Cuba Si 205 – Vertaling

Cuba Si 205 – Vertaling

DE BLOKKADE TEGEN CUBA : EEN HISTORISCHE ACHTERGROND.

                                                                 Freddy Tack

De blokkade tegen Cuba is een permanente agressie die deel uitmaakt van de niet-verklaarde oorlogsvoering door de Verenigde Staten tegen Cuba, sinds 1 januari 1959. Maar men mag nooit vergeten dat deze blokkade gedurende 60 jaar begeleid werd door ontelbare agressies, teneinde het revolutionair regime te destabiliseren en tot val te brengen :  sabotages, brandstichting van gebouwen en plantages, bomaanslagen, moorden, moordpogingen op leiders (laat ons niet vergeten dat Fidel Castro ontsnapte aan meer dan 600 moordpogingen), infiltraties van contrarevolutionairen, invasies (Varkensbaai), de blijvende onwettelijke bezetting van de VS-vlootbasis in Guantánamo, bommen in toeristische centra, enz., enz. Cuba was ook het doelwit van een bacteriologische en chemische oorlogvoering met de invoering in het land, tussen 1971 en 1986, van ziekten en infecties die de landbouw hebben getroffen (rijst in 1971, suikerriet in 1987, tabak in 1978), dieren hebben getroffen (varkenspest in 1971 en 1979, kippenpest in 1982 en 1983), en ook mensen konden er niet aan ontsnappen (dengue in 1977 en 1981, conjonctivtis met bloedingen in 1981).

De blokkade  door de VS duurt nu bijna 60 jaar. Een uniek fenomeen, de langste blokkade in de geschiedenis van de mensheid, bestendig en versterkt, niettegenstaande de veroordeling  door de overweldigende meerderheid van de landen in de wereld. Een ononderbroken hardnekkigheid, nog uitgebreid in de jaren ’90, met de wetten Toricelli (1992) en Helms-Burton (1996), wanneer Cuba een zware economische crisis moest te boven komen, na de val van de oostbloklanden, waaraan de Cubaanse economie nauw gebonden was. Na een kort ogenblik zeer bescheiden openingen onder Barack Obama, heeft de komst van Donald Trump, een tot het uiterst gaande crimineel en een gevaar voor de mensheid, de wurgpogingen nog versterkt. Gedurende al die jaren heeft het revolutionaire regime het hoofd geboden aan deze moeilijkheden, weigerend in te gaan op de druk en af te zien van het economisch en sociaal model  gekozen door de meerderheid van het Cubaanse volk. 

Hoe het allemaal begon.

Vanaf 1 januari 1959, bij de machtsovername door het revolutionair regime, hebben de opeenvolgende noordamerikaanse regeringen economische drukmiddelen gebruikt om in te gaan tegen de revolutionaire wetten die de financiële belangen van de grote amerikaanse bedrijven in het gedrang brachten. Reeds op 6 februari 1959, slechts een maand na de overwinning, vernam men, in een verslag aan de Nationale Bank van Cuba, dat 424 miljoen dollar, gestolen door de leden van de regering van de ex-dictator Batista, aanvaard werden en in deposito genomen werden in noordamerikaanse banken. Op 12 februari werd een bescheiden lening, aangevraagd door de Nationale Bank van Cuba om de nationale munt te ondersteunen, geweigerd door de Veiligheidsraad van de VS.

Eind juni 1959 eiste diezelfde raad economische acties tegen het Cubaans regime, en vroeg een harde houding aan te nemen door de noordamerikaanse regering tegen de landbouwhervorming uitgevaardigd door de jonge revolutionaire regering. Het was het begin van een escalade die nooit meer zal stoppen, tot vandaag. Het eerste jaar van het nieuwe Cubaans regime zal niet onderhevig zijn aan officiële regeringsmaatregelen door de VS, maar sommige bedrijven starten destabiliserende acties, en stemmen rijzen om de suikerquota aan te vallen. In augustus 1959 is het de « Electric Bond and Share », moederbedrijf van de Cubaanse electriciteitsonderneming, die de annulering aankondigt van een financiering van 15 miljoen dollar, direct na de daling van de electricteitstarieven, uitgevaardigd door de Cubaanse regering.

De maatregelen tijdens het jaar 1960.

In februari 1960 trekken de VS hun ambtenaren terug die instonden voor de inspectie van de uitvoer van groenten en fruit naar de VS.De controle gaat nu door in amerikaanse havens, wat de weigering   van de invoer versoepeld, en in maart stelt het Departement van de Handel een einde aan exportlicenties van helicopters naar Cuba. Op 6 april, in een verslag van een ambtenaar van het noordamerikaans staatsdepartement leest men : « De meerderheid van de Cubanen steunt Castro (…) er bestaat geen effectieve politieke oppositie (…) het enige middel om de interne steun te ondermijnen is het scheppen van ongenoegen en ontmoediging op basis van economische moeilijkheden ».

In juni 1960 vermindert president Eiesenhower het Cubaans suikerquota met 700.000 ton, en de voornaamste noordamerikaanse petroleummaatschappijen, aanwezig in Cuba, kondigen eerst aan geen petroleum meer uit te voeren naar Cuba, om daarna te weigeren de sovjetpetroleum te verwerken in hun raffinaderijen, petroleum ingevoerd om een oplossing te bieden aan de weigering van leveringen vanuit de VS. Op 24 september stopt men de uitbating van de nickelfabriek in Nicaro. Op 19 oktober 1960 valt het verbod van uitvoer van noordamerikaanse producten naar Cuba, uitgezonderd voedingswaren, geneesmiddelen en medische uitrustingen. Op 19 december volgt de totale afschaffing van het geheel van het suikerquota voor drie maanden.

De officialisering.

Begin 1961 krijgen de maatregelen een officiëel en definitief karakter. Het jaar start, op 3 januari1961, met de breuk van de diplomatieke betrekkingen tussen de VS en Cuba. Op 31 maart 1961 schaft president Kennedy het suikerquota totaal af voor gans het jaar.

In januari 1962 oefenen de VS druk uit op de latijnsamerikaanse landen, via de  Vereniging van Amerikaanse Staten (OAS) en slagen erin om een breuk van de diplomatieke betrekkingen met Cuba op te leggen aan de meerderheid van de landen van het werelddeel.

Op 3 februari 1962 wordt officieel de blokkade op de handel tussen de VS en Cuba uitgevaardigd. De maatregel steunt op een wet van 6 oktober 1917, de wet van de « Handel met de vijand » (Trade with the Ennemy Act), die de president toelaat economische sancties op te leggen in oorlogstijd of in urgentieomstandigheden. Sindsdien hebben alle opeenvolgende presidenten van de VS elk jaar de verlenging van deze maatregel getekend, op basis van een archaïsche wet, enkel toegepast op Cuba.

Het presidentieel decreet 3447, beroep doenend op de nationale en hemisferische veiligheid, bepaalt :

  • het uitvaardigen van het embargo op de handel tussen de Verenigde Staten en Cuba ;
  • verbiedt, vanaf 7 februari 1962, de invoer van alle Cubaanse producten, evenals alle producten ingevoerd uit of via Cuba ;
  • verbiedt alle uitvoer van de Verenigde Staten naar Cuba.

Op 8 juli 1963 beslist de regering van de VS de bevriezing van alle Cubaanse bezittingen in de VS, en verbiedt elke transfer van dollars naar Cuba door derde landen, maatregel gepaard met andere extraterritoriale beperkingen inzake de handel met Cuba.

In mei 1964 officialiseert het Handelsdepartement de totale uitvoer van voedingswaren en geneesmiddelen naar Cuba, een maatregel in de praktijk reeds toegepast.

Het impact van het geheel van deze maatregelen was enorm. De VS waren voor Cuba een natuurlijke markt tot in 1959. 73 % van de uitvoer en 70 % van de invoer gebeurde met de dichtbijgelegen noorderbuur. Een telefoontje was voldoende om een bestelling te doen in Miami, met levering binnen de 24 uur. Van de ene dag op de andere moest men andere leveranciers zoeken, soms op duizenden kilometer afstand, met hoge transportkosten. En een economie doen draaien met een bijna 100% noordamerikaanse infrastructuur, zonder de mogelijkheid wisselstukken in te voeren of technische steun te vragen.

Embargo of blokkade ?

De VS hebben altijd de term « embargo » gebruikt, en weigeren de term « blokkade ». Nochtans, in 1916, verwittigde de regering van de VS Frankrijk : « De VS erkennen voor geen enkele buitenlandse mogendheid het recht om commerciële rechten met andere landen te blokkeren  , en beroep te doen op een blokkade indien er geen oorlogsstaat bestaat ». Het feit communicaties met het buitenland te belemmeren, om een land te doen veranderen onder druk of door honger, een isolering op te leggen, pogen te versmachten, een land het recht beletten zijn onafhankelijkheid en soevereiniteit te bevestigen, dit alles valt onder de definitie van « blokkade ». Het gaat dus wel om een onwettelijke blokkade, in tegenstrijd met de internationale wetgeving, onder een niet verklaarde oorlogsvoering tegen Cuba, terwijl dit kleine landje zeker geen bedreiging is voor de veiligheid van de VS en geen beschermingsmaatregelen vereist.

DE WETTELIJKE INSTRUMENTEN.

De VS hebben bestaande wettelijke instrumenten gebruikt en nieuwe teksten ingevoerd, gebruikt als basis voor de blokkade tegen Cuba. Hierna hernemen wij de belangrijkste teksten gebruikt door de noordamerikaanse regeringen.

De wet op de handel met de vijand.

Deze wet van 1917 werd uitgevaardigd om in oorlogstijd de handel te beperken met landen die men als vijandig beschouwde. De toepassing ervan werd later uitgebreid, teneinde de president toe te laten transacties in oorlogstijd te regelen, en « gedurende om het even welke andere periode van nationale nood uitgevaardigd door de President ».  

Alle opeenvolgende presidenten hebben elk jaar deze maatregel goedgekeurd tegen Cuba, wat automatisch de bestendiging van de blokkade tegen Cuba inhoud. 

De Wet op de Buitenlandse Bijstand.

Uitgevaardigd in 1961 laat deze wet de president vrij « een totaal embargo op de handel tussen de VS en Cuba » uit te vaardigen en te bestendigen. De wet verbiedt ook elke hulp aan de Cubaanse regering.

Het presidentiële decreet 3447.

Op 3 februari 1962 uitgevaardigd door John Kennedy voor de invoering van een totaal embargo op de handel tussen de VS en Cuba, als complement van sectie 620(a) van de Wet op de Buitenlandse Bijstand. 

Reglementen voor de controle van Cubaanse activa door het Departement Financiën.

Uitgevaardigd  in 1963. Zij bevriezen alle Cubaanse activa in de VS en verbieden alle financiële en commerciële transacties, de Cubaanse uitvoer naar de VS, en elke transactie met Cuba in Amerikaanse dollars door elke natuurlijke of juridische persoon van de VS of van derde landen.

De Wet op de adminsitratie van de export.

Goedgekeurd in 1979. Hij geeft aan de president de autoriteit om de export en re-export van goederen en technologieën te controleren, in het bijzonder deze die bijdragen tot het militair potentieel van om het even welk land, in het nadeel van de nationale veiligheid van de VS.

Reglementen voor de administratie van de export.

Eveneens aangenomen in  1979 voor het vastleggen van de controlemiddelen, en het uitwerken van de politiek van verbod van export en re-export naar Cuba.

De Wet voor de Cubaanse Democratie.

Deze wet is beter bekend als de Wet Toricelli, getekend door Georges Bush in oktober 1992. De wet versterkt de economische maatregelen opgelegd aan Cuba en steunt de extraterritorialiteit van de blokkade. De wet verbiedt aan noordamerikaanse dochtermaatschappijen in derde landen transacties uit tevoeren met Cuba of Cubanen, en verbiedt voor 180 dagen de ingang van schepen van derde landen die  Cubaanse havens aandeden.

De wet voor de democratische solidariteit en de vrijheid van Cuba.

Of de wet Helms-Burton, door Clinton goedgekeurd in maart 1996. Deze wet is gericht op de beperking van de buitenlandse investeringen in Cuba. De wet kadert de bepalingen voor de blokkade, beperkt de prerogatieven van de president voor de opheffing van deze politiek, en versterkt de extraterritoriale gevolgen. De wet voert het verbod in voor toegang tot de VS voor bedrijfsleiders en hun familieleden die investeren in eigendommen die in Cuba werden ‘opgeëist’, en opent de mogelijkheid om klachten neer te leggen voor noordamerikaanse rechthoven in deze zaken.

Afdeling 211 van de Wet op supplementaire en dringende toekenningen voor het fiscale jaar 1999.

Deze bepaling voert het verbod in om in de VS merken neer te leggen, verbonden aan genationaliseerde eigendommen, evenals de erkenning van de rechten van Cubaanse bedrijven door noordamerikaanse rechthoven.

De wet voor de Hervorming van economische sancties en de uitbreiding van de uitvoer.

Deze wet komt in voege in 2000 en laat de export toe van landbouwproducten naar Cuba, met voorwaarden zoals de betaling in cash, voorafgaand aan de levering, en zonder financiering door de VS. Als tegenmaatregel verbiedt deze wet  toeristische reizen naar Cuba, behalve voor de 12 categorieën toegelaten op het ogenblik van de uitvaardiging van deze wet.

De opsomming van deze enkele wettelijke en reglementaire bepalingen bevestigd zonder tegenspraak dat de blokkade niet enkel een bilaterale zaak is tussen de twee landen. De extraterritoriale toepassing van de noordamerikaanse wetten treft rechtstreeks de belangen van de bedrijven en burgers in derde landen, en treft kenmerkend de soevereiniteit van vele staten in de wereld.           

 DE NATIONALISATIES : BIJ DE EERSTE REVOLUTIONAIRE MAATREGELEN.

                                                                                                                                             F. Tack

7 augustus 1960 blijft een historische datum van primordiaal belang in de geschiedenis van de Revolutie en voor het herstel van de soevereiniteit van het land. Men vierde in Havana de afsluiting van het 1e Congres van de jeugd. Fidel Castro kondigde toen de nationalisatie aan van een groep eigendommen van noordamerikaanse bedrijven, als antwoord op de economische agressies door de regering van de VS, ingevolge de uitvaardiging van de wet over de landbouwhervorming. Het zijn deze eigendommen die nu open staan voor juridische procedures in de Verenigde Staten, in toepassing van Titel III van de wet Helms-Burton. (Zie hierover de teksten van de Coördinatie voor de opheffing van de blokkade).

Een rechtzetting.

Alle nationalisaties werden uitgevaardigd bij wet, in volle respect van de Grondwet en in overeenstemming met de internationale wetgeving. Al deze nationalisaties gingen gepaard met een aangepast compensatieproces. En in alle conventies inzake betaling van vergoedingen wordt duidelijk bepaald dat de titularis van een klacht een nationale burger moet zijn van de Staat die klacht indient op het ogenblik van de nationalisering van de omstreden eigendom. Dit is niet het geval van diegenen die nu procedures hebben opgestart, want zij waren nog Cubaanse burgers op het ogenblik van de feiten.

Verschillende landen die vandaag investeren in Cuba, zoals Spanje, Zwitserland, Canada, Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Frankrijk, hebben compensaties aanvaard, na onderhandelingen. En Cuba heeft de compensatieakkoorden met deze landen gerespecteerd. Enkel de regering van de Verenigde Staten weigerde de toen gemaakte voorstellen, en opteerde voor een rechtstreekse confrontatie met het jonge revolutionair regime.

Het is ook wel nuttig even het verschil aan te halen tussen nationalisatie en inbeslagneming.Een inbeslagneming is het gevolg van een delict. Een nationalisatie is een economische en sociale maatregel, gepaard gaande met een compensatie. Wat betreft de inbeslagneming,, op basis van artikel 24 van de Fundamentele Wet, waren de inbeslaggenomen eigendommen deze van de dictator Batista en zijn handlangers, natuurlijke en juridische persoonlijkheden schuldig van delicten tegen de economie of tegen openbare eigendommen, de bezittingen van personen die zich onwettelijk rijk maakten, en bezittingen van personen gestraft door de commissie van delicten door de wet omschreven als contrarevolutionair.

Het juridisch kader.

De Fundamentele Wet, in Cuba aangenomen in februari 1959, legde de basis vast voor een nieuw politiek, economisch en sociaal regime. Deze wet omvatte de wettelijke bepalingen die een soevereine staat toelaten buitenlandse bezittingen, gevestigd op het nationaal grondgebied, te nationaliseren. En deze tekst bepaalt duidelijk dat « Geen enkele andere natuurlijke of juridische persoon kan zijn eigendom ontnomen worden, tenzij door een copmpetente autoriteit en voor een zaak van openbaar belang of van sociaal en nationaal belang ». En in ruil voor een adequate compensatie.

Andere wetteksten gaan volgen. De Wet op de Landbouwhervorming (17/05/1959) voorzag de betaling van een vergoeding in staatsbons, een betaling over 20 jaar met een maximale jaarlijkse intrest van 4,5 %. Deze maatregel was van toepassing zowel voor de Cubanen als voor buitenlanders, en kaderde in de inbeslagnemingen voor openbaar nut, hernomen in art. 24. Tussen oktober 1960 en december 1962, voor het afhandelen van de nationalisatie van buitenlandse ondernemingen (Spaanse, Zwitserse, Noordamerikaanse, Franse, Duitse en Engelse) heeft men de wetten 851, 890, 891 en 1076 uitgevaardigd. Zij waren allemaal begeleid door globale akkoorden voor compensaties, door alle landen aanvaard, uitgezonderd de VS die kozen voor confrontatie en agressies.

Het is interessant te herinneren dat op 23 maart 1964 het Hoger Gerechtshof van de VS uitvaardigde dat de rechtbanken van de VS de geldigheid moesten erkennen van de nationalisaties van noordamerikaanse bezittingen, toegepast door de revolutionaire regering van Cuba.

Het internationaal recht.

Op het vlak van internationaal recht stelt het Handvest van de Economische Rechten en Plichten van de Staten, goedgekeurd door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in 1974, dat : « Elke staat heeft het recht buitenlandse bezittingen te nationaliseren, te onteigenen of over te hevelen. In dit geval zal de staat die deze maatregelen neemt een compensatie moeten betalen, rekening houdend met zijn wetten en reglementen ».

Andere resoluties en internationale akkoorden erkennen het recht van de naties om te beschikken over hun rijkdommen, o.a. de Resolutie N° 626 van 21/12/1952, de Resolutie 1803 van 1962, en de Resolutie 3171 van 1973.

Het is dus overduidelijk en ontegensprekelijk dat Cuba de nationale en internationale wetten die de nationalisaties regelen heeft gerespecteerd. Het enige land dat elk akkoord weigerde en dat sinds zestig jaar tegenprutteld, is de VS, die elke oplossing weigert en koos voor alle soorten agressies, waaronder de economische, commerciële en financiële blokkade. Deze poogt sinds zestig jaar de Cubaanse economie te wurgen en treft hard de Cubaanse bevolking in alle aspecten van het dagelijks leven, en belet het land zich normaal en harmonieus te ontwikkelen, in het economische en sociaal model gekozen door een ruime meerderheid van de bevolking.

DE BLOKKADE VERKRACHT HET INTERNATIONAAL RECHT : EEN EXTERTERRITORIALE TOEPASSING.

De exterterritoriale toepassing van de wet Helms-Burton.

De exterterritoriale toepassing van de blokkade blijft een van de meest zichtbare tekenen van de agressieve politiek tegen Cuba door de VS. Het weefsel sancties treft zwaar ons land, maar treft ook de belangen en de soevereine rechten van derde landen, wat indruist tegen het internationaal recht, de doelstellingen en de principes van het handvest van de Verenigde Naties en de normen van de vrije handel.

De toepassing van de blokkade werd versterkt tijdens de onderzochte periode, o.a. door de beslissing van de noordamerikaanse administratie om, door het in voege brengen van de Titel III van de wet Helms-Burton, juridische stappen toe te laten voor VS-rechtbanken tegen juridische entiteiten die « sjacheren » met genationaliseerde eigendommen in de jaren ’60 in Cuba. Dit is een aantasting van de vrijheid van handel, versterkt de exterterritoriale sancties tegen Cuba, en berokkend schade aan de economische en commerciële banden van het eiland met de internationale gemeenschap.

De wet Helms-Burton, die de principes van het internationaal recht verkracht, zoals het vrije beschikkingsrecht van de volkeren, de vrijheid van handel, de soevereine gelijkheid en de niet-inmenging in de binnenlandse zaken van de Saten, is totaal ontoepasbaar in Cuba : de Wet 80, over de herbevestiging van de Cubaanse waardigheid en soevereiniteit, uitgevaardigd door het Cubaans Parlement in december 1996, verklaart hem onwettelijk, zonder het minste juridische effect op het Cubaans nationaal grondgebied.

De uitvaardiging van de wet Helms-Burton zette verschillende landen er toe aan « anti-wetgevingen » aan te nemen, om zich te beschermen tegen de mogelijke nadelen. Dit is o.a. het geval voor Mexico, Canada en de Europese Unie. De Europese Unie heeft een « Blokkadestatuut » aangenomen, dat de uitspraken door noordamerikaanse rechtbanken i.v.m. de titel III van de wet Helms-Burton verbiedt en belet dat ze wettelijke gevolgen zou hebben op dit grondgebeid. De Canadese regering heeft de wet tegen exterterritoriale buitenlandse maatregelen geamendeerd, zodat « geen enkele uitspraak conform de VS-wetgeving uitvoerbaar wordt in Canada ». Mexico beschikt over een wet voor de verdediging van de handel en de investeringen tegen buitenlandse normen die het internationaal recht verkrachten.

Schade veroorzaakt bij Cubaanse juridische entiteiten.

Verschillende Cubaanse juridische entiteiten werden getroffen : sluiting van bankrekeningen voor ambassades en voor de maatschappij Cubana de Aviación in Brasil, Santa Lucia, Bahamas, Dominikaanse Republiek, Panama.

Geweigerde transacties : ING-Luxemburg, Nieuw Zeeland, New Zeeland Naking Group.

Opgezegde contracten : Japoan, Jamaïca, Kazakhstan, Saint Kitts en Nevis, Panama.

Schade berokkend aan financiële instellingen en banksectoren in het buitenland (voorbeelden).

De OFAC legt een boete op aan de J.P. Morgan Chase Bank, op 5 oktober 2018, voor het uitvoeren van niet toegestane verrichtingen en diensten aan klanten die op de lijst staan van speciaal gevolgde en geblokkeerde personen.

Op 19 november 2018 stemt de Franse Société Générale S.A. de Paris in met de betaling van een boete van 1.340.231.916 $. Volgens de OFAC heeft deze bank tussen 11 juli 2007 en 26 oktober 2010, verrichtingen met Cuba uitgevoerd voor meer dan 5,5 miljard dollar. Dit is de tweede grootste boete opgelegd aan een financiële instelling wegens betrekkingen met Cuba.

Op 9 april 2019 wordt een boete opgelegd aan de Standard Chartered Bank, een Engelse instelling wegens schending van de reglementering inzake Cuba, Iran, Syrië, Soedan en Myanmar. 639.0232.750 $ gaan naar de OFAC en 2.715.100.479 $ naar andere noordamerikaanse regeringsinstellingen.

Op 5 april 2019 zijn het boetes voor de europese dochtermaatschappijen van de UNICREDIT GROUP in Duitsland, Oostenrijk en Italië, steeds voor dezelfde motieven : 553.380.759 $ voor de Duitse, 20.326.340 $ voor de Oostenrijkse en 37.316.322 $ voor de Italiaanse dochtermaatschappij.

Bron : Minrex, Cuba vs Bloqueo, julio 2019

BELGISCHE BANKEN WEIGREN HUMANITAIRE HULP AAN CUBA.

Uit  onderzoek blijkt dat Belgische banken fondsen tegenhouden bestemd voor humanitaire en ontwikkelingsdoelen in Cuba. Dat gaat in tegen de Europese regelgeving.

Verschillende middenveldorganisaties, verenigd onder de Coördinatie voor de opheffing van de blokkade tegen Cuba, onderzochten welke Belgische banken de illegale blokkade van Cuba intact houden. Ze probeerden via negen banken een financiële overschrijving te doen naar Cuba, bestemd voor humanitaire en ontwikkelingsdoelen. Die fondsen waren, o.a., bedoeld om de Cubaanse slachtoffers van de orkaan Irma uit 2017 te helpen.

Vier van de negen onderzochte banken, BNP-Paribas-Fortis, Argenta, ING en Triodos, weigerden de fondsen door te storten. « Het onderzoek bevestigt wat verschillende NGO’s al aan de lijve ondervonden hebben », bevestigt de coördinatie. « Hulp geven aan Cuba wordt in Europa onmogelijk gemaakt ». Maar de banken zetten een stap verder en weigeren betaling binnen Europa, enkel op basis van een vermelding « Cuba » in het adres van de bestemmeling of in de mededeling.

Illegaal.

Nochtans zijn banken die in Europa actief zijn onderhevig aan regelgeving van de Europese Unie (EU). In augustus nog bevestigde de Europese Commissie dat iedere persoon, organisatie, of bedrijf

met Cuba zaken moet kunnen doen zonder inmenging van de Verenigde Staten. « Maar uit ons onderzoek blijkt dat de banken dat naast zich neerleggen. Blijkbaar hebben de Europese regelgeving en de talrijke veroordelingen door Europa van de VS-blokkade van Cuba geen effect ».

Weigering wegens « compliance ».

ING en BNP-Paribas-Fortis rechtvaardigen hun weigering met als motief « compliance », hetzij de conformiteit met het intern beheer van de bank. Maar persoonlijke contacten met directeurs van agentschappen leren ons dat de weigering iets te maken heeft met de blokkade tegen Cuba, en kan beïnvloeden.  Argenta antwoorde met een mededeling dat zij beroep doen op ING voor hun internationale betalingen. « Verrichtingen geweigerd conform aan het intern beheer van ING, kunnen niet aangeboden worden door Argenta ». Dit volgens de Compliance Officer van Argenta. Triodos schrijft dat de bank « Cuba niet uitsluit van het algemeen beheer », maar dat ze een andere bank gebruikt die « nog steeds uitsluitsel toepast voor Cuba ». « Bewust van het verschil tussen beheer en praktijk, onderzoekt Triodos hoe betalingen naar Cuba mogelijk te maken », volgens de directeur van de bank.

Uitvluchten.

Een aantal grote financiële instellingen hebben in het verleden al zware boetes gekregen van de VS-instanties, omwille van verrichtingen naar ondermeer Cuba. ING en BNP-Paribas-Fortis waren er slachtoffer van. De banken zitten gekneld tussen de Europese regelgeving en de die van de VS. De Europese Commissie laat hen daarom een achterpoortje open. Zo kunnen banken vrijstelling vragen van de Europese verplichting om de VS-blokkade te negeren. Dit is geen goede oplossing. De banken moeten op de eerste plaats de Euopese wetgeving volgen. Het is hun verantwoordelijkheid om garant te staan voor de uitvoering van niet-problematische verrichtingen. En dat zijn de betalingen aan Cuba.

De politieke moed die Europa toont, blijkt dus schone schijn. De praktijk toont aan dat de belangen van de Europese inwoners minder van tel zijn dan die van de VS. Humanitaire hulp, een steun voor burgers getroffen door een natuurramp, is voor Europa ondergeschikt aan de wil van de VS. Het gebrek aan daadkracht van Europa tegenover de eenzijdig door de VS opgelegde blokkade tegen Cuba maakt haar hieraan medeplichtig.

De politiek verstopt zich achter de autonomie van de banken.

Naar aanleiding van het onderzoek heeft de Coördinatie voor de opheffing van de blokkade de Europese Commissie kennis gegeven van elke bank die weigerde om humanitaire hulp aan Cuba toe te staan. Conform aan de Europese regelementering werden de dossiers ook overgemaakt aan de Belgische regering.  De minister van buitenlandse zaken bevestigde de ontvangst van de dossiers, maar daar blijft het bij. « De banken zijn autonome privé bedrijven en zijn vrij te bepalen met welke landen zij financiële of economische betrekkingen aangaan. Zij dienen zich hierover niet te verantwoorden », hebben wij geleerd tijdens een gesprek met dit ministerie.

Zich verschuilen achter de autonomie van de banken legt uit waarom België, zoals elke andere lidstaat van de EU geen eigen nationale wetgeving heeft uitgewerkt, die de uitvoering van het Europees regelement 2271/96 toepasbaar maakt. Kortom, het Europees verbod inzake het opvolgen van de unilaterale sancties tegen Cuba door de VS blijft theoretisch. Anderzijds wordt 70 à 80 % van het internationaal financieel verkeer uitgevoerd in dollar, en deze staan onder controle van de VS. Dit gegeven legt de zwakheid uit van de EU.

Stappen ondernemen.

Onze boodschap is duidelijk : de dubbelhartigheid van de politiekers die de blokkade veroordelen in woorden en ze tolereren in daden, maakt ze medeplichtig van de onmenselijke sancties. De Coördinatie voor de opheffing van de blokkade eist op de eerste plaats dat de Belgische en Europese autoriteiten actie nemen ingevolge de enquête van 2018 over de banken en Cuba.  Het is de rol van de Europese Commissie aan de burgers, de ondernemingen en de banken een efficiënte bescherming te bieden tegen eventuelle boetes opgelegd door de VS ingevolge hun betrekkingen met Cuba. Daarnaast moet Europa de banken aansprakelijk houden en hen verplichten internationale mechanismes uit te werken die betalingen naar Cuba garanderen. België kan hierbij het voortouw nemen.

Van de banken eist de Coördinatie dat zij hun intern controlemechanismen verfijnen. Het is onaanvaardbaar dat overschrijvingen geblokkeerd worden alleen omdat « Cuba » in de naam van de begunstigde of in de vrije mededeling vermeld staat. Verder wijzen andere dan de hierboven vermelde banken dat betalingen aan Cubaanse organisaties wel degelijk kunnen. Er is dus geen enkele reden waarom de genoemde banken dit niet zouden doen.

ABEL PRIETO ; «  DE VERENIGDE STATEN MAKEN EEN NIEUWE FOUT IN HET GEVAL VAN CUBA ».

Cuba Sí had de kans Abel Prieto, Cubaans minister van cultuur, te interviewen. Wij hernemen hieronder enkele van zijn beschouwingen inzake de agressies tegen Cuba enn over het impact van de blokkade op de cultuur.

(Interview gevoerd en gefilmd door Anne Delstanche : https://youtu.be/B6-LxWixCw).

De politiek van Trump.

« Ik denk dat de Trump-administratie, zijn ploeg en de havikken rond hem, die hem raad geven, een nieuwe fout maakt in het geval van Cuba. Zij onderschat het weerstandsvermogen van de Cubaanse bevolking. De VS onderschatten het bewustzijn van het Cubaanse volk inzake de houding die het moet aannemen in deze conjunctuur. Zij hebben waanvoorstellingen over een interne opstand tegen de regering. Dit is niet mogelijk in Cuba, en niet voor de redenen die zij inroepen, door de repressie. Dit heeft niets te maken met repressie, dit heeft iets te maken met wat gedurende 60 jaar gezaaid werd. Het Cubaanse volk is een volk dat weet dat zijn leiders hem geen leugens verkopen, dat weet dat zijn leiders hem niet bedriegen, dat weet dat zijn leiders geen corrupte kudde zijn zoals in vele andere delen van de wereld, waar de politiek diep in de put zit en een middel is geworden om zich te verrijken i.p.v. een wijze om diegenen die u verkozen hebben te dienen, diegenen die u steunen. »

De agressies.

« Wat doen ze nu ? Nu beletten zij schepen van rederijen die petroleum leveren aan Cuba, het land te bereiken, en zij hebben bijna een ernstige toestand van zwaar gebrek aan brandstof geschapen. Middelen werden genomen door de regering om te pogen het impact van deze wurgpolitiek, deze piratenstreken, zoals één van onze journalisten dit noemde, te beperken. Wat doen om te beletten dat deze agressie het minst pijn doet in het dagelijks leven van de Cubanen ? De agressie zal zeker het volk niet verdelen. Wij keren niet terug naar de speciale periode van de jaren ’90. Cuba is meer dan ooit voorbereid tegen deze soort agressies. Onze economie is veel meer gediversifieerd. Wij hebben een duidelijke strategie om weerstand te bieden en ons te ontwikkelen. Wij hebben zelfs niet afgezien van een kleine groei van het bruto binnenlands product… Nu hebben zij onze Twitterrekeningen geblokkeerd. Mijn rekening is geblokkeerd, en ik maak van deze gelegenheid gebruik om dit aan te klagen…. Gisteren werden twee van onze ambtenaren bij de UNO zonder enige motivering uitgewezen. Elke dag, minstens elke week, zijn er één of twee nieuwe maatregelen om de blokkade te versterken.

Impact van de blokkade op de cultuur.

« De cultuur heeft een ruim publiek in het land. De cultuur, met onze culturele politiek is gedemocratiseerd zoals nooit voorheen. De toegang tot de cultuur is ook een recht opgenomen in onze grondwet. Maar de cultuur zoekt een universeel publiek, het is haar aard. Het is logisch dat een kunstenaar tracht door te breken in de internationale kringen. Dit maakt deel uit van de roeping van de kunstenaar, zijn boodschap verspreiden bij een zo ruim mogelijk publiek. De voornaamste kunstmarkt in de wereld is deze van de VS. Tijdens de Bushperiode werden alle mogelijkheden afgesloten. Na de maatregelen genomen door Obama, beperkt maar met enkele openingen, was het voor onze kunstenaars gemakkelijker om naar de VS te gaan. Op een zeker ogenblik deden het Nationaal Ballet of het orkest « Los Van Van » een jaarlijkse rondrit. En het was frekwent dat jonge Cubaanse musici, jonge jazzmusici, die uitzonderlijk zijn, op tournée gingen in de VS.

Onze plastische kunstenaars hebben werken verkocht op de noord-amerikaanse markt. Vandaag is dit elke dag meer beperkt. Wanneer één van onze kunstenaars, of een Cubaanse burger, naar de VS wenst te reizen, moet hij een visum aanvragen in een VS-ambassade in een derde land, want de ambassade in Cuba levert geen consulaire diensten. Hij moet een reeks zware uitgaven maken. Dit alles om ontevredenheid te scheppen, om spanningen op te roepen…

De blokkade veroorzaakt ook beperkingen voor het noordamerikaans publiek dat interesse vertoond voor de Cubaanse cultuur. Wij hebben in 2017 de dag van de jazz gevierd. De directrice van de UNESCO in Havana was er aanwezig, Quicey Jones en Herbie Hancock waren er ook. De amerikaanse jazzgroepen waren verbijsterd door de Cubaanse muziekschool. Amerikaanse academici zouden willen samenwerken met Cubaanse wetenschappers. Wij beschikken over een aantal geneesmiddelen, de vrucht van het wetenschappelijk talent gevormd door de Revolutie, die buiten de beschikbaarheid vallen voor het amerikaans publiek. Vele amerikaanse wetenschappers willen werken met onze wetenschappers, vele kunstenaars zouden willen werken met onze kunstenaars, het zijn culturen gevoed door gelijkaardige wortels, en nochtans staan wij voor die stomme blokkade ».