“Cuba is Cuba, zelfs in een Amerikaanse gevangenis”

“Cuba is Cuba, zelfs in een Amerikaanse gevangenis”

Gerardo Hernández beschrijft een typische dag in de gevangenis

Gerardo Hernández is één van de Cubaanse Vijf, politieke gevangenen in de Verenigde Staten sinds 1998. Hij is veroordeeld tot een straf van tweemaal levenslang plus 15 jaar. Deze kroniek van hem werd op 6 april 2012 gepubliceerd op jorgitoxcuba.wordpress.com . Vertaling: cubanismo.net. correcties en eindredactie: Vrienden van Cuba.

“Eh ‘Cuba’, de cel gaat open”. Woorden waarmee mijn celgenoot mij vroeg elke morgen verwittigt voor de telling. “Allemaal naar buiten”, roepen de bewakers. Bij het nummer 004-58725 antwoord ik elke dag opnieuw “aanwezig”, zoals in een klas van de lagere school bij het doornemen van de aanwezigheidslijst.

Na de telling en het ontbijt ga ik naar een plein waar we verondersteld worden ons te ontspannen. Hier betekent dit een korte wandeling of een babbeltje met een van mijn medegevangenen. In werkelijkheid probeer ik te genieten van het kleine stukje landschap dat ik van hieruit kan zien: een klein dorp, omheind met veiligheidsdraad. Onbewoonde houten huisjes waar niemand binnen mag. Huizen die verlaten zijn omdat ze met giftige stoffen zijn vervuild, waarna de overheid het dorp heeft ontruimd. De gifstof is gevaarlijk en dus mogen de huizen niet afgebroken worden uit angst dat het gif zich zal verspreiden. De lege huizen doen denken aan een spookdorp.

Om op de plaats te komen waar ik mij nu bevind moet je een stoffige weg oversteken te midden een soort woestijn, omringd door bergen. Overdag stijgt de temperatuur tot boven 40° en ’s nachts daalt ze tot onder nul. De missie in Cabinda met zijn onderaardse kampen heeft me niet alleen getraind om het uit te houden in de strafcel, waar ik deze jaren zo dikwijls in beland ben, maar ook om bestand te zijn tegen bruuske temperatuurveranderingen. (nota van de redactie: Gerardo Hernández was in 1989-1990 in Cabinda, Angola, als vrijwilliger bij de Cubaanse strijdkrachten die sinds 1975 met het Angolese leger vochten tegen invasies van het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime en tegen aanvallen gesteund door het Mobutu-regime van Congo-Zaïre.)

Er zijn verscheidene reusachtige torens met telescopen op veilige afstand. De gevangenis is een versterkt complex van verschillende eenheden die op elkaar aansluiten, een soort compacte grijze massa van cement en staal, omheind met dikke draad. Er zijn geen vensters, wat het gevoel van opgesloten te zijn nog versterkt.

Het is al 11 uur en ik heb het signaal om te gaan lunchen nog niet gehoord. Ik heb sinds 6 uur vanmorgen niets meer gegeten.
Het was al tijd, zodra het signaal weerklinkt, vormt zich een lange rij op weg naar de eetzaal.

We moeten ons haasten met eten, want om twee uur worden we opnieuw geteld en naar onze werkplaats gestuurd. Ook deze ligt binnen de gevangenis. We moeten hard werken voor slechts drie of vier dollars. Daar koop ik dan postzegels mee. Het doet me echt plezier post te ontvangen, de brieven geven mij de kracht om door te gaan in deze strijd.

In de eetzaal ga ik gewoonlijk apart zitten, samen met een oude man die al verschillende jaren vastzit, maar ik zie dat mijn plaats al is ingenomen… Ah, dat heb ik niet graag! Het zou wel eens een provocatie kunnen zijn.

De gevangenen gaan in kliekjes samen zitten: de chicano’s (Spaanstalige Noord-Amerikanen, nvdr), de zwarten, de blanken. Als ik geen vijanden wil maken, kan ik bij niemand gaan zitten. Ik zal dus moeten gaan praten met de man die mijn plaats heeft ingenomen.

– Hoor eens, makker, hier zit ik gewoonlijk.
De gevangene reageert niet en eet verder.
– Makker, dit is mijn plaats.
Ik zet mijn dienblad met een klap op de tafel neer. Bij het geluid veren ze allemaal recht uit hun stoel.
Een van de chicano’s vraagt:
– Iets aan de hand, Cuba?
Ik maak gebruik van mijn mentale behendigheid en ervaring om me geen problemen op de hals te halen.
– Nee, nee, nee, hij gaat al weg…
De provocateur is onder de indruk en staat op. Ik heb kunnen voorkomen dat het helemaal uit de hand liep.

Zonder veel uitgerust te hebben grijp ik mijn zak en mijn handschoenen en loop naar dat deel van de gevangenis waar ik het vuilnis moet ophalen. Het is een tamelijk makkelijk maar vermoeiend werkje. Hoe raar het leven soms kan verlopen, een diplomaat die het vuilnis ophaalt!

Ik blijf bezig tot vier uur. Daarna ga ik douchen en eten en tegen zeven uur sta ik in de rij om te telefoneren met de mooiste vrouw ter wereld, mijn vrouw wel te verstaan.

Na een gevecht met de telefoon en de gebruikelijke moeilijkheden waarmee gesprekken vanuit de VS naar Cuba altijd gepaard gaan, slaag ik er toch in haar aan de lijn te krijgen.
– Hallo, hier Adriana.
– Industriales kampioen! (noot van de vertaler: Industriales is een baseballploeg in Cuba).
Het is altijd mijn eerste zin wanneer ik haar opbel. Zij antwoordt:
– Hallo, je bent eraan voor de moeite, Industriales gaat dit jaar helemaal niks winnen.

Wanneer ik denk dat ze gaat huilen, zwans ik een beetje in de hoop haar wat op te beuren en onze penibele situatie even te doen vergeten :
– Weet je, dit weekend kan ik niet met je gaan wandelen, het transport is hier heel slecht.
Zo maak ik haar aan het lachen en heeft ze minder hartzeer.

Na mijn telefoongesprek ga ik boeken en kranten lezen. Daarna breng ik alles in gereedheid voor de volgende dag.

Buiten weer een telling, de laatste van de dag, en na afloop de stem binnen. Weer naar de cel.

Nu ga ik nog even een toneelstukje repeteren dat ik morgen zal opvoeren. Het gaat over een oude man en ik moet de ziekte van Parkinson uitbeelden. Ik loop krom en begin wat te beven. Een bewaker schijnt met zijn zaklamp naar binnen.

– Hé, Cuba, ik heb je betrapt, ik dacht dat je hierop voorbereid was.
– Nee, makker, het is een stukje dat ik morgen ga opvoeren.

Elke avond zeg ik tegen mezelf: weer een dag meer in dienst van mijn vaderland, weer een dag minder hier, ook al heb ik levenslang gekregen. Ik reken op de duizenden vrienden overal ter wereld die ervoor zullen zorgen dat de gevangenisdeuren voor de Vijf zullen opengaan.

Met deze bezigheden hier moet je manieren zoeken om te beletten dat het leven harder wordt en om te kunnen blijven hopen dat we op een dag zullen overwinnen.