Cuba Sí 175 – vertalingen

Cuba Sí 175 – vertalingen

Actualidad

Er beweegt iets in Cuba.

En niet enkel de onvermoeibare dansers. Sinds het VIe Congres van de Kommunistische Partij van Cuba (PCC) en de geleidelijke uitvoering van de « lineamientos » (richtlijnen) voor de economische ontwikkeling van het land en de aanpassing van het cubaans socialistisch model (zie Cuba Si 171, pp. 4-6) is het niet mogelijk te beweren dat niets beweegt in Cuba. Integendeel, een kort overzicht van de laatste maanden toont dit ontegensprekelijk aan.

Wat opvalt (daar waar men de hoge leeftijd van de cubaanse leiders aan de kaak stelt) is de massale aanwezigheid van de jongeren. Zij het in tussenkomsten tijdens debatten of ontmoetingen, in de pers, in de kulturele aktiviteiten, tijdens de 1 mei optocht, de jongeren zijn, gelukkig, overal.

Na het Congres

De « lineamientos » goedgekeurd tijdens het VIe Congres van de PCC worden één na één toegepast, zonder overdreven haast, want een dergelijke omwenteling zal jaren vragen om te worden uitgestippeld. Een voorbeeld is te vinden bij de talrijke « cuentapropistas » (de mensen die voor hun eigen rekening werken), talrijk vooral in de horeca en het transport, maar die stilaan in andere sectoren verschijnen (kappers, loodgieters, bouwsector, enz.). Bij deze categorie vallen twee zaken op : de hoge syndicalisatiegraad en een opvallende aanwezigheid tijdens de 1 mei optocht, die de band met het huidige systeem bevestigen. Bij de toepassing van de richtlijnen op dit vlak stelt men ook vast dat verschillende initiatieven werden genomen om dit soort aktiviteiten te steunen (beheerscursussen, CD-DVD voor de boekhouding, kredietmogelijkheden, een speciaal stelsel voor de sociale zekerheid,enz.).
Maar de toepassing van de “lineamientos” beperkt zich niet tot deze sector. De liberalisatie van de verkoop/aankoop van woningen en autos hadden wij reeds besproken (Cuba Si 174, p. 4), een maatregel die een gans luik bureaucratische misgroei uitschakelt en ontegensprekelijk bijdraagt tot de strijd tegen sluikhandel en verrichtingen “in het zwart”. Faciliteiten voor leningen, de opening van bankagentschappen, maken de weg klaar naar nieuwe perspectieven (bvb. leningen voor het bouwen van een woning) en verstevigen de optie voor een terugkeer naar een unieke geldkoers, die een einde zal stellen aan de dualiteit peso – CUC.
Debatten zijn ook lopend over de verbreding van de coöperatieven buiten de landbouwsector.

De 1e Conferentie van de PCC

Eind januari 2012 behandelde de 1e Conferentie van de Partij, aangekondigd tijdens het VIe Congres), de werking van de Partij. Vier objectieven werden onderworpen aan een kritische analyse : de werking, de methodes en de werkstijl ; het politieke en ideologische werk ; de kaderpolitiek ; de relaties van de Partij met de UJC (Unie van Jong Kommunisten) en de massa organisaties.
Het basisdocument voor de Conferentie, in oktober bekend gemaakt en ruim verspreidt (ook buiten de Partij), werd besproken tijdens 65.000 vergaderingen van de PCC en de UJC. Ongeveer een miljoen opmerkingen en voorstellen tot amendementen gaven als resultaat 5 nieuwe punten en de wijziging van 78 van de voorgestelde 96 themas. Uiteindelijk werden de voorstellen besproken door 811 afgevaardigden, in vier commissies. Alhoewel het onmogelijk is alle themas van de Conferentie in een kort artikel te bespreken, toch de aandacht voor enkele beleidstendenzen.

Prioriteiten worden vastgelegd voor de opvoeding en de jeugd, naast de wil om elke vorm van gescleroseerde taal, van favoritisme, van corruptie tegen te werken. Lange paragrafen hebben het over de splitsing van de politieke taken en de beheerstaken, die moeten toegewezen worden aan de uitvoerende organen op de verschillende niveaus van de administratie en het economisch beheer, met uitsluiting van de cumul van beiden. Een eerste test opdit vlak wordt gestart in de provincies Artemisa en Mayabecque, met een duidelijke omschrijving en afbakening van de functies en de taken van voorzitter van de provinciale en gemeentelijke regering, en deze van beheerder op de verschillende niveaus . Na een testfase van maximum 18 maanden wordt het experiment beoordeeld alvorens tot het ganse land te worden uitgebreid.

De Conferentie kreeg grote aandacht in de media. Hier vindt men het accent op de jeugd terug evenals een belangrijk (en noodzakelijk) luik over de aanpassing en de verbetering van de pers, naar meer opening, een meer kritische benadering (in de nobele en positieve zin), meer leesbaar, meer aantrekkelijk. Dit is geen nieuw thema. De discussie loopt al jaren in Cuba en sommige tijdschriften (o.a. Temas, El Economista, Bohemia …) hebben dit besproken of voerden terzake zeer kritische en vernieuwende debatten. In de dagelijkse pers ziet men meer en meer editorialisten, opinierubrieken of lezersbrieven (zie de Granma op vrijdag) die niet mals zijn over de dagdagelijkse problemen of over de misbruiken van sommige administraties, en waar de overheid genoodzaakt wordt te antwoorden en oplossingen te bieden.

Kortom, er beweeft veel in Cuba, in de goede richting, deze van een actualisatie van het socialistisch model, met behoud van de verwezenlijkingen. Een moeilijke weg, met vallen en opstaan, maar die zonder aarzeling verder bewandelt wordt. 

En rechtover?

Ondertussen is er geen beweging bij de grote noorderbuur. Een kleine inventaris van enkele feiten tijdens de maand mei (in chronologische orde, zonder prioriteit in belangrijkheid) is de beste illustratie van de stagnatie.

02/05 : Rick Scott, gouverneur van Florida, vindt de blokkade te zwak en tekent een decreet dat de staat en de lokale regeringen verbiedt commerciële contracten met Cuba af te sluiten.
06/05 : Hernando Calvo Ospina, schrijver en journalist, reizend met een frans paspoort, neemt het vliegtuig van Air Europa voor een vlucht van Parijs naar Havana. Bij de tussenlanding in Madrid wordt hem zijn boarding pass geweigerd want het toestel vliegt enkele minuten boven noordamerikaans grondgebied en hij wordt beschouwd als een gevaar voor de veiligheid van de Verenigde Staten. Het is de tweede keer dat een dergelijk incident hem treft.              
14/05 : Het Hoger Gerechtshof van de Verenigde Staten bevestigt het verbod om de rum Havana Club in de VS te commercialiseren. De naam wordt reeds jaren misbruikt door Bacardi. In de ganse wereld en zelfs binnen de WTO gaan stemmen op om deze flagrante verkrachting van de industriële eigendomsrechten aan de kaak te stellen.
15/05 : de pompiers van Coral Gable bevestigen dat de aanslag in Miami tegen een chartervluchtenmaatschappij naar Cuba “intentioneel” was. De FBI heeft nog niemend ondervraagd of aangehouden. Drie brandhaarden werden ontdekt. De aanslag had plaats op 27 april, eerste verjaardag van het overlijden van de internationale terrorist Orlando Bosch.
22/05 : de rechtse republikeinen geven scherpe kritiek over de toekenning van een visum aan Mariela Castro om deel te nemen aan een conferentie in de VS. Daarentegen werd aan andere cubaanse academici het visum geweigerd (waaronder Eusebio Leal) voor universitaire uitwisselingen.
22/05 : verschillende internationale media kondigen aan dat de UNO een enquête wenst in Cuba « over martelingen ». Het gaat in feite over een gewone informatievraag (aan alle landen gericht) over « de werking van de politiediensten en de interneringsmethodes, bedoeld om de praktijk van folteringen te beletten ».
23/05 : Mitt Romney, republikeins kandidaat voor de presidentsverkiezingen, omschrijft Hugo Chavez en Raúl Castro als een “zwaar gevaar”.
24/05 : de Commissie Buitenlandse Zaken van het Spaanse Parlement nodigt Mariano Rajoy uit om binnen de Europese Unie akties te promoten voor een politieke “transitie” in Cuba , en om de opheffing van het “gemeenschappelijk standpunt” van de EU over Cuba tegen te werken.
24/05 : Josefina Vidal, Directrice van de afdeling Verenigde Staten van de MINREX (Ministerie van Buitenlandse Zaken) reageert hevig tegen een rapport over mensenrechten in Cuba, waarvan de VS zich het recht toeëigend inzake de verspreiding ervan. “De leugens en de uitvluchten in dit dokument opgenomen komen slechts overeen met de uitzichtloze noodzaak van de noordamerikaanse regering zich te rechtvaardigen voor de wrede politiek van blokkade tegen Cuba, die elke dag meer en meer wordt verworpen binnen en buiten de Verenigde Staten.”

Een inventaris die geen commentaar behoeft.

Freddy Tack

Cultura

Salvador Galindo Ruíz, of de wens het leven te delen.

Marie-Christine Rosset, onze brigadiste uit Lyon, had mij dikwijls gesproken over Galindo, haar vriend beeldhouwer. Dit jaar heb ik hem eindelijk ontmoet. Het is een man van 36 jaar, athletisch met een scherpe blik, en toch diskreet en stilzwijgend.

Deze autodidactische kunstenaar, die vooral hout bewerkt, is geboren in 1976 in de provincie Santiago de Cuba. Zijn atelier en tentoonstellingsruimte bevinden zich op nr. 1218 in de Calle San Lazaro, tussen M en N, in Vedado.Het is een lokaal van de CDR, Comite de Defensa de la Revolución – Zona 79 (Rampa). Wij komen nog terug op deze locatie.

Begin maart 2012 werden zijn werken tentoongesteld op ExpoCuba in Havana, waarvan ik enkel fotos had gezien. Ik moest wachten tot 25 maart om ze te ontdekken. Zij zijn indrukwekkend, tussen abstrakt en realisme, zij het hyperrealisme. Hij reproduceert, zeer nauwkeurig, de verschillende stadia van ontwikkeling van het embryo en de menselijke foetus. Wetenschapsmensen konden trouwens de kwaliteiten ervan appreciëren. De massieve houtsoorten die hij gebruikt zijn van warme kleur en geven een mooie polijsting. Zijn meer recente werken gaan over complexere themas –aktualitiet, omgeving- en drukken zich uit in een vermenging van voorwerpen en menselijke en dierlijke figuren. 

Galindo is geen onbekende op de cubaanse artiestieke scène. Hij haalde prijzen in zeven nationale wedstrijden en haalde twee prijzen op de biennale van houtsculptuur, onder de auspiciën van de Asociación Cubana de Artesanos Artistas (ACAA), de eerste prijs Heber Biotec S.A. tijdens de Negende biennale Domingo Ravenet en het beste kunstwerk van het Salon Mensaje y Calidad ARTEX S.A. Tussen 1996 en 2011 nam hij deel aan 23 eigen tentoonstellingen; eind januari 2011 werden verschillende van zijn werken tentoongesteld in het Museo de Artes Decorativas. Heden is één van zijn werken eigendom van het Biotechnologisch Centrum van het Wetenschappenpaleis van Havana. Enkele werken werden ook door buitenlandse privé verzamelaars gekocht.

Op zondag 25 maart werd ik door Marie-Christine en haar vriend Lesyan uitgenodigd om samen naar de Peña de Galindo te gaan, waar vrienden en buren, gemiddeld 40 à 60 man, samen komen elke laatste zondag van de maand. Deze maandelijkse samenkomst , “Nace la vida” genaamd, verloopt in vreugde en goed humeur met een programma met muziek, zang, humor en poësie. De werken van Galindo waren teruggekomen van ExpoCuba en enkele waren tentoongesteld achteraan in de kleine zaal. De deuren stonden wijd open op de drukke Calle San Lazaro, op enkele meters van de trappen van de univeristeit. De vertoning is bescheiden maar van hoge kwaliteit.

Galindo en zijn vriend en zanger Eddy Castellanos hadden Léo uitgenodigd, een gitarist-humorist uit Las Tunas alsook David Negro Bradish, bongocero van internationaal noiveau, goed gekend door afrocubaanse jazz amateurs van San Francisco tot Stockholm. Verschillende toeschouwsters gingen ook zingen, met een verrassend talent.

De peña eindigde rond 20u. en toen vernam ik dat Galindo een projekt heeft ingediend bij de Gemeente –Nace la Vida- dat loopt over drie jaar en op een solidaire wijze een sociale aktiviteit wil ontwikkelen door de heterogene bevolking van de wijk samen te brengen, op omgevingsvlak, economisch vlak en ideologisch en politiek-sociaal vlak. De dag daarna, tijdens een lang bezoek aan zijn atelier en zijn tentoostelling kon ik andere informatie verzamelen. Met het indienen van zijn “Proyecto” bij de gemeente hoopt Galindo ervaringen te kunnen uitwisselen met andere gemeenschappen met gelijkaardige projekten. Hij wenst conferenties in te richten, cursussen en periodieke ateliers voor alle leeftijden, over themas zoals plastische kunsten, omgeving, geneeskunde, hedendaagse dansen, kultuur in het algemeen. Deze aktiviteiten zouden ook nieuwe talenten bij de bevolking tot uiting doen komen. Het doel is een maximum aantal personen te betrekken bij de sociale aktiviteit in de zone, kinderen, jongeren, inwoners, kunstenaars, professionelen, amateurs, en zeker ouderen die hun ervaring en kennis kunnen bijbrengen.

Zoals ik het reeds vermelde loopt er heden een tentoonstelling van Galindo “Ansias de Vida” (levenswensen) in het lokaal van de CDR, dat ook dient als kader voor  beeldhouwateliers, kinderpeñas (elke laatste zaterdag van de maand van 15 tot 16 u.) en voor de volwassenenpeñas (elke laatste zondag van de maand van 17 tot 20u30). Ideaal zou zijn dat gans de ruimte beschikbaar word t om ze om te vormen tot een sociokultureel centrum
Waar het geheel van de bevolking zou kunnen deelnemen. Naast de kulturele aktiviteiten, de ateliers en de cursussen plastische kunsten, zou de sportieve ontwikkeling voor de kinderen de aanwezigheid vereisen van competente sportmannen.

Zoals elk projekt heeft de aanpassing van de lokalen, de verlichting, de sonorisatie, het bureelmateriaal, de telefoonkosten en het transport, ook een prijs : de huidige schatting komt op ongeveer 2.500 CUC (=nationale munt, hetzij ongeveer 417 Euro) + 1.400 CUC (1.120 Euro). Naast deze belachlijk lage sommen zou men het prioritair aanschaffen van een PC moeten toevoegen, een vesterker (bvb. Vermona), een microfoon (Shure of andere), een pen driver.

Alhoewel Galindo ageert als vertgenwoordiger van de kultuur en stichter, kan hij rekenen op de onvoorwaardelijke steun en samenwerking van de leiding van de Zone 79 van de CDR, de afgevaardigde van het district 79 van de Volksmacht, de lokale federatie van de cubaanse vrouwen, en de lokale cel van de PCC.

“NACE LA VIDA” heeft mij definitief bekoord en ik denk dat Galindo en zijn Proyecto wel een opkikker zouden verdienen, waarom niet van jullie allen, de Vrienden van Cuba.

Monique Dits

Historia

De “onbekenden” van de strijd.                                            Freddy Tack

In elke strijd zijn er « onbekenden ». Onbekend in die zin dat men er weinig over spreekt, dat ze amper of slecht gekend zijn, terwijl de rol die zij speelden even belangrijk en onschatbaar is als deze van de bekende persoonlijlheden.
Vandaag stellen wij u twee van deze rebellen voor : Maria Antonia González en Alberto de Jesús Bayo Giraud.
Twee figuren uit de strijd in Mexico, tijdens het ballingschap van de rebellen, en wiens rol fundamenteel is geweest in de voorbereiding van de ontscheping van de Granma.

Maria Antonia González

Iedereen kent de eerste zin van de afscheidsbrief van Che aan Fidel : “Ik herinner mij heden zoveel zaken, de dag waarop ik u  heb ontmoet bij Maria Antonia…” . Maar wie was Maria Antonia?
Zij is geboren in Havana, in de Cerro, en volgde haar echtgenoot, een mexicaan, naar zijn geboorteland. Tijdens hun ballingschap om de opstand in Cuba voor te bereiden vinden de cubaanse rebellen bij haar onderdak, steun en soms ook troost.
Midden 1955 ontmoet zij Antonio Ñico López Fernández en Calixto García Martínez, twee van de aanvallers van de Moncada. Op 7 juli 1955, wanneer Fidel in Mexico aankomt is zij met degenen die hem opwachten en zij geeft hem onderdak bij haar thuis, waar hij nog dezelfde avond  vergadert met de aanwezige rebellen. Haar huis wordt dan een soort hoofdkwartier voor de kerncel van het rebellenleger en het is ook daar dat de ontmoeting tussen Fidel en Che doorgaat.
Vanaf toen zal zij altijd aanwezig zijn, om hun honger te stillen, hun materiële noden op te lossen , en hun de nodige emotionele steun te verlenen tijdens die moeilijke periode van ballingschap. Juan Manuel Márquez (zie Cuba Si nr. 173, p. 19) zij over haar : “Wij houden van mamá Maria Antonia, wij houden van haar keuken, haar attenties en haar ongerustheid over ons, haar oprechte en belangloze liefde…”.
Eind 1955 draagt zij berichten naar Fidel tijdens zijn verblijf in Tampa (Florida), staat hem bij tijdens zijn bezoek aan Cayo Hueso, en reist vandaar naar Havana om instructies van Fidel over te maken aan de leiders van de Beweging 26 juli in Cuba.
Op 21 juni 1956 wordt zij aangehouden en opgesloten met Fidel, Che Guevara, Ciro Redondo en andere revolutionairen, ingevolge een verraad. Vrijgelaten op 9 juli zal zij dagelijks maaltijden brengen voor diegenen die gevangen bleven.
Op 25 november 1956 is zij in Tuxpan om het vertrek van de expeditie van de Granma te begroeten.
Kort daarna gaat zij naar Miami om er verbannen revolutionairen te vervoegen, en er wapens en fondsen te verzamelen voor het rebellenleger.
Na de overwinning van 1 januari 1959 komt zij terug naar Cuba om deel te nemen aan de opbouw van de nieuwe maatschappij. De fee en de meter van de moeilijke en onzekere dagen in Mexico overlijdt in Havana op 2 april 1987.

Don Alberto de Jesús Ruperto Bayo Giraud

Bayo, zoals de rebellen hem kenden, is geboren in Puerto Príncipe (Camagüey) op 27 maart 1892. Op zes jaar nemen zijn ouders hem mee naar Spanje en sturen hem later naar de Verenigde Staten om er te studeren. Bij zijn terugkeer in Spanje start hij een militaire carrière. Op 23 jaar is hij piloot en in 1924 is hij in Marroco, waar hij geconfronteerd wordt met de marokaanse onafhankelijkheidsstrijders en waar hij de guerilla technieken ontdekt.
Tijdens de burgeroorlog kiest hij de kant van de repukliekijnen tegen Franco en hij zal de oorlog eindigen met de graad van luitenant-colonel van de luchtmacht en infanteriecommandant.
In 1939 komt Bayo terug naar Cuba en opent in Havana een academie voor vorming in de wiskunde. In 1942 aanvaardt hij een professorenzetel in Mecico, in aerodynamica en luchtvaart verkeer.
In juli 1955 klopt zijn vriend Sariur Cancio Peña aan zijn deur vergezeld door een jonge cubaanse advokaat, Fidel Castro. Hij geeft aan Fidel zijn akkoord om een militaire training te geven aan de rebellen, gedurende drie uur per dag. Fidel zegt nee : ‘…wij hebben u de ganse dag nodig… u moet zich totaal inzetten voor onze training”. Hij gaat uiteindelijk akkoord en zal zelfs de meubelzaak verkopen die hij had opgestart naast zijn cursussen in het frans en het engels die hij toen gaf. Hij gaat zich dan integraal inzetten voor de militaire vorming van de Granma deelnemers. Zijn grote desillusie zal zijn geen deel uit te maken van de groep die inscheept op de Granma (hij was toen reeds 64).
Na de overwinning komt hij terug naar Cuba waar hij ontvangen wordt met de militaire eer en het recht krijgt het “verde olive” uniform te dragen. Hij sterft in Havana in 1967.
Che beschrijft hem  als “een gladiator die niet wil oud worden, een moderne Don Quijote die enkel de dood vreest alvorens het bevrijde vaderland te zien”.
Hijzelf zal zijn ervaringen vertellen in een boek in 1960 uitgegeven “Mi aporte a la Revolución Cubana”(Mijn bijdrage aan de cubaanse revolutie).

Bronnen :
-Ernesto Che Guevara – Escritos y discursos. Tomo 9 – La Habana, Ediciones Políticas, 1977.
-Hugh Thomas – Cuba. The Pursuit of Freedom – New York, Harper &Row, 1971.
-Richard Gott – Cuba, A new History – Yale University Press, 2004.
-Felipe Suárez Ramos – El hada madrina de los expedicionarios de Granama – In : Trabajadores, 30/03/2012.
-Enrique Atiénzar Rivero – El Gladiator – In : Adelante, 03/04/2012.


Belangrijk bezoek

MARIELA CASTRO BINNENKORT IN BELGIË

Mariela Castro Espin gaat aanwezig zijn op de 19e editie van Manifiesta (in het kader van Che Presente) in Bredene, op zaterdag 22 september. Vul het in in uw agenda en maak u klaar voor een boeiende uiteenzetting over betwiste onderwerpen zoals homofobie, revolutie en sexuele emancipatie en gratis transsexuele operaties.

Een dochter van de Revolutie

Mariela is geboren in Havana in 1961, is getrouwd en moeder van 3 kinderen, wat haar niet heeft belet een reeks diplomas en titels te behalen. Zij is licentiaat in psychologie, pedagogie, master in sexualiteit en directrice van de CENESEX (Nationaal Centrum voor Sexuele Opvoeding). Haar bekendheid op wereldvlak is onder andere te wijten aan haar aktieve rol in de informatie over en de strijd tegen AIDS en de overdraagbare sexuele ziekten, en vooral de verdediging van de lesbiennes, gays, bisexuelen, transsexuelen en intersexuelen.

No Concibo al socialismo con discriminación !

Indien sinds het begin van de revolutie de rechten van de vrouw tamelijk snel vooruit gingen, met vanaf 1965 het recht op abortus, onder andere dank zij de inzet van haar moeder, Vilma Espín (die voorzitster was van de Federatie van de Cubaanse vrouwen), was dit niet hetzelfde voor de homosexuelen en de personen die van gender wilden veranderen.
Zoals de andere landen van latijns Amerika heeft Cuba een zware erfenis van machisme, komende van de koloniale periode, dikwijls versterkt door populaire vooroordelen en zelfs door sommige wetenschappers. Vandaag, en zoals het aan gang is in Argentinië onder het presidentschap van Christina Kirchner, is er een evolutie in de stand van zaken in Cuba, dank zij het werk van Mariela Castro en haar ploeg van de CENESEX. Er waren ontelbare voordrachten, uitgaven, boeken, congressen, cursussen in de scholen en de universiteiten, seminaries en gebeurtenissen, zoals de dag tegen homofobie die elk jaar in mei doorgaat sinds 2007 en die het mogelijk maakt dat elkeen zich kan uitdrukken en openlijk zijn rechten kan opeisen. Vorig jaar had zelfs een gala plaats in het teater Karl Marx, waar 5.000 toeschouwers het spektakel van cubaanse transformisten kunstenaars konden bewonderen.

Todas y todos tenemos que cambiar !

Natuurlijk, benadrukt Mariela, moet de mentaliteit van iedereen nog evolueren om naar een « nieuwe » maatschappij zonder discriminatie te groeien. Zij voegt hieraan toe dat wetten aanpassen goed is, maar dat de publieke opinie moet volgen. Vandaar de oproep voor een mobilisatie van allen en op alle niveaux, op de werkplaatsen, in de verenigingen, de administratie, de wereld van de kultuur, het departement justitie, enz. De geboekte vooruitgang is indrukwekkend. Men spreekt van aanpassingen in de familiecode en wetsveranderingen in het parlement teneinde de homosexuele huwelijken te legaliseren, en sinds jaren zijn de transgenderoperaties succesvol en gratis toegepast, niettegenstaande de zware inspanningen die dit vraagt aan een landje onder een blokkade.

Ik had het geluk haar te ontmoeten tijdens de Semana Belga in Havana in 2009, tijdens een receptie op de belgische ambassade. Een uitzonderlijke vrouw, zeer open, die u aanspreekt met eerlijkheid en schroom, overtuigingskracht en humor, en daarbij haar verlijdingskracht behoudend, wat zeker nog aangenaam is. Zij stelde mij veel vragen over de Vrienden van Cuba, was zeer geboeid door onze solidariteitsacties zoals de instrumenten voor Cuba en de Brigade Carlos Habré, waar zij van gehoord had. Ik kan enkel deze ontmoeting en dit debat hartelijk aanbevelen.

Stéphane Sergeant

www.manifiesta.be
Wanneer : zaterdag 22 september vanaf 11 uur.
Plaats : Centruml Staf Versluys, groot auditorium/Manifiesta – in Bredene.
Taal : Spaans met simultaanvertaling in het Nederlands en het Frans.

Asociación

De Vrienden van Cuba van de afdeling Luik hebben eens te meer “Presente!” geantwoord.

In het kader van de 1 mei viering op de Place Saint Lambert waren de Vrienden van Cuba present op deze plaats vol geschiedenis en strijd in Luik, en ook de zetel van het Luikse ABVV.
Het weer was beter dan voorzien, en tijdens deze zachte eerste mei kwam een lichte wind onze vlag met het figuur van Che opwakkeren.

Is dit de reden waarom onze stand eens te meer werd bestormd door sympatisanten die vanaf de vroege morgen kennis namen van onze gratische publicatie Cuba Si. De tijd ging voorbij en het verbruik nam voorsprong op de kultuur, wat niet belette dat talrijke vragen over Cuba aan bod kwamen. Een klein voorbeeld volstaat : terwijl ik munt aan het pletten was voor de mojitos zij een jonge kerel (18 – 20 jaar?) dat onze stand voor hem een ontdekking was. Ik stelde hem de lektuur voor van een Cuba Si terwijl hij kon genieten van zijn mojito. Vijf minuten later was hij verdiept in zijn lektuur en toen hij opstapte met het tijdschrift op zak zij hij : “volgend jaar kom ik terug met talrijke vrienden”.

Tot besluit, een positief bilan, talrijke liters mojito werden verkocht, en om 20u zaten wij zelfs zonder stock. Een uur later was er nog vraag naar rum, van om het even welke kleur.
De ploeg, te been sinds de vroege voormiddag was uitgeput. Laat ons ze allemaal danken : André, Andres, Angel, Caridad, Guido, Jacqueline, Jean-Claude, Madeleine, Marc, Michel, Régi, Robin…

Liliane

Solidariteit en zichtbaarheid van de Vrienden van Cuba in Brussel

Zoals elk jaar hebben de Vrienden van Cuba van Brussel deel genomen aan het 1 mei feest met een succesrijke stand en bar. Nogmaals dank aan al diegenen die zich hebben ingezet.

Wanneer u dit artikel leest zullen wij ook hebben deel genomen aan de “Jaarlijkse Internationale Soidariteitsweek in Vorst” op 8 en 9 juni. Twee dagen sensibilisatie en informatie over de huidige en komende uitdagingen inzake solidariteit en internationale samenwerking. 
Deze gebeurtenis is ingericht in hjet kader van de milleniumdoelstellingen voor de ontwikkeling, door de verenigingen lid van de Consultatieve Gemeentelijke Raad voor Internationale Solidariteit van Vorst, en gesteund door de burgemeester en het schepencollege en het Departement Ontwikkelingssamenwerking.
Als lid van deze raad hebben de Vrienden van Cuba (vzw met zetel in Vorst) een infostand en zullen zij tevens een film vertonen. Op het programma de documentaire van Anne Delstanche, “De roep van de Lambi”, die de solidariteit van Cuba met Haïti toont, maar ook info over onze solidariteitsprojekten zoals instrumenten voor Cuba, de Brigada Carlos Habré, enz. Onze deelname zou ons moeten toelaten een subsidie te ontvangen die naar onze solidariteitsacties met Cuba zal gaan. Ook hier hartelijk dank aan de vrijwilligers.

Stéphane Sergeant

Libros

Gregory Randall
Estar allí entonces.
Recuerdos de Cuba 1969-1983.
Montevideo, Ediciones Trilce, 2010. 190 pp.

De auteur is geboren in New York in 1960. Zoon van een amerikaanse progressiste, leeft hij in Mexico, in Cuba, waar hij trouwt met de uruguayaanse Laura Carlevaro, in Frankrijk, om uiteindelijk voet aan wal te zetten in Uruguay, waar hij les geeft aan de universiteit. In Cuba haalt hij een diploma van ingenieur in de telecommunicatie, in Frankrijk bijgewerkt met een doctoraat in toegepaste informatica. Hij komt aan in Cuba in 1969, op 8 jarige leeftijd, en blijft er leven tot in 1983. Zijn jeugd en adolescentie zal hij beleven in de boeiende jaren van de opbouw van het socialisme, met het entoesiasme en de gebreken. Hij leeft in de wereld  van cubaanse intelectuelen en latinos, vrienden van zijn moeder, en volgt de klassieke studieweg van om het even welk cubaans kind, doorheen de pedagogische experimenten van het ogenblik (de scholen op het platteland, de combinatie studie en werk, de Leninschool, enz.)
Hij heeft cubaanse vrienden en ontmoet talrijke latijns-amerikaanse vluchtelingen (chilenen, argentijnen, uruguayanen, nicaraguayanen, enz), met wie hij de solidariteitsacties deelt in de strijd tegen de diktaturen van die periode.Het zijn intense jaren, met entoesiasme, maar ook jaren die stemmen tot nadenken, tot twijfels over zekere fouten van een jonge revolutie op zoek naar haar eigen weg.
Hij vertelt deze afgelegde weg met passie en sleept de lezer mee in deze onvergetelijke ervaring van een jonge noordamerikaan, opgevoed door de cubaanse revolutie.
Twintig jaar later komt hij terug naar Cuba, ontdekt souvenirs, ontdekt de evolutie van het land.
Een eerlijk boek, soms terecht kritisch, boeiend van de eerste tot de laatste bladzijde. Een aangrijpende en prachtige getuigenis waarvan men enkel de lektuur kan aanbevelen.

Jean Ortiz, coördinator.
De Bolívar aux libertadores d’aujourd’hui : l’Amérique latine insoumise.
Biarritz, Atlantica, 2011. 354 pp.

Dit boek herneemt de akten van het internationaal colloquium « Het Bolivarisme : van de Libertador tot Hugo Chávez » dat doorging op 25 en 26 maart 2010, in de universiteit van Pau.
De deelnemers, uit Latijns Amerika en Europa, benaderen de recente gebeurtenissen in Latijns Amerika in twee fasen.
Het eerste deel gaat over het denken van Bolívar en benadert verschillende aspekten van de persoon : zijn leven, zijn denken, de wetgever, de economische ideeën, de aktaliteit van zijn geschriften, enz.
Het tweede deel is toegespitst op het Bolivarisme van vandaag. Een groot gedeelte gaat natuurlijk over Venezuela en de Chávez periode, maar benadert tevens Bolivia, Ecuador en Uruguay en de verschillende experimenten aan gang in deze landen.
Vercshillende bijdragen gaan dieper in op de steeds belangrijkere rol van de indiaanse bevolkingen.
Uiteindelijk heeft men het nog over de media, de ideologische oorlogsvoering, de verhoudingen tussen marxisme en bolivarisme.
Naast minder bekende denkers vindt men bijdragen van europese bekenden zoals, onder andere, Jamette Habel, Maurice Lemoine en Ignacio Ramonet.
Een interessante benadering van het latijns amerikaans werelddeel, aan de spitst van de sociale strijd in de huidige neoliberale wereld.

Fidel Castro Ruz
De la Sierra Maestra a Santiago de Cuba. 
La contraofensiva Estratégica.
La Habana, Oficina de publicaciones del Consejo de Estado, 2010. 593 pp.

Dit volume is de verderzetting van « La Victoria Estratégica » (zie Cuba Si 174, pp. 21-22) en brengt het relaas van de gevechten tussen augustus 1958 en 1 januari 1959.
Fidel vertelt, dag na dag, het offensief van het rebellenleger, dat van de Sierra Maestra daalt naar Santiago de Cuba.
De kommentaar is beperkt en voorrang is gegeven aan notas, brieven, bevelen, radio uitzendingen van Radio Rebelde over het offensief, ordewoorden voor de bevolking, enz.
Verschillende van de opgenomen brieven zijn uitwisselingen met officieren van het leger van Batista die Fidel tracht te overtuigen van de juistheid van de revolutionaire strijd en ze uitnodigt om de strijd van de bevolking tegen de diktator te vervoegen.
Zoals het eerste deel brengt ook dit volume een rijkdom aan historische dokumenten over deze zes maanden strijd. Een ruim gedeelte (van pagina 431 tot 593) bestaat uit de reproductie van deze dokumenten, en uit fotos en kaarten.
Ook dit volume zal binnenkort beschikbaar  zijn in het frans, bij de uitgever Michel Laffon, normaal tijdens de tweede semester van dit jaar.

Salim Lamrani.
Etat de siège.
Les sanctions économiques des Etats-Unis contre Cuba.
Une perspective historique et juridique.
Paris, Editions Estrella, 2011. 172 pp.

Dit nieuwe boek van Salim Lamrani, Cuba specialist, brengt geen nieuwe elementen over de economische oorlog van de Verenigde Staten tegen Cuba, maar stelt een geschiedenis voor van de genomen sancties vanaf de eerste weken na de overwinning, geeft een overzicht van het economisch impact van deze sancties gedurende meer dan een halve eeuw en legt de gevolgen uit van de meest recente extra territoriale maatregelen.
E ris een proloog ddor Wayne Smith en een voorwoord door Paul Estrade.
Een zeer goede historische, economische en juridische  synthese van de blokkade, met al haar internationale gevolgen.
Zoals altijd bij Lamrani geeft  een bibliografie over het onderwerp de onmisbare pistes aan diegenen die dieper willen ingaan op de problematiek.
Een kort volume (172 paginas is niet onoverkombaar) nuttig voor elke vriend van Cuba die er talrijke argumenten zal vinden om de vijanden van de revolutie tegen te spreken die de echte staat van beleg tegen een klein landje willen negeren of minimiseren, sinds meer dan een halve eeuw.

Freddy Tack

Vertalingen : Freddy Tack