BELANGRIJKSTE KENMERKEN VAN HET ONTWERP VAN NIEUWE GRONDWET.

BELANGRIJKSTE KENMERKEN VAN HET ONTWERP VAN NIEUWE GRONDWET.

Freddy Tack – September 2018

Sinds 13 augustus is gans Cuba in de weer voor de volksraadpleging over het ontwerp van een nieuwe grondwet. Het ontwerp werd opgesteld door een werkgroep, voorgezeten door Raúl Castro, sinds 13 mei 2013, na de oprichting ervan door het Politiek Bureau van de Communistische Partij van Cuba (PCC). In juli werd het ontwerp voorgelegd aan het parlement, en na enkele aanpassingen is het nu onderhevig aan een volksraadpleging.

Waarom de grondwet wijzigen ?
De laatste jaren kende het land belangrijke socio-economische ontwikkelingen, en het werd nodig de grondwet aan te passen en er de ingevoerde aanpassingen in op te nemen. Het ontwerp houdt

rekening met de akkoorden goedgekeurd tijdens het VI en VII Congres van de PCC, en men heeft hiervan gebruik gemaakt om een nieuw ontwerp op te stellen in een beter gestructureerde tekst, met de invoering van wijzigingen die al een tijdje ter studie lagen, en om er  rechten in op te nemen die Cuba de laatste jaren heeft erkend in verschillende internationale akkoorden en protocols.

De referenties voor het nieuw ontwerp.
De werkgroep nam als basis verschillende referenties : het politieke ideeëngoed van Fidel Castro, de toespraken en richtlijnen van Raúl Castro, de definitie van het Cubaans economische en sociaal model voor een socialistische ontwikkeling, het nationaal economische en sociaal  ontwikkelingsplan tot de horizon 2030, de oriënteringen van de Partij en van de Revolutie, de werkplannen van de PCC aangenomen tijdens de Eerste Nationale Conferentie.

Studies werden verricht over andere grondwetten, zoals deze van Venzuela, Bolivia en Ecuador, onder de meest vooruitstrevende van Latijns Amerika, evenals deze van China en Vietnam, en  grondwettelijke teksten van andere landen.
Ook de grondwettelijke geschiedenis van Cuba werd in acht genomen tijdens de studie, o.a. de grondwet van 1940, de Basiswet van 1959, en de huidige grondwet.

Belangrijkste kenmerken van de voorgestelde tekst.
De tekst is samengesteld uit een proloog, 224 artikels (87 meer dan in de huidige versie), ondergebracht onder 11 titels, 24 hoofdstukken en 16 secties. Van de huidige grondwet werden 11 artikels behouden, 113 geamendeerd en 13 afgeschaft.

Het ontwerp herbevestigt het socialistisch karakter van het politiek, economisch en sociaal systeem, evenals de leidende rol van de PCC. Het economisch systeem behoudt de socialistische eigendom door het volk van de belangrijkste productiemiddelen en het principe van planeconomie, waar men de erkenning van de markt aan toevoegt, evenals de nieuwe eigendomsvormen, andere dan de openbare, inbegrepen de privé eigendom.

Een brede waaier rechten is opgenomen, in overeenstemming met internationale akkoorden die Cuba onderschreef, o.a. inzake de rechten van de verdediging, de procedures, de volksdeelname, sommige economische en sociale rechten die hergeformuleerd worden. Het recht op gelijkheid wordt ruimer omschreven, met bvb. de niet discriminatie ingevolge gender, etnische afkomst en handicap.
Men voorziet de mogelijkheid beroep te doen op de rechtbanken voor de teruggave van rechten, de rechtzetting of de vergoeding van onrechtvaardigheden of nadelen ingevolge de actie of het niet reageren van organen,, leiders, ambtenaren of staatbedienden tijdens de abusieve uitvoering van hun functies.

De president van de republiek is door het parlement verkozen voor vijf jaar, onder de leden van het parlement. Nieuwigheid, reeds maanden verdedigd door Raúl Castro : de kandidaat mag maximum zestig jaar oud zijn (min. 35) voor de verkiezing in een eerste mandaat, en kan de taak slechts uitvoeren gedurende twee opeenvolgende mandaten.
Het huwelijk is in de nieuwe tekst bepaald als « tussen twee personen », i.p.v. tussen een man en een vrouw.
Ook nieuw : de oprichting van een nationale verkiezingsraad, het afschaffen van de provinciale organen van de Volksmacht, die vervangen worden een provinciale regering. De gemeenten krijgen een steeds belangrijkere rol toegewezen met de erkenning van hun autonomie.

De politieke grondvesten.
De definitie van de Cubaanse staat als socialistische staat, bevestigd een principe van grondwettelijkheid en voorrang van de wet, terwijl ze de socialistische instanties versterkt. De PCC behoudt zijn rol van hogere leidinggevende kracht van de maatschappij en de staat, met de nadruk op zijn democratisch karakter en zijn bestendige band met de bevolking. De staat erkent en garandeert de werking van verenigingsvormen conform de wet. De verplichting is opgenomen voor officiële instanties, hun leiders, ambtenaren en bedienden, om de bevolking te respecteren en te bedienen, nauwe banden met deze laatste te behouden, en zich te onderwerpen aan haar controle, in de vormen voorzien door de grondwet en de wetgeving.

Inzake de essentiële doelstellingen van de staat worden  tevens nieuwigheden opgenomen : de versterking van de nationale eenheid, de beveiliging van de nationale veiligheid, de promotie van een duurzame ontwikkeling, het ijveren voor hogere drempels gelijkheid en sociale rechtvaardigheid, het behoud en de ontwikkeling van de verworvenheden van de revolutie, de versterking van de ideologie en de moraal eigen aan de socialistische gemeenschap, de bescherming van het natuurlijk, historisch en cultureel  patrimonium van de natie.

De principes van de buitenlandse politiek worden bevestigd en uitgebreid : de promotie van het internationaal recht en de multipolariteit in de betrekkingen tussen de staten, de veroordeling van het imperialisme, het fascisme, het kolonialisme en het neokolonialisme in al hun uitingen, de verdediging en de bescherming van de rechten van de mens en het verwerpen van elke vorm van uiting van racisme en discriminatie, de promotie van de ontwapening en de veroordeling van elke proliferatie en het gebruik van nucleaire wapens, massa-uitroeiing of andere die gelijkaardige gevolgen hebben en het internationaal humanitair recht verkrachten, evenals de bescherming en het behoud van het milieu en de strijd tegen de klimaatverandering.

De economische grondvesten.
Het basisprincipe van de tekst omschrijft de socialistische eigendom door het volk van de fundamentele productiemiddelen en de geplande leiding van de economie. Verschillende eigendomsvormen die in de economie naast elkaar kunnen leven worden erkend (socialistische door gans het volk, coöperatieve, gemengde, door politieke, massa- en sociale organisaties, privé en persoonlijke). De staat zal  deze met een sociaal karakter promoveren. Nieuw in de tekst : de markt is opgenomen en gereglementeerd in het kader van de economische planning, volgens het principe ongelijkheden te vermijden die erdoor ontstaan, in functie van de belangen van de gemeenschap.

Het grondwettelijk principe van niet concentratie van de eigendom door niet openbare eenheden,, blijft een grondregel van het Cubaans socialistisch systeem. Een juridische regelgeving staat in voor de overdracht van de eigendom en andere eigendomsrechten. Het staatsbedrijf is het hoofdonderwerp van de economie, en de autonomie ervan ligt vast als centraal element van de werking. De planning staat als centraal element van het leidingsysteem voor de economische en sociale ontwikkeling. De deelname van de werknemers aan de leiding, de reglementering en de controle van de economische activiteit wordt bevestigd. Het speciaal regime van privé-eigendom van gronden wordt behouden, evenals het verbod voor verhuren, hypothecaire leningen en elke andere daad die een taks omvat of een afstaan van deze gronden aan particulieren.

Het burgerschap.
Een fundamentele wijziging : een aanpassing van de niet erkenning van het dubbele burgerschap. In de plaats stelt het ontwerp het principe voor van het « effectief burgerschap », hetzij « de Cubaanse burgers, op het nationaal territorium, zijn beheerd door deze voorwaarde en kunnen geen gebruik maken van een buitenlands burgerschap ».

Rechten, plichten en garanties.
De rechten die Cuba erkende in verschillende conventies en protocols worden opgenomen. De rechten van het individu worden enkel beperkt door de rechten van de anderen, de collectieve veiligheid, het algemeen welzijn, het respect van de openbare orde en de regels vastgelegd in het juridisch systeem van het land.

De openbare gezondheid wordt erkend als een universeel recht, en de staat garandeert de gratis toegang tot de zorgen. Gratis onderwijs is verzekerd vanaf de voorschoolse vorming tot het universitair onderwijs van de eerste cyclus. Onderwijs wordt bepaald als lekenvorming en een recht voor elkeen, en ook als een verantwoordelijkheid van de staat, de gemeenschap en de families..

Nieuwe rechten worden opgenomen in de tekst : de habeas corpus (om  abusieve hechtenis te vermijden), garanties voor het in hechtenis genomen of gevangengezet individu, het recht op informatie, het recht van kennisneming van info betreffende de burger in de openbare archieven of registers, de sociale reclassering van personen wiens vrijheid is ontnomen, enz.

Andere paragrafen hebben het over het recht van de enkelingen om deel te nemen aan het cultureel en artistiek leven, het recht op een vergoeding voor de arbeid, het recht tot toegang aan  kwalitatieve goederen en diensten. De rechten en de burgerrechten van de burgers worden verduidelijkt, evenals de verdedigingsmechanismen voor de rechtbanken inzake de bescherming van deze rechten.

Principes van de onderwijs-, culturele- en wetenschappelijke politiek.
Deze principes worden bevestigd, met de nadruk op het belang van de ethische, burgerlijke en revolutionaire waarden bij de nieuwe generaties, evenals de bescherming die staat verzekerd voor de culturele identiteit, het behoud van het patrimonium, en de artistieke en historische rijkdom van de natie.

Structuur van de staat.
Nieuwe bevoegdheden worden toegekend aan de asamblea nacional (het parlement) en de raad van state, waaronder : de interpretatie van de grondwet, het afkondigen van wetten en decreten door het parlement, het samenroepen van de raad van state.
De ministerraad zal bestaan uit een eerste minister, die de leiding opneemt, de vice-eerste ministers, de ministers, de secretaris en de andere leden voorzien door de wet. De eerste minister wordt benoemd door het parlement, op voorstel van de president, voor een periode van vijf jaar. Zijn belangrijkste taken zijn, de vergaderingen van de raad of het uitvoerend comité samenroepen en voorzitten, de controle van de leiders van de centrale administratie en de staat, de opdrachten geven aan de provinciale gouverneurs.
Inzake de rechtbanken versterkt de nieuwe omschrijving de functionele onafhankelijkheid van de rechtbanken en de rechters.

Organisatie van het territorium.
De gemeente is de fundamentele politieke basisorganisatie. De autonomie van de gemeenten wordt erkend, inbegrepen de verkiezing van de autoriteiten, het beslissingsrecht over het gebruik van de beschikbare middelen en het uitvoeren van de bevoegdheden conform aan de grondwet en de wetten.

De lokale organen van de Volksmacht.
Het provinciaal niveau van de Volkmacht wordt afgeschaft en vervangen door een Provinciale regering, bestaande uit een gouverneur en een Provinciale raad. De provinciale regering moet ijveren voor de economische en sociale ontwikkeling van haar grondgebeid, en optreden als coördinator tussen de regering en de gemeenten. De provincieraad  is omschreven als een collegiaal overlegorgaan, voorgezeten door de gouverneur, en samengesteld door de voorzitters van de gemeenteraden, de administratieve verantwoordelijken van de gemeenten, en andere leden voorzien in de wet.

De gemeentelijke raden van de Volkmacht zullen elke vijf jaar hernieuwd worden (heden twee en een half jaar), en garanderen het petitierecht en de deelname van de burgers.

Verkiezingssysteem.
Het stemmen is omschreven als een recht en een plicht van alle burgers, niet verplicht, gelijk, rechtstreeks en geheim, en men blijft op de leeftijd van 16 jaar voor het stemrecht.
Er komt een nationale verkiezingsraad, als permanent orgaan met als opdracht de organisatie, de leiding en de controle van de verkiezingen, de volksraadplegingen, de referendums, en de behandeling van de klachten ter zake.

Nationale veiligheid en verdediging.
De tekst definieert de defensiepolitiek en de veiligheidspolitiek van het land, evenals de strategische uitwerking van de oorlog van het ganse volk, als nationale defensiedoctrine. De verdedigingsraad is een hoger orgaan van de staat, met als opdracht de organisatie, de leiding en de voorbereiding van de defensie van het land in vredestijd. Bij uitzonderlijke omstandigheden en catastrofen neemt deze raad de leiding van het land met de attributies die overeenstemmen met de organen van de staat en van de regering, uitgezonderd grondwetwijzigingen.

Grondwetsherziening.
De grondwet kan slechts gewijzigd worden door het parlement van de Volkmacht (asamblea nacional), met een akkoord, ingevolge een nominatieve stemming, met twee derden meerderheid.

De tekst herneemt het principe van de onomkeerbaarheid van het politiek, sociaal en economisch socialistisch systeem, evenals het verbod te onderhandelen onder omstandigheden van agressie, bedreiging of druk door een buitenlandse mogendheid. Deze bepalingen kunnen niet gewijzigd worden. ���� ��

Reacties zijn gesloten.