Wie zijn De Vijf of Los Cinco ?

Wie zijn De Vijf of Los Cinco ?

Gerardo Hernández, Antonio Guerrero, Ramón Labañino, Fernando González en René González – revolutionaire militanten gekend als de Cubaanse Vijf – werden in 1998 in de Verenigde Staten opgesloten op valse beschuldigingen en veroordeeld tot straffen van 15 jaar tot dubbel levenslang plus 15 jaar.

In de jaren ‘90 waren deze vijf Cubanen op vraag van de Cubaanse regering uitgeweken naar de Ver­enigde Staten en in Florida lid geworden van de contrarevolutionaire Cubaans-Amerikaanse groeperingen die sinds 1959 gewelddadige aanvallen op Cuba uitvoeren met bijna 3.500 dodelijke slachtoffers. De Vijf gaven aan de Cubaanse overheid informatie door over deze organisaties en hun plannen.

Gerardo Hernández, Antonio Guerrero en Ramón Labañino zitten nog altijd in de gevangenis. René González en Fernando González keerden in mei 2013 en februari 2014 terug naar Cuba na het uitzitten van hun straf. Ze nemen nu deel aan de internationale campagne voor de vrijlating van de andere drie.

Een ineengestoken politiek proces

De Vijf werden in september 1998 aangehouden. Het FBI (Amerikaanse federale politie) kondigde aan dat het een “Cubaans spionagenetwerk” ontmaskerd had in Florida. Het was evenwel duidelijk dat de Cubanen geen staatsgeheimen ontvreemd hadden en ze zijn ook nooit voor spionage aangeklaagd. Pas toen na weken ondervraging bleek dat de Vijf niet zouden breken en “meewerken” tegen Cuba, werden drie van hen aangeklaagd voor “samenzwering om spionage te plegen”, alle vijf voor kleinere inbreuken, en, 8 maand later, Gerardo Hernández bovendien voor “samenzwering om moorden te plegen”.

In 2001, na een ineengestoken proces in Miami, verklaarde een jury de Vijf schuldig aan alle aanklachten. Daarna veroordeelde de rechter Gerardo Hernández, Antonio Guerrero en Ramón Labañino tot levenslange opsluiting voor “samenzwering voor spionage”, Hernández tot een tweede levenslange straf voor “samenzwering voor moord”, en alle vijf tot gevangenisstraffen tussen 10 en 19 jaar voor inbreuken zoals “samenzwering om zonder registratie op te treden als buitenlandse agent”. Ramón Labañino verklaarde in de rechtszaal op de dag van zijn veroordeling: “Ik zal het gevangenisuniform dragen met eergevoel en trots (…). Dit proces is een politiek proces geweest en dus zijn we politieke gevangenen.”

Wie zijn de Cubaanse Vijf?

De vijf mannen zijn tussen 1956 en 1965 geboren. René González en Antonio Guerrero zijn in de Verenigde Staten geboren in Cubaanse arbeidersfamilies die later naar Cuba terugkeerden omdat ze de revolutie van 1959 steunden. De moeder van Ramón Labañino was actief in de revolutionaire beweging in Cuba vóór de revolutie. Alle vijf hebben ze, eerst in hun studentenjaren en dan tijdens hun beroepsleven, een vlekkeloze staat van dienst als militanten in de verdediging van Cuba’s socialistische revolutie, maar ook in de wereldwijde strijd tegen imperialistische overheersing.

Voordat ze in de jaren ’90 hun opdracht in de Verenigde Staten aanvaardden, hadden René González, Fernando González en Gerardo Hernández al een internationalistische missie in Angola vervuld. Ze behoorden er tot de 375.000 Cubaanse vrijwilligers die van 1975 tot 1991 aan de kant van de Angolese regering vochten tegen het leger van het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime. De Verenigde Staten steunden de Zuid-Afrikaanse invasie van Angola. De Cubanen en Angolezen behaalden in 1988 een beslissende militaire overwinning.

Hierover zei Nelson Mandela: “De Cubaanse internationalisten hebben aan de onafhankelijkheid, vrijheid en rechtvaardigheid in Afrika een bijdrage geleverd, ongeëvenaard in zijn beginselvastheid en belangeloosheid. (…) De verpletterende nederlaag van het racistische leger in Cuito Cuanavale was een overwinning voor heel Afrika!”

Wat betreft hun inzet voor de zaak van de revolutie zijn de Vijf niet verschillend van miljoenen andere Cubaanse mannen en vrouwen. Zoals Antonio Guerrero het uitdrukte in een interview in 2008: “[Je moet de Vijf niet] zien in een ander licht dan de miljoenen landgenoten die elke dag alles geven voor de revolutie en die in onze plaats hadden kunnen zijn en net op dezelfde manier zouden gehandeld hebben. We zijn niet meer dan Cubanen van deze tijd, revolutionairen van deze tijd.”

Achter de gevangenismuren zetten de Cubaanse Vijf zo veel als mogelijk hun revolutionaire activiteiten voort. Ze zijn politiek actief in hun eigen verdedigingscampagnes en ze hebben ook hun solidariteit betuigd met Amerikaanse arbeiders die in stakingen en andere strijd verwikkeld zijn. De Vijf verdedigen de Cubaanse revolutie bij hun medegevangenen en delen de politieke boeken en tijdschriften die ze ontvangen. Ze studeren en geven les aan medegevangenen. Antonio Guerrero leerde met de hulp van medegevangenen tekenen en schilderen. Zijn werken werden sinds 2010 in verschillende Amerikaanse en Europese steden tentoongesteld, evenals de politieke spotprenten die Gerardo Hernández tekent.

Behandeling in de gevangenis

Voor hun proces werden de Cubaanse Vijf 17 maanden in eenzame opsluiting gehouden. Sinds hun veroordeling in 2001 zaten de Vijf gescheiden in vijf verschillende gevangenissen op duizenden kilometers van mekaar en werden ze jarenlang onderworpen aan het strengste gevangenisregime.

In februari 2003, naar aanleiding van de Amerikaanse invasie van Irak, werden ze alle vijf een maand in isoleercellen gezet, volgens het Ministerie van Justitie wegens een “risico voor de nationale veiligheid.”

Herhaaldelijk worden ze voor kortere periodes gestraft. Zo werd in de zomer van 2010 Gerardo Hernández gedurende 13 dagen in een strafcel met afschuwelijke omstandigheden gezet, tot een internationale campagne de gevangenisadministratie bakzeil heeft doen halen.

Men maakt het de gevangenen dikwijls moeilijk om bezoek te ontvangen, zelfs van hun naaste familieleden. René González werd in de gevangenis tien jaar lang elk bezoek van zijn vrouw ontzegd en zes jaar lang van zijn dochter. Aan Adriana Pérez, de echtgenote van Gerardo Hernández, weigert de Amerikaanse overheid sinds de arrestatie van haar man in 1998 een visum te verlenen om hem te bezoeken.

Miljoenen werkende mensen in de VS en wereldwijd, die gelijkaardige ervaringen hebben met kapitalistische justitie en gevangeniswezen, zullen dit alles niet zo verwonderlijk vinden als ze de kans krijgen te vernemen wat de Vijf sinds 1998 doormaken.

Hardnekkige haat en geweld tegen de Cubaanse revolutie

Met de veroordeling, blijvende opsluiting en slechte behandeling van deze vijf Cubanen wil de Amerikaanse staat Cuba straffen voor de socialistische revolutie die er plaatsgreep en de Vijf omdat ze militanten zijn van die revolutie.

In de Cubaanse revolutie namen de werkende mensen vanaf 1959 de politieke macht over, onteigenden de buitenlandse en de Cubaanse grootgrondbezitters en kapita­listen, en vormden de maatschappij om in het voordeel van de arbeidende meerderheid. De VS-regering be­schouwt dat als “het slechte voorbeeld geven” aan al wie waar ook ter wereld tegen uitbuiting en onderdrukking vecht.

Om dezelfde reden blijven ook de Belgische, Nederlandse en andere Europese regeringen Cuba vijandig gezind.

“De grootste ‘misdaad’ van Cuba is zijn verlangen geweest een soeverein en onafhankelijk land te zijn. (…) Herinner u dat [de Verenigde Staten] eigenaars waren van de casino’s, de industrie, de beste landbouw­gronden; ze waren praktisch eigenaar van het land. Dat is in 1959 op­gehouden, iets wat ze ons niet vergeven.” legde Gerardo Hernández uit in een telefonisch interview met een Amerikaans onderzoeker in 2009.

Economische strafmaatregelen vanaf 1960; een mislukte invasie van Cuba in de Varkensbaai in april 1961; een totale blokkade en dreiging met kernoorlog in oktober 1962; allerlei gewelddadige operaties in Cuba van de Amerikaanse geheime dienst CIA waaronder biologische aanvallen; en een nu al meer dan 50 jaar durend handelsembargo, in feite een economische oorlog, waren het antwoord van de VS op de Cubaanse revolutie. Het opleiden, bewapenen en financieren van Cubaanse contrarevolutionairen om terreuraanslagen en sabotageacties te plegen maakt een integraal deel uit van deze politiek.

De Vijf gaven tijdens hun proces uitgebreide informatie over de aanvallen op Cuba uitgevoerd van op Amerikaans grondgebied door de Cubaans-Amerikaanse organisaties die ze in het oog hielden. De verdediging legde ook uit hoe de Amerikaanse regering uitvalsbasissen ter beschikking gesteld heeft van deze organisaties en weigert ook maar de minste maatregelen te nemen om een eind te stellen aan hun activiteiten, waarvan vele de Amerikaanse wet overtreden.

Deze grotendeels onbestrafte misdaden omvatten onder andere een bomaanslag in oktober 1976 op een Cubaans lijnvliegtuig waarbij 73 doden vielen; een reeks bomaanslagen tegen hotels en toeristische locaties op Cuba in 1997; moordpogingen op Cubaanse leiders zoals een aanslag op Fidel Castro in 2000 in Panama; en moorden in Miami en elders op tegenstanders van de VS-politiek tegenover Cuba.

Neerschieten van contravliegtuigen

De draconische straf van dubbel levenslang plus 15 jaar werd Gerardo Hernández opgelegd onder andere voor “samenzwering om moorden te plegen” op de piloten van twee contrarevolutionaire vliegtuigen die de Cubaanse luchtmacht op 24 februari 1996 in het Cubaanse luchtruim neergeschoten had. Na 25 provocatieve vluchten boven Cuba in een tijdsspanne van 2 jaar, en systematische weigeringen vanwege de piloten om gevolg te geven aan de waarschuwingen, heeft deze actie van de Cubaanse regering om zijn soevereiniteit te verdedigen een eind gesteld aan die aanvallen.

De openbare aanklager beweerde op het proces, tegen beter weten in, dat Hernández bij het neerschieten van de vliegtuigen betrokken was. De volledige tekst van de door hem geciteerde communicatie tussen Hernández en Cuba, die duidelijk maakt dat die helemaal niet over de contrarevolutionaire vluchten ging, was, zoals vele andere door het openbaar ministerie gebruikte stukken, “staatsgeheim” verklaard zodat de verdediging en de jury ze niet konden inzien. Ook werden satellietbeelden die aantonen dat het incident binnen het Cubaanse luchtruim plaatsvond, niet vrijgegeven op het proces of daarna.

Toch werd Hernández veroordeeld op basis van deze beschuldiging zonder voorgaande. “Nooit voorheen werd een strafrechtelijke aanklacht tegen een individu [in de VS] gestoeld op een daad van een soevereine staat die zijn grondgebied verdedigt,” verklaarde Leonard Weinglass, een advocaat van de Vijf. “Hernández was op geen enkele wijze betrokken bij het neerschieten van de twee toestellen.”

Beroepsprocedures en eerste overwinning

Voor en tijdens het proces in 2001 weigerde de rechter in te gaan op herhaalde verzoeken om de rechts­zaak buiten Miami te laten plaatsvinden. De verdediging pleitte dat het niet mogelijk was een eerlijk juryproces voor een dergelijke zaak te bekomen in die stad, gezien de invloed van tegenstanders van de Cubaanse revolutie en de mediacampagne die de beklaagden al schuldig verklaard had en gebrandmerkt als “spionnen”. Juryleden werden publiek onder druk gezet en verklaarden achteraf aan de pers dat ze schrik hadden voor wat er met hen kon gebeuren als ze de beklaagden zouden vrijspreken.

Het Hof van Beroep in Atlanta oordeelde in 2005 dat het proces van 2001 inderdaad om die reden oneerlijk was geweest en beval een nieuw proces. Maar in 2006 herriep het Hof dit vonnis na een hoogst ongewone verzetsprocedure ingespannen door de regering.

De Vijf tekenden tegen hun veroordelingen ook beroep aan op basis van andere onregelmatigheden in het oorspronkelijke proces, zoals het gebrek aan bewijs voor “samenzwering”. In 2008 wees een andere kamer van hetzelfde Hof in Atlanta dit beroep ten gronde af, maar beval aan de oorspronkelijke rechter in Miami om voor 3 van de 5 de strafmaat te herzien.

In 2009 weigerde het Opperste Gerechtshof van de VS de zaak te behandelen. De minister van Justitie van de regering Obama had negatief geadviseerd. Nochtans waren bij het verzoek van de Vijf een groot aantal steunverklaringen gevoegd van prominente persoonlijkheden, waaronder 10 Nobelprijswinnaars.

Nog in 2009 verminderde de rechter in Miami Fernando González’ straf van 19 jaar tot 17 jaar en 9 maanden. Hij kwam vrij in 2014 rekening houdend met een automatische strafvermindering voor goed gedrag. De levenslange straffen van Antonio Guerrero en Ramón Labañino werden omgezet tot 21 jaar en 10 maanden en tot 30 jaar. Hun vrijlating uit de gevangenis is voorzien ten vroegste in 2017 en in 2024, waarna nog een periode van gerechtelijk toezicht volgt. De dubbele levenslange straf voor Gerardo Hernández, zonder mogelijkheid tot vervroegde vrijlating, blijft ongewijzigd.

De procureur verklaarde tijdens de zittingen in 2009 dat ze hoopte dat de strafverminderingen “de betwistingen” en “het rumoer” rond de zaak zouden bedaren — een duidelijke aanwijzing dat de staat de druk voelt van de groeiende steun voor de Vijf. Gerechtigheid is met deze strafverminderingen niet geschied, maar na 11 jaar was het wel een eerste overwinning in de strijd voor de vrijlating van de Vijf.

Vanaf 2010 hebben Gerardo Hernández, Antonio Guerrero en Ramón Labañino hun laatst mogelijke gerechtelijke procedure opgestart, gekend als ‘habeas-corpusmotie’. Dit is een bijzondere beroepsprocedure die men kan inspannen om een nieuw proces te bekomen wanneer na het oorspronkelijk proces en het aantekenen van beroep nieuwe feiten aan het licht komen. In de zaak van de Vijf gaat het onder andere om het feit, ontdekt in 2006, dat tijdens het proces in 2001 de overheid talrijke journalisten betaalde om voor de media van Miami reportages te maken met uit de lucht gegrepen wilde beschuldigingen tegen de Vijf en tegen Cuba en zo de jury te beïnvloeden. Een procedure is aan de gang om over die financiering meer informatie los te krijgen. Ook is een rechtszaak bezig om de VS-regering te dwingen zijn satellietbeelden van het luchtincident van 1996 vrij te geven, hetgeen eveneens een bijkomend element zou zijn voor de eis tot een nieuw proces. Het blijft evenwel onzeker of de Vijf ooit een nieuw proces krijgen. De Amerikaanse president kan wel op elk ogenblik beslissen hen in vrijheid te stellen.

Help mee om een jury van miljoenen mensen bijeen te brengen !

Het is dus duidelijk dat om de drie overblijvende gevangenen vrij te krijgen, ruchtbaarheid en solidariteit de doorslag zullen geven. Zoals Gerardo Hernández het stelde: “Enkel als we een jury van miljoenen mensen kunnen bijeenroepen, zal gerechtigheid geschieden.”

Doe mee met de campagne! Je kan informatie verspreiden bij vrienden en collega’s, in je school, wijk, vakbond of vereniging. Je kan samen deelnemen aan protestacties.

Om infomateriaal te bekomen zoals folders, boeken, DVD’s,…; om aan informatievergaderingen over de Vijf deel te nemen of sprekers uit te nodigen, kan je contact opnemen met de Vrienden van Cuba : contact.

spotprent

“Cuba is niet te pruimen” – spotprent getekend door Gerardo Hernández (1 van de Vijf) in de gevangenis in 2003