Cuba Sí 181 – Vertalingen

Cuba Sí 181 – Vertalingen

Vertaling: Freddy Tack

De migratiepolitiek in Cuba

Freddy Tack

Even voor haar terugkeer naar Cuba aanvaarde Yuríelkys Sarduy, consul van Cuba, dit interview over de migratiepolitiek in Cuba. Een omstreden onderwerp in de westerse pers, dikwijls gebruikt om Cuba in een verkeerd daglicht te stellen, en onlangs op de eerste paginas met de recente aanpassingen van de cubaanse wetgeving. 

Sinds midden januari, datum van de in voege treding van de nieuwe wetgeving, hebben 182.799 Cubanen een reis naar het buitenland gedaan.

Cuba Sí : Één Cubaan op vier heeft familie die tijdelijk of definitief in het buitenland verblijft. Dit berekent dat migratie een vertrouwd, dagelijks thema is voor de Cubanen, een dagelijkse werkelijkheid voor vele families in het land. Wat denkt u daarvan, stemt dit overeen met de werkelijkheid ?

Yuríelkys : Ja. Het thema van de cubaanse migratie evolueerde tijdens de jaren. Bij het begin van de Revolutie, in de jaren ’60, was het hoofdzakelijk een politieke migratie, duidelijk politiek gekenmerkt. Met de jaren, en vooral tijdens de jaren ’90 en vooral 2000, gaat de cubaanse migratie meer en meer overeenstemmen met de normen van de internationale migratie. Het is een economische, familiale migratie, volledig normaal en erkend in de schoot van de cubaanse samenleving. De laatste jaren heeft de cubaanse regering betekenisvolle stappen gezet om een toenadering te verwezenlijken met deze migratie en om banden te smeden tussen de migratie en de natie. En deze banden hebben zich ontwikkeld in een totaal normale sfeer.

C.S. : Mag men zeggen dat Cuba een uitzonderlijk geval is in de regio van de Caraïben, of niet ?

Yuri : Ik heb de juiste cijfers niet bij de hand, maar Cuba is niet één van de belangrijkste landen inzake migraties. Andere landen halen veel hogere cijfers dan Cuba, zoals Haïti en nog anderen. Cuba zit niet bij de landen met de hoogste cijfers. Voor Cuba staat de mexicaanse migratie, de equatoriaanse, en vele andere landen in Amerika staan voor Cuba. Ik herhaal het, ik beschik niet over de juiste cijfers, maar Cuba is niet één van de landen met de belangrijkste migratiecijfers in Amerika of in de Caraïben.

C.S. : Welke verschillen kan men zien in de migratie voor de triomf van de Revolutie en daarna, meer in het bijzonder na de invoering van de « Ley de Ajusto Cubano » door de Verenigde Staten ?

(Een wet die automatisch asiel verleend aan elke Cubaan die de voet zet op noordamerikaans grondgebied).

Yuri : Oh ja, de Ley de Ajusto Cubano. Cuba is het enige land in de wereld wiens burgers illegaal kunnen aankomen in de Verenigde Staten, zich vestigen en een job krijgen. Het enige land. Dit is een totaal discrimenerende politiek vanwege de regering van de Verenigde Staten jegens Cuba, met als doel te destabiliseren en te provoceren. Het geval van Cuba is uniek, elkeen die illegaal aankomt krijgt automatisch werk, bekomt voordelige economische condities, Dit bestaat in geen enkel ander deel van de wereld. Het is een wetgeveing om te destabiliseren, te provoceren, om de illegale migratie aan te moedigen.

War Cuba betreft, wij willen een zekere, stabiele migratie, en dit is juist het doel van de huidige migratiepolitiek. De Ley de Ajusto Cubano heeft veel negatiefs opgebracht en het is zeker dat zij een stempel heeft gedrukt op de cubaanse migratie. In de jaren ’90 werden migratieakkoorden afgesloten tussen Cuba en de Verenigde Staten, waarbij deze laatsten het engagement namen een welbepaald aantal visa per jaar uit te schrijven. Maar zij hebben dit nooit gerespecteerd, het aantal verminderde jaar op jaar en het quota werd nooit bereikt. Dit heeft constant de migratie gedestabiliseerd, daar waar Cuba streeft naar een geordende, zekere, legale en constante migratie.

C.S. : Wat zijn de kenmerken van de huidige migratie, laat ons zeggen van de laatste tien jaren. En hoe zit het met de cubaanse migratie in België ?

Yuri : Zoals ik het reeds heb gezegd gaat het om een economische migratie, zoals alle migraties, zoals ook deze van Europa naar de States of andere landen. Een economische en familiale migratie. Nu richt de migratie zich ook meer naar Europa en andere werelddelen. De hoofdbestemming blijft de Verenigde Staten, ongeveer 80%. Maar meer en meer trekt men naar Europa met als belangrijkste bestemmingen o.a. Spanje, Italië, Frankrijk, Duitsland, die historische of culturele banden hebben met Cuba.

In België tellen wij ongeveer 1.600 Cubanen, waaronder 60% vrouwen, die hier verblijven. In juni hebben wij nog een ontmoeting gehad van Cubanen in België, waaraan ongeveer 100 man heeft deelgenomen. Het was een positieve ontmoeting en wij hebben kunnen praten over de actualisatie van de migratiepolitiek. Velen zijn vrouwen die hun familie in Cuba financieel steunen. 63% van de cubaanse migratie in België heeft een studieniveau van middelbaar of hoger onderwijs. Zij passen zich goed aan. Wij hebben terzake de belgische overheden ontmoet, en dit werd bevestigd. De cubaanse migratie past zich goed aan in de belgische gemeenschap, heeft zijn papieren in orde, volgt dit op en kent weinig problemen. Dit is de algemene norm, een goed geïntegreerde migratie, die sterke banden behoudt met Cuba, met de familie. Zij reizen meer dan één keer per jaar naar Cuba, soms twee tot drie keer per jaar. Zij onderhouden de banden met de familie, met hun land, hun cultuur, het betreft een positieve migratie.

C.S. : Sinds januari zijn voor de Cubanen de regels veranderd om te reizen. Welk was het impact van deze wijzigingen ? Verhoogde de migratie ? Wat was de houding van de andere landen, o.a. voor het bekomen van visa ? De SINA (belangensectie van de V.S. in Cuba) verklaarde reeds dat deze regeling niets zou veranderen aan haar poltiek (Granma, 11 maart 2013).

Yuri : Inderdaad. In oktober 2012 werd het decreet-wet N° 302 uitgevaardigd, die de wet N° 1312 van 1976 inzake migraties aanpast. De regeling kwam in voege op 14 januari van dit jaar. Het gaat om een actualisatie van de migratiepolitiek, het is geen nieuwe wet, maar een updating van de bestaande wetgeving. De doelstelling is de migratie te versoepelen, banden te ontwikkelen met het land, tussen de natie en de migratie, en te streven naar een geördende, wettelijke migratie, in overeenstemming met de concrete historische omstandigheden van de Revolutie, en dit kadert in het proces van socio-economische veranderingen dat in het land aan gang is. Deze wet werd zeer goed ontvangen door de migratie, dit wordt bij elke bijeenkomst bevestigd, bij elke uitwisseling, maar ook door de cubaanse bevolking ter plaatse, door alle sectoren van de bevolking. Het is echt een zeer positieve stap, en vele landen hebben terzake positieve verklaringen afgelegd.

De Verenigde Staten hebben beslist dat alles onveranderd blijft, maar dit schept hen wel problemen. Zij geven politiek asiel, nog steeds volgens de Ley de Ajusto Cubano, aan personnen die zogezegd in Cuba vervolgd worden, die niet meer in Cuba kunnen leven omdat ze mishandeld worden, vervolgd, in onwettelijkheid leven, omdat ze niet meer kunnen terugkeren naar hun land, en men geeft hen een job, arbeidsmogelijkheden. En diezelfde persoon die alle faciliteiten kreeg omdat hij politiek vervolgd werd, gaat binnen de drie maand, binnen het jaar, op reis naar Cuba ! Deze persoon behoudt de banden met de familie, want het is uitzonderlijke dat gans de familie vertrekt. Meestal vertrekt één persoon en steunt deze de rest van de familie ter plaatse. En de volksvertegenwoordigers in de amerikaanse kamer blijven maar verklaren dat het mensen zijn die politiek vervolgd worden, maar diezelfde mensen reizen regelmatig naar Cuba. Maar voor ons was de wet positief want hij toont aan wat verborgen zit achter deze noordamerikaanse politiek, hij bewijst eens te meer de destabilsatie en provocatorische politiek jegens Cuba.Laat ons ook even herinneren dat een « normale » visa-aanvraag bij de belangensectie van de V.S. in Havana tot twee jaar kan duren alvorens een dossier wordt geopend, dit is dagelijkse kost.

Wat de reizen naar Europa betreft, om in de Schengenzone binnen te komen is er nog steeds een visum nodig, niets is veranderd.

In Cuba zelf zijn de heen-en-terug reizen toegenomen, maar niet de migratie als dusdanig die, integendeel, geleidelijk afneemt. Elke burger kan nu met zijn paspoort reizen, met een visum waar het nodig is, en kan 24 maanden in het buitenland verblijven, met de mogelijkheid van een verlenging. Maar de meerderheid komt elk jaar terug naar het land om de familie te ontmoeten en ononderbroken de band te behouden met de familieleden.

C.S. : Er bestaat nu ook de mogelijkheid om terug te komen voor de mensen die het land hebben verlaten wegens politieke motieven, die niet akkoord waren met de Revolutie, en die nu kunnen terugkeren.

Yuri : Dit klopt. Vroeger bepaalde de wet dat personen die illegaal Cuba hadden verlaten niet meer konden terug komen. Dit was ook het geval voor mensen in officiële zending en sportieven van hoog niveau, die in geval van desertie in hun functie niet meer konden terugkomen. Nu, met de herziening, kunnen zij na acht jaar een dossier indienen met de vraag voor een toelating om terug te komen. Dit is een normalisatie van de toestand die onmiddellijk goed werd ontvangen en vragen voor reizen naar Cuba vanwege deze personen kwamen binnen. 

C.S. : Het thema van de migratie heeft ook mediacampagnes tegen de Revolutie op gang gebracht. Wat is vandaag de reactie van de westerse media ?

Yuri : In het begin, en dit is logisch, kwamen de commentaren in opstand tegen het feit dat de mensen niet mochten reizen.. Nu de reismogelijkheden bestaan zijn deze commentaren wonderlijk gestopt. Nu, wij weten dat er mensen betaald worden door de Verenigde Staten om propaganda tegen Cuba te voeren, en nu zij geen argumenten meer hebeen, worden zij automatisch zeer stil. De media reageren nog, maar in dit geval moeten zij toegeven dat het een positieve stap is, dat deze wet positief is.

C.S. : Tijdens onze activiteiten stelt het publiek dikwijls vragen inzake een andere behandeling van zekere burgers, die niet kunnen reizen zoals de meerderheid van hun medeburgers (kaders, beroepsmensen, artsen, atleten van hoog niveau, enz.). Hoe zit dit in mekaar en waarom deze verschillende behandeling ?

Yuri : Zoals wij het gezegd hebben is Cuba zijn migratiepolitiek aan het herzien en versoepelen. Nochtans kan het land niet de politiek voeren dat het zou wensen want het moet de beroepsmensen, de menselijke middelen die de garantie zijn voor de economische en sociale ontwikkeling van de Revolutie beschermen. En Cuba zal zich op elk vlak beschermen tegen alle imperialistische plannen. Men moet de concrete historische toestand bekijken. Wij doen wat mogelijk is maar wij zijn, spijtig genoeg, bestendig het voorwerp van een subversieve politiek. Men betaalt, en dit is openbaar en gepubliceerd, miljoenen om een « overgang » te bereiken in Cuba en om de Revolutie te doen mislukken. En wij gaan niet afzien van het recht om ons te verdedigen. Wij willen de menselijke krachten behouden die een garantie vormen voor de economische en sociale ontwikkeling van de Revolutie. Daarenboven werden zij gratis gevormd, in gunstige omstandigheden, totaal gratis. Wij moeten bijgevolg een minimumperiode voorzien om de ontwikkeling te verzekeren. Iedereen heeft weet van de hersendiefstal in de ontwikkelingslanden die nochtans afhankelijk zijn van deze middelen voor hun ontwikkeling. Wij spreken hier op wereldvlak, tussen ontwikkelde en onderontwikkelde landen.

Laat ons terugkeren naar de herzieningspolitiek. Er bestaat een groep beroepsmensen, beperkt in aantal, door de mensen gekend, zij kennen ze, zij weten wie zij zijn. De persoon is niet zo belangrijk, maar wel de arbeidspost die hij inneemt, die gevoelig ligt, die onmisbaar is (bvb. de veiligheid van het land, militairen, enz.). Voor deze arbeidsposten kunnen de mensen niet zo maar reizen, zij hebben een toelating nodig. Dit is ook het geval voor de gezondheidssector. Wij vormen artsen, wat kost de vorming van een arts ? Wij hebben het hier over zes jaar universitaire studies, alles gegarandeerd, de instrumenten, het materiaal, de praktijk, de hospitalen, alles, absoluut alles. Er bestaat een specifieke politiek voor artsen op zending en die blijven. Maar er moet gezorgd worden om andere personen te vormen en te steunen. Zij kunnen een definitief vertrek aanvragen, maar dan is er een wachttijd van minimum vijf jaar, de nodige minimumtijd om iemand anders te vormen om de plaats in te nemen. Voor de techniekers van de gezondheidssector is de termijn drie jaar. Laat ons niet vergeten dat het hier gaat om een zeer klein aantal.

C.S. : En de mensen aanvaarden dit ?

Yuri : Ja, wij hebben op dit vlak geen problemen, want de zaken zijn gekend, de mensen weten het, het verloop is transparant. Deze posten zijn vitaal voor de economische en sociale ontwikkeling, door de informatie waarover ze beschikken, door de middelen die zij kunnen gebruiken, door hun kennis. De mensen weten het, zij weten welke arbeidspost zij bekleden, zij aanvaarden het wanneer zij de post aanvaarden, zij zijn ervan op de hoogte dat in die post een toelating nodig is om te reizen. Dit is zeer transparant, de mensen weten het en aanvaarden het.

C.S. : Ik herinner mij een titel in de Granma die vermelde dat de genomen maatregelen overeenstemmen met het huidig ogenblik van de Revolutie. Kan je daar iets meer uitleg over geven ?

Yuri : Ja. Gedurende de jaren ’90 heeft de Revolutie een zeer bijzonder ogenblik beleefd, een zeer moeilijke periode voor de cubaanse economie, zeer moeilijk, een periode van overleven, zeer ingewikkeld. Deze toestand gaf aanleiding tot een reeks maatregelen, tot flexibiliteit, want er was geen alternatief. Vandaag is de toestand anders. Cuba ontwikkeld zich economisch. Het huidige herzieningsproces is belangrijk om veel bestaande afwijkingen recht te zetten, veel moeilijkheden die bestaan. Tijdens het Congres van de Partij zijn deze hervormingen in richtlijnen gegoten, na discussies wijk per wijk, persoon per persoon. Deze wijzigingen in de cubaanse samenleving zijn duidelijk de wil van het volk. Na de raadpleging van de bevolking zijn 70% van de voorstellen aangepast, wij spreken hier echt over de wil van het volk dezer dagen in uitvoering.

Want de onstandigheden zijn nu verschillend, want de ontwikkeling laat het toe, omdat wij de mogelijkheid hebben aldus verder te gaan. Men moest belangrijke maatregelen invoeren, men moest de toestand overschrijden om de verderzetting van de Revolutie te verzekeren. Men moest ook, spijtig genoeg, rekening houden met het feit dat de historische figuren tijdens de komende jaren zullen verdwijnen, daarin moet we objectief en realist zijn.

Elke stap is belangrijk en wij kunnen ons geen enkele vergissing toelaten. Dit is een fundameteel proces van de Revolutie. En onder deze wijzigingen is ook de migratiepolitiek opgenomen en deze politiek plaatst zich binnen de economische en sociale wijzigingen van gans de samenleving.

C.S. : Dank u wel.

VIIIe Congres van de Comités voor de Verdediging van de Revolutie (CDR) – 27 en 28/09/2013

Freddy Tack

De CDR zagen het licht op 28 september 1960 (zie Cuba Sí 168-okt. 2010), na een oproep van Fidel Castro die de bevolking het voorstel deed zich te organiseren, op het platteland en in de wijken, om de antirevolutionaire terroristische acties tegen te gaan.

Vandaag tellen de CDR nog steeds meer dan 8 miljoen leden (92,6% van de meer dan veertienjarigen), aldus de grootste massaorganisatie van het land. Geen enkele andere massaorganisatie beschikt over een basisstructuur zoals de CDR, zonder tegenspraak de ideale vereniging voor de gemeenschap, die alle sectoren van de samenleving omvat en waar men kan werken en banden leggen met de families.

In de loop der tijd is de waakzaamheidsfunctie misschien wel iets afgezwakt, maar de CDR komen ook tegemoet aan functies van wijkcomité inzake hygiëne, recyclage van papier en glas, bloedinzamelingen, de voorbereiding en organisatie van de verkiezingen, de vergaderingen waar de verkozenen hun bilan komen voorleggen aan hun kiezers, de discussie van wetsontwerpen of andere teksten, de campagnes voor vrijwillige arbeid, enz., enz..

Het VIIIe Congres

Het VIIIe Congres van de CDR ging door op 27 en 28 september. Zoals het altijd het geval is werd het voorafgegaan, vanaf 4 januari, door basisvergaderingen in de wijken, de zones en de gemeenten van het ganse land. De leden konden aldus tijdens 135.000 samenkomsten de werking van de vereniging ontleden en de documenten bespreken die de krachtlijnen voor de volgende jaren vastleggen.

De doelstellingen

De doelstellingen waren multipel, op basis van een concrete vaststelling, zoals Carlos Rafael Miranda, nationaal coördinator het stelde : « De problemen van vandaag zijn meer complex, sommige hebben zich opgestapeld en veralgemeend, en om hieraan te beantwoorden is er noodzaak aan een coherent activiteitenplan, met de deelname van allen en een sytematische controle. Er is geen wondermiddel, men moet de problemen concreet benaderen, en vandaar moeten acties starten om ze op te lossen, zo creatief en doeltreffend als mogelijk ».(Granma, 16/08/2013).

De doelstellingen voor het congres waren aldus goed omlijnd :

-versteviging van de werking van de structuren op alle niveaux ;

-Verhoging van de strijdbaarheid en het hoofd bieden aan het gebrek aan sociale discipline en de delicten, met voorrang aan preventiemaatregelen ;

-actie voeren voor de netheid, de hygiëne, de bloedgiften, de strijd tegen de muggen aan de basis van de dengue, enz. ;

-de vorming van de kaderleden verbeteren ;

-de taken in steun aan de economie ontwikkelen (ophaling va papier, glas en metalen, recyclage…).

Tijdens de basisvergaderingen kwamen vooral volgende themas aan bod : de mini-stortplaatsen (onwettelijke), de gemeentelijke netheid, de beschadiging van sociale eigendommen, openbare schandalen, overdonderende muziek, obsceen woordgebruik, lastigvallen van toeristen, enz.

De verjonging

Één van de meest opvallende resultaten is vast en zeker de verjonging van de verantwoordelijken. Voor dit congres waren 72% van de leiders van de CDR meer dan 50 jaar oud. Na de verkiezingen op basisvlak telt men nu 38,6% leiders van minder dan 40 jaar. 60% van de leiding is in handen van nieuwe verkozenen, en de vrouwen vertegenwoordigen meer dan 50%. Er bestaan nu CDRs voorgezeten door jongeren tussen 14 en 20 jaar, en zoals een jonge CDR-voorzitter van 16 jaar het uitdrukte : « Wij moeten nu een evenwicht vinden tussen het enthousiasme en de creativiteit van de jeugd en de ervaring van de ouderen ».

De waakzaamheid

Het congres bevestigde dat de verdediging van de Revolutie de hoofdtaak blijft van de vereniging. Maar de vormen van waakzaamheid moeten zich aanpassen aan de nieuwe omstandigheden van het land. De waakzaamheid richt zich nu meer naar asociaal gedrag en naar delicten, eerder dan contrarevolutionaire bedreigingen. De omstandigheden zijn ook veranderd, er is een betere openbare verlichting dan 50 jaar geleden, economische doelen beschikken nu over alarmsystemen en bewakers. De waakzaamhrid omvat tevens de ideologische werking en de preventie van delicten en asociaal gedrag.

De structuren

De functies van voorzitter, organisator, verantwoordelijke economie en diensten, blijven behouden. Een nieuw secretariaat wordt ingevoerd , sport, cultuur en ontspanning. Bij de verkiezingen ging deze post vooral naar jongeren. Het doel is culturele ontmoetintgen bevorderen, debatten in de wijk op gang brengen, samenwerking met de Cultuurcentra en de INDER (voor het sport), de communautaire projecten, enz. Dit alles met een fundamentele benadering : niet activiteiten inrichten voor de mensen,maar wel met de mensen.

De CDR, zoals gans de cubaanse gemeenschap, evolueren, veranderen, zetten zich op dezelfde golflengte als de hedendaagse maatschappij, van de dagelijkse werkelijkheid. Men kan enkel het standpunt bevestigen van José Ramon Ventura, vice-voorzitter van de Staatsraad en de Ministerraad, die in zijn slottoespraak verklaarde : « De tijden veranderen, de CDR en zijn taken ook. Willen of niet, na 50 jaar zijn de omstandigheden, het land, de mensen niet meer dezelfde. De nieuwe problemen vereisen nieuwe methodes en nieuwe vormen om er het hoofd aan te bieden en oplossingen te vinden, juist daarop moet de vereniging zich moderniseren ».

En bij de analyse van de conclusies en de beslissingen van dit congres wordt alles in het werk gezet om de mutatie te verwezenlijken.

Het advies van een oudere, Migdalia Igarza Ávila, 72 jaar, Las Tunas:

« Ik was bij de oprichters van mijn CDR, op 18 jaar. Ik kom uit een familie van « mambises ». Mijn overgrootvaders en miin grootvader maakten deel uit van het bevrijdingsleger tijdens de onafhankelijkheidsoorlogen. Mijn vader steunde de rebellen en heeft ons altijd vaderlandsliefde en liefde voor juiste zaken overgemaakt.

Vanaf het eerste ogenblik heb ik geweten dat de Revolutie een eis was van de eenvoudige mens, waar ik deel van uit maakte als boerendochter. Wat ik gedaan heb en blijf verder doen, is een vorm van dank, want ik kreeg meer mogelijkheden voor mijn persoonlijke ontwikkeling, middelen die voor mij ontoegankelijk waren voor 1959. »

Het advies van een jongere, Oscar Orisol Barroso Martínez, 24 jaar, Cárdenas:

« Vroeger deelde ik de commentaren dat de vereniging enkel oog had voor het innen van de bijdragen en de steun aan de Militie. Vandaag niet meer, ik besef nu dat de missie van de CDR nog steeds actueel is. Ja, nu geloof ik in de CDR.

De taken zijn misschien meer ingewikkeld… ; uiteindelijk kan men de mensen hun onverschilligheid niet verwijten als we niet in staat zijn ze te mobiliseren.

De mensen moeten de kostprijs kennen van diefstallen in de winkel of bij andere economische instellingen, wat zij betekenen voor de samenleving, de provincie, het land.

Hier bevindt zich de cubaanse familie en wat de Revolutie van haar verwacht, hoe zij het verwacht van de jongeren van mijn generatie die het roer overnemen.

Nu is het aan ons, het is onze tijd ! ».

CULTURA

Het Hoger Kunstinstituut van Havana of kunst in dienst van de kunst.

Anne Delstanche

1961, Fidel Castro en Che Guevara spelen een partijtje golf op de vroegere Country Club van Havana, verlaten na de revolutie. Zij denken na hoe Cuba zou kunnen investeren in cultuur. Kort daarna komt een plan om nieuwe kunstscholen te bouwen op het verlaten golfterrein.

De school, opgericht met de wil een verzorgde opleiding te verlenen aan de toekomstige kunstenaars, niet enkel uit Cuba maar ook uit de ontwikkelingslanden, zal gebouwd worden in een prachtig kader. Vijf gebouwen voor het onderwijs van vijf kunstcarrières, met een humanistische visie op cultuur en kunst. Vandaag is het Hoger Kunstinstituut (ISA) bekend als één van de meest prestigieuse van Latijns Amerika.

Voor een dergelijk ontwerp was de kostprijs een fortuin in die tijd, meer dan dertien miljoen pesos. Drie jonge architecten worden uitgenodigd : Ricardo Porro (Cuba), de coördinatorneemt de verantwoordelijkheid voor de school plastische kunsten en moderne dans, en doet beroep op twee jonge italiaanse architecten, Roberto Gottardi en Vittorio Garatti voor het ontwerp van de balletschool, de muziek en het theater. Elke architect beschikt over een totale vrijheid, maar zij delen een aantal gemeenschappelijke hypothesen :

-elk element integreren in de natuurlijke omgeving en in het heuvelachtig geheel, doorkruist door de rivier Quibu, een zijarm van de stroom Almendares ;

-de culturele wortels uitdrukken van de cubaanse natie. Zo vindt men er gemengde elementen van een afrikaans dorp en europese portalen ;

-aarde (bakstenen) gebruiken als bouwmateriaal en de catalaanse boog voor de daken ;

-paviljoenen/ateliers maken gericht op de cursussen en de doorgangsgalerijen.

De schilderateliers zijn ingericht als ronde theaters waar het model zich in het centrum bevindt en de leerlingen er rond.

Buitenaf ziet elke school eruit als een beeldhouwwerk, en binnenin als een levend organisme.

Het geheel bestaat uit vijf scholen, vijf paviljoenen omringd door een weelderige plantengroei. Elke school heeft een structuur lijkend op een bos waarin men wandelt. .Open wegen, pleinen, patios en galerijen verbouwen de ruimtes in organische ketens. De schildersateliers zijn overdekt met een koepel die lijkt op een vrouwenborst. Buiten prijkt een beeldhouwwerk dat doet denken aan een papaya, polpulair symbool voor het vrouwelijk geslachtsdeel, en in het centrum een fontein.

De krommende gangen, de borstvorm van de koepels, de fontein : alles is er rond en geeft een erotische herinnering aan een vrouwenlichaam. Om tegemoet te komen aan het gebrek aan beton, staal en andere bouwmaterialen doet Ricardo Porro beroep op het vakmanschap van catalaanse handwerkers, meesters in de bouw met bakstenen : bogen, koepels, linkse gewelven, gebogen gewelven, ,portugese gewelven, zuilengalerijen…. Deze gebouwen zijn een fusie van arme materialen, locale architecturale traditie, barokinspiratie en lyrische grootheid. « Ik voelde de noodzaak de emotionele uitbarsting van het cubaanse volk uit te drukken, op dat ogenblik zeer gevoelig » (Ricardo Porro).

Garatti werkt op een dalende heuvel uitgekozen voor de muziekschool en zijn boxserpentine voor de repetities is gekend als de « worm ». Voor de balletschool koos hij lichte gewelven die de indruk geven op rythme te dansen. Alle architecten hebben hun model aangepast aan de structurele vormen van de baksteen, antwoordend op het gebrek aan staal en beton ingevolge de amerikaanse blokkade, wat aanleiding geeft tot een mooi geheel catalaanse gewelven en koepels.

« Het belangrijkste is dat we allemaal dezelfde methode hebben gebruikt, een methode die start met een historische analyse, niet alleen van de context maar ook van het ogenblik dat men aan het beleven was, het begin van een revolutie. In een balletschool gaat alles zich integreren, het ballet is rondvormig, banden, beweging, tegenstelling. Al die vormen komen van de analyse van de beweging van de danser… De school heeft vele ingangen want het is een school van de revolutie, iedereen mag er binnenkomen ». (Vittorio Garatti).

Bij de start waren drie blokken in baksteen uitgedacht. De eerste waren de faculteit voor muziek, theater en plastiche kunsten, waarvan het geheel een erotisch vrouwenlichaam suggereerd. Een ander gebouw was gestart voor een circusschool, maar moest gestopt worden wegens budgettaire redenen.

Roberto Gottardi, in 1961 aangekomen in Cuba leeft er nog steeds 50 jaar later. Hij herinnert zich nog de euforische atmosfeer en het drama van de eerste jaren van de revolutie : « Ik ontmoette een geest van grote vrijheid en enthousiasme, van toewijding, van grote dromen die op korte termijn verwezenlijkbaar waren -of schenen. Het eerste ontwerp waar ik alleen voor verantwoordelijk stond was de school voor dramatische kunst. Wij hadden een grote vrijheid om te werken, om het terrein te kiezen voor de bouw van elke school, om conceptuele voorstellen uit te werken op basis van zekere materiële omstandigheden. »

De geboorte van de kunstscholen van Havana werd beschouwd als één van de unieke architecturale proefwerken van de tweede helft van de XXe eeuw. En het concept van de school was ook het voorwerp van hevige controverses tijdens nationale en internationale forums. Geen enkele andere constructie na de revolutie was zo polemisch als de Nationale Kunstschool gestart in 1961. De meest enthousiaste verdedigers spraken van een symbool van durf en een wil naar experimenten, de strengste critici hadden het over een esthetiserende explosie, elitair en zinloos.

Bij de start beschikken de drie architecten over een budgettaire vrijheid en een volledige onafhankelijkheid in het uitwerken van de beslissingen. De unieke design en de onverwachte kostprijs leiden dan naar klachten van economische verspilling.

In 1965 stopt de verdere bouw van de scholen wegens esthetisch onbegrip en gebrek aan materialen. Een ideologische strijd is aan gang tussen de verdedigers van de vrije schepping en deze die een weigering zien van technische functionele bouwwaarden in een land onderworpen aan grote economische moeilijkheden.

Ingevolge de economische toestand worden slechts twee gebouwen van Porro afgewerkt. In 1965, wanneer de bouw onderbroken wordt, vertrekt Ricardo Porro naar Parijs.

In oktober 1999 beslist de Nationale Unie van Cubaanse Schrijvers en Kunstenaars (UNEAC), met de goedkeuring van Fidel Castro, terug te gaan tot het initiale project om het af te werken en te herstellen met de medewerking van de auteurs. Fidel Castro is zeer kritisch over de ambtenaren die de kunstschool zo lieten verloederen.

De drie architecten worden uitgenodigd om terug te komen naar Havana om het werk af te maken. Na beraadslaging aanvaarden ze deze nieuwe uitdaging en in november ontmoeten ze het cubaans organisme gelast met het beheer van het project.

In 2010 wordt de school uitgeroepen tot « Nationaal Monument » door de Nationale Commissie van de Monumenten van Cuba, in een resolutie van 8 november 2010 met een opdracht door Eusebio Leal, de Historicus van Havana.

De school voor visuele kunsten is speciaal geslaagd en vormde kunstenaars die international befaamd werden.
De cubaanse culturele politiek was voldoende intelligent om te ontsnappen aan het socialistisch realisme dat overheerste in de europese socialistische landen. Vanaf de start van de revolutie en de daaropvolgende jaren hebben de kunstenaars, met hoogtes en laagtes, een grote scheppingsvrijheid kunnen vrijwaren, zowel qua vorm als qua inhoud, met soms zeer kritische kunstwerken, zelfs indien sommige periodes moeilijker lagen dan andere.

Vandaag gaat het restauratiewerk verder. .Ik heb het kunnen vaststellen bij een terugkeer deze zomer (mijn laatste bezoek was in 1999) zelfs indien vooral de school voor plastische kunsten aan bod komt en er veel te doen blijft voor de andere scholen. Het bezoek is de moeite waard. Er heerst een rust die ten goede komt aan de creatie en de wandeling verloopt onder vogelgezang vermengd met de instrumenten van de studenten in volle studie. Wij hebben kunnen spreken met studenten en leraars. Onderzoek, passie, verbeelding, wereldvisie, kritiek, uitdrukking, nadenken . Een grote rijkdom op alle niveaux in een fantastisch kader. Op Cuba worden alle kunstuitdrukkingen gewaardeerd niettegenstaande de schaarste aan middelen van het land. Kunst in al zijn uitdrukkingen blijft een voorrang, het is een politieke keuze die onze landen weigeren door de schepping te beperken tot de handelswaarde van een « produkt »… kunst is een belegging…dit is de eerste wet van de god « Markt », alom aanwezig zelfs in deze tak die voor alles zou moeten berusten op culturele rijkdom, intellect, nadenken, plezier van de zintuigen en van de geest.

Cubanos en Francia

Een Cubaan in Frankrijk

Freddy Tack

In een vorig nummer (Cuba Sí 179-juni2013) gaven wij het woord aan Menia Martínez, voorzitster van « Cubanos en Bélgica » Nu is het de beurt aan een Cubaan die in Frankrijk vertoeft en ons zijn belevenissen voorstelt. Een bevoorrechte getuige, één van die Cubanen die in het buitenland vertoeven maar sterke banden houden met hun land, hun cultuur, hun medebrurgers.

Cristobal Danilo Campos Aveillé heeft Cuba verlaten om zich in Frankrijk te vestigen, in Parijs. Na de verwezenlijking van een documentaire over de « rap » in Cuba, « Havana Hip Hop », keert zijn vriendin terug naar Parijs.Kort daarna krijgt hij het bericht dat hij vader gaat worden. Hij vertrekt om aanwezig te zijn bij de geboorte en zich in Frankrijk te vestigen.

Bij zijn aankomst in Madrid wordt hij getroffen door de koude, het groot aantal militairen, wat bij hem een vraag oproept over zijn bestemming, een grote democratie of een land in oorlog ?

Een uur later wordt het Orly en de moeder van zijn toekomstig dochtertje, Maia. Orly komt hem meer bekend voor doorheen de talrijke franse films gezien in Cuba, en wat in hem opkomt is het liedje van Chico Buarque « Samba de Orly ».

De eerste maanden zijn moeilijk. Hij mist de zon, de menselijke warmte, de vrienden, de dominospelletjes, Havana, de rumbas in de straat, kortom, het eiland. En een jaarlijkse terugkeer is zeker niet teveel om te herleven en het europese leven te lijf te gaan.

Bij zijn aankomst wordt hij lid van « Raices Cubanas », een vereniging die de anticubaanse campagnes van Robert Menard en zijn ploeg ontmaskert. Hij wordt lid van de « Coördinatie van de Cubanen die in Frankrijk vertoeven » en aanvaardt het vice voorzitterschap van de vereniging « Cuba Va », treedt toe tot het collectief ALBA-Frankrijk, die elk op hun beurt de cubaanse en latuijnsamerikaanse werkelijkheid bekend maken in Frankrijk. En een speciale attentie gaat naar de strijd voor de bevrijding van de Vijf.

Zijn militantisme gaat ook naar de verspreiding van de latijnsamerikaanse culturele waarden, naar de syndicale strijd in Frankrijk en de 1 mei-betogingen. Hij werkt mee in talrijke alternatieve netten zoals Martianos, Hermes, Kaos el la red, Canaria insurgente, Gacetilla Argentina en nog vele andere. Hij is medewerker van Cuba Información en verdeeld de papierversie in Parijs. Hij maakt videos voor de productie « Vamos Andar ». Hij maakt een blog voor de verdediging van Cuba, bezocht door lezers uit meer dan 108 landen in de wereld.

En hij doet het nog steeds verder : « Ik neem een moreel engagement op voor de verdediging van het land waar ik geboren ben, een maatschappij die niet perfect is maar met veel humanisme en een belangenloze solidaire liefde, gericht op de ontwikkeling en het welzijn van de mens ».

En aan de slecht ingelichte mensen of mensen met slechte bedoelingen die hem zeggen dat hij een cubaanse emigrant is die de diktatuur is gevlucht, antwoordt hij « Cuba is bestendig aanwezig in mijn geest en in mijn hart. Ik ben geen emigrant, ik ben een Cubaan die in het buitenland vertoeft».

Libros

Cuba : Les médias face au défi de l’impartialité

Salim Lamrani

Salim Lamrani, doctor in Iberische en Latijns-Amerikaanse studies aan de Universiteit van de Sorbonne in Parijs, gaf pas een boek uit van 230 paginas, in 9 hoofdstukken, met een voorwoord door de uruguayaanse schrijver Eduardo Galeano.

Het boek streeft ernaar het fenomeen van de persconcentratie in handen van de economische en financiële macht te onderzoeken, evenals de gevolgen van deze evolutie voor de toegang van het publiek tot een onpartijdige informatie. De auteur doet dit door de analyse van de wijze waarop de westerse pers het thema Cuba benadert en neemt als voorbeeld de spaanse krant « El País », een zogezegde « ojectieve » krant. Een enquête over de redactionele opties van dit dagblad die een zucht naar evenwicht opeist, en die zwaar weegt in de vorming van de publieke opinie.

Waarom is Cuba het enige land in de regio dat sinds vijftig jaar de eerste pagina haalt ? Waarom de haat van de westerse media tegen « dit eigenaardig land dat niet deelneemt aan de Wereldbeker voetmatten «  (Eduardo Galeano) ?

De gestelde vragen zijn :

-Hoe stellen de media Cuba voor ?

-Hoe benaderen zij de complexe problemen van de « Mensenrechten », het critisch debat, de emigratie, de menselijke ontwikkelingsindex en de relaties met de VS ?

-Zijn zij in staat afstand te nemen van de politieke macht en de macht van het geld om een verscheiden visie te geven van de cubaanse samenleving ?

Om dit te beantwoorden bestudeert hij de wijze waarop « El País » verschillende aspecten beschrijft, zoals het dagelijks leven in Cuba, de emigratie, de mensenrechten, de dissidenten of de Vijf cubaanse gevangenen van Miami.

De positieve aspecten, de verwezenlijkingen, nochtans erkent door verenigingen die men niet kan verdenken van sympathie voor Cuba, zijn systematisch afwezig in de kolommen van de krant. Daarentegen wordt elk probleem opgeblazen en uit zijn context gehaald, tenzij het gewoon wordt uitgevonden.

Het boek geeft een goed beeld van de grote afstand tussen de cubaanse werkelijkheid en de « hel » voorgehouden door de meerderheid van de westerse media. Een analyse met argumenten, gesteund op verslagen van internationale verenigingen zoals de UNO, de UNESCO, en NGO’s zoals Amnesty International. 

Uiteindelijk blijkt duidelijk dat deze krant, zoals de overgrote meerderheid van de westerse media, systematisch afziet van elke journalistieke moraal en elke objectiviteit, beroep doet op bewuste leugens, verdoken waarheden, schuldig stilzwijgen, tendentieuse interpretaties die altijd in het nadeel zijn van Cuba.

Hij bewijst dat de overheid niet altijd de waarheid zegt en dat sommige waarheden storen en best verzwegen worden. Hij nodigt de lezer uit om zich anders te informeren en zijn eigen mening op te bouwen.

Een document met cijfers, notas en verwijzingen die men kan nazien. Een boek dat een einde maakt aan de zogenaamde objectiviteit van de media in handen van de economische en financiële machten. Het bewijs valt dat deze de werkelijkheid misvormen teneinde een publieke opinie te vormen die hun ideologie bijtreedt.

Een kleine kritiek voor de franstaligen. Het boek is gesteund op de analyse van een spaanse krant die bij ons weinig gelezen wordt. Men kan de keuze begrijpen gezien de rol van Spanje in de relaties met Latijns Amerika, maar enkele verwijzingen naar « Le Monde » en « Libération », meer gelezen door ons publiek, waren niet overbodig geweest.

Voorstelling van het boek door Salim Lamrani

Cuba is een mediaonderwerp dat aanleiding geeft tot kritiek en discussie, en regelmatig passies doet opwaaien. Hoe stellen de media de cubaanse werkelijkheid voor ? Hoe benaderen zij de zo complexe problemen akls de mensenrechten, de emigratie, de menselijke ontwikkelingsindex en de relaties met de Verenigde Staten ? Vervullen zij hun rol van vierde macht ? Kunne zij afstand nemen

van de politieke macht, de geldkrachten en een gevarieerde visie geven over de Cubaanse samenleving ?

Daar waar een vrije en onafhankelijke pers essentieel is aan elke democratie en samengaat met een morele beroepsverplichting waarheid te brengen voor de burgers, hebben de media de tendens één enkel standpunt te brengen over deze natie uit de Caraïben en elke heterodoxe mening uit te sluiten.

Het debat over ideeën, nuances en evenwicht -onmisbare elementen voor de intellectuele emancipatie van de publieke opinie- worden teruggedrongen op de achergrond in het nadeel van de analyse en de onpartijdigheid. In de werkelijkheid is de rol van de media de publieke opinie het respect te leren van de sociale hiërarchie en de economische belangen, haar te overtuigen van de basissen van de gevestigde privileges en de achtenswaardigheid van de bezittende klasse.

Anne Delstanche

BREVES

Freddy Tack

Cuba en de VS werken samen inzake reddingsoperaties in zee

Experten van de twee landen onderzochten gemeenschappelijke acties voor zoek- en reddingsoperaties in zee, middels vliegtuigen en schepen.

Een « Operationele Procedure » werd uitgewerkt voor deze operaties tussen Cuba en de Verenigde Staten, om voorgelegd te worden aan beide regeringen.

De gesprekken verliepen in een klimaat van respect en samenwerking, teneinde de krachten te bundelen voor reddingsoperaties in zee.

De twee partijen bevestigden hun respect van de internationale verplichtingen terzake.

Prensa Latina, 21/09/2013

Obama : een supplementair jaar sancties tegen Cuba

President Obama besliste, eens te meer, de commerciële sancties tegen Cuba te verlengen. Het nieuws werd bekend gemaakt door het Witte Huis, en een memorandum voor de Staatssecretaris en de Secretaris voor Financiën van de VS.

Obama verklaarde dat deze beslissing beantwoordt aan de nationale belangen van de Verenigde Staten en steunt op de Wet voor handel met de vijand. Daar waar elk jaar de Verenigde Naties het forum zijn van een wereldwijde veroordeling van de noordamerikaanse politiek, bevestigen de VS sinds 1961 de unilaterale blokkade tegen Cuba.

Cubahora, 14/09/2013

Meer dan 40 landen vragen aan de UNO een einde te stellen aan de blokkade tegen Cuba

Meer dan 40 landen uit de vijf werelddelen hebben gepleit, tijdens de Algemene Vergadering van de UNO, voor de stopzetting van de blokkade tegen Cuba, omschreven als massamoord, onwettelijk en overblijfsel van de koude oorlog.

Tijdens de debatten kwam men in meerdere tussenkomsten terug op het feit dat de blokkade een belangrijke rem is voor de ontwikkeling voor de bewoners van het eiland, en een verkrachting van het internationaal recht.

Granma, 04/10/2013

Energieproductie op basis van vegetale vezels

De groep bergen van het Ministerie van Landbouw heeft een programma gestart voor energieproductie op bais van biomassa. De experimenten lopen in de provincies Santiago en Pinar del Rio. Men gebruikt, onder andere, afval van houtzagerijen die nu verloren gaan want nutteloos voor andere gebruik.

Een ander project betreft teelt van agave, een project dat loopt tot in 2020. De productie zou dan 1.200 ton vezels per jaar bereiken, die kunnen gebruikt worden voor het vervaardigen van koorden en manden, en voor zekere cosmetica.

De research naar nieuwe producties blijft nog beperkt want meestal noodzakt deze grote investeringen in apparatuur waarvan de meerderheid moet ingevoerd worden. 

Juventud Rebelde, 05/09/2013

Nieuwe modaliteiten voor het werk als onafhankelijke

Volgens recente cijfers werken 436.342 Cubanen voor eigen rekening (cuenta propria).

Eind september verschenen in het Staatsblad een aantal nieuwe modaliteiten die dit soort arbeid toelaten in verschillende domeinen.

Onder de nieuwe mogelijkhedeen vindt men de beheerder van uitwisseling en verkoop van woningen, de détailverkoper van telecomproducten en post (de groothandel blijft een nationaal bedrijf).

De toekenning van licenties ingehouden wegens gebrek aan grondstoffen werd vrijgegeven. In deze groep vindt men smids, gieters, makers en verkopers van artikels in marmer, van zeep, asfalt en inkten.

Een andere groep omvat, onder andere, verkopers in het groot en in détail van landbouwproducten (voor Havana, Artemisa en Mayabeque), antiquairs, makers en herstellers van meubelen, beheerders van huurwoningen.

Juventud Rebelde, 26/09/2013

Asociación

Adriana Pérez neemt deel aan de vernissage van de fototentoonstelling « Cuba, mi amor »

Op 18 september stelde onze vriend Regi Rotty, van de regio Gent, zijn fototentoonstelling voor, « Cuba, mi amor », in het Centrum Rops te Brussel. Het was een echte verrassing wanneer wij in de delegatie van de Ambassade van Cuba de aanwezigheid konden vaststellen van Adriana Pérez O’Connor, echtgenote van Gerardo Hernández Nordelo, één van de Vijf. In België voor een programma ontmoetingen en solidariteitsactiviteiten (waaronder Che Presente), had zij een ogenblik vrijgemaakt om deel te nemen aan onze activiteit.

In zijn toespraak bedankte Freddy Tack Adriana voor haar deelname. Daarna feliciteerde hij Regi voor zijn tentoonstelling. Deze vermengt duidelijk drie passies : een passie voor Cuba, een passie voor de dans en een passie voor de fotografie. Het resultaat is verbijsterend, een vermenging van kleur en beweging, de uitstraling van de uitbundigheid van het cubaanse klimaat, van het volk, van de muziek, van de dans. Beelden van elke dag waar jong en oud mekaar ontmoeten en delen in de vreugde van het dansen. De gebruikte techniek geeft prachtig de beweging door en bekrachtigd de vluchtige ogenblikken door de kunstenaar vastgelegd. Nog eens bravo en dank u Regi !

Cubaanse week in Silly, van 11 tot 20/10/2013

Silly nam het initiatief voor een cubaanse week, een samenwerking tussen de schepen van Cultuur en het Cultureel centrum van de gemeente, met een deelname van de Vrienden van Cuba.

De vernissage ging door op 11/10 in aanwezigheid van een delegatie van de Ambassade van Cuba en vertegenwoordigers van de Vrienden van Cuba.

Talrijke activiteiten staan op het programma van de week : een « noche cubana » (met een concert en salsa initiatie), een atelier cubaanse keuken, een OXFAM-ontbijt met cubaanse producten, een aperitief-lezing (Padura), een tentoonstelling filmaffiches, een fototentoonstelling, een kinderatelier (met animatie en piñata), de film « 7 dias en La Habana », een cubaans aperitief.

Gedurende de ganse week waren verscillende rstaurants in Silly, Hellebecq en Thorimont op Cubaanse leest geschoeid.

Solidaridad es unir pueblos

De vereniging « Cubanos en Bélgica » richte op 1 en 2 oktober solidariteitsdagen in met Cuba, in de Vrije Univesiteit van Brussel (ULB), met deelname van de Vrienden van Cuba.

In de zaal werden werken tentoongesteld van cubaanse kunstenaars, Geladis Pérez Martinez en Nicolas Carballosa Rosales, en fotos van Peter De Bock.

Conferenties en debatten liepen over de twee dagen o.a. over de ALBA, economische veranderingen in Cuba, migraties, ecotoerisme, theater, documentaires (Cubanos en Bélgica, Dejame entrar, Le soleil : un nouveau pétrole pour Cuba, Ciné belgicano, La Colmenita), een voorstelling van de Brigade Carlos Habré en concerten met Contrabando, Tumbao Cubano en de DJ Ivanomix.

Freddy Tack