Cuba Sí 183 – Vertalingen

Cuba Sí 183 – Vertalingen

Vertaling: Freddy Tack

ACTUA

De cubaanse actualiteit blijft druk en actief. Diepgaande economische wijzigingen maken het land klaar voor de toekomst (Zone van Mariel, buitenlandse investeringen, beheer openbare bedrijven), de sociale omgeving past zich aan (weddes in de gezondheidssector, grossistenverkoop, loodgietrijmaterialen), de relaties met de Europese Unie gaan de goede richting uit en de Verenigde Staten gaan verder met hun politiek van blokkade en agressies.

Mariel, een open deur op de Amerikas en de wereld.

Door Raúl Castro omschreven als « de belangrijkste werken die in het land aan gang zijn », werd de eerste fase van de ZEDM (Speciale Ontwikkelingszone Mariel) eind januari geopend door Raúl Castro en Dilma Rousseff, presidente van Brazilië.

Deze nieuwe infrastructuur, met een oppervlakte van 465,4 km², zal de belangrijkste in- en uitgangspoort worden voor de cubaanse buitenlandse handel. Dicht bij Havana (45 km), bij de regeringsinstellingen, de wetenschappelijke centra en de internationale luchthaven José Martí, is de zone gelegen rechtover de Golf van Mexico en omringd door 33 havens van 17 landen. De zone beschikt reeds over een eerste kaai van 700 meter toegankelijk voor containerschepen.

Een belangrijk deel van de werken wordt ten laste genomen door Brazilië en vandaag hebben bedrijven uit Brazilië, China, Rusland, Vietnam, Japan, Argentinië, Italië en Frankrijk reeds hun interesse geuit om in de ZEDM te investeren. De meest geciteerde sectoren zijn de traditionele industrie, de landbouw- en voedingsindustrie, de biotechnologie en de logistiek. Op 6 mei waren 23 projecten officieel ingediend.

De doelstellingen zijn ruim : bijdragen tot de nationale ontwikkeling, export voeden en de vervanging van invoer nastreven, technologische overdrachten bevorderen, ook in beheersmethodes, buitenlandse investeringen aantrekken, een duurzaam milieu bevorderen, de nodige infrastructuur ontwikkelen voor economische vooruitgang, een efficient logistiek systeem uitwerken, de inplanting van nationale en buitenlandse bedrijven bevorderen, de articulatie met de nationale economie garanderen.

Speciale voorzieningen zijn uitgewerkt voor de bedrijven die zich willen inplanten : een vereenvoudigde douanebehandeling, een speciaal fiscaal systeem, een specifiek verzekeringsregime, een speciaal bank- en monetair regime, een speciaal regime voor de controle van overtredingen, migraties en interne orde. Een specifiek arbeidsregime werd uitgewerkt voor de ter beschikkingsstelling van werknemers door een cubaanse entiteit, met de verplichting de arbeidswetgeving en de sociale zekerheid van het land te eerbiedigen. In april werd in de Gaceta Official (het Staatsblad) een reglement opgenomen voor de ZEDM met, o.a., een arbeidsregime van 24u op 24u, gans het jaar door, voor de maritieme- en havendiensten, en tevens voor de bescherming van het milieu.

De Wet N°118 op de Buitenlandse Investeringen.

De nieuwe wet op de buitenlandse investeringen kadert in het respect van de zelfsbeschikking, in het kader van een oproep tot kapitalen, met de bescherming van de rijkdommen van het land. De wet wordt omschreven als strategisch, een vitale impuls voor de economische ontwikkeling. Deze wet werd door de Algemene Vergadering van de Volksmacht goedgekeurd na maanden debatten in commissies en in de provinciale raden. De wet bevat 34 algemene principes en 11 sectoriële principes. Onderwijs, gezondheid en leger worden uitgesloten voor zijn toepassingsgebied.

De prioritaire activiteiten zijn deze die een productieketen meebrengen, die bijdragen tot de overdracht van technologie en beheersmethodes, die de ontwikkeling van de industriële infrastructuur bevorderen, die energie produceren, prioritair met hernieuwbare bronnen, die de agrovoedingsindustrie bevorderen, die het toerisme bevorderen.

De omkadering van de investeringen is goed omschreven : bescherming van de zelfbeschikking, van de natuurlijke grondstoffen, van het milieu en van het nationaal patrimonium. De projecten worden één per één goedgekeurd. De aanwerving van werknemers gaat via regeringsentiteiten en de werknemer is beschermd door de arbeidswetgeving en de sociale zekerheid van het land, en krijgt in alle gevallen een salaris hoger dan het wettelijke minimum. Een reglement van het Ministerie van Arbeid en Sociale Zekerheid (MTSS) wordt terzake uitgewerkt.

Deze twee belangrijke maatregelen werden genomen na lang nadenken en na diepgaande studies, o.a. over gelijkaardige maatregelen genomen in andere landen, en zijn fundamenteel voor de ontwikkeling van het land. Heden beschikt het land niet over de noodzakelijke investeringsmogelijkheden om de ontwikkeling te verzekeren. De toekomst zal uitwijzen of de genomen maatregelen overeenstemmen met de omschreven doeleinden en met de ambities van de cubaanse overheden.

Cuba – Verenigde Staten : de nieuwe technologie in dienst van een ongewijzigde politiek.

Daar waar in de Verenigde Staten stemmen opgaan om een normalisering te vragen van de relaties met Cuba (Vereniging van maïsproductoren uit Illinois, christelijke en evangelische leiders, de Nationale Raad van de Kerken van de V.S., presbyteriaanse kerk), wijzigt de noordamerikaanse regering niets aan zijn blokkade- en agressiepolitiek.

BNP-Parisbas moest een provisie vastleggen van 1,5 milliard $ wegens een waarschijnlijke boete opgelegd door de OFAC (Controlebureau van Buitenlandse Activa), AIG (American International Group) moet 279.038 $ betalen (verkoop van verzekeringen aan een canadese firma die handel voert met Cuba), een argentijns reisagentschap moet 2,8 miljoen $ betalen (vekoop van reizen naar Cuba tussen 2009 en 2012, Carlson Wagons Lits in Nederland moest 5,9 miljoen $ betalen (verkoop van reizen naar Cuba).

Begin april brengt het noordamerikaans agentschap Associated Press ophefmakend nieuws. Een zogenaamde europese firma, via financieringen die langs de Caïmaneilanden gaan, heeft op Cuba een soort Twitter ingeplant, onder de naam ZunZuneo (het geroes van de colibris), die onwettelijk gegevens opstapelde, o.a. over de smaken en de opinies van de cubaanse gebruikers. In werkelijkheid gaat het om een project van de USAID met als doel te trachten potentiële dissidenten op te sporen en ze te manipuleren om het land te destabiliseren. Via dit net is het mogelijk valse info te verspreiden en « smart mobs » te versturen (oproepen tot betogingen via de sociale netten, reeds uitgetest in andere landen).

Eigenlijk niets nieuws, enkel een overgang naar nieuwe technologieën (de TIC : Communicatie en informatie technologie). Men past de TIC toe in het kader van de anti-cubaanse campagnes en voor de steun aan « dissidente » splintergroepen, teneinde de vermaarde « democratische transitie » te bevorderen. Het soort programmas waaraan de Verenigde Staten jaarlijks tientallen miljoenen dollar verspillen.

Cuba heeft uiteraard deze projecten aan de kaak gesteld bij de internationale organismen, in de UNO, bij de UIT (Internationale Unie voor de Telecommunicatie), en in de ganse wereld gingen stemmen op om deze handelwijze te veroordelen, die niet enkel de cubaanse wetgeving verkracht, maar ook de noordamerikaanse wetten, het internationaal recht, de conventies van de UIT, enz.

Op 30 april nemen de Verenigde Staten Cuba terug op in de lijst van de terroristische staten. Zij gevens nochtans, in hetzelfde document, toe dat Cuba de vredesgesprekkien steunt voor Colombia, dat er geen gegevens beschikbaar zijn dat de cubaanse regring wapens zou geleverd hebben of training zou voorzien hebben voor terroristische groepen, dat leden van de ETA Cuba verlaten hebben in samenspraak met de spaanse regering. Het enige voorwendsel zou de aanwezigheid in Cuba zijn van « vluchtelingen » van het noordamerikaans gerecht, maar waarvan geen enkele beticht werd van terrorisme (?).

Cuba publiceerde een officiële rechtzetting, onder andere herhalend dat het behoud op deze lijst noodzakelijk is om de economische, commerciële en financiële blokkade tegen Cuba te veratnwoorden.

Begin mei valt een nieuw bericht, bevestigend dat de oude methodes steeds aan de orde van de dag blijven. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken (MININT) van Cuba heeft vier burgers, van cubaanse oorsprong en in Miami wonende, aangehouden die terroristische aanslagen in Cuba planden. Zij werden op 26 april aangehouden en erkenden militaire objectieven te willen aanvallen teneinde in het eiland gewelddaden te ontketenen. Drie hadden vorige reizen in Cuba gebruikt om hun aanslagen te bestuderen en voor te bereiden. Zij geven toe te werken onder de leiding van Santiago Álvarez Fernández Magriña, Osvaldo Mitat en Manuel Alzugaray, die rechtstreeks gebonden zijn aan de bekende Luis Posadas Carilles (auteur van de aanslag op een cubaanse burgervliegtuig, in Venezuela veroordeeld, otvangen in de V.S. waar hij vrij rondloopt en leidinggevende kringen tot vriend heeft, zoals de familie Busch en andere welgekende senatoren). Een van de vier, Raibel Pacheco Santos heeft een paramilitaire organisatie laten officieel inschrijven, de « Fuerza Cubana de Liberación inc. », waarvan het doel is « het cubaanse volk te ondersteunen om de democratie en de verloren vrijheden te herwinnen.»

De terroristische kringen in Miami beweren terzake niets te weten. Het noordamerikaanse Staatsdepartement verklaarde hierover geen détails gekregen te hebben van de cubaanse regering en slechts kennis te hebben van de nota die in de pers verscheen.

Cynische verklaringen gezien de sommen die door de noordamerikaanse regering gespendeerd worden om Cuba te destabiliseren, gezien het verderzetten van de blokkade, gezien de criminele tolerantie voor bekende terroristen, terwijl drie van de Vijf nog steeds gevangen blijven in de Verenigde Saten voor misdrijven die zij niet bedreven hebben, integendeel, omdat zij het terrorisme bestreden hebben.

Begin mei publiceerd Tracey Eaton,journaliste, op haar blog dat de regering van de Verenigde Staten 700.000 $ betaalde aan buitenlandse medewerkers (kunstenaars, schrijvers, journalisten) om propagande tegen Cuba te verspreiden.

De zaken zijn duidelijk : de gebruikte middelen kunnen evolueren en zich aanpassen, de politiek blijft, onveranderd en steeds met hetzelfde doel : destabiliseren, het cubaanse regime omverwerpen, de economische ontwikkeling belemmeren. De Verenigde Staten streven dit doel na sinds meer dan 50 jaar, vanaf de triomf van de Revolutie, in 1959.

Op 15 mei, bij het afsluiten van dit artikel, valt een nieuw bericht in de Nuevo Herald : een ontmoeting op hoog niveau had in Washington plaats tussen Roberta Jacobson, vice-staatsecertaris voor Latijns Amerika van de V.S., en Josefina Vidal America, directrice van de Divisie Noord van het Minsiterie van Buitenlandse Zaken van Cuba. Tot op heden (17 mei), heeft geen enkele van de twee partijen informatie gegeven over de inhoud van de vergadering. Alhoewel regelmatig ontmoetingen doorgaan, over migraties of postactiviteiten, is het wel de eerste keer dat een contact plaatsheeft op zo een hoog niveau.

Laat ons gewoon herinneren dat de cubaanse regering herhaaldelijk verklaarde beschikbaar te zijn voor contacten op hoog niveau om « de toestand van Gross te onderzoeken (noordamerikaans spion in Cuba veroordeeld en gevangen), en de drie cubaanse agenten in de Verenigde Staten gevangen wegens spionage » . Zeker op te volgen.

HISTORIA

Melba, Heldin van de Revolutie.

Op zondag 9 maart stierf de gezellin Melba Hernandez Rodriguez del Rey, na een jaren durende ziekte.

Zij was geboren op 28 juli 1921, in de vroegere provincie Las Villas, van ouders die deel hadden genomen aan de strijd voor de onafhankelijkheid van 1895, en kreeg een revolutionnaire opvoeding in de geest van José Martí. Zij studeert Rechten en Sociale Wetenschappen aan de Universiteit van Havana. Zij haalt haar diploma in 1943, en werkt als advokaat, met een toewijding aan minder bedeelden : arme boeren, uitgebuite vrouwen, werklozen…

Zoals vele Cubanen is zij geschokt door de staatsgreep door Batista op 10 maart 1952 en de daaropvolgende onderdrukking.Het is dan ook normaal dat zij andere jongeren opzoekt met hetzelfde gevoel van opstandigheid en die de toestand willen doen veranderen.

Dank zij Abel Santamaria en zijn zuster Haydée zal zij Fidel Castro ontmoeten. En zeer snel stelt zij zich ter beschikking van de voorbereidingen van de Revolutie. De woning van haar ouders wordt een atelier voor het maken van uniformen en het opstapelen van munities.

Met Haydée (Yéyé) Santamaria neemt ze deel aan de aanval op de Moncada, op 26 juli 1953, dank zij dokter Mario Muñoz die ze beiden meeneemt als verpleegsters. Na de mislukking worden zij aangehouden, zijn getuige van de martelingen en de moorden op hun compañeros, en werden veroordeeld tot 7 maand gevangenis, die zij uitzitten in de vrouwengevangenis van Guanajay, op 60 km van Havana. 

Na hun vrijlating werken Melba en Haydée mee aan de uitgave en de verspreiding van ‘De Geschiedenis zal mij vrijspreken », het pleidooi van Fidel tijdens zijn proces. In mei 1955 gaat zij met een groep naar Mexico, om de ontscheping voor te bereiden. Nietegenstaande haar efficient werk , en tot haar grote spijt, werd zij niet teruggehouden voor de expeditie van de Granma.

Terug in Cuba neemt zij deel aan de clandestiene strijd en daarna aan de guerilla in het 3e Front Mario Muñoz.

Bij de triomf van de Revolutie stort Melba zich in de ontelbare taken noodzakelijk voor de hervorming van de maatschappij. Haar revolutionaire inzet wordt grensoverschrijdend. Zij wordt voorzitster van het Cubaans Solidarietitscomité met Vietnam, daarna met Viernam-Cambodja-Laos. Zij wordt lid van het Voorzitterschap van de Wereldraad voor de Vrede, en Secretaris Generaaal van de OSPAAL (Solidariteitsorganisatie met Azië, Afrika en Latijns Amerika).

Vanop deze verschillende tribunes stelt zij de agressies en oorlogsmisdaden aan de kaak tegen het vietnamese volk. Zij roept kunstenaars, journalisten, arbeiders, massaverenigingen op in steun aan de solidariteit.

Zij wordt ook Ambassadrice van Cuba in Vietnam en Cambodja, en directrice van het Studiecentrum over Azië en Oceanië.

In Cuba zelf is zij, met haar kameraden, stichtster van de Cubaanse Communistische Partij, en vanaf 1986, lid van het centraal Comité. Vanaf 1976 is zij ook verkozen als volksvertegenwoordigster in de Nationale Vergadering.

Onvermoeibaar, krijgt zij verschillende eretekens en zowel nationale als internationale erkenningen.

Maar zij blijft een eenvoudige, aangename, glimlachende vrouw, attent voor anderen, in het bijzonder kinderen en jongeren.

Lid van de FMC (Federatie van de Cubaanse Vrouwen), wordt zij, zoals Haydée, Celia, Vilma, een voorbeeld voor de vrouwen die het beste van zichzelf hebben bijgedragen, ten dienste van hun volk en de Revolutie.

Zij overwon de moeilijkheden, en bestreed de ziekte met moed, en straalde eenvoud, liefde en standvastigdheid uit.

Haar asse werd met een Nationale Hulde, neergelegd op het Kerkhof Santa Ifigenia, in Santiago de Cuba, bij de kameraden gevallen tijdens de aanval op de Moncada.

Moge haar voorbeeld, haar doorzettingsvermogen en haar vriendelijkiheid een bron blijven die kracht brengt om de strijd verder te zetten !

Marguerite

CULTURA

Gabriel García Márquez legt zijn pen neer.

Anne Delstanche

De colombiaanse schrijver Gabriel García Márquez, Nobelprijs literatuur in 1982, is op 87 jaar gestorven, op 17 april 2014.Met hem verdwijnt één van de grootste schrijvers van de wereld- en latijns—amerikaanse literatuur.

Geboren te Aracataca in Colombia, op 6 maart 1927, was Gabo de oudste van een familie van 11 kinderen. Aracataca ligt in het noorden van Colombia, in de bergen van de Caraïben. Hij leeft er met zijn ouders, zijn broers en zusters, onder de invloed van het mysticisme en het bijgeloof van zijn grootmoeder en de epische verhalen van zijn grootvader, overlevende van de oorlog van duizend dagen (1899-1902), één van de bloedigste burgeroorlogen in Colombia. Zijn geboorteplaats is de voorloper van het Macondo van « Honderd jaar eenzaamheid », één van zijn belangrijkste boeken. Zijn romans trekken aan, en verlopen in een barokke, magische, surrealistische sfeer. Gabriel García Márquez gebruikte ook zijn literaire schepping om zijn Latijns-amerikaans wereldeel te verdedigen.

Gabo studeert rechten en politieke wetenschappen aan de Nationale Universiteit van Bogota, maar laat zijn studies vallen om zich toe te leggen op journalisme en literatuur. Hij schrijft dan zijn eerste verhaal, « De derde berusting », in 1947 opgenomen in de krant « El Espectator ». In 1948 werkt hij ook voor de krant « El Universal de Cartagena ». Twintig jaar later verschijnt « Honderd jaar eenzaamheid », het werk dat hem bekendheid brengt en het hart haalt van miljoenen lezers.

In 1958 trouwt hij met Mercedes Barcha, met wie hij twee zonen zal hebben.

In 1959 ontmoet hij Fidel Castro, tijdens de eerste dagen van de Revolutie, wanneer hij op Cuba aankomt als journalist om de machtsname door de guerilleros op te volgen. Daarop volgen tientallen jaren vriendschap. Hij deelt met Fidel esthetische waarden en idealen van gerechtigheid. Trouwe verdediger van de cubaanse revolutuie, zal García Márquez ook gezant zijn van de cubaanse leider bij Bill Clinton.

In 1959 neemt hij deel aan de stichting van het cubaans persagentschap Prensa Latina, en wordt correspondent in New York en later in Mexico.

Zijn bekenste werken zijn « Honderd jaar eenzaamheid » (1967), « Geen brief voor de colonel » (1961), « De herfst van de patriarch » (1975), « Kroniek van een aangekondigde dood » (1981), « Liefde ten tijde van de colera » (1985), «  Mémoires van mijn droeve hoeren » (2004), «  Leven om te vertellen » (2002- autobiografisch).

Hij is één van de belangrijkste figuren van het magisch realisme die hij zelf beschrijft als een breuk tussen de grens van wat reëel lijkt en wat fantastisch lijkt. García Márquez had de ambitie de latijnsamerikaanse werkelijkheid te beschrijven, met haar rijkdom, haar cultureel syncretisme en het tragische van haar geweld. Zijn oeuvre werd vertaald in bijna alle talen en verkocht op meer dan 50 miljoen exemplaren. In 1982 krijgt hij de Nobelprijs literatuur. Zijn toespraak ter dezer gelegenheid zal indruk maken, waaruit hierna enkele passages :

« Latijns Amerika wil niet een gek zijn zonder eigen wil, en waarom zou dit zo zijn ? Het is ook geen waanbeeld te denken dat de zoektocht naar onafhankelijkheid en originaliteit een wens zou worden van het werelddeel »… »Waarom wordt de originaliteit die men ons toekent voor de literatuur, ons gewijgerd met allerlei verdenkingen in onze zo moeilijke pogingen voor sociale verandering ? Waarom denken dat sociale gerechtigheid, die de progressieve europeanen in hun landen trachten op te leggen, geen latijns-amerikaans doel kan zijn, met verschillende methodes en in andere omstandigheden ?

Nee : het geweld en de buitensporige pijn van onze geschiedenis zijn het resultaat van wereldlijke onrechtvaardigheden en ontelbare bitterheden, en niet van een complot op 3000 mijl van onze deur. Maar vele europese leiders en denkers hebben dit geloofd, met het infantilisme van de ouderen die de geslaagde gekheden van hun jeugd vergeten zijn, dat het onmogelijk was een andere weg te beleven dan in de greep van de twee meesters van de wereld. Dit is, mijn vrienden, de omvang van onze eenzaamheid ». 

« Niettegenstaande dit alles, tegenover de onderdrukking, de uitbuiting en het afstand doen, is ons antwoord het leven. Noch de zondvloeden, noch de pest, nog de hongersnood, noch de natuurrampen, en zelfs niet de eeuwige oorlogen door de eeuwen heen, zijn erin geslaagd de voorrang van het leven op de dood te verminderen. Een voorrang die groeit en versnelt : elk jaar zijn er 74 miljoen geboortes meer dan sterftes » … « De meerderheid van deze geboortes gebeuren in de landen met de minste middelen, en natuurlijk, in deze van Latijns Amerika. De meest rijke landen hebben voldoende vernielingsmacht opgebouwd om honderd maal niet alleen alle levende wezens die tot op heden bestonden te vernietigen, maar het geheel van de levende wezens die ooit door deze ongeluksplaneet trokken. 

Op een dag zoals deze heeft mijn meester William Faulkner hier gezegd : « Ik weiger het einde van de Mens te aanvaarden ». Ik zou mij niet waardig voelen deze plaats, die de zijne was, in te nemen, indien ik geen totaal besef had van de colossale tragedie, die hij 32 jaar geleden weigerde, nu te zien, voor de eerste keer sinds het begin van de mensheid, en meer is dan een gewone hypoyhese.

Voor deze treffende werkelijkheid, die gedurende de mensheid een utopie moest lijken, denken wij, uitvinders van fabels die alles geloven, dat wij het recht hebben te geloven dat het niet te laat is om een tegenstrijdige utopie te scheppen. Een nieuwe utopie met de triomf van het leven, waar niemand voor anderen kan beslissen hoe ze moeten sterven, waar liefde bewijst dat de waarheid en het geluk mogelijk zijn, en waar de rassen veroordeeld tot honderd jaar eenzaamheid, eindelijk, en voor altijd, een tweede kans op de aarde hebben ».

Op 15 december 1986 neemt Gabriel García Márquez deel aan de oprichting van het Fonds voor de nieuwe latijns-amerikaanse film en van de Internationale Filmschool in San Antonio de los Baños, die generaties cineasten heeft gevormd met Fernando Birri en Julio Garcia Espinosa, argentijnse en cubaanse cineasten. Een multinationaal project met als doelstelling het verspreiden en verdiepen van de culturele ervaringen van de latijns-amerikaanse volkeren, en deze van de Caraïben, van Afrika en Azië. Een wil om aan deze cineasten de mogelijkheid te geven zelf hun eigen werkelijkheid te vertellen. Gabo werd er voorzitter van vanaf 1985. Een school die een referentie werd in het wereldcircuit van de film.

Meerdere van zijn romans werden aangepast voor de film, o.a. « De colonel heeft niemend die hem schrijft », « Mémoires van mijn trieste hoeren »…

Gabriel Garcìa Márquez is overleden in Mexico, waar hij leefde, op 17 april 2014.

HISTORIA

Radio Reloj.

In het boek « Cuba Miracle », van Ramón Chao, Wozniak en Antonio Chao (uitgeverij Flammarion, 2008), zit een CD die start met passages van uitzendingen van Radio Reloj. Deze typische radio, die 24u. op 24u. nieuws brengt, en elke minuut het uur geeft, is wel gekend door de bezoekers van Cuba. Hierna enkele gegevens over de geschiedenis van deze radio

Gaspard Dumarejo, programmatieverantwoordelijke van de cubaanse radio CMQ, ontdekt tijdens een reis in Mexico een radiouitzending, XEQK genoemd, die elke minuut het uur geeft en afwisselt met publiciteit die vooraf is opgenomen. Terug in Havana stelt hij aan Goar Mestre, eigenaar van de CMQ, voor een gelijkaardige uitzending te starten, maar met nieuws i.p.v. Publiciteit.

Aldus start, op 1 juli 1947, om 6 uur in de morgen, de loopbaan van Radio Reloj. De eerste sprekers, Reineiro Flores, Eduardo Tristá, Félix Travieso, Héctor de Soto, Julián Espinol en Ramón Irigoyen, sorten zich in het avontuur, met de steun van de journalist Jorge Bourbakis en zijn adjunct Roberto López. De uitgezonden nieuwsberichten komen van het nieuwsbulletin van CMQ, een verdieping lager in het gebouw, en Roberto López is de man die tussen de twee verdiepingen rent. Jorge Bourbakis, de journalist, maakt de selectie en de coördinatie van de berichtgeving, en gaat dagen en nachten werken om nieuws te verzamelen en te resumeren, aangepast aan het ritme van de nieuwe radio.

67 jaar later loopt de uitzending nog steeds, nog altijd ononderbroken, en men zal uiteindelijk in Cuba zeggen : « Als er nieuws is, is het op Radio Reloj ». De uitzending is direct, de berichten zijn kort, duidelijk en behandelen een brede gamma economisch, politiek, sport, sociaal, cultureel

en kunstnieuws.

Op 26 juli 1969 hoort men de eerste vrouwelijke stem van de zender, deze van Tanya Granados, toen gelast met de rubriek « Zondagoverzicht ». Zij haalt herinneringen op : « Het was een school op alle vlakken, het eiste discipline, concentratie en beroepskennis… Een ongelooflijke vormingservaring ».

En na bijna 70 jaar bestaan blijft Radio Reloj de enige radiozender in de wereld die elke minuut het juiste uur geeft en 24u. op 24u. info brengt, alle dagen van het jaar.

Radio Reloj in de meer recente geschiedenis.

Reeds enkele weken na de start valt Radio Reloj op door de snelheid om nieuws te brengen. Op 15 september 1947 is een commerciële afgevaardigde van CMQ getuige van een gevecht tussen twee gewapende bendes (de gebeurtenissen van Orfila) en geeft de info aan de radio. De slagzinnen van de zender zijn gevo,nden : « Info in actie », « De minuut van de info », « Radio Reloj brengt nieuws », en er is een overvloed aan commerciële inkomsten.

Op 13 maart 1957 is Radio Reloj het centrum van de revolutionaire strijd. Een groep jongeren van het Revolutionair Directorium valt het Presidentieel Paleis aan, een actie die zal mislukken. Een groep, onder de leiding van José Antonio Echeverria, valt Radio Reloj aan en zendt een bericht uit voor de cubaanse bevolking over de aanval en de poging om Batista omver te werpen.

Vanaf 1 januari 1959 zal Radio Reloj, gedurende de eerste uren en dagen van de triomf van de Revolutie, de bevolking inlichten over de gebeurtenissen. De beoordeling van de smerissen van Batista, de eerste destabiliseringspogingen door de Verenigde Staten, de toespraken van Fidel, de invasie in de Varkensbaai (Playa Giron), de oktobercrisis, kortom de geschiedenis van de Revolutie wordt uitgezonden op Radio Reloj.

En het avontuur gaat verder, zonder onderbreking, alle dagen van het jaar, 24u. op 24u.

Freddy Tack

Bronnen : 

-La historia de Radio Reloj. Radio Reloj 18/03/2010.

-Sahily Tabares – Radio Reloj. Informar minuto a minuto. In : Bohemia – 07/07/2012.

-Radio Reloj : 65 años con el latir del pueblo. In : Trabajadores – 28/06/2012.

-Evelio Tellera Alfáro : Radio Reloj : 26 años en la vanguardia de la radiodifusión. In : Trabajadores 

03/07/2013.

-La acción del trece de marzo de 1957. Radio Reloj – 15/03/2010.

-Testamento político de José Antonio Echeveria. In : Alma Mater – 27/04/2014.

-Alocución al pueblo de Cuba de José Antonio Echeveria durante el ataque a Radio Reloj el 13 de marzo de 1957. In : Alma Mater -27/04/2014.

LOS 5

Ontmoeting met Fernando González.

« Wij waren ons bewust de prijs te betalen dat we revolutionair waren ».

Interview van de onlangs vrijgelaten cubaanse anti-terrorist, door Hernando Calvo Ospina, dinsdag 15 april 2014.

Ik zag ze aankomen. De afspraak was op het Plaza de Armas, bij het Templete, in het Oude Havana.Ik dacht dat ze nooit zouden aankomen. Ze stapten traag, nonchalant. Zij wilden alles zien en alles bekijken. Alsof ze de stad wilden ontdekken. Zoals een goede toerist.

Ik wou ze tegemoet gaan, maar zag ervan af wanneer ik rond hen keek. Alle ogen gingen wijd open, alsof men niet kon geloven dat zij het waren. Een vrouw kwam dichterbij en raakte ze aan, ja zij waren het. Ze omarmde ze. Nog enkele stappen en drie jongeren kwamen ze begroeten. Maar de meerderheid bewonderde ze gewoon. En zij, met veel tederheid, ontvingen en bekeken deze bewijzen van genegenheid.

Na een versie van de Guantanamera door drie straatmuzikanten, aangepast voor de « Vijf Helden », kwamen zij eindelijk op de plaats van de afspraak. Ik kwam dichterbij en omarmde Fernando. Een abrazo zoals ik er uitzonderlijk één kreeg. De mijne bevatte mijn bewondering voor zijn nobel werk en de jaren gevangenschap. Dan begroette ik zijn echtgenote Rosa Aurora Freijanes. Ik wist niet wie daarna te groeten : René, de andere vrije antiterrorist, of zijn echtgenote Olga, die ik enkele maanden geleden had ontmoet. Ik denk dat ik haar eerst kuste. Toen zag ik een dame die trachte niet op te vallen : Elisabeth Palmeiro, de echtgenote van Ramón Labañino, een andere cubaanse anti-terrorist die nog steeds onrechtvaardig is opgesloten in de VS.

Dominique Leduc, secretaris-generaal van de vereniging Frankrijk-Cuba, was verbijsterd. Ik had ze uitgenodigd zonder te zeggen waarover het ging.

Er was veel wind en het was moeilijk om op straat te filmen. Ik vroeg aan de leiding van een hotel om in de patio het interview te houden. Direct was er een akkoord : « Het is voor ons een grote eer om onze Helden te ontvangen ». Ik had pas mijn rug gekeerd toen ik voelde dat het bericht de ronde deed bij de werknemers. Een man met een zwarte huid zegde, ontroerd, « Ons volk heeft hen veel te danken ».

Ik zei aan Fernando te gaan zitten om hem te ondervragen. Ik bekeek hem terwijl Roberto Chile, de bekende cubaanse cameraman het licht op groen zette om te filmen, en vroeg mij af: Hoe kunnen zij zo eenvoudig blijven, zo menselijk, terwijl zij overal in Cuba aanwezig zijn ?

De wachters hebben mij wakker gemaakt om één uur ’s morgens op 27 februari. Zij hebben mijn handen, mijn middel en mijn voeten geketend, en om 3u30 haalden ze mij uit de gevangenis van Safford (Arizona). Ik was zogezegd vrij, maar op dezelfde plek werd ik aangehouden door de migratieambtenaren. Zij brachten mij naar Phoenix, met een stoet beveiligde wagens. Dan naar Miami… dit duurde 36 uur. Ik bleef geboeid, en onder een zware veiligheidsoperatie die mij verraste.

Zelfs in het vliegtuig op weg naar Cuba bleef ik geboeid (al was het plastic). Zij hebben ze opengesneden wanneer het vliegtuig de deuren opende op de luchthaven José Martí. Pas dan voelde ik mij vrij.

Hoe gedroegen de andere gevangenen zich met u ? Wisten zij wie je was ?

In het begin was ik een gevangene meer. Stilaan, dank zij de internationale solidariteit, werd de zaak bekend. De solidariteit van organisaties in de VS maakte mogelijk dat sommige alternatieve media nieuws over ons gaven op televisie. Wij deelden ook de lektuur die wij ontvingen met de andere gevangenen. Dit viel op en zij beseften dat wij mensen waren die anders denken. Zij kwamen dan af om te praten over Cuba, over de Revolutie.

Je was gevangen gedurende vijftien jaar, vijf maand en veertien dagen. Was dit een straf tegen Fernando González ?

Vanaf het begin waren wij bewust van het feit op te draaien omdat we revolutionaire Cubanen waren. Omdat wij een taak vervulden voor het cubaanse volk, voor de Revolutie, en zelfs voor het volk van de Verenigde Staten, want wij beletten terroristische acties die hen hadden kunnen raken.

De straf was niet tegen mij, niet tegen ons : het was een wraakbeslissing op basis van de haat van de VS tegen het revolutionair proces, tegen een geschiedenis. En wij hebben het zo opgenomen. 

Hoe voel je u nu in Cuba ?

Ik voel mij echt vrij, en niet alleen omdat ik de gevangenis verliet. Ik heb de vrijheid die de Verenigde Staten mij weigerden. Hier ben ik vrij te doen wat ik wens, inbegrepen de politieke vrijheid. Het is in de VS dat er talrijke mecanismen bestaan om het denken van de mensen te controleren en te manipuleren.

Drie antiterroristen blijven in de cel…

Wij hebben een schuld bij al onze vrienden in de wereld die wij danken voor hun actie voor onze bevrijding. Maar er blijft nog veel te doen, want wij zullen ons niet neerleggen bij het feit dat Ramón en Antonio hun straf uitzitten, zoals René en ik het gedaan hebben. Dit doen zou betekenen dat Gerardo nooit terugkomt. Daarom moeten de vrienden van de solidariteit in de wereld verder druk zetten zodat de drie vrij komen en zo snel mogelijk terugkomen.

Voel je dat de Revolutie en het cubaanse volk hun plicht t.o.v. jou hebben voldaan ?

Natuurlijk, zij hebben het gedaan en doen het nog. Ik heb daar nooit enige twijfel over gehad. Wij kenden duidelijk onze verantwoordelijkheid en het feit dat we moesten weerstand bieden. Wij waren er bewust van dat, publiek of niet, wij de steun zouden hebben van de Revolutie, van het volk van Cuba. En dit omvat talrijke Cubanen die in de Verenigde Staten en elders in de wereld vertoeven. Op een dag werd beslist dat de verdediging en de steun voor de Vijf publiek zou worden. Dit was een politieke beslissing. Maar had dit niet het geval geweest dan wisten wij ook dat wij niet alleen bleven.

LIBROS

CUBA GRÁFICA

Histoire de l’affiche cubaine.

Dirigé par Régis Léger.

Montreuil, Éditions l’ Échappée, 2013. 251 pp.

Zonder de minste twijfel, aan te raden lektuur.

Vijftien auteurs overlopen de geschiedenis van de cubaanse affiche, vanaf de publicitaire affiches van het begin van de eeuw, over de eerste stappen van de serigrafie, om over te gaan tot de revolutionaire periode en de explosie van talenten. De gouden jaren van de politieke en de film affiche maken er deel van o.a. de prachtige reeks gemaakt voor het tijdschrift Tricontinental van de OSPAAAL. Daarop volgt de burocratische periode en de heropleving van de laatste jaren, met een nieuwe generatie kunstenaars.

Tussen de verschillende hoofdstukken die terugkomen op de beprekte middelen en de weinige technische beschikbare middelen, krijgen we interviews met wereldbekende namen : Éliado Rivadulla Pérez, Alfredo Rostgaard, Félix Beltrán, Olivio Martínez, Eduardo Muñoz Bachs, Nelson Ponce, Idania del Rio. Daarna volgen enkele biografieën zoals die van René Mederos, Niko, Raúl Martínez, René Azcuy, Antonio Reboiro.

En natuurlijk, blad na blad, tientallen afdrukken van affiches die de geschiedenis van Cuba hebben begeleid. Sommigen hebben ook de strijd van de progressisten in de ganse wereld en van de strijd voor de onafhankelijkheid begeleid, tegen het colonialisme en het imperialisme. Een golf van herinneringen en nostalgie voor velen onder ons.

Niet te missen, zonder enig excuus.

Freddy Tack

ASOCIACIÓN

Cuba in de streek van Namen.

Maart en april werden gekenmerkt door twee activiteiten in de streek van Namen.

Op 27 maart werden wij ontvangen door de heer V. Beaujean, voorzitter van de club PROBUS, in Bouges. Een dertigtal leden, rond een goed gedekte tafel, luisterden naar de uiteenzetting van Freddy Tack over de wijzigingen aan gang in Cuba, na een kort historisch overzicht. De spreker had pas gedaan dat de vragen langs alle kanten opkwamen voor een druk debat over de politiek en de economie van het land. Zoals de heer Beaujean het opmerkte : Cuba laat niemend onverschillig.

Op 12 april was het de beurt aan Mazy Culture voor een cubaanse dag, met projectie van fotos van een Cubareis, de film van Anne Delstanche « Havana, een utopie in opbouw », een debat, een infostand, mojitos, een cubaanse maaltijd en een prachtige muzikale avond met de groep BAO. Bij de honderd man namen deel aan de activiteit in een warme en vriendschappelijke sfeer, in aanwezigheid van Alejandro Fuentes, eerste secrtaris van de ambassade van Cuba.

Adrienne Van Reusel en Freddy Tack

1 mei 2014 = Amigos de Cuba Liège – Antwerpen UNIDOS !

Voor de Vrienden van Cuba van Luik is elke eerste mei, naast de srtrijdbetekenis als feest van de arbeid en van de werknemers, ook een gelegenheid om onze solidariteit met het cubaanse volk te herbevestigen.

Dit jaar was de solidariteit meer dan een symbool, want wij kregen de steun en de warme aanwezigheid van onze vriend Erik Wils op onze stand.

Bedankt Erik ! 

Liliane Stadler

ANUNCIOS

Herdenking van 26 juli in Luik.

Op zaterdag 26 juli 2014 : 18u30 : Herdenking

19u30 : Latinomaaltijd.

Gevolgd door een dans avond met de groep TIKAL.

Adres : CP-CR – rue Jonruelle, 11-13 te 4000Luik.

Menu : mojiti-Chili con carne-chileens gebak.

Prijs : maaltijd + concert : 15€ (leden) – 20 (niet-leden)

enkel concert : 5€ (ter plaatse te betalen)

Voor de maaltijd is reservatie nodig : per telefoon bij Rodolfo Claros – 0476/95 19 03, ten laatste op 21 juli 2014.