Werelderfgoed op Cuba

Werelderfgoed op Cuba

werelderfgoedfoto

Wist u dat Cuba intussen reeds 9 keer vertegenwoordigd is op de werelderfgoedlijst van Unesco ? Iedereen die Cuba bezocht heeft – en misschien ook wel wie dit niet gedaan heeft – weet uiteraard dat het oude centrum van Havana op die culturele hoogvliegerslijst staat, alsook het pittoreske Trinidad. Dat er nog 7 andere stekken op Cuba op de lijst figureren is heel wat minder geweten. Even overlopen.

Uiteraard was het oude centrum van Havana samen met de forten van de stad de eerste culturele topper die op de Unesco-lijst werd geplaatst. 1982 was dat. Sindsdien is er heel wat veranderd in het koloniale stadsgedeelte. Heraanleg van straten en pleinen, restauratie van gebouwen, stadsplanning met het oog op het re-creëren van de sfeer van weleer. Sommigen vinden het schitterend, anderen vinden het allemaal iets te kunstmatig worden; niettemin kan niemand ontkennen dat het oude maar levendige centrum van Havana een prachtig koloniaal decor is waar het bruisende leven van de “Habaneros” perfect zijn plaats in kan vinden.

In 1988 was het de beurt aan Trinidad. Dit pittoreske stadje aan de zuidkust van Cuba liet zich opmerken door een bijna ongewijzigd uiterlijk sinds de bloeiperiode van de suikerbaronnen (1850-1890). Kasseien straatjes, gekleurde gevels, weinig gemotoriseerd verkeer, 18de- en 19de-eeuwse herenhuizen, decoratief smeedijzerwerk aan ramen en deuren, Trinidad had alles en nog veel meer om elke liefhebber van historische architectuur en sfeer in vervoering te brengen. Het kon dan ook niet lang wegblijven van de lijst van werelderfgoed.

Bijna tien jaar lang bleef het hierbij. In 1997 kwam er een derde stukje erfgoed bij. Het fort van San Pedro de la Roca, in de volksmond El Morro, in Santiago. Samen met het Morro-fort van Havana en een gelijkaardig militair bouwwerk op Isla Margarita (Venezuela) is dit één van de grote verwezenlijkingen van de Italiaanse militaire architect Antonelli. Het fort is gelegen op een hoge klip, uitkijkend over de Caribische Zee, de baai van Santiago en de bergen van de Sierra Maestra. De ligging is dan ook uniek. Het huisvest tevens het museum van de piraterij, een fenomeen dat op Cuba een grote rol speelde tijdens de koloniale periode.

In 1999 werd het lijstje verder uitgebreid. Dit keer niet met cultureel werelderfgoed, maar met natuurlijk werelderfgoed, een tweede categorie op de Unesco-lijst. Het nationaal park Desembarco del Granma, in het uiterste zuidwestelijke puntje van de provincie Granma in oostelijk Cuba, werd als eerste natuurlijk erfgoed op de lijst geplaatst. Het is een gebied dat een unieke fauna herbergt, gaande van verschillende gigantische cactussen tot tropische planten, ontelbare vogelsoorten en een  kalkstenen ondergrond waarin ondergrondse riviertjes verschillende gangen en grottenstelsels creëerden. Verschillende uitgestippelde wandelingen kunnen er gemaakt worden onder leiding van deskundige lokale gidsen. Uiteraard bevindt zich binnen het gebied ook de plaats waar het Granma jacht in 1956 strandde en waar Fidel met zijn kompanen de guerrilla begon. Een klein museum geeft tekst en uitleg. Ernaast staat tevens een kopie van de Granma (origineel in Havana).

Nog in 1999 plaatste men de befaamde Viñales-vallei op de lijst. Alweer een uniek stukje Cubaanse natuur dat samen met het culturele aspect van het verhaal van de Cubaanse tabak en de Cubaanse sigaar een niet te missen plekje van het eiland vormt. De bizar gevormde karstheuvels, de subtropische begroeiing, de felrode kleur van de lokale ondergrond, de unieke manier van tabaksteelt en de nog steeds grotendeels manuele productie van sigaren maken van deze regio een pareltje.

In 2000 kwam opnieuw het oosten van Cuba aan bod. Op de lijst werd dit keer het geheel geplaatst van archeologische resten van koffieplantages in Oost-Cuba, in de voetheuvels van de Sierra Maestra-bergen. Deze resten laten zien hoe in de 19de en de vroege 20ste eeuw een specifieke vorm van landbouw werd geïntroduceerd op een moeilijk bebouwbaar terrein, gebruik makend van de omgeving. Elders in de wereld zijn de sporen van dergelijke vroege landbouw in regenwoudgebied grotendeels verloren gegaan.

In 2001 kreeg een tweede nationaal park een plaats in de lijst van natuurlijk werelderfgoed: nationaal park Alejandro de Humboldt, aan de noordkust van de provincie Guantanamo. Ook hier gaat het om een uiterst gevarieerd gebied waarin zowel een stuk kust, een deel mangrovegebied als een deel bosgebied is vertegenwoordigd. Het park biedt de mogelijkheid om verschillende wandelroutes te proberen, alsook om boottochten te maken in het mangrovegebied.

Het lijstje met Cubaans werelderfgoed werd in 2005 verder uitgebreid met het historische centrum van Cienfuegos en in 2008 met het historische centrum van Camagüey, voorlopig de laatste in de rij. Cienfuegos wordt meestal kort bezocht onderweg van en naar Trinidad maar biedt de bezoeker niettemin een mooi en net gehouden centrum waar meerdere 19de-eeuwse huizen een elegant decor vormen. Camagüey op haar beurt laat – net als het veel drukker bezochte Trinidad – een prachtige koloniale binnenstad zien met een aantal unieke pleinen, talrijke kerken en spatieuze herenhuizen.

Een (voorlopige ?) lijst die alvast laat zien dat de geïnteresseerde bezoeker op Cuba veel meer op zijn programma kan plaatsen dan zon, zee en strand.