Cuba Sí 184 – Vertalingen

Cuba Sí 184 – Vertalingen

Vertaling: Freddy Tack

ACTUALIDAD

De economie staat centraal

Zoals gewoonlijk hadden eind juni en begin juli de semestriële vergaderingen plaats van de leidende instanties van het land. Volgden aldus mekaar op : een ministerraad (22/06), een vergadering van het Centraal Comité van de PCC (04/07), en de vergaderingen van de commissies van de Asamblea Nacional van de Volksmacht, gevolgd door een plenaire zitting. (01-06/07/2014)

De Ministerraad.


De Ministerraad nam acte van het feit dat voor de eerste semester 2014, het BNP slechts met 0,6% gestegen is, en besliste een diepgaand onderzoek op te starten over de moeilijkheden die de economie belemmeren.

Het budget 2013 werd afgesloten en wij nemen nota van het feit dat voor dat jaar 66% van het budget naar onderwijs, gezondheidszorgen, cultuur, kunst en sport gingen.

Sinds april 2013 werden 498 niet-agrarische coöperatieven goedgekeurd, maar tot op heden zijn er slechts 249 opgericht. Het werk als zelfstandige (cuenta propria) omvat nu 467.000 personen.

De ministers hebben benadrukt dat de energetische efficiëntie verder moet verhoogd worden en dat de inspanningen moeten vergezet worden voor het promoveren van elektriciteitsproductie vanaf hernieuwbare grondstoffen.

Het Centraal Comité.

Het Centraal Comité heeft in de grote lijnen dezelfde punten besproken als de ministerraad en gaf het Politiek Bureau de opdracht verder de toepassing van de richtlijnen, goedgekeurd door het VIe Congres, op te volgen, met een wekelijkse analyse van de implementatie en met speciale aandacht voor de economische themas.

De Nationale Vergadering.

De verschillende commissies hebben, elk in hun domein, de resultaten van de laatste zes maanden onderzocht, hebben de op te volgen problemen besproken en hebben de prioriteiten uitgestippeld voor de komende maanden. Tijdens de plenaire zitting heeft Raúl Castro de economische resultaten besproken (+0,6%), en verklaarde weinig tevreden te zijn, maar hij benadrukte « Dit ontmoedigd ons niet. Wij ijveren voor het behoud van de verwezenlijkingen van de revolutie, en om een voorspoedig en duurzaam socialisme op te bouwen ».

Marino Murillo Jorge (lid van het Politiek Bureau, vice-voorzitter van de Ministerraad en Chef van de Bestendige Commissie voor de implementatie van de Richtlijnen van het VIe Congres) heeft een programma besproken voor de ontwikkeling op lange termijn (2030), dat de strategische lijnen, de financieringsbronnen en de te overwinnen moeilijkheden herneemt. Dit programma moet een hoger groeiritme verzekeren van het BNP, het behoud van de sociale eigendom van de productiemiddelen veilig stellen, de energieproductie aanpassen en de infrastructuren moderniseren.

Hij had het ook over de monetaire eenmaking, o.a. de vorming van de kaders, maar herinnerde dat deze eenmaking op zichzelf niet zal instaan voor de oplossing van alle problemen.

Ingevolge de talrijke debatten aan gang in het land en in de bedrijven, kwam hij terug op de salarissen en herinnerde dat er geen weddeverhogingen mogelijk zijn zonder het scheppen van rijkdom.

De Vergadering is ook overgegaan tot het afsluiten van het budget 2013, en nam kennis van het verslag van de « Algemene Controle van de Republiek », die een synthese voorstelde van haar vijf jaar werking. De volksvertegenwoordigers, na bespreking, hebben de diepgaande analyses en de kritieken van dit organisme benadrukt.

De verderzetting van de lopende hervormingen in de provincies Artemisa en Mayabeque werd geodgekeurd (scheiding van de machten tussen beheerraden en provinciale en gemeentelijke vergaderingen van de Volksmacht).

Wat betreft de 0,6% groei van het BNP heeft de Vergadering nota genomen van deze vertraging, en niet van een daling, en vernoemde als belangrijkste redenen de zwakte van de externe inkomsten, de klimaatproblemen en de interne tekortkomingen.

De cubaanse economie : 2013 en 2014.

2013.

In 2013 groeide het BNP met 2,7% (vergeleken met de geplande 3,6% en met de 3% van 2012).

Meer in détail ziet men een daling in de sector van de mijnen (sluiting van de fabriek van Nicaro, niet meer rendabel). Daarentegen stegen de landbouw en de veeteelt met 2,6% (0,5% in 2012), de industrie wint 2,1% (en 13,4% voor de bouwsector), het transport en de communicaties halen + 1,8% (6,2% in 2012), de handel +4,8% (5,3% in 2012), de horeca verliest 3,5% en het toerisme moet het doen met 0,5% stijging van buitenlandse bezoekers (4 ,5% in 2012). In de analyse van dit jaar moet men rekening houden met een daling van de prijzen van de suiker (-15%) en van de prijzen van nikkel (-17%). De prijzen voor de import van voedingswaren zijn gestegen en hebben het eindresultaat zeker beïnvloedt. Men moet hieraan nog de verliezen toevoegen van de drie orkanen van augustus en september, geschat op 10% van het BNP.

2014.

De stijging van het BNP met 0,6% voor de eerste semester geeft een vooruitzicht van 1,4% voor het ganse jaar, wat minder is dan de verwachte 2,2%. 

Dit resultaat vergt enige commentaar. De suikerprijzen bleven bijna ongewijzigd en de productie steeg slechts met 4,2% (12% beneden het geplande), ingevolge klimatologische omstandigheden. De koffieproductie blijft 2% onder de verwachtingen. De nikkelprijs is gestegen maar de frabriek van Nicaro moest sluiten (niet rendabel) en de fabriek Che Guevara is toe aan herstellingswerken.

In het toerisme, na een groei met 17% per jaar tussen 1992 en 2003, en dan 3,7% tussen 2004 en 2013, is men nu terugevallen op 0,5% in 2013, cijfers te wijten aan de harde concurrentie (o.a. door de Dominikaanse Republiek) en de wereldcrisis van de economie.

De medische diensten blijven een topper voor de inkomsten, geschat op 8.200 miljoen dollar in 2014.

Voor de invoer blijft men beneden de verwachte resultaten bij gebrek aan vervanging door interne productie. De prijzen van de voedingswaren stegen in 2013 met 19% (hetzij een meer uitgave van 2 milliard dollar). Sommige basiselementen van de cubaanse keuken kenden belangrijke stijgingen : +21,7% voor de rijst, +24,3% voor de bonen, +9,4% voor de kippen. Deze cijfers bevestigen met klem de noodzaak de interne productie op te drijven om de invoerkosten in deze sector te beperken.

Twee krachtlijnen zijn bevestigd voor de elektriciteitsproductie : de invoer verminderen en de productie op basis van hernieuwbare bronnen verhogen (wind, zonneënergie, bio-elekriciteit). Het streefdoel is over te gaan van 4,3% naar 24% in 2030 op basis van hernieuwbare bronnen.

Inzake internationale financiële uitwisselingen gaat men verder met de heronderhandeling van de schulden.

Hier is een belangrijk element te onderlijnen : Rusland heeft 90% van de schulden van het vroegere USSR kwijtgescholden (ongeveer 35.200 miljoen dollar). De 3.520 miljoen dollar die moeten terugbetaald worden over 10 jaar, met de toekenning van een evenwaardig krediet door de Russische Federatie.

De opening van onderhandelingen met de Europese Unie over de afschaffing van het gemeenschappelijk standpunt geeft aanleiding tot een heropname van de bespreking van de schuld met de Club van Parijs, sinds 1986 bevroren.

Men moet hieraan de gevolgen van de blokkade toevoegen en de monsterboetes door de Verenigde Staten uitgevaardigd (onder andere tegen europese banken), wat het bekomen van internationale financieringen bemoeilijkt, en dan meestal aan minder gunstige voorwaarden, zonder te spreken over de bemoeilijking van internationale betalingen.

Enige kommentaar.

Bij de analyse van de cijfers van de laatste maanden ziet men een vertraging die zich bevestigde, maar men mag nog niet spreken van een teruggang. Deze vertragingstendens was reeds voelbaar de vorige jaren en bevestigde zich voor 2013 en 2014.

Inzake de lopende hervormingen is het nog te vroeg om de voordelen aan te voelen. Ook de internationale crisis treft de cubaanse economie, een open economie en bijgevolg zeer gevoelig aan fluctuaties. Momenteel zijn de investeringen (10% van het BNP) nog te laag en de interne markt blijft zwak (lage koopkracht, weinig producten beschikbaar, dus weinig kleinhandel).

De economie draait ook nog steeds op voor de zware crisis van de jaren ’90 : een geteisterde landbouw, een indutriële de-capitalisatie, hoge prijzen en lage lonen, de monetaire dualiteit, de omgekeerde sociale pyramide, enz.

Men vat nu diepgaandere hervormingen aan, een meer complex stadium, ingewikkelder, delicaat om uit te voeren, met drie grote krachtlijnen :

°de buitenlandse investeringen, onmisbaar voor de ontwikkeling van de economie, mogelijk gemaakt door de nieuwe wetgeving terzake, en de belangrijke inspanningen verwezenlijkt in de ZEDM (Speciale Ontwikkelingszone van Mariel) ;

°de decentralisatie en de aanpassingen in het beheer van de staatsbedrijven, die toch nog 85% van de nationale economie vertegenwoordigen ;

°de monetaire éénmaking.

Zoals een expert het uitdrukte : « Het is zoals een vliegtuig dat de motoren verwarmt en aan het einde van de piste staat, maar nog niet is opgestegen ».

Laat ons Cuba een geslaagd opstijgen wensen.

De hervorming van de staatsbedrijven.

Op 28 april 2014 verscheen in de Gaceta Official N° 21 (het staatsblad) een bijdrage over de bijkomende maatregelen inzake de hervorming van de staatsbedrijven. Deze operatie moet het socialistisch staatbedrijf verstevigen als fundamentele beheersvorm van de economie, en moet bijdragen tot een verhoging van de efficiëntie en de competitiviteit van deze ondernemeingen.

Laat ons even de grote principes herinneren. Er is eerst en vooral een decentralisatie van de beslissingsname. Het plan wordt nu goedgekeurd door de OSDE (Hoger Inrichtingen voor het Beheer van de Ondernemingen), en niet meer door de ministeries.

Naast de basisactiviteit van de ondernemeing kunnen zij nu ook uiykijken naar eventuele secundaire activiteiten, die bvb. toelaten ongebruikte stocks te verwerken. De overblijvende productie mag gecommercialiseerd worden aan prijzen met vraag en aanbod. De reserves kunnen gebruikt worden voor kapitaalsverhogingen, voor investeringen, voor R&D, voor bankkredieten, voor de financieringen van vroegere schulden, voor compensatiefondsenen voor de verloning van de efficiëntie van de werknemers (er komen o.a. minder beperkingen voor de loonsvorming).

Deze hervormingen vereisen een bestendige vorming van de kaders van de staatsbedrijven die deze nieuwe uitdagingen moeten opnemen en hun verantwoordelijkheden zien groeien. Een belangrijke rol komt toe aan de vakbonden en de werknemerscollectieven, die actief moeten deelnemen, hun opinie moeten geven, moeten nadenken over het gebruik van de overschotten en hun invloed op de wedden, want het zijn zij die de nieuwe waarden produceren.

Freddy Tack

CULTURA

Los Van Van : Juan Formell speelde zijn laatste stuk.

Anne Delstanche

Op 1 mei is Juan Formell, stichter en directeur van de wereldbefaamde groep Los Van Van, één van de meest populaire in Cuba en in de wereld, plots overleden op 71-jarige leeftijd.

Hij was geboren in Havana op 2 augustus 1942 en vanaf zijn jongste leeftijd in de muzicale wereld terecht gekomen, met een vader die piano en fluit speelde. Met hem deed hij zijn eerste stappen in de muziek, alvorens als autodidact verder te gaan. Voor zijn kunstcarrière werkte hij als vertaler en leraar engels.

Hij start zijn muziekloopbaan als bassist, zanger, componist en producer op zijn 15e, in 1957, als muzikant in een cabaretorkest. In 1968 werkt hij met de groep van Elio Revé, maar start reeds in 1969 zijn eigen orkest « Los Van Van », met dewelke hij Cuba en de rest van de wereld zal doen dansen. Meer dan 25 platen over zijn ganse carrière, die talrijke prijzen halen in Cuba en in het buitenland. In 2002 krijgt hij de Nationale Muziekprijs en de Orde Félix Varela, hem toegekend door het Cubaans Muziekinstituut en het Ministerie van Cultuur. In 2000 behaalde hij ook een Grammy.

Juan Formell was een verteller, een schilder van het dagelijkse leven in Cuba. Zijn liedjes brengen kommentaar over zeer uiteenlopende hemas, met ironie, met lyrisme. Hij legde zich toe op de ontwikkeling van populaire cubaanse muziek, met een weergave van het optimisme, de levenskracht van het volk, met een uitgesproken « cubaniteit ».

Maar laat ons hem het woord laten :

Uittreksels uit een interview door Hernando Calvo.

Juan, je bent zeer populair in Cuba. Vertel eens wat de relatie is van de Cubanen met hun vooraanstaande kunstenaars.

In Cuba zijn de kunstenaars geliefd. Maar het is een zeer verschillend concept dan in het buitenland, zeker inzake « stars », wij ontmoeten de mensen dagelijks in de straten… Wij delen hun leven, als we brood gaan kopen, of tanken voor de wagen, of op restaurant gaan. Dan benaderen de mensen u, zij geven kommentaar op je werk, zij doen zelfs voorstellen van teksten voor een liedje.

Voor mij is dat contact, dat communicatieniveau met de mensen zeer belangrijk. Men kan veel toestanden uitvinden, maar om ze goed te vertellen moet men ze beleven, ervan houden en zelfs eronder lijden. Men eindigt als kroniekschrijver van het dagelijkse leven wanneer men de ironie, de guitigheid, de dubbelzinnigheid opneemt van vele zinnetjes die de mensen uitvinden.

Ik ben geboren in 1942 in Cayo Hueso, een arme buurt van Havana. Niettegenstaande de heersende armoede was ik gelukkig in die straten.

Los Van Van brachten een echte revolutie in de orkesten met de opname van electronische instrumenten, toen populair in de popmuziek, zoals de electrische gitaar en de synthesizer. Men vervangt de cubaanse paila, een lokaal slaginstrument, door een batterij. En daarbovenop komen nog twee fluiten, een cello en een sterke sectie trombones.

In 2003 zijn de Van Van genomineerd voor een Grammy : het visum om aan de ceremonie deel te nemen wordt geweigerd.

Denk je niet dat met meer ervaring inzake promotie en ditributie, de cubaanse platenfirmas beter zouden scoren in het buitenland, zou u dat helpen ?

Ik denk niet dat dit de enige reden is waarom de cubaanse muziek niet terecht komt op de plaats die zij verdient op de internationale markt. Het politiek aspect is doorslaggevend. Het is klaar en duidelijk : het simpele feit Cubaan te zijn en in Cuba te leven belet ons deel te nemen op die markt. De markt is onder controle van noordamerikaanse bedrijven. Zij beslissen welke muziek men beluisterd in de wereld. Ik weet dat andere goede kunstenaars, die geen cubanen zijn, dezelfde moeilijkheden als wij ondervinden, maar met ons is er toch abuus.

Voor een goede cubaanse muzikant die op de internationale scène opduikt zijn er twee wegen : de eerste : je laat je omkopen en je verlaat je land, of de tweede : je beslist te leven met uw volk, wetende dat je halverwege blijft op de weg naar de internationale populariteit.

Men heeft het mij drie keer voorgesteld. Eens kwam het van de eigenaars van een radioketen in de Verenigde Staten met een meerderheid Cubanen aan de top. Zij stelden mij voor asiel te vragen in dit land en een exclusiviteitscontract te tekenen voor de verspreiding van Los Van Van, met een goed pak dollars. De twee andere voorstellen, in Peru en in Spanje, kwamen van twee multinationals. In de drie gevallen heb ik geantwoord dat ik er geen interesse voor had om Cuba te verlaten. Ik voel mij hier goed, met mijn volk dat van mij houdt.

Enkel het feit definitief in het buitenland te verblijven is een straf voor cubaanse musici ; zij verliezen aldus veel. Een cubaans kunstenaar heeft contact nodig met de Cubanen hier, met de omgeving, met de belevenissen. De muzikant die vertrekt verliest de essentie van zijn schepping.

Ik hou van de wijze waarop de mensen uitdrukkingen uitvinden, het gedrag van de cubaanse vrouw, de sappigheid die de mensen aan het leven geven niettegenstaande de moeilijkheden die wij beleven. Dat zal je in het buitenland niet vinden ».

Het overlijden van Juan Formell heeft vele Cubanen getroffen die hem een laatse eer gingen betonen in het Nationaal Theater van Cuba. Hij deed meerdere generaties Cubanen dansen en blijft levend in de harten.

Cultuur in ’t kort.

FOLKCUBA 2014

De zomereditie van FolKCuba 2014 liep tot 19 juli. Veertien dagen om het geheim te ontdekken van de cubaanse folkloristische dansen van afrikaanse en spaanse oorsrong, het magische van de cubaanse percussieinstrumenten.

De deelnemers krijgen les in percussie, met de Batá en Yorubá trommels, de güiros, en de instrumenten voor de rumba en de conga. Deze laboratoria worden ingericht sinds 1985.

Kinderverhalen op de pleinen en in de parken van Havana.

Gedurende de maand juli boeit een internationale ontmoeting van kinderverhalen het publiek in het historisch centrum van Havana, een didactische en aantrekkelijke benadering van lektuur voor kinderen.

De pleinen en de parken van het centrum van Havana woden de scène van vertellingen door kunstenaars van verschillende regio van het land, van Mexico, Peru en Argentinië, een wijze om een antieke vertelkunst levend te houden in plaatsen open voor het publiek.

Nationale humorprijs 2014 voor Virulo.

Kort na het bekomen van zijn diploma architectuur beslist Alejandro Garcia « Virulo » de koers van zijn leven te wijzigen en de rest van zijn leven de mensen te doen lachen.

« Virulo » gaf een nieuwe dimensie aan de cubaanse verbeelding dank zij een intelligente humor, ernstig en aanleiding gevend tot nadenken over het dagelijks leven op het eiland. Hij nam deel aan ontelbare theater en muziekoptredens,en heeft een tiental platen op zijn actief.

Het Centrum voor de Promotie van de Humor kende hem de Nationale Humorprijs toe voor 2014, die hem op 2 oktober in het theater Mella in Havana zal overhandigd worden.

« Bij de start van de revolutie drukte men op de scène uit wat het volk dacht. Dit was zeer belangrijk want ik denk dat kritiek een noodzakelijke oefening blijft voor elke maatschappij, en ik denk dat dit de gropen die later kwamen heeft beïnvloedt. Vandaag is de cubaanse humor in een overgangsfase wegens de toestand die het land kent. Humor is altijd de weerspiegeling van wat er in de samenleving gaande is ».

Binnenkort brengt Virulo met zijn groep Antivirus een nieuw stuk « La mata del CUC » (De boom van de CUC). Het is het verhaal van een Cubaan die een boom plant om CUC’s te doen groeien

(de omwisselbare munt in Cuba) achteraan zijn huis, en die alle problemen rond dit fenomeen komt vertellen.

Fototentoonstelling : Fidel is Fidel.

Gedurende de maand augustus, in het gedenkgebouw José Martí op het plein van de Revolutie, stelde de fotograaf Roberto Chile een selectie voor van zijn talrijke fotos van Fidel. Een tentoonstelling ter ere van de 88 jaar van compañero Fidel.

Roberto Chile heeft gedurende 25 jaar de cubaanse leider op beeld gebracht en de tentoonstelling toont fotos van de laatste tien jaar. Deze tentoonstelling zal ook in Duitsland voorgesteld worden, in de galerij « Art Stalker » in Berlijn. Daar worden ook documentaires voorgesteld zoals « Chávez, Fidel, hasta siempre » en « Ode aan de revolutie ». 

HISTORIA

Carlos Baliño en de eerste Communistische Partij van Cuba.

De eerste Communistische Partij van Cuba is geboren tijdens een oprichtingscongres op 16 en 17 augustus 1925, calle Calzada, 81, in de wijk Vedado van Havana. Twee belangrijke figuren vallen op : Carlos Baliño, vriend en compaan van José Martí, en een opvallende jonge revolutionair : Julio Antonio Mella.

In deze bijdrage brengen wij een kort overzicht van de geschiedenis van deze partij en benaderen wij het traject van Baliño. In een volgend nummer komen wij terug op het leven van Julio Antonio Mella die de fakkel van Baliño overneemt en de strijd van de pionniers verder zet.

De marxistische ideeën worden in Cuba verspreid vanaf 1888. In Tampa en Cayo Hueso volgen de tabakswerkers niet alleen de strijd van José Martí maar vertonen ook interesse voor de socialistische verwachtingen. In 1899 wordt de Socialistische Partij van Cuba opgericht, onder de leiding van Diego Vicente Tejera, deze wordt begin 1900 de Cubaanse Arbeiderspartij, en daarna de Socialistische Arbeiderspartij van Cuba, om terug Socialistische Partij van Cuba te worden, en waar men Baliño terugvindt als één van de leiders.

De oktoberrevolutie heeft ook invloed op de vooruitstrevende gedachtegang in Cuba, en de anarchistische ideeën, goed ingeplant bij de volkslagen, staan progressief de plaats af voor het marxisme-leninisme. Deze evolutie geeft een nieuwe impuls aan de Socialistische Groepering van Havana die, in 1922, onder het voorzitterschap van Baliño, afstand neemt van de IIe Internationale en zich op 18 maart 1923 omvormt tot de Communistische Groepering van Havana, onder de leiding van Baliño en waar Julio Antonio Mella het revolutionair leven ontdekt.

De periode is woelig, politieke onrust heerst, en in mei 1925 komt Gerardo Machado aan de macht, de start van een diktatuur en een periode van repressie die slechts zal eindigen met de revolutie van de jaren ’30.

De Communistische Groepering van Havana werd toen bijgetreden door gelijkaardige groepen uit Manzanillo, Media Luna, Palma de Soriano, Guantánamo en San Antonio de los Baños, en uit deze hergroepering zal de nieuwe partij ontstaan. Een twintigtal afgevaardigden uit Havana, San Antonio de los Baños en Manzanillo beslissen de Communistische Partij op te richten, tijdens een congres op 16 en 17 augustus 1925, in de calle Calzada in Havana.

Het eerste Centraal Comité telt negen effectieve leden : José Miguel Pérez, secretaris-generaal, Julio Antonio Mella, toen actief in de strijd voor de hervorming van de universiteit, Carlos Baliño, compaan van José Martí, José Peña Vilaboy, één van de stichters van de Arbeidersfederatie van Havana, Alejandro Barreiro, schatbewaarder, Venencio Rodríguez, Miguel Valdés, van de vakond van de tabakarbeiders van San Antonio de los Baños, Rafael Saénz en Yotstschka Greinberg. Onder de deelnemers is er ook Fabio Grobart, van de joodse afdeling van de Communistische Groepring van Havana, toen 20 jaar oud, en die men zal terugvinden bij de militanten in de strijd tegen Batista.

Het programma van de nieuwe partij herneemt de eisen van de arbeidersklasse : de strijd voor de acht uren werktijd in de suikercentrales, het verbod de werknemers te betalen in aankoopbons, de verlaging van de rente voor de landbouwers, de nationalisatie van de openbare diensten, enz…Het Congres beslist ook aan te sluiten bij de Communistische Internationale, door Lenin gesticht in 1919. De partij zal zich toeleggen op de verspreiding van de ideeën van het wetenschappelijk socialisme, op de steun aan de oprichting van klassevakbonden en om ze te leiden in de bestendige strijd, op de organisatie van het volk in de strijd voor de nationale bevrijding. Het programma herneemt de strijd voor de rechten van de vrouw en van de jeugd, en een grote aandacht wordt besteed aan de vorming van de militanten en aan de ideologische vertserking van de arbeiderspers.

Onder de hevige diktatuur van Machado moet de partij vooral clandestien werken. Baliño, toen 77 jaar, sterft kort na de oprichting van de nieuwe partij. De secretaris-generaal wordt het land uitgewezen en de andere leiders worden medogenloos achtervolgd. Julio Antonio Mella wordt op 10 januari 1929 vermoord.

Maar de strijd gaat door en de partij bereikt een onmiskenbare invloed in de arbeisersbeweging. Zij zal een peiler zijn in de algemene staking van augustus 1933, die het einde van Machado meebrengt. Talrijke militanten worden vermoord of « verdwijnen » tijdens deze strijd, en de leiding van de partij wordt overgenomen door een andere uitzonderlijke jongere : Rubén Martínez Villena.

Het aantal leden blijft groeien na 1933 en bij de ontketening van de Spaanse burgeroolog zullen talijke cubaanse communisten vrijwilliger zijn voor de Internationale Brigades, o.a. Pablo de la Torriente Brau.

Gedurende de 36 jaren strijd zal de Communistische Partij (herdoopt als Partido Socialista Popular – PSP) talrijke martelaren tellen in de strijd tegen Machado, onder de corrupte regeringen van Grau en van Prio, en in de strijd tegen Batista.

Bij de triomf van de Revolutie, in 1959, zet de PSP zich totaal in naast de Beweging 26 Juli en het Revolutionair Directorium, voor de opbouw van een nieuwe maatschappij en zal talrijke verantwoordelijkheden opnemen in de leiding van het land. De drie verenigingen gaan geleidelijk samensmelten, in een eerste stap in de ORI (Geïntegreerde Revolutionaire Organisaties), daarna in de PURS (Verenigde Partij voor de Socialistische Revolutie), om uiteindelijk over te gaan, in 1965, tot de oprichting van de actuele Communistische Partij van Cuba (PCC).

Carlos Baliño.

Carlos Baliño, medestichter, naast José Martí, van de Revolutionaire Partij van Cuba, en medestichter van de eerste Communistische Partij van Cuba, wordt dikwijls beschouwd als de link tussen beide partijen.

Hij speelde een belangrijke rol in de verspreiding van de marxistische ideeën in Cuba.

Carlos Baliño is geboren op 13 februari 1848 in Guanajay (Artemisa, toen nog Pinar del Rio). Zijn vader, architect en ingenieur, wordt uitgewezen naar een afrikaans eiland wegens zijn onafhankelijkheids engagement.

Zeer jong werkt hij reeds mee aan drie tijdschriften in zijn geboortestreek : El Alacrán, El Fénix en La Crítica. Zonder werk ingevolge zijn engagement, wijkt hij uit in 1869 naar de Verenigde Staten (New Orleans, Cayo Hueso) en werkt er als tabaksarbeider. Zeer snel is hij actief in de arbeidersbeweging en wordt de woordvoerder van de vakbond in zijn fabriek.

Na Tampa, trekt hij door gans het zuiden van de Verenigde Staten, en ontdekt de marxistische ideeën doorheen kontakten met socialistische arbeiders. Terug in Cayo Hueso start hij een campagne voor de bevrijding van Cuba en van de arbeidersklasse in de « Tribuna del Pueblo ». In 1892 maakt hij kennis met José Martí en onderschrijft met hem de stichtingsacte van de Revolutionaire Partij van Cuba, die de onafhankelijkheidsoorlog zal inrichten en leiden.

Op het einde van de oorlog (1902) keert Baliño terug naar Cuba. Hij leeft van kleine jobs aan een minimumloon, want zijn image van revolutionair sluit voor hem dedeuren van alle cçigarenfabrieken. Eind 1903 is hij bij de stichters van de Socialistische Propagandaclub van Havana en in 1904 van de Cubaanse Arbeiderspartij (POC). Een jaar later , in 1905, wordt de POC de Socialistische Arbeiderspartij van Cuba (POSC). Hetzelfde jaar is hij medewerker aan het tijdschrift « Verdades Socialistas » (Socialistische waarheden).

In 1906 smelt de POSC samen met de Socialistische Groepering van Havana om de Socialistische Partij van Cuba te vormen. Ingevolge meningsverschillen met leiders van spaanse oorsprong die de cubaanse arbeiders discrimineerden zal Baliño deze beweging verlaten in 1909. Over zijn leven tussen 1910 en 1917 is zeer weinig bekend. In 1917 verschijnt de Socialistische Groepering van Havana terug en Baliño maakt er deel van uit.In 1922, als hij werkt als corrector van het tijdschrift van de tabakarbeiders en van het tijdschrift « Juventud », ontmoet hij Julio Antonio Mella.

Op 18 maart 1923 neemt hij deel aan de oprichting van de eerste « Communistische Groepering van Havana », en wordt lid van het eerste uitvoerend bureau.

Twee jaar later, met o.a. Julio Antonio Mella, neemt hij deel aan de stichting van de eerste Communistische Partij van Cuba en wordt lid van het Centraal Comité.

Tien maand later, op 18 juni 1926 sterft hij in Havana.

José Martí, met wie hij bevriend was, noemde hem ‘Un Cubano de oro » (een gouden cubaan).

In de arbeiderspers van die tijd is Carlos Baliño omschreven als « …een ontembare rebel, een eerlijk man, een revolutionair die enkel leeft voor de bevrijding van zijn klasse… ».

Bronnen :

-Hugh Thomas : Cuba. The Pursuit of Freedom. New York, Harper & Row, 1971.

-Ángel Rodríguez Álvarez : El primer Partido Comunista de Cuba. In : AIN, 20/08/2012.

-Pedro A ; García : Fundación del Primer Partido Comunista de Cuba. In : Sierra Maestra, 20/02/2011.

-Fidel Castro Ruz : Discurso del 22 de agosto 1975. 50 aniversario del primer partido marxista-leninista de Cuba.

-María Delys Cruz Palenzuela : Baliño, Mella y el primer partido Comunista de Cuba.

-Felipe Suárez Ramos : Carlos Baliño : aquekl cubano de oror. In : Trabajadores, 10/02/2013.

-Carlos Baliño López. In : Bohemia, 21/10/2013.

-Raquel Marrero Yanes : Carlos baliño : martiano y marxista. In : Granma, 18/06/2011.

-Alicia Alfonso Guerra : Precursor del marxismo en Cuba. In : El Habanero, 12/02/2011.

-Pedro Antonio García : El Indomable insurrecto. In : Bohemia, 03/06/2011.

Lucilo Battle Reyes : Carlos Baliño : mambi y comunista. In : Granma, 23/06/2014.

ASOCIACIÓN

Regio Luik : 26 juli 2014, 51e Moncada – XIVe editie VvC Luik.

Een stille start wegens de afwezigheid van Marc en Jacqueline, en de laatste minuut beletsel van Oriol Marrero, raadgever van de ambassade van Cuba. Maar toch een mooie avond.

Guido bracht, eens te meer, tijdens de officiële herdenking, een kijk op het voorbeeldig aspect van deze aanval die een militaire nederlaag ging omvormen tot de triomf van de Revolutie in 1959.

Het is steeds met dezelfde emotie dat wij de namen horen van Fidel en Raúl Castro, van Camilo Cienfuegos en Ernesto Che Guevara, bij de 82 guerilleros die ontschepen met de Granma op 2 decembre 1956, het voorspel van de overwinning.

Bedankt aan gans de ploeg die instond voor het slagen van deze activiteit.

Aan Guido voor de mojito en aan Elvira voor het nagerecht.

Aan Rodolfo en zijn echtgenote Rosario voor de maaltijd.

Aan Madeleine die gans de avond zorgde voor het onthaal.

Aan André en Régi voor hun bijdrage aan het historisch geheugen

Aan Andres, Berto en Claridad voor de voorbereiding van de zaal.

Aan Eugène, Véro en Pascal, de ploeg van de CPCR.

En vooral aan de groep « Tikal » : Jorge Salazar, Hogo en Patricio Valdebenito (Chili), Alma Gongora en Martha Carlin (Mexico) : voor hun trouw, hun talent, hun vreugde en ook aan hun 6 trouwe « groupies ».

Aan David voor zijn vrijwillige begeleiding met de percussie.

Bedankt ook voor hun glimlachende aanwezigheid :

Aan Vitor, Angel, Patricio, Nagi en hun echtgenoten.

Aan Jorge en Ruth.

Aan allen die samen met ons van de avond genoten.

Liliane Stadler

Tikal : http://www.tikal-music.de