Cuba Si 212 – Vertaling

Cuba Si 212 – Vertaling

HET  WOORD  AAN  DE  CUBANEN.  DOORHEEN  DE  CUBAANSE  PERS.

                                                                                                                            Freddy Tack

Voor deze bijdrage hebben wij gekozen voor opinies gebonden aan de gebeurtenissen van 11 juli.

Sommige tussenkomsten werden gepubliceerd voor deze datum, andere daarna, maar allen uiten een mening over deze problematiek en de noden van de Cubaanse samenleving.

De « coleros » : even schadelijk als een pandemie.

In « Venceremos » (de krant van de provincie Guantánamo) van 26/05/2021, uit journalist Julio C. Cuba zijn verwerping van de « coleros », deze herverkopers op de paralele markt tegen buitensporige prijzen en die zich opdringen in de files (colas) voor de winkels. Hij citeert een werker uit de gezondheidssector die sinds enkele weken tevergeefs tracht geneesmiddelen te kopen,, onvindbaar ingevolge de -ongestrafte- verduisteringen door coleros, speculatoren en hamsteraars. Hij stelt ook hun gedrag aan de kaak, soms gaande tot bedreigingen. Hij verklaart : «  Het ergste is dat men zich machteloos voelt wanneer men ziet dat niemand orde stelt in deze inrichtingen ». En lezers hadden commentaar over dit artikel.

Victor : « Deze infectie- en ongelijkheidsaarden die de files vertegenwoordigen zijn verontwaardigend… De coleros, die voortverkopers, zijn bijna onafhankelijke werkers, toegelaten, onaanraakbaar, in het zicht van alle overheden, gemakkelijk te lokaliseren op de sociale netten ».

Martha Celia : « Echt, het aantal boetes voor de coleros, voortverkopers en  hamsteraars is zeer laag… hoelang gaat men nog deze toestanden toelaten ? Wij eisen  dat men terzake alle nodige maatregelen treft ».

Wat op spel staat.

José Alejandro Rodríguez verklaart in Juventud Rebelde van 07/06/2021 : « Gezien het vaststellen  van ongenoegen inzake attentie voor het publiek, wegens de onkunde, de ongevoeligheid van chefs die niet luisteren, die niet tegemoet komen aan de klachten van de burgers, wordt het tijd over te gaan tot vermaningen en alarm over deze feiten. Het is tijd dat men rekening houdt met de problemen van de mensen en het vinden van oplossingen, niet van voorwendsels, bij het aanduiden en uitoefenen van een directiefunctie. Want wat op spel staat is het vertrouwen van de mensen in de instellingen. En uiterst tot in ons systeem. Zelfs in de Revolutie ».

Silvio Rodríguez : Een Cuba zonder blokkade zou de gelegenheid zijn om ons te tonen zoals wij zijn.

Het is in het dagblad Granma van 15/06/2021 dat Silvio Rodríguez zich uit : « Zelfkritiek is onontbeerlijk om vooruit te gaan. Het leven is een permanente opbouw. In de politiek is het hetzelfde, met het risico dat hoogheidswaanzin zeer negatief kan worden. Elke zwakheid die men niet vaststelt en niet bestrijdt in een land zoals Cuba wordt omgevormd tot een argument voor de tegenstanders… Kritiek en zelfkritiek zijn heilzame oefeningen ».

Een fout die ik niet maakte.

Victor Fowler schrijft in Granam (12/07/2021) : « Een sociaal veranderingsproces zoals het onze is een bovenmatig grote ervaring voor het scheppen van een nieuwe cultuur (arbeid, solidariteit, deelname) die men verplicht alle dagen met zichzelf moet herbespreken. Het is volkomen nieuwe

communicatiewegen zoeken tussen de leiders en alle sectoren van de bevolking, doorheen de massale communiucatiemiddelen geboden door de CTC (de vakbonden), de FMC (de vrouwenorganisatie)en de CDR (wijkverenigingen). Het is vernieuwen, scheppen, verstevigen en uitbreiden van de instrumenten van volkscontrole.

De fout die in niet maakte is te vergeten wie ik ben, welke mijn dromen zijn, van welk verleden ik kom, tot hetwelke ik behoor, wat de naam is van mijn vijand. Zo leven is een uitdaging en zo wordt ik elke dag herboren ».

De mening van een jongere.

Edelmario Batista Mateo is een jonge chauffeur van 27 jaar die zichb uitdrukt in « Trabajadores » van 16/07/2021 : « Zijn trachten het volk te misleiden door gebruik te maken van de problemen van de pandemie en andere onopgeloste zaken, fundamenteel wegens de blokkade, de crisis die wij beleven, de talrijke noden van de mensen, om te veretellen dat een regimeverandering nodig is. Maar niets zal mij overtuigen. Ik voel mij niet  vertegenwoordigd door deze jongeren die deelnemen aan wanorde, trouwens de meerderheid onder hen heeft een strafboekverleden… Zij  die de mensen aanzetten zijn dommeriken, zwervers, die plooien voor een gemakkelijk leventje, die graag een yacht zouden bezitten, die nooit studeerden, die de school hebben verlaten. Zij volgen de dromen die men hen voorstelt van ginder (in de VS). Dat zijn diegenen die aan het hoofd staan van deze betogingen. Zij maken lawaai omdat ze betaald worden… Onze jeugd moet op straat komen, niet het spel spelen van het geweld, maar pogen ze te overtuigen om deze agressieve houding te veranderen. Ik ben ervan overtuigd dat de Revolutie kan rekenen op de overgrote meerderheid van de jeugd die zij gevormd heeft om deze problemen het hoofd te bieden en verder de hindernissen van de blokkade en van de pandemie te overwinnen ».

No es facíl !

Maribel Acosta Damas drukt zich uit op de website « Cubahora » (28:07:2021) : « Ik ben van de generatie geboren na de Revolutie. Er is een zin die de Cubanen constant gebruiken « No es facíl » (Het is niet gemakkelijk). Wij gebruiken die wanneer het slecht gaat, wanneer het goed gaat, al lachend, al huilenbd, bij geliefdenruzies, tijdens wijkfeesten, tijdens begrafenissen, huwelijken, geboortes…

Wat is er nu gaande ? Beelden van geweld draaiden in de ganse wereld. Sommigen zijn waarheid, de meerderheid zijn fake en hernomen uit andere werelddelen, en toegekend aan de zogezegde chaos toestanden in Cuba.

Ja, er waren sociale uitbarstingen, ja er waren plunderingen en vandalisme. Ja er bestaat een proces van sociale breuk en economische, menselijke en emotionele sleur die de revolutie hoogdringend moet aanpakken in volle pandemie van de Covid, van de steeds meer brutale economische blokkade en de sociale schade in het land. Maar naar mijn mening moet Cuba geen schaamte tonen. De Revolutie is een complex fenomeen en alles wat gedaan kon worden werd gedaan, in heroïsche en harde omstandigheden, die men elke dag moet herhalen om ze niet te vergeten… en ik hoop dat ze worden verdergezet.

Ik voel belangrijke signalen voor een consensus :

Nee aan de militaire tussenkomst van de VS en zijn lakeien.

Nee aan het geweld.

Nee aan compromissen voor de soevereiniteit.

Nee aan de blokkade.

Ons opnieuw en snel in vraag stellen.

Volksdeelname, vooral van de jongeren.

Resultaten, vooral resultaten.

LIBROS.

                                                                                                                                  Freddy Tack

Viktor Dedaj

Cuba sous embargo. Paroles cubaines sur le blocus.

Paris, Éditions Delga, 2020 – 154 pp.

Viktor Dedaj is zeker geen obekende bij de vrienden van Cuba. Hij is co-auteur van « Cuba n’est pas une île » (met Danielle Bleitrach, 2004), « Les Éztats-Unis de Mal Empire » (met danielle Bleitrach, Maxime Vivas en Jacques-François Bonaldi, 2005). producer van de rockalbum « Pour Cuba » (met Mano Negra, Têtes Raides en anderen) en producer van de documentaire film « Revolucionarios ».

In dit nieuw boek geeft hij het woord aan de Cubanen, schrijvers, dokters, musici, dichters, professoren, die getuigen over het leven onder de blokkade, en de moeilijkheden voor hun werk en hun dagelijks leven.

Interviews die niet onverschillig laten, die soms meer zeggen dan sommige zogezegde wetenschappelijke studies.

In zijn voorwoord brengt Maurice Lemoine, journalist en schrijver, een kort historisch overzicht van de blokkade, die hij omschrijft als « De hevigste, de meest onrechtvaardigde en de langste ».

Hernando Calvo Ospina

Un navire français explose à La Havane. Enquête inédite sur un attentat oublié.

Ixelles, Éditions Investig’Action, 2021 – 180 pp.

Nos een bekende auteur met zijn talrijke boeken over Cuba, waarondert ‘Rhum Bacardi », « Dissidenten of huurlingen », « La parole aux Cubvains », « No fly list et autres contes exotiques », en vele andere, evenals talrijke artikels over Latijns Amerika en Cuba.

Hier komt hij terug op de ontploffing van het Franse schip « La Coubre » in de haven van Havana, op 4 maart 1960, met meer dan 100 doden, waaronder zes Franse bemanningsleden, en meer dan 200 gekwetsten. Het schip vervoerde wapens en munitie gekocht bij de FN in België, en werd geladen in Antwerpen.

Cuba betichte onmiddellijk de VS als auteurs van de criminele sabotage. De VS hebben nog steeds de documenten over deze aanslag niet vrijgelaten, en tot op vandaag kon geen formeel bewijs geleverd worden.

De auteur kon, als eerste, kennis nemen van de archieven van de Franse zeevaart, en interviewde verschillende overlevenden, Cubanen en Fransen. Het archief van de « French Lines & Compagnies »,bleef gedurende tientallen jaren niet toegankelijk, bracht niet de gehoopte opklaringen, maar bracht onbekende elementen aan het licht. Het stilzwijgen van de Franse overheden over dit drama blijft eigenaardig.

Het geheel van de gevonden feiten bevestigd ten minste één zaak : het gaat ontegensprekelijk over een sabotage en niet over een ongeval, zoals sommigen poogden te beweren. En de sabotage werd hoogstwaarschijnlijk uitgevoerd in de haven van Antwerpen, tijdens het laden van de wapens. De auteurs van de sabotage blijven onbekend tot op vandaag.

Het boek werd eerder uitgegeven in Argentinië, bij de uitgeverij « Acercandonos », onder de titel « El enigma de La Coubre ».

CUBA  OP  DE  SPELEN VAN  TOKYO

                                                                                                                              Freddy Tack

Niettegenstaande de beperkingen ingevolge de blokkade door de VS, die ook de sport treft (moeilijkheden voor de aankoop van materiaal, beperkingen voor stages in het buitenland, visas die beperkt of geweigerd worden, enz.), nam Cuba met succes deel aan de Olympische Spelen in Tokyo.

De Cubaanse delegatie, de kleinste in 61 jaar, sinds Rome in 1961, behaalde betere resultaten dan in Rio in 2016 (5gouden medailles, 2 zilver, 4 brons), in Londen in 2012 (5 goud, 2 zilver en 7 brons), en in Peking in 2008 (5 goud, 2 zilver en 4 brons).

Goede resultaten.

Tokyo eindigde met een mooi resultaat : 14 op het landenpalmares, met 7 gouden medailles, 3 zilveren medailles en 5 bronzen medailles.

Goud :

  • Michaín López – grieks-romeinse worsteling, 130 kg.
  • Luis Alberto Orta – grieks-romeinse worsteling, 60 kg.
  • Serguey Torres en Fernando Dayán Jorge – kayak C2
  • Roniel Iglesias – boksen, 69 kg.
  • Arlén López -boksen, 81 kg.
  • Julio César la Cruz – boksen, 91 kg.
  • Andy Cruz – boksen, 63 kg.

Zilver :

  • Idalys Ortiz – judo, +78 kg.
  • Juan Miguel Echevarria  – hoogspringen
  • Leuris Pupo – pistoolschieten 25m. Snelheid mannen.

Brons :

  • Rafael Alba – taekwondo.
  • Maykel Masso – verspringen.
  • Yaimé Pérez – dizscuswerpen.
  • Lázaro Álvarez – boksen, 57 kg.
  • Reineris Sals – worstelen, vrije stijl, 97 kg.

Met slechts 69 atleten ter plaatse is Cuba het meest doeltreffend land van de eerste 14 landen met medailles, met een factor van 0,1 medailles per atleet, gevolgd door China (0,092), de VS (0,062), het Russisch Olympisch Comité (0,059) en Groot Britannië. In Londen (2012) was Cuba 16e met 110 atleten, in Rio (2016) 18e met 120 atleten.

Tokyo is gekenmerkt door uitstekende resultaten,  niettegenstaande de complexe omstandigheden waarin het land moet leven, gewurgd door de economische, commerciële en financiële blokkade, en getroffen door de pandemie van de Covid-19.

Soms vergeet men de olympische geest.

De olympische spelen, beschouwd als een wapenstilstand, de olympische sportieve geest, allemaal mooie opvattingen, die sommigen snel vergeten als het over Cuba gaat. Een sportinformatienet vergat Cuba te vermelden in het bilan van de medailles van 6 augustus. Cuba was toen reeds gerangschikt bij de eerste 20 landen, maar de website « vergeet » Cuba te vermelden.

Maksim Sulejman, een Australische boksarbiter valt op door zijn systematische stemmen tegen Cubaanse boksers. Na melding van dit weinig objectief gedrag werd de juge uitgewezen en lmoest de spelen en Japan verlaten.

Wanneer het Cuba betreft schijnt de olympische geest bij sommigen onbekend…

OVER  DE  GEBEURTENISSEN  VAN  11  JULI  –  WANNEER  GAAT  DE  OORLOG  STOPPEN ?

                                                                                                                              Freddy Tack

Wij nodigen onze lezers ook aan onze website te bezoeken, www.cubamigos.be, waar verschillende artikels handelen over de « gebeurtenissen » van 11 juli.

In zijn meest recent boek « Un navire français explose à la Havane » (zie rubriek Libros) citeert Hernando Calvo Ospina Fidel Castro : « En wanneer het schip ‘La Coubre’ ontplofte, met het afschuwelijk bilan van vernietigde levens van arbeiders en soldaten in deze criminele sabotage, verwittigden onze vijanden ons van de prijs die zij bereid zijn ons te doen betalen (4 april 1961 – een jaar na de ontploffing, op de kaaien van het gebeuren) ». En deze prijs is hoog, want het gaat om een onverklaarde oorlog, zonder medelijden of wapenstilstand. Alle middelen, van de meest klassieke tot de smerigste werden en worden nog altijd ingezet om te pogen wat het Cubaanse volk sinds meer dan 60 jaar opbouwt te vernietigen.

Vanaf de eerste maanden van 1959 moet Cuba het hoofd bieden aan sabotages, brandstichtingen, bomaanslagen, vliegtuigen die Havana beschieten. Op 5 maart 1960 ontploft het schip « La Coubre », geladen in Antwerpen met wapens en munitie gekocht bij FN, in de haven van Havana. In april 1961 is het de invasiepoging in de Varkensbaai (Playa Girón), in 72 uren overwonnen door het leger en de revolutionaire milities. Honderden pogingen tot aanslagen op Fidel Castro, op Raúl en op Che worden ontworpen. En deze onverklaarde oorlog zal nooit stoppen. Het volstaat de collectie van ons tijdschrift over de laatste 50 jaar te overlopen om vast te stellen dat alle middelen goed zijn. Ontelbare agressies, operatie Peter Pan, militaire oefeningen rond het eiland, moorden op jonge alfabetisoren, een bomaanslag op een burgervliegtuig, aanslagen tegen toeristische plekken, moorden van uitgeweken Cubanen die de banden met hun geboorteland willen herstellen, aanslagen tegen diplomaten in het buitenland, tegen techniekers, vissers, enz. En inbegrepen een chemische en bacteriologische oorlog die dieren, planten en mensen treft. 

Een economische, commerciële en financiële oorlog wordt sinds zestig jaar gevoerd, met een harde blokkade, verstrengd in de jaren ’90, in volle speciale periode, met de wetten Toricelli en Helms-Burton. Na enkele bescheiden openingen onder de regering Obama, versterkt Trump nog de blokkade met meer dan 240 maatregelen, waarvan Biden geen enkele heeft opgeheft sinds zijn intrede in het Witte Huis, integendeel, hij voegt er nog enkele aan toe. Een economische wurgpoging die schaamteloos het internationaal recht verkracht, extraterritoriale sancties oplegt aan derde landen, en zonder schroom gebruikt maakt van de economische moeilijkheden die Cuba treffen met de pandemie van de Covid-19, die de toeristische sector en de rest van de kwetsbare cubaanse economie heeft getroffen.

En andere middelen zien het licht.

De VS hebben ook steeds, onvermoeibaar, alle propagandamiddelen gebruikt, met het parachuteren van vlugschriften, campagnes in de pers, de oprichting van radio en TV Martí. Een tsunami van fake news, leugencampagnes, afkammen, intoxicatie, ware toepassingen van de ordewoorden van Goebbels. Belangrijke financiële middelen gaan naar de zogenaamde « sociale » netten, op grote schaal gebruikt om, prioritair de Cubaanse jeugd, te verwarren en te verderven. Nieuwe benaderingen worden ontwikkeld, op basis van de ervaringen tijdens conflicten met andere landen en tijdens « humanitaire » tussenkomsten. Men spreekt niet meer van het omverwerpen van een regime maar van een « democratische overgang ». Men beperkt lichtjes de rechtstreekse en harde acties, om over te gaan naar een vreedzame « zachte » staatsgreep. Men geeft premies aan de « onafhankelijke » journalisten, zogezegde verdedigers van de mensenrechten, aan diegenen die sabotages uitvoeren op openbare gebouwen en goederen. Men werkt op grote schaal met fake news en men manipuleert de sociale netten. De gebeurtenissen van 11 juli zijn het laatste voorbeeld van deze manipulaties en destabilisatiepogingen.

Laat ons dus geen illusies maken, de niet verklaarde oorlog die begon in 1959, zonder rustpose, met één enkel doel : de Revolutie uitschakelen en Cuba terug brengen onder het bewind van het noordamerikaans imperialisme. Een oorlog die andere vormen kan aannemen, die andere middelen gebruikt, die verwarring tracht te veroorzaken bij de openbare opinie door te spreken van een « humanitaire tussenkomst » daar waar men moet lezen « militaire » interventie.

Door in te spelen op de ware moeilijkheden van het land in een complexe en moeilijke toestand, met ware tekorten van zekere producten, met soms zeer hoge prijzen, parallele markten, voortverkopers en speculatoren. De Covid is erger geworden, en nu trachten de VS verdeeldheid te zaaien, de Cubanen tegen mekaar op te maken. Zij betalen enkele individuen die naïeve, ontmoedigde en gedemotiveerde burgers manipuleren. Men drijft ze naar wanorde, naar « spontane » betogingen die de meerderheid van de bevolking verwerpt en de regering steunt door de verwezenlijkingen van de Revolutie te verdedigen. Biden, die ooit op CNN verklaarde dat « desinformatie op de sociale netten mensen kan doden » is de trouwe volgeling van Trump wat Cuba betreft, in alliantie met de meest « trumpische » sectoren van Miami.

Ja, het is juist, een heel klein deeltje van de bevolking, moe, ontmoedigd, betoogde tegen de regering in Cuba, ingevolge een strategie sinds zestig jaar toegepast om moeilijkheden te veroorzaken en het dagelijks leven van gans een bevolking te verpesten, door enkele tientallen individuen te manipuleren, huurlingen van een overheersende mogendheid die ze in de grond misprijst.

Max Lesnik, een journalist van Cubaanse oorsprong die sinds 1961 in de VS woont, maar banden onderhield met zijn land, verklaarde in een interview met Salim Lamrani (in Études Caribéennes van 7 juli) : « De mediadissidenten kunnen niet rekenen op een populaire steun, zij hebben geen duidelijk programma, geen leader. Deze opgemaakte oppositie zit verstrengeld in tegenstellingen. Om te strijden voor de vrijheid moet men vrij zijn. En de dissidentie is gevangene van de buitenlandse politiek van de VS inzake Cuba. De dag dat het jaarlijks budget van 20 miljoen dollar dat Washington besteed aan deze oppositie zal verdwijnen, zal deze oppositie ook verdwijnen ».

In een dergelijke toestand van kruipende oorlog mag onze solidariteit niet verzwakken, zij moet zich niet laten manipuleren en niet in de val lopen van de zogezegde mensenrechten en van een dictatuur in Cuba. Integendeel, meer dan ooit moeten wij aan de zijde staan van het Cubaanse volk in de wil voor het opbouwen van een juistere, meer humanistische en broederlijke maatschappij, te leven in een land met een politiek, economische en sociaal model besproken door miljoenen burgers, en goedgekeurd in een referendum. Een volk dat ons alle dagen bewijst dat een andere wereld mogelijk is !