cubaanse muziek.

Trabajadores, 11/10/2011.

Fiesta del Tinajón.

Elk bezoek aan de provincie Camagüey leidt naar de « Tinajones », de grote aarden kruiken, typisch voor de regio.
Op 13 november, heeft elk jaar, sinds 2007, het feest van de tinajón plaats.
Het is een grote kulturele gebeurtenis, met muziek, dans, literatuur, artisanaat, doorheen de deelname van talrijke  amateursgroepen.
Conferenties over de kunst en de architectuur van de stad, met de deelname van auteurs in de regio geboren, staan op het programma.
Zo is het muzikale gedeelte toevertrouwd aan Adalberto Alvarez y su Son, aan de pianist Frank Fernández begeleid door het Symfonisch Orkest van Camagüey.

Adelante, 24/10/2011.

50 jaar Palante.

Op 16 oktober 1961 verschijnt in Cuba het humoristisch blad “Palante”. Het is het oudste satirisch blad uitgegeven in Cuba en één van de oudsten in Latijns Amerika.
Na 1959 ontwikkelden de cubaanse humoristen een ander soort humor, gebonden aan de revolutionaire strijd, aan de zijde van de armen, de nederigen, van de onderdrukten.
Door de nieuwe mogelijkheden aangeboden door de jonge revolutie, ontstond een ploeg tekenaars en schrijvers, in de onstuimigheid van de avant-garde. Palante start zijn lange carrière om nu de vijftig jaar te bereiken.
Medewerkers uit het ganse land en kunstenaars van het buitenland hebben meegewerkt aan Palante die ook een school geworden is voor verschillende generaties jonge humoristen.

Palante, 17/10/2011.

FEEST VAN DE CUBAANSE CULTUUR IN EVERE !

Zoals aangekondigd in de Cuba Si werd op 20 oktober, dag van de cubaanse kultuur, een veertiendaagse ingehuldigd in de lokalen van de gemeente Evere, die toeliet het grootste eiland van de Caraïben te ontdekken doorheen zijn kultuur.
Een talrijk publiek was aanwezig in de zaal Brel, met een tentoonstelling van 37 cubaanse filmaffiches, en in aanwezigheid van nieuwsgierige inwoners van Evere, van vrienden van Cuba en van persoonlijkhden, waaronder de ambassadeur van Venezuela, diplomatieke vertegenwoordigers van de landen van de ALBA (1) , en van een delegatie van het ICAP (2), voorgezeten door Holmedo Pérez, Directeur voor Europa.
Dominique Clajot, schepen voor frantalige kultuur, wenste de welkom aan allen en benadrukte het belang van de kultuur als middel om de relaties tussen de volkeren te bevorderen en herrinerde met emotie hoe Cuba steeds aanwezig is in haar hart. Mirtha Hormilla Castro, ambassadrice van Cuba bedankte de gemeente en de Vrienden van Cuba voor dit belangrijk initiatief om de rijkdommen van haar land te doen kennen.
Marka stelde dan de film Señor Marka voor, een film die met emotie en humor zijn liefde op het eerste zicht voor de cubaanse muziek uitdrukt en vooral zijn tournée ter plaatse in 2008. De avond werd afgesloten met een cocktail aangeboden door de gemeente, tijdens dewelke elkeen de kans kreeg zijn entoesiasme en zijn indrukken uit te wisselen.
De start was gegeven en de andere geplande aktiviteieten konden volgen.
Dinsdag 25, een conferentie door Sara Alonso, gespecialiseerd in kunstgeschiedenis van de Stichting Ludwig inCuba, gevolgd door de film “Le soleil. Nouveau pétrole de Cuba?” van Anne Delstanche, die beiden succes boekten.
De dag daarop kwam een concert, in de muziekacademie, door de jonge cubaanse pianist Jorge González Buajasán, die werken bracht uit het klassieke cubaans repertorium, in aanwezigheid van jonge melomanen die aldus de prestatie van een jong talent ontdekten.
Op vrijdag 4 november kwam het feestelijke aan bod met een talrijk publiek voor het optreden van de belgisch-cubaanse groep La Sonora Cubana met zijn speciale genodigde Marka. Uiteraard kenden de cubaanse cocktails een groot succes…ook een aangename manier om de cubaanse kultuur te ontdekken.
Namens de Vrienden van Cuba wens ik hier nogmaals Dominique Clajot, schepen van kultuur, en de kulturele ploeg van de gemeente Evere te bedanken, evenals Mirtha Hormilla, ambassadrice van Cuba, en haar ploeg voor de medewerking aan het slagen van deze twee weken, die goede souvenirs zullen laten.

  1. ALBA = Bolivariaanse Alliantie voor Amerika
  2. ICAP = Cubaans Instituut voor de Vriendschap met de Volkeren.

Stéphane Sergeant

Nieuwe start voor de aktie « Instrumenten voor Cuba » door Marka.

Op initiatief van de zanger Marka starten de Vrienden van Cuba- regio Brussel vanaf  20 oktober een 3e editie van de aktie Instrumenten voor Cuba.
Partners dit jaar zijn de Nationale Loterij, de gemeente Evere en Marka en zijn muzikanten die een deel van hun cachet van hun kertstour afstaan.
De Vrienden van Cuba houden een stand op de Kerstmarkt in Elsene van 9 tot 11 december, op het Flageyplein, waarvan de winst naar de aktie gaat.
Nieuwe kwaliteitsinstrumenten zullen gekocht worden en opgestuurd naar onze partner in Havana, het Cubaans Muziekinstituut. Zij worden dan verdeeld over verschillende muziekscholen en zullen ter beschikking zijn van leerlingen tussen 12 en 18 jaar. Indien u wenst deel te nemen dan kan u een koopje doen op de stand op de Kerstmarkt in Elsene of u kan een gift storten op nummer IBAN BE 523 0801 177 32 – Bank Triodos – Vrienden van Cuba vzw – Neptunalaan 24, bus 10 – 1190 Brussel, met de melding Instrumenten voor Cuba (afsluiting op  10/01/2012).
Voor veredere informatie : cubamigos.bruselas@gmail.com.
Met dank bij voorbaat.
Stéphane Sergeant. Voorzitter van de Vrienden van Cuba Brussel.