Cuba Si 213 – Vertaling

Cuba Si 213 – Vertaling

MARTA  ROJAS

                                                                                                                                         F. Tack

Marta Rojas, bekende journaliste en schrijfster, is op 3 oktober 2021 overleden  wegens een hartaandoening. Zij was geboren in Santiago de Cuba op 17 mei 1931. Zij studeerde journalisme in Havana. Zij schreef zes novellen en talrijke boeken met getuigenissen, waaronder « El juicio del Moncada » (Het proces van de Moncada).

Pas afgestudeerd was zij de uitzonderlijke getuige van de gebeurtenissen van 26 juli 1953, de aanval op de Moncada cazerne in Santiago de Cuba. Zij was verslaggeefster van deze historische gebeurtenissen, van de aanval, en van de getuigenissen van het proces dat hierop volgde, voor het tijdschrift Bohemia.

Na de overwinning van de revolutie werkt zij verder als journaliste bij Bohemia, en daarna in het dagblad Revolución, en toen vanaf 1965 in het dagblad Granma, bij de oprichting. Auteur van talrijke artikels en boeken was zij de getuige van meer dan 60 jaar strijd. Zij doorkruiste de wereld als spreekster, met een kritische blik, realistisch, altijd revolutionair, over de werkelijkheid in Cuba en in de wereld.

Ik had de eer samen met haar deel te nemen aan een debat tijdens « Che presente » in Brussel. Een ongelooflijke herinnering, van een dame met een uitzonderlijke vriendelijkheid en eenvoud, alert en  steeds klaar voor het debat, onvermoeibaar. Een souvenir van een uitzonderlijk iemand, die ontmoetingen in het leven nalaten. Wij zullen Marta Rojas niet vergeten.

In Memoriam Liliane Stadler.

Onze vriendin Liliane Stadler heeft ons verlaten op 31 oktober 2021, op haar 76e leeftijd. Zij was geboren in Bellac (Frankrijk) op 26 mei 1945 en is overleden in Poulseur.

Liliane was lid van de Vrienden van Cuba sinds 2015. Aktief in de regio Luik neemt zij snel deel aan de vergaderingen van de kerngroep en verzekerd er de dagorde en de verslagen. Aanwezig op alle aktiviteiten van de regio maakte zij er steeds een verslag over voor de Cuba Sí. Zij laat een ontegensprekelijke leegte in het leven van de regio en van onze vereniging.

NORMA  GOICOCHEA  ESTENOZ.

Na zeven jaar verblijf in België, als ambassadeur van Cuba voor België, het Groot Hertogdom Luxemburg en hoofd van de zending bij de Europese Unie, heeft Norma ons verlaten. Al diegenen die haar gekend hebben zullen zeker een warme herinnering behouden, van haar dynamisme, haar menselijke warmte, haar onvermoeibare werkcapaciteit, haar vreugde, haar ware vriendschap.

Wij hadden de eer haar te kunnen interviewen enkele dagen voor haar terugkeer naar Cuba. Wij vonden dit onderhoud zo interessant en kameraadschappelijk dat we het integraal opnemen in dit nummer, niettegenstaande de lengte, en wij wensen u een aangename lektuur.

                                                                                       Anne Delstanche, Regi Rotty, Freddy Tack.

Freddy : Cuba heeft banden met 194 Staten, 122 ambassades, drie bestendige zendingen in internationale verenigingen en is één van de best vertegenwoordigde landen in de wereld. Kan u ons zeggen waarom ?

Cuba heeft betrekkingen met alle lidstaten van de UNO, met de meerderheid van hen voor zover de betrekkingen steunen op het totaal respect van de principes die aan de basis liggen van het handvest van de UNO. Wij hebben zendingen bij internationale organisaties in Geneve, en in New York eveneens bij de internationale organisaties. In Cuba is er ook een sterke vertegenwoordiging van staten. Dit toont het belang dat de Cubaanse staat en regering hechten aan de internationale betrekkingen, de mogelijke samenwerking met andere landen op basis van deze principes van respect en niet inmenging in interne aangelegenheden, en dit toont tevens dat onze regering belang hecht aan samenwerking op internationaal vlak.

Er zijn Cubaanse ambassades op plaatsen waar weinig landen vertegenwoordigd zijn. Wij hebben daar ook medische brigades, soms sport trainers en dit stemt ook overeen met de gedachten van Fidel die wou dat Cuba een aanwezigheid had in de landen van de wereld. Ik herhaal dat wij de samenwerking voorop zetten in onze verscheidenheid, met onze capaciteit om uit te wisselen op basis van het respect van onze meningen.

Cuba geloofd in de UNO, Cuba gelooft in de principes van internationaal recht, Cuba gelooft in de vreedzame samenleving tussen Staten en gelooft in het principe dat elke staat, zoals in de UNO, niet alleen recht heeft op een stem maar ook op de erkenning van zijn rechten.

De weerspiegeling van de uitwisselingen van Cuba met de wereld kan men zien in normale omstandigheden (niet nu want het is een periode gekenmerkt door de Covid met een diep impact op de internationale betrekkingen van alle landen) aan het aantal afvaardigingen die Cuba elk jaar ontvangt, afvaardigingen van hoog niveau.

Kortom Cuba hecht belang aan deze uitwisselingen, niettegenstaande de blokkade, niettegenstaande onze beperkte middelen en ik moet zeggen dat wij soms ambassades hebben waar slecht een  koppel werkt. Ook onze ambassade, wegens de Covid en de noodzaak voor de staat zich te concentreren,op de schaarse middelen waarover wij beschikken, op prioriteiten, heeft het aantal bedienden beperkt. En jullie weten dat wij meer en meer multifunctioneel moeten zijn. Ik was aan het werk in de keuken wanneer wij activiteiten hebben met de collegas, wij doen alles zelf.

En alvorens af te sluiten is het belangrijk te zeggen dat de financiële moeilijkheden veroorzaakt door de Covid onze problemen verergeren, problemen die nauw gelinkt zijn aan de economische, commerciële en financiële blokkade die Cuba ondergaat sinds 6 decennia, nog versterkt door de administratie Trump die 243 nieuwe maatregelen heeft toegevoegd aan de blokkade, waarvan 50 in volle pandemie, niettegenstaande het feit dat de secretaris-generaal van de UNO, de hoge commisaris voor de rechten van de mens van de UNO en de hoge vertegenwoodigster van de Europese Unie voor buitenlandse zaken en veiligheid een oproep deden deze sancties op te heffen voor de landen die er het slachtoffer van zijn.

Niettegenstaande dit alles werden  50 supplementaire sancties aan Cuba opgelegd. En wij werden eens te meer opgenomen op de lijst van landen die het terrorisme steunen, met als gevolg de weigering van banken om verrichtingen met Cuba uit te voeren. Dit verergerde de moeilijke toestand in dewelke wij ons bevinden tot ongelooflijke niveaux van volkerenmoord tegen de Cubaanse bevolking, verzwaard door de crisis van de Covid. Maar de enkele middelen waarover wij beschikken gaan naar het hoofddoel, de bevolking redden niettegenstaande de criminele blokkade, en zelfs in deze context voeren wij verder onze internationale relaties.

En de CELAC ?

Wij geloven in de CELAC (Gemeenschap van de Staten van Latijns Amerika en de Caraïben) omdat wij geloven in de eenheid binnen de verscheidenheid. Natuurlijk heeft de CELAC moeilijke ogenblikken doorgemaakt, ingevolge de politieke dynamiek gaande in de regio. Wij hebben een  mexicaans voorzitterschap dat hard heeft gewerkt om de CELAC te verstevigen en terug actief te maken. In het kader van de CELAC denk ik dat de stem van Cuba weerklank heeft gevonden. De principesverklaring van mijn president in naam van het Cubaanse volk had terug impact. Eén president, president Lacalle (Uruguay) heeft een poging ondernomen om ons aan te vallen, wat ook de manipulatie van het thema Cuba voorop zet.

Mijn president heeft Lacalle uitgenodigd om later deze onderwerpen te bespreken want wij zijn bereid om erover te praten. Maar de aanwezigheid van onze president, van onze minister van buitenlandse zaken, bewijzen het belang dat Cuba hecht aan de eenheid binnen Latijns Amerika. En dit is niet enkel iets wat alleen Cuba vooropzet, dit heeft te maken met de bolivariaanse geest, met het denken van Martí, met het ideeëngoed van Fidel, van Chavez, dit heeft te maken met het concept van een Latijns-Amerikaanse eenheid die zo belangrijk is voor Latijns Amerika en de Caraïben. Wij mogen de zone van de Caraïben niet opzij laten liggen, zij is ook belangrijk en steunt veel Cuba.

De top van de CELAC was een studiegelegenheid en je hebt terecht de betrekkingen met Mexico vermeld. De president van Mexico heeft ook, op vroegere aangelegenheden, sprekend over het Cubaanse volk, verklaard dat Cuba verdient deel uit te maken van het patrimonium van de mensheid wegens zijn heroïsme en de wijze waarop wij verder het hoofd bieden aan de agressies. En zoals je terecht hebt gezegd is deze houding van Mexico niet nieuw alhoewel sommige presidenten poogden een andere koers te varen.

De houding van de Mexicaanse president ligt vast in een continuiteit, met slechts één geval van breuk van deze traditie van sterke relaties tussen Cuba en Mexico. Het zijn relaties, en ik moet dit zeggen als Cubaanse, die veel te maken hebben met de geschiedenis. Laat ons de sterke band niet vergeten tussen Cubaanse intellectuelen en Mexicanen, laat ons niet vergeten waar Julio Antonio Mella werd vermoord. Er is dus een band, een aanwezigheid van Cuba in Mexico en van Mexico in Cuba. En alle Mexicaanse regeringen, op uitzondering van het geval dat ik vermelde tijdens de top over de financiën en de ontwikkeling, onder druk van de VS, waren  zeer positief over Cuba, het mexicaanse volk houdt van Cuba en de verklaring van de president is een voorbeeld van deze genegenheid en deze integratie.

Inzake de UNO, wij zijn steeds zeer actief geweest in dit kader. Wij vonden er altijd een unieke plaats waar het belangrijk is onze meningen te uiten. Laat ons niet vergeten dat de UNO de meest universele vereniging is. En het is een vereniging waar alle landen vertegenwoordigd zijn. Cuba gaat altijd naar de UNO om onze meningen met respect voor te stellen, op een totale diplomatieke wijze, teneinde het recht te verdedigen van de Cubaanse revolutie en van het Cubaanse volk om te overleven in de verdediging van ons zelfbeschikkingsrecht, want dit recht is ingeschreven in het Handvest van de UNO.

Wij gaan naar de UNO om ons recht te verdedigen te leven zonder blokkade en om geschrapt te worden van de lijst van landen die het terrorisme steunen, om ons recht te verdedigen onze eigen ontwikkelingswijze te bepalen, ons eigen plan voor de economische en sociale ontwikkleing tot in 2030.

Wij gaan er de rechten van de mens verdedigen van het Cubaanse volk, het fundamenteel recht dat de Cubaanse revolutie steeds garandeerde, het recht op het leven. En wij gaan er ook de manipulatie aan de kaak stellen, de valse berichten aan de kaak stellen, de stijgende agressie tegen Cuba ontmaskeren, de wijze te ontmaskeren hoe zij trachten de theorie waar te maken van een zachte staatsgreep in Cuba waarmee zij denken een einde te stellen aan de Cubaanse revolutie.

Wij gaan naar de UNO om er op een diplomatieke wijze te zeggen dat de Cubaanse revolutie niet zal plooien. Dit zijn zaken die Cuba aan de kaak stelt in multilaterale forums en het is in deze forums dat onze president, onze minister van buitenlandse zaken, Cubaanse delegaties, de Cubaanse ambassade bij de UNO Cuba gaan verdedigen. De ambassade bij de UNO is een zeer jonge ambassade met zeer jonge diplomaten, allen geïnspireerd door een basisprincipe, de liefde voor Cuba en de verdediging van de revolutie. Wij zullen er verder aanwezig blijven om Cuba en zijn revolutie te verdedigen.

Regi : Volgens de index van ontwikkeling, jaarlijks uitegeven door de UNO staat Cuba boven China. Kan u uitleggen waarom ?

Ik ben nu een tijdje afwezig uit Cuba. Sinds ik hier ben volg ik deze punten niet meer op, zoals de index in de verslagen over menselijke ontwikkeling, en ik vergelijk ze niet met China of andere landen.

In Cuba is de menselijke ontwikkeling steeds zeer goed geweest, zij schrappen in de resultaten steeds enkele punten die zij manipuleren inzake democratie, beheer en respect van de mensenrechten, maar wij weten van waar deze manipulatie komt. Maar de positie van Cuba in deze index is voor alles de weerspiegeling van de verwezenlijkingen van de Cubaanse revolutie in de cultuur, het onderwijs en de gezondheid. Laat ons niet vergeten dat wanneer de UNO voor de eerste keer de ontwikkelingsdoelstellingen goedkeurde in 2000, dat Cuba toen reeds een groot deel van deze doelstellingen had bereikt.

In de ontwikkelingsagenda 2030, die 16 duurzame doelstellingen bevat, zijn er punten gelinkt aan de menselijke ontwikkeling : de moedersterfte, de kindersterfte, de ziektecijfers, de vrouwentemas. Ik ga hier een voorbeeld citeren, de gelijkheid van de lonen voor een zelfde arbeid. Ik ga niet in détails gaan, maar in talrijke europese landen, sommigen nauw bij ons, bestaat dit niet, dat weet je zeker.

Dus de resultaten van Cuba in de index van menselijke ontwikkeling zijn, ik herhaal het, resultaten  die de verwezenlijkingen van de Cubaanse revolutie weerspiegelen, en van de attentie die de revolutie bracht aan menselijke ontwikkeling en aan het belangrijkste kapitaal dat bestaat, het menselijk kapitaal. Daarom trachten zij onze resultaten te negeren, want zij kunnen dit niet opzij zetten. Zij weten dat de Cubaanse beroepsmensen een hoge ontwikklingsgraad  bereiken… in werkelijkheid is er een talent eigen aan de mens en dit talent is ontwikkeld door de opvoeding en de vorming van de revolutie. Dit maakt dat de index van menselijke onwikkeling van Cuba een weerspiegeling is van de onderwijspolitiek, de wetenschap en de gezondheidszorg, en in het algemeen van elke politiek die de revolutie ontwikkelde sinds de triomf van de revolutie

Anne : Hoe verloopt de relatie tussen Cuba en de Europese Gemeenschap ?

Sinds de goedkeuring in 2016 hebben wij het politiek en samenwerkingsakkoord getekend in december, en in november 2017 het akkoord in zijn tijdelijke toepassing, want de artikels moeten nog goedgekeurd worden door alle landen van de EU. Tot op heden heeft Lituanië niet getekend en de EU kan dus niet overgaan tot de ratificatie, gezien het gaat om een tripartijdig akkoord, tussen Cuba, de EU en haar lidstaten. De ondertekening van het akkoord betekende op zichzelf reeds een wijziging in de betrekkingen tussen Cuba en de EU, die tot dan niet bestonden onder de « gemeenschappelijke houding » toen doorgedrukt door de regering Aznar.

Het akkoord opent dus een nieuwe periode, met 5 politieke dialogen. Wij hebben een politieke dialoog over de rechten van de mens waar wij uitwisselen over de rechten van de mens in Cuba en in de EU. Wij hebben een dialoog over unilaterale maatregelen waar wij spreken over de blokkade, en wij hebben een andere dialoog over de agenda 2030 waarover wij het hadden bij de vorige vragen.

Er bestaat dus een politieke wil van beide partijen om verder te werken op basis van het akkoord,  om onze bilaterale betrekkingen verder te versterken, wetende dat wij verschillende meningen hebben over deze domeinen maar dat beide partijen aanvaarden erover te praten, en ik herhaal het nogmaals, op basis van respect en niet inmenging in interne aangelegenheden. Wij denken dat het akkoord correct moet uitgevoerd worden en dat het gemengd comité en de gemengde raad frekwenter zouden moeten samenkomen : de hoge vertegenwoordiger en de Cubaanse minister van buitenlandse zaken, evenals de vergaderingen van hun samenwerkingscomité en de sectoriële dialoog over energie, milieu, klimaatwijzigingen en landbouw.

Wij wisselen nu uit over wat de andere dialogen zullen zijn. Wij moeten wel bewust zijn dat in het Europees Parlement een groep parlementairen bestaat, vooral Spanjaarden, die nog steeds geloven dat Cuba een colonie is van Spanje en niet begrijpen dat dit eindigde in 1898. Zij voeren een zeer agressieve politiek tegen Cuba en krijgen de steun van andere Europese parlementairen zoals Dita Charanzova die vice-voorzitster is van het parlement en haar afkeer voor de Cubaanse revolutie niet onder stoelen of banken zet.

In het Europees Parlement, nietegenstaande de gemeenschappelijke wil om samen te werken, behandelen deze groepen de kwestie van Cuba met een totaal vooroordeel, zonder objectiviteit. Volgens mij is objectiviteit een principe dat de kiezers verwachten van hun vertegenwoordigers wanneer zij stemmen, en in talrijke gevallen ontbreekt deze objectiviteit volledig. Zij steken niet onder stoelen of banken dat dit een beslissing is die ingaat tegen het akkoord voor een politieke dialoog en samenwerking, tot in de tussenkomsten en de resoluties ontwikkeld door deze krachten. Zij vragen de toepassing van wat zij een democratische cla usule noemen, want zij menen dat Cuba geen democratische staat is. Democratie is een van de onderwerpen die ik graag bespreek, in weinig tijd. Inderdaad, wanneer men spreekt over democratie stel ik de vraag hoeveel landen van de EU een wijziging van de grondwet onderwerpen aan een volksreferendum.

Inzake Venezuela weet ik niet hoeveel verkiezingen zij gehouden hebben, noch hoeveel veranderingen op basis van een referendum. Wanneer een volksreferendum doorgaat, wat is het niveau van de deelname zoals in Cuba en hoeveel wijzigingen worden aangebracht aan de tekst voorgesteld door het parlement ingevolge dit referendum. In ons geval bijvoorbeeld werd ongeveer 85 à 90 % van de voorgestelde tekst aangepast, wij spreken wel over democratie in Cuba. Wij vergeten niet dat met het debat en de goedkeuring van de arbeidscode en de sociale zekerheid ook ongeveer 90 % van het voorstel werd gewijzigd. Een zeer hoog percentage. Is dit democratie of niet ? Over wat gaat het dan ?

Vooropstellen dat Cuba het pact over de economische, sociale en culturele rechten moet respecteren is een misbruik, en zinloos, want als er een domein is waar Cuba vooruitgang boekt, is het wel in de economische, sociale en culturele rechten. Ik zou graag weten wat de mensen hier, in de straat, denken en wiens rechten niet gerespecteerd worden. Cuba heeft meer dan 40 internationale documenten over mensenrechten geratificeerd en in de verdragen is het eerste principe het respect van de zelfbeschikking en de wil van de landen.

Men moet begrijpen dat onze Staat, onze grondwet, de fundamentele wijzigingen die aangepast werden in de grondwet, ook de weerspiegeling zijn van de volkswil, want, ik herhaal, dit document is onderworpen aan de goedkeuring van de bevolking. Het is de wil van de bevolking te beslissen naar wat zij wenst te evolueren inzake burgerlijke en politieke vrijheden, en ik, als Cubaanse, ben vol goedkeuring voor de vooruitgang die wij verwezenlijkten. Ik weet niet in welk land, wanneer een volksvertegenwoordiger, uw vertegenwoordiger, zijn taak niet voldoet de grondwet toelaat hem af te zetten. Graag vergelijk ik ook, als men spreekt over verkiezingen, de deelname. .Om te spreken over democratie moet men een land bekijken zonder vooroordelen en dit is niet het geval als men spreekt over Cuba. Dit is juist wat het europees parlement tracht aan te nemen als richtlijn met als fundamenteel doel de betrekkingen of het akkoord voor een dialoog en samenwerking niet op te volgen.

Ik zou besluiten met de verklaring dat indien de betrekkingen niet gemakkelijk zijn, er themas waren en nog steeds zijn waarover wij over verschillende meningen beschikken. Er was een verklaring van de Hoge vertegenwoordiger namens de EU, betreffende de rellen van 11 juli in Cuba, die de directeur generaal van bilaterale zaken en de minister van buitenlandse zaken, mijn minister, en zelfs de president hebben aangehaald, want de verklaring was totaal misvormd.

Het relaas van de gebeurtenissen houdt geen rekening met wat in Cuba gebeurde, en de verklaring zegt dat er in Cuba problemen zijn van gebrek aan voedingswaren, van geneesmiddelen. Ja, er zijn problemen van gebrek aan geneesmiddelen, ja, er is een probleem van electriciteitsvoorziening. Maar waarom ? Hij geeft geen vermelding over de hoofdoorzaak van de problemen die wij kennen, te weten de blokkade, en hij houdt dus geen enkele rekening met het impact van de blokkade op de fysische en morele personen in Europa, waar de mensen problemen kennen als ze geld willen sturen naar hun familie, bijvoorbeeld. Of voor bedrijven. Pernod-Ricard was slachtoffer van een procedure voor een noordamerikaanse rechtbank ingevolge de toepassing van Titel III van de wet Helms-Burton, een extraterritoriale wet die de fundamentele principes verkracht van de internationale handel en het internationaal recht.

Wij werken verder op basis van de gemeenschappelijke wil onderschreven door de hoge vertegenwoordigers van de EU, onderschreven door mijn president en mijn minister van buitenlandse zaken. Het zijn ook de aanbevelingen die wij kregen als ambassade om verder deze betrekkingen te verdedigen, steeds op basis van de principes van het goedgekeurd en bevestigd akkoord voor een politieke dialoog en samenwerking. Ik maak van deze gelegenheid gebruik om u te zeggen, aan jullie de vereniging van de Vrienden van Cuba, en jullie Europeanen, dat u verder kan rekenenop de ernst van Cuba en de wil om verder te bouwen en te werken op basis van het respect, en te begrijpen dat het gaat om een betrekking van partners met verschillen, maar die de capaciteit hebben om over deze verschillen te spreken. Dit akkoord over de dialoog en de samenwerking is, zoals alles in het leven, een weg met twee richtingen in Cuba en in de EU.

Freddy : Nu we het hebben over democratie en dialoog. Er is een actueel voorbeeld : enkele dagen geleden sprak de Cubaanse pers over het voorstel van nieuwe familiecode, aangehaald bij het debat over de grondwet, en met nu een nieuwe zeer democratische dialoog die op gang komt over deze familiecode. Wat is uw mening over deze debatten ?

Ik maak deel uit van de Cubanen die steeds de goedkeuring van voorgestelde wijzigingen verdedigd hebben wat betreft de koppels van een zelfde sexe. Ik denk dat dit, en zij hebben het gezegd bij de voorstelling van de nieuwe grondwet, het thema is dat de meeste discussies veroorzaakte. Niet enkel omdat de Cubaanse samenleving een machistische gemeenschap is… Zij is dat ook…Maar ook omdat er een intense lobbying was door zekere religieuse groepen, tegen de goedkeuring van de nieuwe grondwet.  

De Cubaanse grondwet is zeer vooruitstrevend. Ik denk dat hij de bevolking de kans gaf een nieuw ogenblik van democratische uitwisselingen te beleven door de aanleiding te zijn van discussie over de familiecode. En naar mijn mening geeft dit een beeld van wat wij nu zien, te weten dat de Cubaanse Staat rekent op zijn bevolking om fundamentele wijzigingen in te voeren in de maatschappij.

De Cubaanse revolutie heeft veel gedaan en hard gewerkt, en er waren vergissingen… er zijn er in elk proces, en men heeft gepoogd ze recht te zetten om de integratie te steunen. De eerste persoon die gans het proces starte over de erkenning van de identiteit wasVilma Espìn, die over deze themas begon te werken. Wij hebben het Centrum voor Sexuele Opvoeding (Cenesex) dat verder werkt over deze problematiek.  Ik heb vertrouwen en goede hoop inzake dit debat over de code, en ik weet dat velen onder ons verder dit recht zullen verdedigen in het kader van ons democratisch recht te debatteren op de wijze die wij beslissen en hoe onze samenleving dit recht reglementeerd. En ik herhaal het, dit debat is een voorbeeld. Een nieuw voorbeeld van democratie in Cuba. En het is geen 

representatieve democratie, onze democratie is deelnemend, want het is de deelname van de bevolking aan de beslissingen van deze democratie. En inzake grondwet vergat ik iets te vermelden, in functie van de grondwet hebben wij een ganse wetgevende agenda om alle wetten complementair aan de grondwet uit te werken, wij werken dus nog steeds verder over deze materie.

Regi : Hoe ziet u de evolutie van de landbouw en de invoer van voedingswaren in Cuba ?

Wij hebben daar een groot probleem en de leiders hebben dit benadrukt. Wij moeten een grote uitdaging het hoofd bieden om onze landbouw te doen werken en een soevereiniteit te bereiken inzake voeding.

Wij nemen een aantal maatregelen, maar wij moeten toegeven dat wij ernstige problemen hadden, hebben en nog hebben in het beheer van de landbouw in Cuba. Wij moeten ook begrip vertonen voor het feit dat bij de overwinning van de revolutie een eerste probleem optrad met talrijke personen van de landbouwstreken die migreerden naar de steden.  En vooral, gezien de revolutie iedereen de kans gaf te studeren, velen zegden « Ik blijf niet op den buiten, ik ga naar de stad ». Dit is geen fenomeen eigen aan Cuba, wanneer men de demografie bestudeerd is dit een gegeven dat overal bestaat. Dit is dus een factor, maar wij moeten ook toegeven dat wij problemen kenden in dit verloop van de ontwikkeling van onze landbouw.

Voor ons is dit een overlevingsnoodzaak, want wij besteden te veel in de import van voedingsmiddelen en wij moeten onze eigen gronden productief maken. Binnen de algemene discussie die heden in het land aan gang is, is dit thema ook in debat.

Ik wens nog iets te zeggen over de beslissingen en de debatten die wij heden voeren. Sommigen zeggen dat in Cuba, ingevolge de opstanden van 11 juli, waarover wij kunnen spreken indien u het wenst, of op een andere gelegenheid, de staat een aantal maatrgelen heeft uitgevaardigd. Dit is fout, dit maakt deel uit van de bestaande manipulatie. Want men moet rekening houden met het feit dat gans dit proces starte bij het einde van het congres van de partij. De opstanden van 11 juli hadden plaats in deze context maar hebben dit proces niet onderbroken.

Nu, het is duidelijk dat de productie van voedingswaren en de verwezenlijking van de alimentaire soevereiniteit een fundamenteel gegeven is en dat de revolutie hier werk moet van maken. Zonder de minste twijfel.

Regi : Ziet men nu reeds vooruitgang over deze materie, kan men dit  vaststellen of is het iets dat voorzien is voor volgend jaar ?

Wel, aangezien ik hier nog ben heb ik daar geen concrete informatie over. Ik zou moeten wachten om volledige info te ontvangen. Ik denk dat tijdens de parlementaire zitting wij info zullen krijgen over de geboekte vooruitgang die, laat ons dit nooit vergeten, lijdt onder het impact, onder de negatieve invloed van de blokkade. Wij ontvangen geen landbouwproducten, geen meststoffen, geen kredieten voor de ontwikkeling van de landbouw. Dat heeft uiteraard een invloed op onze productiecapaciteit. Komt daar bovenop de invloed van de Covid die sommigen verplichte thuis et blijven.

Ik denk dat wij volgend jaar een duidelijker beeld zullen krijgen van de resultaten van de gevoerde politiek. Onze regering volgt dit op in het kader van ons economisch en sociaal ontwikkelingsprogramma, waar deze punten zijn opgenomen. Wij voeren heden ook besprekingen met de EU over een nieuw programma voor de komende jaren, en de voedingssoevereiniteit is één van de fundamentele sectoren waarop wij werken, want de voedingsproblematiek van de bevolking is een punt van overleven van de natie.

Freddy : Een iets meer persoonlijke vraag. Ik herinner mij een gesprek waaruit bleek dat je een onvergetelijke en belangrijke souvenir boekt over uw scholing in de ESBEC (School op het platteland). Ik herinner mij bezoeken in verschillende ESBECS tijdens mijn verblijven in Cuba en ik heb de indruk dat dit voor u zeer belangrijk was.

Inderdaad, ik heb mij ingeschreven in de eerste secundaire basisschool op het platteland. Er was deze secundaire school « Kamp 8 oktober », en daarna werd de school opgericht die toen « Ceiba 1 » werd genoemd en later de school Commandant Che Guevara werd. Ik heb mij ingeschreven omdat het een nieuwe soort school was, ik herinner mij dat ik thuis kwam om erover te praten met mijn vader en mijn moeder, en wat hebben ze mij gezegd ? Mijn moeder zegde mij : « Praat erover met je vader », mijn vader zegde « Praat erover met je moeder ». Uiteindelijk zegde mijn oudere zuster mij : « Maak je niet ongerust, ik zal je aanvraag tekenen ». Ik bekwam mijn inschrijving op 5 januari 1971, nu vijftig jaar geleden. De inhuldiging had plaats op 7 januari en mijn ouders waren uitgenodigd, en natuurlijk was Fidel daar in het kader van een congres van de Internationale Unie van journalisten. Wanneer ik iets minder actief was herinnerde mijn moeder altijd : « Fidel heeft het gezegd, je moet werken ».

Het was een school in dewelke… eerst en vooral was er het concept van de school, de link tussen studie en arbeid, de vorming, wij hadden uitstekende leraren en het was een school die je een stempel opdrukt voor gans het leven. Het is een school waar onze beste gevoelens werden aangewakkerd en versterkt, de liefde voor de revolutie, het enthousiasme voor de wedijver, het gevoel noodzakelijk te zijn, het gevoel deel uit te maken van een mooi project. Later werden andere scholen opgericht. Wanneer Ceiba 2 werd opgericht, ik herinner mij dit nu omdat ik graag danste, je weet dat ik graag dans en ik maakte deel uit van mijn dansgroep. En er was een hevige regenvlaag. Fidel was er, Fidel was er altijd, en Fidel stond in de regen, nat, en een groep heeft gezegd « Als Fidel nat is, zijn wij het ook ». Sommigen zochten bescherming in het gebouw, maar Fidel was door en door nat en wij stonden erbij als natte kiekens.

Dit alles heeft veel te maken met onze opvoeding, met de solidariteitsgeest die geboren werd in Ceiba 1. Cuba is een land van solidariteit, indien Cuba niet solidair was, zouden wij de medische brigades niet kunnen begrijpen, zou je niet begrijpen wat Cuba gedaan heeft voor de solidariteit.. Maar deze solidariteit drukt zich ook uit op persoonlijk vlak, op collectief vlak was Ceiba 1 een uitzonderlijk kader voor de solidariteit in de scholen op het platteland, ik spreek van de mijne… Wij hadden een verbrand blik melk en wij deelden ze met een lepel en wij deelden alles dat wij hadden meegebracht. Ik heb nog steeds veel vrienden van de Ceiba 1 school en zij weten dat ik er steeds ben voor hen en ik weet dat zij er steeds zijn voor mij. Je leeft met je klasgenoten van zondag tot vrijdag en je ontwikkelt een broederlijke band, een gemeenschapsbetrekking, en deze scholen zijn een atelier om betere menselijke waarden te onwikkelen, om ze te vesterken en ik, zie eens hoeveel jaren later, hou nog steeds van mijn school en zal ze verder koesteren. En dit gevoel is niet enkel het mijne, maar dat van vele mensen.

Freddy : Ik ken je grote bewondering voor Fidel. Wat betekende Fidel voor u, in uw carrière, in uw persoonlijk leven, betekenis die deze moet zijn van vele Cubanen ?

Ik zag Fidel als een vader, dit is niet enkel iets dat komt uit de politieke vorming die men krijgt, door de integratie in de maatschappij. In mijn geval komt dit ook, ik ben ervan overtuigd dat dit het geval is voor vele Cubanen, van de familie. Ik herinner mij dat mijn moeder mij zegde dat zij geen communiste was maar een fideliste. Ik heb een huiswerk gemaakt over dit onderwerp. Ik stelde haar de vraag en ik kreeg als antwoord dat het was voor alles wat Fidel voor ons vertegenwoordigde, in haar geval en in het mijne, want ik ben haar dochter. Zij voegde eraan toe, ik kom uit een arme familie, zwarte… dank zij de revolutie ik heb ik niet meer moeten werken om uitgebaat te worden… Mijn moeder was 9 jaar toen ze begon te werken… en nu is alles verschillend.

Wanneer ik klein was… ik stond op en zegde « mijn vader is Fidel en mijn moeder is het vaderland » en mijn moeder zegde « zeg hen u te voeden, hoor je mij, ik ga niet meer koken voor u ». Ik kom uit een dorpje Punta Brava genoemd, op minder dan een kilometer was er een ontwikkelingsproject voor een kwekerij « Niña Bonita » genoemd en Fidel kwam daar regelmatig op bezoek en ik herinner mij als klein meisje dat de mensen er naar toe liepen toen hij kwam.

Ik woonde op het einde van het dorpen … een beetje verder dan mijn huis was er Niña Bonita en de mensen liepen en ik vroeg wat er gaande was… Fidel… en iedereen liep om Fidel te zien en Fidel wisselde uit met de bevolking. Daarna, in mijn school Ceiba 1, was Fidel sterk aanwezig en er waren verschillende gelegenheden om hem te zien, hij sprak en ik was er als voorzitster van de FEEM (Federatie van Studenten van Secundair Onderwijs), enz… Later heb ook zeer mooie anecdotes.

De attenties van Fidel. Toenn ik op de pre-universitaire school was moest mijn moeder naar het hospitaal. Mijn moeder kwam van een zeer arm gezin. Toen ze klein was werd ze aangereden door een wagen maar zij werd nooit naar een arts gebracht, de familie had geen geld genoeg voor een dokter. Mijn moeder heeft altijd last gehad van een zweer op het rechter been en af en toe moest zij naar het hospitaal voor verzorging. Op een dag kwam Fidel naar de school, mijn moeder was juist opgenomen in het ziekenhuis en de directrice van de school voerde mij naar het hospitaal om  mijn moeder te bezoeken. Fidel kwam aan en vroeg aan de directrice waar ik was. Zij melde mijn afwezigheid en toen vroeg hij wat er gebeurde en de directrice gaf hem uitleg.En bij zijn volgend bezoek vroeg hij nieuws aan de directrice « Wat gebeurde er met de familie, hoe gaan zij ? »

En ik herinner mij in New York, waar wij het geluk hadden een ogenblik met hem te delen. Of tijdens de top van Kuala Lumpur… Fidel trof je in uw hart. Ik kan soms  zeer verstrooid zijn en bij het einde van de top vertrok de delegatie in een richting, en ik weet niet waarom maar ik ging in de tegengestelde richting. Eén van mijn collegas riep toen « Norma », en ik kwam terug bij de groep en stopte naast Fidel die mij vroeg « Waar ga je zo naar toe ? », maar met zo een tederheid, want Fidel sprak met zo een tederheid…

Ik werd uitgenodigd voor de 50e verjaardag van Fidel,, ik maakte toen deel uit van de voorhoede van de studenten secundair onderwijs en 50 onder ons, uit gans Cuba, waren uitgenodigd. De verjaardag werd gevierd in een sociaal centrum met een reuzachtige taart. Toen vertelde Fidel over zijn leven, niet enkel voor mij maar voor het ganse gezelschap, maar je voelt dat deze persoon naast u een aanwezige persoon is, die in uzelf aanwezig is, dat zijn zaken die je aanvoelt met Fidel.

Ik had ook ooit de kans hem te zien op het Plein van de Revolutie, ik heb een foto met hem, hij sprak toen met ons. Ik denk dat wij Fidel zo veel lief hebben omdat het een vader is, en zelfs als hij niet je biologische vader is is hij uw gevoelsvader, hij is uw politieke leider, hij is het volk in hetwelke je vertrouwen hebt. De capaciteit van Fidel om over te brengen, om u op te voeden, het feit dat hij ons steeds sprak over veranderingen en ze uitlegde. En ook de moed voelen van Fidel tijdens de gebeurtenissen van de Malecon in 1994 en hij verklaarde : « Ik ga er naar toe ». Fidel is zo veel dingen, het is daarom dat zij meer dan 600 aanslagen op hem gepland hebben, en het is daarom dat zijn tegenstanders trachten zijn persoonlijkheid te vernielen en zijn erfenis te negeren.

Fidel was voor ons ook een voorbeeld van internationalistisch denken, dit gevoel voor de derde wereld, het engagement voor de mensheid. Wij hadden bijgevolg de gewoonte te zeggen dat wij Fidel elke dag nodig hadden. En wanneer ik die mensen zie zonder geheugen, die politiekers en die mensen die denken dat zij een einde kunnen stellen aan de revolutie, dan zeg ik steeds nee, Fidel en zijn erfenis zijn daar en er zijn al diegenen die, zoals ikzelf, de erfenis van Fidel verdedigen, zijn oeuvre, want de Cubaanse revolutie is zijn oeuvre, zij is de verderzetting en kan nooit verloren gaan, het is de revolutie die begon met Céspedes, met de slaven…

Deze revolutie waar Fidel de capaciteit had te verstaan, wanneer de revolutie overwon, dat om vooruit te gaan wij een sociale consensus moesten hebben, een eenheid rond de revolutie, een politieke eenheid. Daarom hebben wij een einde gesteld aan de revolutionaire organisaties en wij een partij hebben opgericht, een partij om de revolutie te leiden, zoals het gebeurde in 1892 toen Martí de Cubaanse revolutionaire partij oprichte, en Fidel beschikte over deze capaciteit. Er bestaat een uitstekend boek van Luis Baez « Suelto por la historia », dat handelt over de bedenkingen en de anecdotes van personen die nauw met Fidel hebben samengewerkt.

Fidel is een militair genie, een strateeg. Cuba voerde de strijd in Cuito Cuanavale die niet enkel leidde naar de onafhankelijkheid van Angola, maar aantoonde dat het zuidafrikaanse leger niet onoverwinbaar was, wat de bevrijding van Namibia mogelijk maakte, dat was Fidel. Fidel was… is en blijft een vader, een geliefde vader en een leider en wanneer ik spirituele leider zeg moet men dit niet benaderen als een religieus feit, maar mijn geest is vol mooie zaken die de revolutie mij gaf en die Fidel mij gaf.

Dank u wel.

INTERNATIONALE  CONTACTEN.

                                                                                                                                 Freddy Tack

De maand september was gekenmerkt door talrijke en belangrijke internationale contacten : een  officieel bezoek aan Mexico, een topvergadering van de CELAC, de algemene vergadering van de UNO en het bezoek aan Cuba van de president van Vietnam.

Cuba – Mexico.

De president van Cuba, Miguel Díaz-Canel Bermudez, was op officieel bezoek in Mexico, uitgenodigd door Andrés Manuel López Obrador, president van Mexico, om deel te nemen aan de vieringen van de onafhankelijkheid van dit land. Tijdens zijn verblijf  heeft Díaz-Canel gerefereerd naar periodes in de geschiedenis die beide landen verenigen en naar Cubanen die bijdroegen aan de onafhankelijkheid van Mexico. Hij bedankte ook Mexico voor de solidariteit en samenwerking met Cuba.

López Obrador citeerde Cuba als voorbeeld van verzet. Voor deze reden zou Cuba moeten verklaard worden als Patrimonium van de Mensheid, verklaarde hij. 62 jaar weerstand zonder zich neer te leggen is ontegensprekelijk een historisch gegeven. « Bijgevolg denk ik dat Cuba de prijs verdient van de waardigheid voor zijn strijd in de verdediging van de soevereiniteit van het Cubaanse volk ».

Mexico heeft de strijd gesteund voor de onafhankelijkiheid van Cuba, heeft politieke vluchtelingen ontvangen zoals José Martí en Julio Antonio Mella, en de revolutionairen die, onder leiding van Fidel Castro, er de ontscheping hebben voorgereid van de Granma die in 1956 Tuxpan heeft verlaten. Mexico is ook het enige land dat zich heeft verzet tegen de uitsluiting van Cuba van de Organisatie van Amerikaanse Staten. Mexico heeft altijd diplomatieke, commerciële en culturele betrekkingen onderhouden met Cuba, en bevestigde een totale afkeuring van de blokkade opgelegd aan Cuba. Recent nog heeft Mexico giften gestuurd met etenswaren en medisch materiaal als steun in de strijd tegen de economische en sanitaire crisis. Mexico maakt ook deel uit van de eerste landen die Cubaanse vaccins tegen de Covid-19 hebben gekocht.

Topconferentie van de CELAC – 18/09/2021.

De vorige topconferentie van de CELAC (Gemeenschap van de landen van Latijns Amerika en de Caraïben) ging door vier jaar geleden, in 2017, en kende een woelige werkingsperiode wegens de heropkomst van rechtse regeringen in Latijns Amerika.

Nietegenstaande enkele afwijkende stemmen, o.a. deze van Uruguay die hevig Cuba, Venezuela, Bolivia en Nicaragua heeft aangevallen, hernam de CELAC een constructive dialoog, zelfs met verschillende standpunten. In zijn « Verklaring van de stad Mexico van 18/09/2021 » herbevestigder de CELAC de noodzaak een einde te stellen aan de economische blokkade tegen Cuba, heeft een fonds opgericht voor de strijd tegen de klimaatveranderingen, nam een gemeenschappelijk standpunt in voor de Conferentie COP 26 van de UNO, richte een sanitaire regelmakend  agentschap op dat voorziet dat, indien een land een nieuw vaccin goedkeurd het in de ganse regio kan gebruikt worden, en keurde de oprichting goed voor een Latijns Amerikaans en Caraïbeaans Ruimte agentschap.

Een meerderheid van de 31 deelnemende landen heeft gepleit voor de ontwikkeling van de solidariteit en de samenwerking om de pogingen tot verdeeldheid tegen te gaan. De eenheid in de verscheidenheid, een concept uitgevaardigd door Raúl Castro, blijft op de dagorde van de gemeenschap.

Vier belangrijke figuren namen deel aan deze bijeenkomst. Alicia Bárcena, secretaris van de CEPAL, bendrukte de noodzaak van de strijd tegen de Covid-19 in gans de regio. Charles Michel, president van de Europese Raad, centreerde zijn tussenkomst op de klimaatveranderingen, de digitale revolutie en de pandemie. Marcel Ebrard, minister van buitenlandse zaken van Mexico, benadrukte de goede resultaten van deze topvergadering. Xi Yinping, leider van China, benadrukte het belang van de samenwerking voor de ontwikkeling van de regio en de betrekkingen met China, wat pleit voor een nieuwe periode van gelijkheid, opening voor een wederzijds welzijn.

Deze topconferentie zal misschien deze zijn van de heropleving van een organisme, door sommigen reeds afgeschreven, met een inzet in de verscheidenheid, de integratie en het regionaal overleg.

Algemene vergadering van de UNO.

Miguel Díaz-Canel, president van Cuba, nam virtueel deel aan de talrijke debatten van de 76e zitting van de Algemene vergadering van de UNO. Bruno Rodríguez, minister van Buitenlandse Zaken was aanwezig in New York en nam deel aan talrijke uitwisselingen en ontmoetingen met collegas van andere landen.

Díaz-Canel nam het woord tijdens het algemeen debat op 20/09, tijdens de herdenking van de 20e verjaardag van de verklaring van het Actieprogramma van Durban (22/09, tijdens de vergadering van de Staatshoofden en regeringsleiders van de Alliantie van kleine eiland-landen (22/09), tijdens het algemeen debat van 23/09 en de uitwisselingen over Voedingssystemen. In één van zijn tussenkomsten verklaarde hij : « Het voortduren van een onjuiste internationale orde, van tientallen jaren imperialistische overheersing, van de uitoefening van een wild liberalisme, van protectionisme en economische afhankelijkheid ingevolge eeuwen colonialisme en neocolonialisme. Ziedaar de werkelijke oorzaken van de onderontwikkeling, van de extreme armoede, van de honger en de uitsluiting ».

Cuba – Vietnam.

Nguyen Xuan Phuc, president van Vietnam, was drie dagen op officieel bezoek in Cuba. Het verblijf was gekenmerkt door een intense agenda bezoeken, vergaderingen en ontmoetingen. Hij had vergaderingen met Raúl Castro, Miguel Díaz-Canel, president, Manuel Marrero, eerste minister en Esteban Lazo Hernandez, president van de Algemene vergadering van de Volksmacht. Een eerbetoon werd geleverd aan José Martí, Ho Chi Minh en Fidel Castro.

Dit bezoek heeft wel een speciaal karakter wegens de vriendschaps- en solidariteitsbanden die de twee volkeren verenigen sinds tientallen jaren. Nguyen Xuan Phuc kreeg het ereteken van de Orde van José Martí, de hoogste decoratie toegekend door Cuba. 

Een ruime delegatie begeleide de president van Vietnam en vergaderingen en uitwisselingen hadden plaats o.a. met Ricardo Cabrisas, vice-eerste minister en Rodrigo Malmierca, minister van buitenlandse handel en buitenlandse investeringen. Talrijke samenwerkingsdomeinen werden besproken : buitenlandse politiek, bouw, planificatie, investeringen, handel en industrie, informatie en communicatie, banksector, nationale verdediging en veiligheid.

Akkoorden werden afgesloten : voor de uitbreiding van de betrekkingen in de bio-farmaceutische sector, een memorandum werd getekend over uitwisselingen van de ervaringen inzake internationale betrekkingen, de investeringen en de handel in de zone van Mariel werden besproken, een akkoord werd bereikt voor de aankoop door Vietnam van 10 miljoen dosissen van het vaccin Abadala tegen de Covid-19, een begeleiding van de economische ontwikkeling in Cuba (o.a. door investeringen) werd bevestigd en een gemeenschappelijke verklaring en diverse samenwerkingsakkoorden werden ondertekend. De minsisters van buitenlandse zaken, Bui Thanh Son en Bruno Rodríguez benadrukten het succes van het bezoek en het belang van de getekende akkoorden.

Op 22/09 vroeg de president van Vietnam, in zijn tussenkomst tijdens de algemene vergadering van de UNO, de opheffing van de economische blokkade tegen Cuba.

Op 25/09 vertrok een eerste levering van het vaccin Abadala naar Vietnam.

Op 05/11 bevestigde Deborah Rivas, vice minister van buitenlandse handel en investeringen, de interesse van Cuba voor Vietnamese investeringen in de industrie, infractsructuren, bouw, transport, landbouw, voeding, hernieuwbare energievronnen en toerisme. Zij bevestigde hierbij dat Cuba alles in het werk zal stellen om gunstige voorwaarden uit te werken voor Vietnamese investering