Cuba Sí 171 – vertalingen

Cuba Sí 171 – vertalingen

Project Brussel

LOS AMIGOS DE LA AGUJA

De grappige naam « De vrienden van de naald » dekt een communautair projekt dat wij beslisten te steunen.
Het projekt, met zetel in de Casa de la Cultura de Plaza (wijk Vedado in Havana), telt meer dan 150 leden en staat open voor elkeen die interesse heeft  voor patchworktechnieken en textielverwerking in het algemeen. 
De eerste doelstelling is het aanleren en overbrengen van zoveel mogelijk technieken die deel uit maken van de cubaanse volkskultuur, en ook de creativiteit stimuleren en een basis leveren voor ontmoetingen en uitwisselingen tussen de leden en met andere kunstverenigingen, met buren en met elke geïnteresseerde persoon.
De meeste leden zijn vrouwen uit verschillende wijken van de hoofdstad. Zij delen, ongeacht hun toestand of sociale status, de wil hun dagelijks leven te verrijken door het delen van een passie die zowel technieken, creativiteit, nuttigheid en bevoegdheid vereist. Het laat ook toe afgedankte stoffen en kledij te recycleren door ze, o.a. om te vormen tot kunstwerken. Naast de klassieke cursussen rond technieken van het textielartisanaat, worden workshops of seminaries ingericht over andere technieken zoals : juwelen in textiel, verven op stoffen, haakwerk, macrame, mode, beeldhouwen,enz.
Er worden tevens tentoonstellingen ingericht zowel ter plaatse, in de zetel van de vereniging, als in kunstgalerijen, bvb. ter ere van de dag van de kultuur (20 oktober).
Indien het project u boeit en u beschikt over een naaimachine of naaimateriaal (in goede staat), neem met ons contact op : cubamigos.bruselas@gmail.com. U kan ze ook een bezoekje brengen en onze kontaktpersoon ter plaatse, Ela Maria Pérez, zal fier zijn u hun werken te tonen.
Wij bezorgden hen reeds een computer, een naaimachine en allerlei materialen, en werden verrast met een cadeau van enkele van hun verwezenlijkingen, waaronder een vlag met het logo van “De Vrienden van Cuba” die wij fier in onze infostands vertonen.

Stéphane Sergeant
(Vertaling F. Tack)               

Ontmoeting : Julio Garmendia Peña in Brussel.

Op 17 mei jl., in het kader van een debat over de huidige aanpassingen in Cuba, hadden wij het genoegen o.a. Yurielkys Sarduy Martínez van de cubaanse ambassade en Julio Garmendia
Peña, coordinator voor Europa van het Departement Buitenlandse Betrekkingen van het Centraal Comité van de Communistische Partij van Cuba, te ontvangen. Een uitzonderlijke genodigde die, voor de belangrijke functie die hij nu vervult, ambassadeur was in Ukraïne, in Moldavië en diplomaat was in Rusland.
Een talrijk publiek nam deel, waaronder vrienden van Cuba uit verschillende regio van het land, waarvoor ook onze dank.
Julio Garmendia Peña heeft uiteraard de verschillende oorzaken aangehaald die Cuba verplichten maatregelen te nemen om de verwezenlijkingen van de revolutie, zoniet de revolutie zelf, te vrijwaren : de val van het oostblok, de cyclonen die zware verwoestingen veroorzaakten inzake productiemiddelen en infrastructuur, en ook de internationale crisis.
In tegenstelling tot andere landen (zie hieromtrent ook het artikel van Freddy Tack over dit onderwerp) werden deze wijzigingen het onderwerp van voorstellen en debatten op alle niveaus van de maatschappij (meer dan 8 miljoen Cubanen hebben hieraan deelgenomen). Uiteindelijk, na 3 dagen Congres van de Partij, in april 2011, werden 70% van de voorgestelde ontwerpresoluties gewijzigd of aangepast. Dit werd door Julio Garmendia Peña omschreven als “een ontwerp voor de toekomst van het land dat een projekt geworden is van de bevolking” en dat “essentieel blijft het socialistisch model centraal”. Hij besprak de verschillende themas en benadrukte dat de wijzigingen progressief zullen zijn en dat het geen choctherapie zal worden. Alvorens over te gaan tot de vragenronde vroep hij dat iedereen zou kunnen beschilkken over de eindversie die op het congres werd aangenomen om er kennis te kunnen van nemen.
Traditiegetrouw werd de avond afgesloten met een cubaanse cocktail.

Stéphane Sergeant
(Vertaling F. Tack)

BREVES – de la prensa cubana

Hergeboorte van de mangroven.

De mangroven vormen heden ongeveer 5% van de oppervlakte van het cubaanse archipel en zijn de meest reprensentatieve van de caraïbische eilanden. Zij werden eeuwenlang door de mens vernield, alhoewel dit ecosysteem een eerste lijn bescherming vormt voor de kusten. Zij beschermen ze tegen de erosie en vormen een natuurlijke barrière tegen de stijging van het niveau van de zee en het indringen van zout. Zij bieden tevens bescherming tegen soms hevige climatologische fenomenen, vormen een ideaal voortplantingsmilieu voor talrijke vissen, schaaldieren en weekdieren, en verzekeren een rijke houtreserve.
Meer dan 70% van de cubaanse kusten zijn beschermd door mangroven bestaande uit vier boomsoorten die in kontakt met de zee kunnen leven. Alhoewel er nog kusten zijn met mangroven in slechte staat, zijn de verwezenlijkte verbeteringen om ze te ontwikkelen en te beschermen zeer belangrijk. Een positief en aanmoedigend beeld daar waar het Programma van de V.N. voor het Milieu vaststelt dat sinds 1980 onze planeet 3,5 miljoen hectaren mangroven heeft verloren in Azië, Noord Amerika, Centraal Amerika en Afrika.
Specialisten melden dat de mangroven de beste bescherming bieden voor de kusten tegen potentiële klimaatveranderingen.
Granma, 29/01/2011

Stichting van Jiguaní.

Toespraken, bals, feesten hebben op 25 januari de 310e verjaardag begroet van de stichting van het kleine stadje Jiguaní, toen nog een indianendorpje. De stad telde talrijke bekende inwoners zoals de generaals Calixto García, Donato Mármol en Jesús Sablón Moreno. Maximo Gómez leidde in deze streek de eerste charge met de machete en José Martí sneuvelde er in de strijd. Dit stadje werd op 19 december 1958 door Fidel Castro bevrijdt in de oolog tegen Batista.
Juventud Rebelde, 25/01/2011

1961 : eerste zafra van het volk.

De zafra (suikerrietoogst) van 1961 was de eerste na de nationalisaties van 1960, toen alle suikercentrales overgingen in handen van het volk. De bedreigingen met agressies hadden talrijke arbeiders gemobiliseerd als militieleden en brachten  een gebrek aan arbeidskrachten teweeg. Op 29 januari 1961 werd een oproep gericht tot de bevolking om vrijwilligersbrigades te vormen voor het kappen van suikerriet. Op minder dan een week tijd waren er 67.000 vrijwilligers, en dit cijfer bleef gedurende de volgende weken steeds maar groeien. En aan het einde van deze eerste “Zafra van het volk” bleef er geen suikerrietstengel meer te kappen.
Bohemia, 12/01/2011

Meubelproductie.

De meubelfabriek Camilo Cienfuegos, waarvan de meubels verkocht worden onder de naam Lidex, heeft het Cuba mogelijk gemaakt 50% van de invoer te vervangen van meubelen bestemd voor organismen en voor de verkoop in deviezen. De fabriek werd gemoderniseerd en heeft spitstechnieken ingevoerd in de productie, alsook een droogeenheid met ultraviolet die een afwerkingskwaliteit verzekerd evenredig aan deze van importproducten. In 2010 bereikte de productie 3.888.000 pesos in CUC, dank zij het vervangen van imprtproducten. Meerdere hotels van hogeg-re categorie hebben o.a. meubelen van deze producent gekocht.
Granma, 13/01/2011

Cuba-Ron S.A. brengt nieuw merk.

Cuba-Ron S.A. brengt de rum Caney 12 jaar op de markt, een rum van hogere kwaliteit die de huidige offerte op de wereldmarkt vergroot. Tranquilino Placencia, de “meester ronero” benadrukte dat deze rum gefabriceerd wordt in Santiago de Cuba vanaf melasse van suikerriet uit het oosten van het land, en verwerkt wordt in speciale condities die hem zijn unieke smaak geven. De vraag is zo dat de ganse productie voor 2011 reeds verkocht is.
Granma 05/01/2011

Ze is 126.

Juana Bautista de la Candeleria Rodriguez vierde op 2 februari haar 126 jaar. Dit maakt van haar de oudste vrouw van Cuba en, wie weet, van onze planeet. Juana leeft in de hoeve Santa Rosa in Ceiba Hueca, in het dorp Campechuela (provincie Granma). Met haar nog zeer heldere geest voor haar leeftijd zegt ze te genieten van de zuivere lucht van het platteland, goed te eten, vlees en groenten, en steeds met een “hart vol liefde” voor haar familie. Zij verklaarde : “Men zegt hier dat ik de ouste vrouw ben van Cuba. Dat had ik  nooit gedacht.
Nu hoop ik de 130 te halen, nee?”
La Demajagua, 02/02/2011

3 januari 1961 : unilaterale breuk van de diplomatieke relaties door de VS.

Vijftig jaar geleden, op 3 januari 1961, stuurde Christian Herter, Staatssecretaris van de VS, de diplomatieke nota met de melding van de breuk van de diplomatieke en consulaire relaties met de Republiek Cuba. Deze beslissing werd genomen na het invoeren van een maatregel door de cubaanse regering, die de diplomatieke vertegenwoordiging van de VS in Havana beperkte tot 11 man, zoals deze van Cuba in Washington. Een beslissing genomen om de contra-revolutionaire acties (spionage en samenzweringen) van talrijke ambtenaren van de VS-ambassade te beperken. 
Granma, 01/01/2011

283 jaar.

Op 5 januari vierde de Universiteit van Havan de 283e verjaardag van haar stichting. Gesticht door de Dominikanen op 4 januari 1728, in het San Juan de Latrán klooster, kreeg de universiteit als eerste rector broeder Tomás Linares del Castillo. Later zal de Universiteit San Geronimo een lekeninstelling worden en de naam krijgen  van “Real y Literaria Universidad de La Habana”. In 1902 verhuisd zij naar de huidige locatie, en na de triomf van de revolutie neemt zij de nodige maatregelen om zich aan te passen aan de modernste wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen. De universiteit was steeds aan de spits van de vaderlandse strijd en vormde talrijke leiders (Juan Marinello, Carlos Rafael Rodriguez, Vicentina Antuña) en persoonlijkheden die hun eerste stappen in de politiek aan de universiteit gezet hebben : Rubén Martinez Villena, Eduardo Chibás, José Antonio Echeverria, Julio Antonio Mella, en yevens Fidel Castro Ruz, leider van de cubaanse revolutie.
Granma, 02/01/2011

Een nieuwe reeks geschiedenisboeken.

Een nieuwe reeks geschiedenisboeken werd in Cuba gestart. De reeks brengt de geschiedenis van de provincies en de gemeenten van het ganse land. Het eerste volume is pas verschenen en beschrijft de geschiedenis van Villa Clara (350 pp., oplage van 5.000 exemplaren), vanaf de indiaanse inboorlingen tot vandaag, over de coloniale en neocoloniale periode. Deze werken gaan prioritair naar bibliotheken en onderwijscentra, en een deel wordt gecommercialiseerd.
Juventud Rebelde, 31/01/2011

Orchideeën herleven na de orkanen.

De belangrijkste orchideeëntuin van Cuba is te vinden in Soroa, provincie Pinar del Rio. In 2008 brachten de orkanen Gustav en Ike zware schade aan in het ganse eiland en dus ook in de orchideeëntuin (met windstoten tot 340 km per uur). De tuin beschikte toen over een patrimonium van meer dan 400 soorten orchideeën. Opzoekingen in verschillende regio van het land hebben toegelaten verschillende soorten terug op te nemen en andere varianten hebben hun plaats terug ingenomen dank zij samenwerkingsakkoorden met andere landen.
De orchideeëntuin van Soroa, opgericht in 1943 door de Spaanse advokaat Tomás Felipe Camacho, ter ere van zijn echtgenote en hun dochter Pilila, heeft nu zijn traditionele rijkdom teruggevonden.
Juventud Rebelde, 31/01/2011

1961 – Girón, chronologie van een overwinning.

De eerste dag van 1961 start met een interventie van de brandweer om een brandstichting te bestrijden in het grootwarenhuis “La Época” in Havana. De CIA spoort aan tot terrorisme zonder oog voor onschuldige mensenlevens.

Met het nieuwe jaar begint tevens de alfabetisatiecampagne. Cuba wil een miljoen burgers leren lezen en schrijven. Tot nu toe hadden zij geen enkele toegang tot het onderwijs.

3 januari. De VS verbreken de relaties met Cuba, overtuigd aldus de handen vrij te krijgen voor agressies tegen het land.

5 januari. Contrarevolutionaire bendes vermoorden Conrado Benitez, een vrijwillige alfabetisator. De verontwaardiging in het land is overweldigend.

16 februari. De Partij van de Arbeid van Guatemala maakt bekend dat cubaanse contrarevolutionairen getraind worden in hun land, ter voorbereiding van een agressie.

22 februari. Pedro Miguel Morejón wordt vermoord. Het is de tweede alfabetisator die valt in de campagne. Zijn begraving gaat gepaard met massabetogingen die de aanslag veroordelen.

28 februari. Terroristische elementen plaatsen een bom in de Nobel Academie. Er vallen verschillende gekwetsten en de materiële schade is groot.

Maand Maart. Er zijn sabotages in de raffinaderij Ñico Lopez in Havana. Overal in het land worden volkswinkels en scholen in brand gestoken. Kleine vliegtuigen, afkomstig uit de VS, droppen fosfoorbommen op de suikerrietvelden.

13 april. Sabotage in “El Encanto”, een grootwarenhuis in Havana. Fe del Valle, militielid en lid van de Federatie van Cubaanse Veouwen, sterft in deze aanslag.

15 april. De luchthavens van Ciudad Libertad, San Antonio de los Baños en Santiago de Cuba worden gebombardeerd. Dit is het voorspel van de invasie. Er vallen zeven doden en tientallen gekwetsten. Eduardo García Delgado, een jongen die sneuvelt bij de bombardementen, schrijft met zijn bloed, juist voor hij sterft, de naam van Fidel.

16 april.  Bij de begrafenis van de slachtoffers verklaart Fidel het socialistisch karakter van de revolutie. In de volksmassa worden honderden geweren geheven voor de verdediging van het socialistisch vaderland. De militieleden vervoegen hun eenheden.

17 april. Jonge artilleurs gaan de luchtmacht van de huurlingen te lijf.

18 april. De tankisten schrijven strijdgeschiedenis. De weerstandspunten van de huurlingen vallen één voor één.

19 april. Playa Girón, de laatse groep invallers valt. De elitebrigade van de CIA geeft zich over, tegenover een volk in uniform.

De ganse wereld is verbaasd. Cuba, het kleine eilnd, heeft de VS en zijn supermacht verslagen, hun eerste grote militaire nederlaag in Amerika.

PLAYA GIRÓN 50

De Varkensbaai – Eerste militaire nederlaag van het imperialisme in Latijns Amerika.

In Cuba heeft men de 50e verjaardag gevierd van de overwinning van de Varkensbaai, Playa Girón voor de Cubanen. Eerder dan noig eens het relaas te brengen van deze poging tot invasie (reeds in vroegere uitgaven gebracht) hebben wij gekozen voor het in herinnering brengen van enkele feiten : een chronologie, een kijk op de belangen die de invallers vertegenwoordigden, en een fotoreportage van de dramatische gebeurtenissen van begin 1961 (p. 14). De foto’s spreken voor zichzelf : de invasie is slechts een hoogtepunt van de agressies en was voorafgegaan door sabotages, moorden, brandstichtingen, bombardementen, zonder te spreken over de politieke, diplomatieke en economische agressies.

De training van de anti-castristen werd toegelaten door president Dwight Eisenhower op 17 maart 1960, in het kader vane een “Geheim aktieprogramma”. Richard Nixon en Alan Dulles zijn hevige voorstanders van de operatie, zeker Nixon die toen overtuigd was verkozen te worden tegen Kennedy in januari 1961. De huurlingen worden getraind in Guatemala en Nicaragua, en later worden zelfs kampen geopend in de VS, in Louisiana en Florida.

Direkt na zijn verkiezing, begin 1961, steunt John F. Kennedy de beslissing van zijn voorganger. De CIA, in samenwerking met de maffia (die veel had verloren met de sluiting van de casinos en de bordelen in Cuba), start een reeks moordaanslagen tegen Fidel Castro.

Op 15 april 1961 stijgen zes bombardementsvliegtuigen B-26 op in Nicaragua, geverfd in cubaanse kleuren, en zij bombarderen de luchthavens van Havana en Santiago. Vijf vliegtuigen van de kleine cubaanse luchtmacht worden vernield, maar negen toestellen, goed verborgen, blijven operationeel.

Chronologie van de overwinning.

17/04/1961 : 2 uur in de morgen. De ontscheping van de 1.500 huurlingen start in de Ciénaga de Zapata. Enkele minuten voordien werden parachutisten gedropt op de wgen van Yaguaramas naar San Blas, Covadonga – San Blas, Australia-Playa Larga, de drie enige toegangswegen naar de Ciénaga. Het plan van de CIA, codenaam “Pluto”, voorzag drie ontschepingspunten : Playa Larga, Playa Girón en Caleta Verde. De twee eersten worden bereikt. Het verzet start met het bataljon 339 van Cienfuegos, met de militieleden en strijders van het rebellenleger.

17/04/1961 : dageraad in de Varkensbaai. De Revolutionaire Luchtmacht cirkelt boven de Ciénaga. Twee schepen en twee landigssloepen worden gekelderd. Andere vijandelijke schepen worden bestookt. De gestrande huurlingen kunnen niet meer communiceren na de luchtaanvallen.

17/04/1961 : vallen van de nacht. Hevige gevechten in Playa Larga. De leerlingen van de school van de militie van Matanzas en de T-34 tanks stoten op de invallers. De ganse nacht wordt geschoten. Na deze hevige gevechten beslist de huurlingenleiding zich terug te trekken en niet te wachten op een aanval bij het krieken van de dag.

18/04/1961 : de revolutionaire troepen trekken vooruit langs de wegen van Playa Larga, Codavonga en Yaguaramas, richting Playa Girón. Doel : de weerstand van de huurlingen verspreiden en de concentyratie van hun krachten op één punt beletten. De vestingen van de invallers vallen één voor één.
In het Witte Huis zetten de bazen van de CIA en het Pentagon Kennedy onder druk om het groen licht te krijgen voor een invasie door noord-amerikaanse troepen. De ESSEX, een vliegdekschip met 40 gevechtsvliegtuigen en een marinebataljon aan boord, is aanwezig met een helicopterschip, vijf destroyers en een landingssloep, naast andere eenheden. Admiraal Arleight Burke, hoofd van de marineoperaties, eist een tussenkomst van de luchtmacht. Kennedy roept : “Ik wil niet dat de VS in dit spel gemengd worden!”. Burke klemt zijn vuisten : “Mijnheer de president, wij zijn er al volop in gemengd”.

19/04/1961 : de revolutionaire luchtmacht schiet een B-26 neer, gestuurd door Wade Carrol Gray  en Ryley W. Shamburger, officiers van de Nationale Garde van de VS. Boven de centrale Australia schiet de luchtafweer een andere B-26 neer, gestuurd door Thomas Willard Ray en Frank Leo Baker, twee officiers van de Nationale Garde.

19/04/1961 : einde van de dag. Playa Girón, laatste weerstandspunt van de huurlingen, valt. José A. Pérez San Román, chef van de huurlingenbrigade wordt gevangen genomen. Fidel komt aan in de gevangenis en zij analyseren samen de gevechten. Fidel vraagt waarom zij niet beslisten zich terug te trekken in de richting van Cienfuegos. San Román antwoordt dat dit onmogelijk was, want de baan naar zo een belangrijke stad was zeker niet onbewaakt. Fidel glimlacht : “Het is zeker”, zegt hij, “ wij stonden u op te wachten met al onze krachten”.

De invasie koste 176 personen het leven, 300 werden gekwetst, waaronder 50 levenslang gehandicapt. In Washington zit Kennedy in de put. Hij zegt aan een trouwe medewerker : “Nog een slag zoals deze en het is gedaan met mij”.
Washington heeft zich zwaar vergist. De Amerikanen hadden geenszins de weerstandscapaciteit van de Cubanen correct ingeschat, nog minder de motivatie van de strijders en de doorzettingskracht van de milities. De Cubaanse overwinning zal een grote uitstraling kennen in Latijns Amerika en in de wereld. De grootste militaire mogendheid in dit werelddeel heeft moeten plooien voor een klien landje van de Caraïben, beslist om zijn vrijheid, zijn autonomie en zijn matschappijkeuze te verdedigen. Deze keuze wordt duidelijk aangekondigd door Fidel, op 16 april, bij de begrafenis van de slachtoffers van de bombardementen :

“Wat de imperialisten ons niet kunnen vergeven is dat wij er nog altijd zijn; wat de imperialisten ons niet kunnen vergeven is de integriteit, de sterkte, de moed, de ideologische standvastigheid, de opofferingsgeest en de revolutionaire geest van het cubaanse volk. Wat de VS ons niet kunnen vergeven is hier te bestaan, onder hun neus, en een socialistische revolutie geslaagd te hebben voor hun deur! En deze socialistische revolutie zullen wij verdedigen met deze geweren. Deze socialistische revolutie zullen wij verdedigen met evenveel moed als deze van de luchtafweertroepen gisteren bij het bestoken van de aanvallende vliegtuigen.  Deze revolutie zullen wij niet verdedigen met huurlingen. Wij zullen ze verdedigen met mannen en vrouwen van het volk…
Compañeros arbeiders en boeren, deze revolutie is de socialistische en democratische revolutie van de nederigen en voor de nederigen! En voor deze revolutie van de nederigen, voor de nederigen en met de nederigen zijn wij bereid ons leven te schenken… Leve de socialistische  revolutie! Leve Cuba libre!”

Wie is Playa Girón binnengevallen? 
Enkel reeds de sociale achtergrond van de aanvallers zegt veel over het doel van de ontscheping : 100 latifundisten (grootgrondbezitters), 24 grote eigenaars, 67 eigenaars van gronden en gebouwen, 112 grote handelaars, 194 ex militairen en handlangers van Batsista,
179 renteniers, 112 lumpen.

Wat kwamen zij recupereren?

369.801 hectaren landbouwgrond, 10 suikerfabrieken, 3 kredietinstellingen, 5 mijnen, 12 cabaretten en music-halls, 70 fabrieken, 9.666 woningen, 2 dagbladen,…

Monique, geïmproviseerde magazijnbeheerder

Het was een totale verrassing, ik kreeg de complexe en delikate taak toegewezen van “magazijnbeheerder”. Alhoewel, ik ben niet nieuw wat materiaal van alle soorten betreft, dank zij mijn verleden naast een “doe-het-al” technieker.

Nochtans werd ik ongerust enkele ueren voor het vertrek. Ik heb dan een e-mail gestuurd naar Jacques, onze magazijnbeheerder van vorig jaar in La Lisa, die zo vriendelijk was mij enkele tips te geven. Hij benadrukte vooral dat materiaal van dezelfde groep op een welbepaalde plaats moet verzameld worden.

Op 14 april, bij het bezoek van onze toekomstige werkplaats, toonden de vertegenwoordigers van het MINSAP en van het ICAP ons de plaats waar alles ging opgestapeld worden. Ik zeg wel “zal”, want tot onze grote teleurstelling zat de container, geladen op 18 december bij -6°C, en in januaro aangekomen in Havana, nog steeds vast bij de douane. De toekomstige stapelplaats had grote nissen die elk het materiaal van een stiel konden opvangen. Plaats voor iedereen : de elktrieker, de loodgieter, de schilder, de schrijnwerker, de kleding en het speelgoed bestemd voor de school.

Dinsdag 15 april was ik dus reeds technisch werkloos. Slechts een ploeg van een twaalftal man ging aan de slag om het dak te kuisen en te schuren. Ik kon dus samen met enkele “meisjes” aan een beetje toerisme doen. Pinar del Rio, provinciehoofdstad, is een mooi en proper stadje, met zijn houten huizen, zijn galerijen met colonnes en zijn klassieke architectuur van de 19e eeuw, wat een zekere charme uitsraalt. In de voormiddag bezochten wij enkele “verplichte” plaatsjes, alvorens goed gehumeurd het hotel te vervoegen in bictax. De mannen zijn doodmoe teruggekomen met het bericht dat de container onderweg was.

Woensdag 16, bij onze aankomst op het werf was het magazijn nog leeg. Geen reden om de moraal van de ploeg aan te tasten. Nogmaals kwam het bericht dat het materiaal onderweg was. In afwachting moesten wij toch iets doen. Ik bleef ongerust over mijn verantwoordelijkheid in mijn nieuwe job. Er moest ook voor gezorgd worden dat de persoonlijke zaken van de brigadisten veilig achter slot en grendel zaten. Een borstelkot scheen de ideale plaats, gelegen in het lokaal bestemd voor het magazijn. Na een beetje aandringen bij Moraima, de verantwoordelijke van het MINSAP, kon ik een slot bekomen met twee sleutels en een sleutel voor de ingangsdeur.

Toen kwam de kreet : “De container komt eraan!” Ik kon het lossen niet bijwonen want ik moest op mijn post blijven. Op korte tijd zag ik vanalles aankomen : WC-potten, schoenen, een schommel in montagekit, kisten met kleding, verfpotten, deuren en vensters, houten panelen, boormachines… Elke “pro” kreeg één of twee nissen toegewezen, volgens de noden. Alles ging snel, maar wij beseften  stilaan dat sommige zaken ontbraken of gemengd waren.

De volgende dagen heb ik dan orde gebracht in de schoenen, het speelgoed, het materiaal. Het kleine gereedschap lag op een geïmproviseerde tafel, naast de machines. Ordewoord : alleen de brigadisten kunnen gereedschap afhalen. Maar wat moest ik zeggen aan de cubaanse collegas, gezonden door de chef loodgieter om een kraan of een tussenstuk te komen halen? Ik verweet mij honderd keer geen spaans te spreken. Maar met de nodige goede wil langs beide kanten en de aangepaste mimiek was de samenwerking uiteindelijk zeer vlot. De elektrieker  en zijn helpers, de schilder wisten goed wat zij nodig hadden. Peter, de “jefe pintura” en zijn gezellin Sonja deelden zelf de emmers, borstels en rollen uit. Het ergste waren de schroevendraaiers, de schrappers, de tangen, vele kostbare zaken die een tendens tot verdwijnen vertoonden. Onze cubaanse vrienden en onze brigadisten waren zo gemotiveerd dat ze op het einde van de dag wel iets durfden vergeten. Wij waren allen solidair : hij die prioritair een machine nodig had, kreeg die zonder discussie.

Ik moest ook zorgen voor de kleedkamer. Ik denk, zonder overdrijven, dat ik tot 50 à 60 keer per dag de vergrendelde deur moest openen en sluiten : ik durfde er gewoon niet aan denken dat iemand onder ons een paspoort, geld of persoonlijke zaken zou verliezen. Sommige werken, o.a. het dak, heb ik niet kunnen volgen. Tijdens de middagpauze deeed ik vlug alles op slot om buiten te gaan eten en fotos te maken van de werken.

Ik voelde mij nooit alleen in mijn magazijn want permanent had wel iemand van de groep iets nodig. En, gans achteraan was het enige WC ter onzer beschikking met een laken ervoor om een minimum aan privacy te verzekeren. Ik kreeg ook regelmatig bezoek van de inwoners. Zij waren een beetje “verloren” maar zeer lief. Het magazijn was hun in principe verboden, maar hoe dat uitleggen aangezien ik de taal niet spreek? Ik nam ze dan bij de schouder, gaf hun een “beso”, en begeleide ze glimlachend naar de uitgang.

In de namiddag van onze laatste dag kwam de container aan van “Hospitaal zonder grenzen”. Het was de totale mobilisatie. Iedereen liep in alle richtingen. De grote gerenoveerde en gekuiste zaal zag er geen ruïne niet meer uit. De nieuwe bedden werden geplaatst en de overschot van het materiaal ging in mijn, nu bijna leeg, magazijn.

In de namiddag, na de receptie, de toespraken, de officiële plechtigheid, gaf ik definitief de sleutels terug aan Moraina. Een laatste blik op mijn lokaal, een beetje ontroerd maar zonder een traan, want wij zullen onze cubaanse vrienden terug zien volgend jaar, met een nieuw projekt.

Monique Dits
(vertaling F. Tack)