“Fidel heeft zijn leven gewijd aan de solidariteit”

“Fidel heeft zijn leven gewijd aan de solidariteit”

Volgende woorden sprak president Raúl Castro op de massabijeenkomst van 29 november 2016 op het Plein van de Revolutie in Havana. Honderdduizenden Cubanen namen deel aan dit eerbetoon aan de historische leider van de Cubaanse revolutie, Fidel Castro, die op 25 november overleed.

Waarde staatshoofden en regeringsleiders; Heren delegatieleiders; Vooraanstaande personaliteiten; Vrienden allemaal; Beste volk van Cuba (applaus)

Het zal aan mij toekomen om de slottoespraak te houden op 3 december, wanneer we zullen samenkomen op het Antonio Maceoplein van de Revolutie in Santiago de Cuba. Toch wil ik nu al uitdrukking geven, in naam van ons volk, onze partij en onze regering, en ook van de familie, aan onze oprechte dankbaarheid voor uw aanwezigheid hier (applaus), voor de ontroerende woorden die we hier gehoord hebben en ook voor de talloze buitengewone betuigingen van solidariteit, aanhankelijkheid en respect die we uit de hele wereld ontvingen in dit ogenblik van pijn en engagement.

Fidel heeft zijn hele leven gewijd aan de solidariteit. Hij stond aan het hoofd van een socialistische revolutie “van de kleine mensen, door de kleine mensen en voor de kleine mensen”, een revolutie die een symbool geworden is van de antikoloniale strijd, van de strijd tegen de apartheid en tegen het imperialisme, voor de emancipatie en de waardigheid van de volkeren.

Fidel heeft zijn hele leven gewijd aan de solidariteit. Hij stond aan het hoofd van een socialistische revolutie “van de kleine mensen, door de kleine mensen en voor de kleine mensen”, een revolutie die een symbool geworden is van de antikoloniale strijd, van de strijd tegen de apartheid en tegen het imperialisme, voor de emancipatie en de waardigheid van de volkeren.

Zijn zinderende woorden weergalmen vandaag op dit plein zoals op de massabijeenkomst van boeren op 26 juli 1959 om de landhervorming te steunen, waarmee de revolutie de Rubicon overstak en waarvoor ze ter dood veroordeeld werd. Hier was het dat Fidel aankondigde: “We gaan door met de landhervorming!” En we hebben ze uitgevoerd. Vandaag, 57 jaar later, eren we de persoon die ze uitgedacht en geleid heeft.

Op deze plaats, samen met hem, stemden we om de Eerste en Tweede Verklaringen van Havana goed te keuren, in 1960 en 1962 (applaus). Geconfronteerd met agressie gesteund door de Organisatie van Amerikaanse Staten, riep Fidel uit dat “achter het vaderland, achter de banier van de vrijheid, achter deze bevrijdende revolutie… een waardig volk staat” bereid om zijn onafhankelijkheid te verdedigen en “de gemeenschappelijke bestemming van een bevrijd Latijns-Amerika”.

Ik was [in 1960] bij Fidel in het gebouw [hiernaast] dat nu het Ministerie van de Strijdkrachten huisvest, toen we de ontploffing hoorden van het Franse schip La Coubre, het schip dat de eerste en enige wapens bracht die we in Europa konden kopen. We liepen naar de kaaien, want we wisten dat zo’n ontploffing enkel kon komen van het schip waar die wapens gelost werden. We hielpen de slachtoffers en toen, enkele minuten na onze aankomst, als een dodelijke valstrik, was er een tweede ontploffing. De twee samen veroorzaakten 101 doden en vele gewonden.

Op deze plaats, in december 1961, kondigden we samen met Fidel aan dat Cuba een Land Vrij van Analfabetisme was (applaus), op het einde van de alfabetiseringscampagne uitgevoerd door meer dan 250.000 leraars en studenten. 

Die campagne is niet onderbroken terwijl hetzelfde jaar veteranen van het Rebellenleger en de pasgeboren Revolutionaire Nationale Milities in Playa Girón [de Varkensbaai] de huurlingen bestreden en in de bergstreken gewapende bendes die er vanuit het buitenland binnengesijpeld waren en talrijke schanddaden pleegden, waaronder de moord op 10 jonge alfabetiseerders. We behaalden de overwinning in Girón. Tegelijk vervulden we de belofte dat het hele land zou leren lezen en schrijven, om te verzekeren, zoals Fidel het toen uitdrukte, dat “de jongeren een toekomst in hun handen hebben”.

Met diepe ontroering aanhoorden we de opperbevelhebber op dit plein, op deze zelfde plaats, tijdens de plechtige wake van oktober 1967 ter ere van de onvergetelijke commandant Che Guevara. We kwamen hier terug 30 jaar later, tijdens de moeilijkste momenten van de Speciale Periode, om bij het stoffelijk overschot van Che ons ertoe te verbinden zijn onsterfelijk voorbeeld te volgen.

Geschokt en verontwaardigd woonden we de rouwplechtigheid bij voor de 73 mensen vermoord door het staatsterrorisme dat [in oktober 1976] in Barbados het vliegtuig van Cubana de Aviación opblies. Bij de doden de jonge winnaars van alle gouden medailles op het Kampioenschap Schermen van Centraal-Amerika en de Caraïben. Bij die gelegenheid herhaalden we met hem: “Als een energiek en viriel volk weent…” (uitroepen van “Beeft het onrecht!”), juist: “Beeft het onrecht!” (applaus)

Dit is het plein van de grote 1-meibetogingen van de hoofdstad; van de betoging van 1996 tegen de blokkade en de wet Helms-Burton, die er nog altijd is; van de enorme optocht van 1999 en van de Vrije Tribune van de Jeugd, de Studenten en de Werkers van 2000, waar Fidel zijn opvatting over de revolutie uiteenzette, een opvatting die deze laatste dagen door miljoenen Cubanen onderschreven is in een plechtige wilsuiting (applaus).

Dit is de plaats waar we samengekomen zijn om de beslissingen te steunen van onze congressen van de Communistische Partij van Cuba.

In dezelfde geest is het volk de laatste dagen hierheen gekomen, met een grote deelname van jongeren, om uit de grond van zijn hart eer te betonen en trouw te zweren aan de ideeën en het levenswerk van de Opperbevelhebber van de Cubaanse Revolutie. (applaus)

Beste Fidel:

Naast het monument voor José Martí, onze nationale held en intellectueel auteur van de aanval op de Moncadakazerne, zijn we gedurende meer dan een halve eeuw bijeengekomen in ogenblikken van buitengewone pijn, of om onze martelaren te eren, onze idealen af te kondigen, onze symbolen te herdenken en het volk te raadplegen over belangrijke beslissingen. Precies op deze plaats, waar we onze overwinningen vieren, zeggen we jou samen met ons opofferingsbereide, strijdlustige en heldhaftige volk: Altijd voorwaarts naar de overwinning! (uitroepen van “Altijd!”, applaus, uitroepen van “Leve Fidel!” “Leve Raúl!”)

Hieronder volgt de tekst van de toezegging die miljoenen Cubanen getekend hebben, gebaseerd op een toespraak van Fidel Castro op een massabijeenkomst op 1 mei 2000.

Revolutie betekent een besef van de geschiedenis hebben. Het betekent alles veranderen wat moet veranderd worden. Het betekent volledige gelijkheid en vrijheid. Het betekent behandeld worden en anderen behandelen als menselijke wezens. Het betekent bevrijding bereiken door onszelf en door onze eigen inspanningen. Het betekent machtige, overheersende krachten uitdagen binnen en buiten onze maatschappij en natie. Het betekent de waarden verdedigen waar we in geloven, kost wat kost. Het betekent bescheidenheid, zelfverloochening, zelfopoffering, solidariteit en heldhaftigheid. Het betekent strijden met stoutmoedigheid, verstand en realisme. Het betekent nooit liegen of morele principes geweld aandoen. Het betekent een diepe overtuiging dat geen macht in de wereld de kracht van waarheid en ideeën kan verpletteren. Revolutie betekent eenheid. Het betekent onafhankelijkheid. Het betekent vechten voor onze dromen van rechtvaardigheid voor Cuba en voor de wereld, wat de grondslag is van ons patriottisme, ons socialisme en ons internationalisme.

Reacties zijn gesloten.