DE GRONDWETTEN IN DE GESCHIEDENIS VAN CUBA

DE GRONDWETTEN IN DE GESCHIEDENIS VAN CUBA

Freddy Tack – september 2018

Reeds enkele maanden na de start van de tienjarige oorlog, op 10 oktober 1868, de eerste onafhankelijkheidsoorlog van de Cubanen tegen het spaans colonialisme, geleid door Carlos Manuel de Céspedes, werd een eerste grondwet opgemaakt.

De grondwet van Guáimaro (1869)
Deze eerste grondwettelijke tekst werd opgemaakt tijdens een vergadering in april 1869, et Guáimaro (provincie Camagüey). De doelstelling was de organisatie van de eenmaking van de gestarte beweging, en de vorming van een  nationale regering. De tekst bestond uit een inleiding en 29 artikels. Zo werd de eerste « Gewapende Republiek Cuba » geboren.

De grondwet van Baraguá (1878)
Na het einde van de tienjarige oorlog, met het protest van Baraguá, in de optiek de strijd voor de bevrijding van Cuba verder te zetten, wordt de kortste grondwet geschreven, bestaande uit slechts 4 artikels. Hij richt een voorlopige regering op, bestaande uit vier personen.

De grondwet van Jimaguayú (1895)
In februari 1895 herneemt de strijd, onder de leiding van de Cubaanse Revolutionaire Partij, gesticht door José Martí.. Op 16 september 1895 wordt de grondwet van Jimaguayú, met 24 artikels, goedgkeurd.

Artikel 24 voorrziet dat, indien er geen overwinning is na twee jaar oorlog tegen Spanje, een nieuwe grondwettelijke vergadering moet samengeroepen worden.

De grondwet van Yaya (1897)
Op 10 oktober 1897 gaan 24 afgevaardigden, van de zes legerkorpsen in strijd, het artikel 24 van de vorige grondwet toepassen.

De nieuwe tekst omschrijft het cubaans burgerschap, voert de verplichte legerdienst in, en bepaalt de individuele burgerlijke rechten : habeas corpus, postvrijheid, godsdienstvrijheid, gelijkheid voor de belastingen, vrijheid van onderwijs, recht tot petitie, onschendbaarheid van de woning, algemeen stemrecht, vrijheid van opinie en recht op vergaderen en verenigen.
Spijtig genoeg zal deze grondwet de tegenstellingen tussen burgerleiding en militaire leiding niet oplossen.

De grondwet van 1901
De tussenkomst van de VS in de onafhankelijkheidsoorlog belet de overwinning van de « mambises » op het spaans colonialisme. En niettegenstaande de oppositie, o.a. door Juan Gualberto Gómez, Manuel Sanguily en Bartolomé Masó, tegen de opname van het amendement Platt in de grondwet, wordt Cuba onderworpen aan de arbitraire wil van de Verenigde Staten.

De grondwet van 1940
In Guáimaro wordt op 10 oktober 1940 een nieuwe grondwet getekend, toen één van de meest vooruitstrevende in Latijns Amerika. Hij erkende het stakingsrecht, maakt een recht van de arbeid, verbiedt discriminatie op basis van het geslacht of de huidskleur, voert de bescherming in van de familie en de gelijkheid man-vrouw, drukt zich uit voor algemeen en gratis onderwijs, en voor gezondheidszorgen toegankelijk voor iedereen.

Spijtig genoeg blijven deze progressieve maatregelen dikwijls dode letter, en worden ze  onderworpen aan de noordamerikaanse belangen.

De grondwet van 1976
In 1975 krijgt een werkgroep, samengesteld uit juristen en voorgezeten door Blas Roca, de opdracht een ontwerp van grondwet op te maken. Het ontwerp wordt voorgelegd aan een volksraadpleging, waaraan meer dan zes miljoen burgers deelnemen, alvorens een defintief projekt voor te leggen. Dit laatse wordt onderworpen aan een referendum, en goedgekeurd door 96% van de bevolking. Op 24 februari 1976 treedt deze nieuwe grondwet in voege.

De hervorming van 1978
Op 28 juni 1978 wijzigt de algemene vergadering van de Volksmacht art. 10/c van de grondwet, waarbij de officiële naam van het Pijneiland wordt omgevromd in Jeugdeiland.

De tweede hervorming van 1992
Tijdens de « speciale periode », ingaande op de aanpassingen voorgesteld door het IVe Congres van de PCC om het hoofd te bieden aan de dramatische toestand van het land, en na een lang en grondig openbaar deba     t, worden wijzigingen voorgesteld en goedgekeurd over het beheer van de gemeenten en de provincies, evenals nieuwe regels voor de verkiezing van de volksvertegenwoordigers ende afgevaardigden.

De derde hervorming van 2002
In juni 2002, met een steun geschat op meer dan negen miljoen burgers, werd het socialistisch karakter van de grondwet onderschreven, en werd het onherroepelijk gegeven van het socialisme en het revolutionair politiek en sociaal systeem bevestigd. Ook het verbod om te onderhandelen van de economische, diplomatieke en politieke gegevens met een ander land, onder de agressie, de bedreigingen en de coêrcitieve druk van een buitenlandse mogendheid, werd opgenomen. De wijzigingen worden concreet opgenomen in de Wet over de Grondwetsherziening van 26 juni 2002.

Vertaling en resumé uit Granma : http://www.granma.cu/cuba/2018-06-27/una-historia-que-encierra-compromiso-27-06-2018-23-06-22 1uҔ��7��

Reacties zijn gesloten.