Cuba Sí 187 – vertalingen

Cuba Sí 187 – vertalingen

Vertaling: Freddy Tack

Actualidad

Cuba in de kijker van de internationale pers

Freddy Tack

Eens te meer stond Cuba in de kijker van de internationale pers gedurende de laatste weken. De onderhandelingen met de Europese Unie en met de Verenigde Staten, de Top van de Amerikas in Panama, de reis van Raúl in Egypte, Rusland en het Vatikaan, het bezoek van François Hollande aan Cuba, de ononderbroken bezoeken van buitenlandse delegaties (waaronder talrijke noord-amerikaanse, in groei met 40%), brachten een intense actualiteit, de weerspiegeling van nieuwe mogelijkheden voor Cuba.

Deze overrompelende actualiteit doet ons soms vergeten dat de tijd niet stilstaat in Cuba zelf waar de aanpassingen van het economisch model verder gaan en waar het politieke en sociale leven gekenmerkt werden door de 1 mei-viering en het congres van de ANAP (Vereniging van Kleine Landbouwers), naast talrijke andere ontwikkelingen, waarop wij zullen trachten in te gaan in een volgend nummer, wel bewust dat bij het verschijnen van dit artikel sommige onderwerpen reeds zullen voorbijgestreefd zijn met de opkomst van nieuwe ontwikkelingen.

De Top van de Amerikas.

De VIIe Top van de Amerikas, op 10 en 11 april in Panama, werd gekenmerkt door de opvallende aanwezigheid van Cuba en de verhoogde agressiviteit van de Verenigde Staten tegen Venezuela.

Na 55 jaar afwezigheid nam Cuba deel aan de Top, uitgenodigd door het geheel van de landen van de regio. De opening van onderhandelingen voor het herstel van diplomatieke betrekkingen met de VS heeft in extremis belet dat de Verenigde Staten totaal geïsoleerd zouden staan in Latijns Amerika. Inderdaad, en dit werd tijdens deze Top duidelijk bevestigd, het latijns-amerikaans werelddeel is niet meer de achtertuin van de noorderbuur. De ALBA, de CELAC, de UNASUR, o.a., en de progressistische politiek van meerdere landen uit deze regio, alhoewel op verschillende niveaux, bevestigen de herwinning van een latijns-amerikaanse onafhankelijkheid.

De officiële Top werd gekenmerkt door het telefoongesprek tussen Raúl en Obama, hun handdruk en hun ontmoeting tijdens de Top. Ook de ministers van buitenlandse zaken van de twee landen hadden een vergadering ter dezer gelegenheid. Viel ook op de spanning in verband met de politiek van de VS tegenover Venezuela, spanning die opviel bij talrijke deelnemers.

De toestand was nog meer gespannen en verward gedurende het sociaal forum dat aan de Top voorafging. Meerdere incidenten en confrontaties hebben hier bevestigd dat noordamerikaans rechts verder tracht de bescheiden stappen van Obama in de richting van een opening te saboteren. Dit Forum van de « burgerlijke maatschappij » (zeer verschillend geïnterpreteerd begrip naargelang de partijen en de omstandigheden) heeft inderdaad enkele schokken meegemaakt. Vanaf de start, bij de toekenning van de geloofsbrieven, werden deze gewijgerd aan de cubaanse vakbonden. Daarentegen kregen verschillende cubaanse « dissidenten » wel geloofsbrieven als zogezegde vertegenwoordigers van de « cubaanse burgerlijke maatschappij ». Dissidenten die duidelijk gebonden zijn aan de terroristische groepen van Miami en gesteund door anticastristisch rechts in de VS. Dus duidelijk maneuvers die vijandig zijn aan de toenadering ondernomen door beide landen.

Een deelname is wel te benadrukken, namelijk deze van Felix Rodríguez Medigutía, een Cubaan uit Miami, deelnemer aan de mislukte invasie van de Varkensbaai in 1961 en erkend CIA medewerker. Hij gaf het bevel om Che Guevara te vermoorden in Bolivia en nam de fotos van het lichaam om te bewijzen dat zijn taak volbracht was. De cubaanse deelnemers, en vooral de jeugd, hebben niet nagelaten hun oppositie en hun afkeuring van deze grove provocaties te uitten.

Het bezoek van François Hollande.

Het bezoek van François Hollande, eerste westers staatshoofd om Cuba te bezoeken, kreeg een symbolische betekenis, zeker op een ogenblik waarbij de onderhandelingen tussen Cuba en de Europese Unie een eindfase benaderen en dat de dialoog tussen Cuba en de Verenigde Staten verder gaat.

Hollande nam duidelijk een standpunt in ten voordele van het einde van de economische, commerciële en financiële blokkade. Hij was begeleid door een talrijke delegatie, en bevestigde de versterking van de economische betrekkingen tussen de twee landen, ter welke gelegenheid verschillende akkoorden werden getekend.

In een verklaring aan de pers, juist na het vertrek van Hollande, verklaarde Raúl Castro dat het actualiseringsproces « goed vooruitgaat, aan ons ritme », en benadrukte dat de overheid er moet op waken geen offers te eisen van de bevolking.

Inzake de betrekkingen met de Verenigde Staten begroete hij het einde van de 45 dagen (op 29 mei) na de beslissing van Obama om Cuba te schrappen van de lijst van de staten die terrorisme steunen, een lijst waar Cuba nooit hadden moeten opstaan. Dit zal het herstel van diplomatieke betrekkingen en de opening van ambassades mogelijk maken.

Hij drong ook aan : « Wat mij het meest verontrust, is dat de diplomaten van de Verenigde Staten verder doen wat zij tot op heden deden en ook vandaag nog doen » (o.a. de opleiding van « onafhankelijke » journalisten in de lokale van de belangensectie of in de privéwoning van de diplomaten). Hij herinnerde duidelijk dat het herstel van diplomatieke betrekkingen één zaak is en een andere zaak de normalisering van de betrekkingen die onvermijdelijk gebonden is aan het totaal opheffen van de economische, commerciële en financiële blokkade en de teruggave van de onwettelijke basis van Guantanamo.

De gesprekken Cuba – Verenigde Staten.

Een derde onderhandelingsronde had plaats in Havana op 17 maart, in een « professionele sfeer », maar zonder mededeling over het détail van de gesprekken.

Van 24 tot 26 maart hadden onderhandelingen plaats in Havana over de telecommunicaties.

Op 31 maart, in Washington, werd een dialoog gestart over de rechten van de mens, op basis van een voorstel gedaan door Cuba in juli 2014 (dus voor de toenadering van 17 december), herhaald in januari 2015 en uiteindelijk aanvaard door de Verenigde Staten. Cuba gaf er een beeld van de ervaringen en de promotie van alle rechten van de mens in het land, zowel de burgerlijke en politieke rechten als de economische, sociale en culturele rechten. Cuba drukte ook de verontrusting uit over het respect van zekere rechten in de Verenigde Staten (politiegeweldadigheid, rassendiscriminatie, discriminatie van de vrouw, marteling van gevangenen, syndicale rechten, e.d.m.). Niettegenstaande de vaststelling van diepe meningsverschillen besliste de vergadering dat een basis werd gelegd voor een verderzetting van deze dialoog. 

Na bijna zes maand werd een concrete stap gezet door de VS : het schrappen van Cuba, beloofd in december, van de lijst van de staten die terrorisme steunen. Een beslissing die Obama officieel bevestigde op 9 april en die op 29 mei in voege zou moeten treden.

Ondertussen volgen de delegaties mekaar op in Havana, o.a. deze voorgezeten door de Gouverneur van New York, begeleid door talrijke ondernemers en die twee akkoorden afsloot, een eerste over de commercialisatie in de VS van een therapeutisch vaccin voor de behandeling van longkanker, en een tweede over de levering van software voor de cubaanse pharmaceutische industrie.

Daarentegen moest gewacht worden tot 18 mei om een oplossing te vinden voor de weigering van de noordamerikaanse banken om een rekening te openen voor de consulaire diensten vanCuba in Washington. Na maanden totale blokkering kwam uiteindelijk een oplossing. Nog te melden is het verderzetten en de bevestiging door de VS van boetes voor banden met Cuba, o.a. voor enkele mexicaanse bedrijven en voor de duitse Commerzbank die een boete kreeg van 1 milliard dollar.

Op 21 en 22 mei had een nieuwe gespreksronde plaats in Washington over het herstel van diplomatieke betrekkingen. Mededelingen van beide partijen hebben het over vooruitgang en over een positief en professioneel klimaat. Één van de behandelde themas betrof het gedrag van het noordamerikaans diplomatiek personeel inzake de principes en de normen van de Conventie van Wenen (zoals o.a. het respect van het zelfbeschikkingsrecht en de niet-inmenging in interne aangelegenheden van het land). Washington is vragende partij voor een vrije verplaatsing van haar diplomaten (daar waar de VS de eersten waren om dit te verbieden voor de cubaanse diplomaten in de VS). Cuba vraagt het einde van het aanzetten tot subversie en het respect van de internationale regels.

Er is nog een feit te vermelden : voor de eerste keer sinds een halve eeuw werd een cubaanse televisieploeg toegelaten tot een persconferentie in het Witte Huis in Washington. De journaliste Cristina Escobar mlelde zich aan : « Ik ben van de Cubaanse Nationale Televisie » en Josh Earnest, de woordvoerder van het Witte Huis antwoorde : « Welkom in het Witte Huis ». Op de vraag over een eventuele reis van Obama naar Cuba werd geantwoord dat hij graag Cuba en zeker Havana wou bezoeken. Earnest kon zich echter niet beletten op te merken dat de toenadaring wel een « goede zaak » is, maar dat Washington graag veranderingen zou zien in Cuba, met de klassieke allusies op de rechten van de mens.

Niettegenstaande enkele openingen, niettegenstaande de druk van de amerikaanse openbare opinie, niettegenstaande de lobbying van de noordamerikaanse ondernemers, blijft de blokkade van toepassing en gaan de sancties verder. De eerste stappen zijn gezet, maar er zal tijd nodig zijn alvorens over te gaan tot normale betrekkingen tussen de twee landen. Wat Cuba betreft is de houding duidelijk : de opening van ambassades is een belangrijke stap, maar de normalisatie van de betrekkingen zal pas mogelijk zijn na de opheffing van de blokkade en de teruggave van de basis van Guantanamo.

De Verenigde Staten schrappen Cuba van de lijst van de staten die terrorisme steunen.

Jeff Rathke, woordvoerder van het Staatsdepartement van de Verenigde Staten, melde in een officiële nota, op 29 mei 2015, dat de 45 dagen na de notificatie aan het Congres verlopen zijn en dat de Staatssecretaris de eindbeslissing nam om een einde te stellen aan de opname van Cuba op de lijst van de landen die het terrorisme steunen. De maatregel is effectief op de datum van heden 29 mei.

De nota verduidelijkt dat de Verenigde Staten hun verontrusting en hun verschillen met Cuba bevestigen, maar dat er geen criteria bestaan die relevant zijn voor het behoud van deze politiek, en dat de beslissing de overtuiging dekt van deVS dat Cuba nu de criteria bezit om geschrapt te worden. 

Om effectief te zijn moet de beslissing opgenomen worden in de « Federal Register » (het noordamerikaanse staatsblad), alhoewel de diplomatieke bron verezekerd dat de beslissing onmiddellijk effectief is.

(Persmededeling van Prensa Latina, opgenomen in de Granma van 29//).

De migratiepolitiek van de Verenigde Staten : speerpunt tegen Cuba.

Alina M. Lotti en Alina Martínez Triay

Wij bekijken een reportage met een foto van een lange rij aanschuivenden voor de noordamerikaanse ambassade, om een visum te bekomen op hun reispas. De titel : « Waarom verlaten zoveel Cubanen hun land ? » Het artikel is van 1955, zestig jaar geleden, in het tijdschrift Carteles. Het is een voorbeeld van het belangrijke journalistieke werk in de jaren vijftig van Oscar Pino Santos (Banes 1928 – Havana 2004) in dit tijdschrift. Een interessante statistiek is opgenomen : tussen 1946 en 1954 hebben de Verenigde Staten 35.645 visa toegekend voor cubaanse residenten die hun land verlaten, vooral wegens economische motieven.

(Foto : Humberto Sainz, professor geschiedenis aan de Universiteit van Havana, 19 februari 2015.

Foto : Agustín Borrego Torres.)

Wij bespreken deze cijfers met Humberto Saínz Cano, professor en vorser aan het Centrum voor Internationale Migraties van de Universiteit van Havana, die ons herinnerd aan het feit dat de migratiebetrekkingen tussen de noordelijke grootmacht en ons archipel een historische dimentie hebben die men niet kan loochenen.

Hij vermelde de creoolse oligarchie die zich in de XIXe eeuw in Florida vestigde en er handelszaken opende in Tampa en Cayo Hueso, hoofdzakelijk cigarenfabrieken, en waar José Martí zijn « noodzakelijke oorlog » voorbereide. Verschillende veteranen van de « Tienjarige oorlog » wijkten toen uit naar dit land en sloten aan bij de Cubaanse Revolutionaire Partij.

In de tweede helft van deze eeuw groeiden de noordamerikaanse investeringen in Cuba, met als gevolg belangrijkere uitwisselingen met de creoolse burgerij die haar kinderen naar de Verenigde Staten stuurde om er te studeren en de zaak van de ouders over te nemen bij hun terugkeer.

In de XXe eeuw, met de dictaturen van Gerardo Machado en Fulgencio Batista, vertrokken vele Cubanen naar de VS en, waar men veel minder over spreekt, er kwamen tienduizenden landgenoten terug naar Cuba na de triomf van de Revolutie. Dit geeft een beeld van de politieke dimensie van de emigratie gedurende deze periode.

Vanaf 1959 werd de migratiepolitiek van de Verenigde Staten een belangrijk instrument van de vijandigheid tegen de cubaanse Revolutie. Kunnen wij het hierover even hebben ?

De migratiepolitiek van de Verenigde Staten tegenover Cuba is een overblijfsel van de Koude Oorlog en was er een uitdrukking van op internationaal vlak. Ons land werd niet vergeten als deel van een bilateraal conflict dat de Verenigde Staten steeds in stand hielden ingevolge hun historische wens om ons archipel te overheersenDe politieke van de « rijpe vrucht » en de pogingen om Cuba te kopen van Spanje waren de vroege tekenen van deze wil.

Binnen de anticommunistische « logica », de uitdrukking van de Koude Oorlog, werden al diegenen die uit Cuba emigreerden omschreven als « politieke vluchtelingen ». Vandaag is het deze verouderende migratorische golf van 1959 tot 1962, die sommigen de « Oude Uitwijking » noemen, die in de meerderheid tegen het herstel is van betrekkingen met de Verenigde Staten en een regeling met Cuba.

Deze politiek van gebruik van de emigratie als destabiliserende factor van de cubaanse Revolutie gaf eerst aanleiding tot het Programma voor cubaanse vluchtelingen en daarna tot de « Ley de Ajusta » (Aanpassingswet) die, wegens de onomkeerbaarheid van ons revolutionair proces de bedoeling had het migratiestatuut te bepalen van diegenen die bij de noorderbuur aankwamen vanuit ons land vanaf 1959.

De migratie werd automatisch gebruikt om een toevlucht te geven aan elke Cubaan die, via diverse wegen, in de Verenigde Staten aankwam. Als vijandig element tegen de Revolutie werd deze politiek vermengd met de blokkade : enerzijds de blokkade die hoopt toestanden te scheppen van schaarste en onvoldoening, en anderzijds de « Ley de Ajusta » die privileges geeft aan de Cubanen t.o.v. mensen uit andere landen die in de VS aankomen. De twee geven aanleiding tot illegaal vertrek, zeker na de implementatie van de politiek « Natte voeten, droge voeten », met alle risicos voor diegenen die deze weg kiezen. 

Een recent onderzoek door de firma Bendixen & Amandi International, opgenomen in verschillende kranten in het zuiden van Florida, onthult dat 58% van de uitwijkelingen die in Miami leven, tussen 50 en 64 jaar, het herstel van de betrekkingen tussen Cuba en de VS steunen ; 53% bij de jongeren van 18 tot 29 jaar, en 47% bij de 30 tot 49 jaar. Volgens deze studie is deze mening niet enkel een generatiefenomeen maar is zij ook gebonden aan de aankomstdatum van de Cubanen op noordamerikaans grondgebied, met 45% bij deze aangekomen na 1980. Wat moet men daaruit afleiden ?

De recente peilingen geven een stijging van de voorkeur van de cubaanse emigranten voor het herstel van relaties, voor een toenadering met hun land van oorsprong, om hun families te kunnen bezoeken en « remesas » op te sturen. Tevens te vermelden is de pijling van Pew Research Center, tussen 7 en 11 januari 2015, met 63% van de noordamerikanen die de beslissing van Obama steunen om de betrekkingen met ons land terug aan te knopen.


De emigratie heeft niet meer het politiek karakter van de eerste jaren. Voor 1980 beschouwden de meest reactionaire sectoren ze als sociale basis van de contrarevolutie die actie voerde vanuit het noordamerikaans grondgebeid, maar na deze datum hebben de migranten afstand genomen van deze elementen, de werkelijkheid veranderde.

De eersten die vertrokken bij de triomf van de Revolutie, waaronder personen nauw verbonden aan de dictatuur van Batista en waren anticommunistiche elementen die bang waren van wat aan gang was in het land. Zij vertrokken met gans hun familie en stelden een einde aan alle banden met hun land.

Diegenen die na 1980 vertrokken zijn hebben een andere benadering, zij volgden een opleiding in het kader van de Revolutie, en hun visie, bij de meerderheid, is er niet tegen, zij zijn voor een overeenkomst en het behoud van hun banden met Cuba.

De cubaanse regering is, wat haar betreft, voorstander van een migratieverhouding binnen de perken van de moraal : regelmatig, normaal, veilig en die de cubaanse burger beschermd.

Wat zal volgens u het impact zijn van het herstel van de betrekkingen met de Verenigde Staten binnen de bevolking ?

De noordamerikaanse studenten van het programma « Semestre en el Mar » of andere universitairen die uit dit land komen, om het bij een recent voorbeeld te houden, hebben met ons respectvolle en open betrekkingen gehad. Wat zij hier hebben kunnen zien hief de doek op die van Cuba een beeld geeft van een dictatuur die de rechten van de mens verkracht. Sommigen onder hen hebben geschreid bij hun vertrek en uitten hun wens om terug te komen.

Inzake de ideologische invloeden die deze betrekkingen kunnen uitoefenen binnen onze bevolking, denk ik dat onze eigenheid voldoende sterk is, want de Cubaan verdedigde steeds zijn zelfbeschikkingsrecht en zijn onafhankelijkheid. Commandant Fidel Castro herhaalde dikwijls dat Cuba niet de vijand is van het noordamerikaanse volk. De werkelijkheid is dat dit land stand hield op 90 mijl van de grootmacht die altijd heeft gedacht dat dit archipel onder haar overheersing moest blijven.

Vertegenwoordigers van de VS-regering hebben zelfs gezegd dat indien men de subversieve infrastructuur tegen Cuba ontmantelde dit een overwinning zou zijn voor de cubaanse regering. Wij hebben verklaard dat er geen normale betrekkingen mogelijk zijn als programmas of individuen met dit doel worden verdergezet en gesteund.

Obama koos voor een weg naar normalistaie van de betrekkingen met Cuba. Maar hij zette geen einde aan de miljoenenboetes voor de buitenlandse banken die transacties uitvoerden met Cuba. De blokkade is nog steeds in voege.

Ik denk dat er een echte verandering zal komen wanneer de Verenigde Staten in staat zullen zijn hun arrogantie op te geven, hun grootmacht, en dat zij stoppen met het stellen van voorwaarden, want als dit niet het geval is, over welke onderhandelingen spreken we dan ? Het moeten gesprekken zijn van gelijke tot gelijke, in een klimaat van wederzijds respect. Slechts zo zal vooruitgang mogelijk worden, en om dit doel te bereiken is nog een lange weg af te leggen.

(Interview opgenomen in het dagblad Trabajadores van 22 maart 2015. Vertaling F. Tack).

SALUD

Cuba tegen Ebola.

Ontmoeting met de Vice-minister van Gezondheid van Cuba.

Het cubaans gezondheidssysteem, een solidair systeem, zowel nationaal als internationaal.

Het cubaans gezondheidssysteem berust op principes. Soms zegt men dat het cubaans gezondheidssysteem goed is. Waarom is het goed ? Eerst en vooral omdat het een universeel systeem is, 100% voor de Cubanen.

Wanneer iemand een gezondheidsinstelling binnenstapt in Cuba zal niemand hem vragen of hij geld heeft. Hij wordt verzorgd, men redt zijn leven en hij gaat naar huis met de nodige geneesmiddelen en behandeling. En een arts van de gemeenschap zal hem opvolgen.

Het gezondheidssysteem is geregionaliseerd zodat de mensen een betere toegang krijgen, en is integraal want de basis van ons systeem is de primaire attentie. De fundamentele pijlers zijn de preventie en de opvoeding. En wanneer men ziek wordt krijgt men een totale evaluatie, niet alleen fysisch maar ook inzake levensomgeving en sociale werkelijkheid die uiteraard de gezondheidstoestand beïnvloeden.

Enkele cijfers : sinds 5 jaar is de kindersterfte van 4,2 per duizend, minder dan 5. Wij staan op de vierde plaats in de wereld. Wij hebben betere resultaten dan de Verenigde Staten. Enkel de scandinavische landen halen betere cijfers dan wij.

Internationale samenwerking.

Wij hebben 11.400 dokters in Brasil. Brasil is een ontwikkeld land, met een zeer sterke economie. Waarom zijn wij aanwezig in Brasil ? Brasil beschikt over 300.000 dokters maar er zijn 5.500 gemeenten waarvan er 3.800 gemeentes zonder dokter, want de meerderheid van de braziliaanse dokters blijft liever in de grote steden. Wij werken in 800 gemeenten die nooit een dokter kenden. Waar gaan wij heen ? In de gemeentes van Amazonië, de ver afgelegene, met de moeilijkste toegang. In Brasil zit de patiënt ver van de dokter. De cubaanse dokters hebben direct de stoel van plaats veranderd. De patiënt stelde de stoel terug op de vroegere plaats en de dokter kwam tussen : « Kom hier zitten », « Maar dokter ik ben dan te dicht bij u ».

In Brasil raken de patiënten de dokter niet aan en onze dokters raken hen aan, onderzoeken hen, evalueren, praten met hen, luisteren en dit maakt het verschil. Een consultatie duurt 15 minuten, maar bij de Cubanen duurt ze er 45. Ik was eind van vorig jaar in Brasil. Bij mijn aankomst in een instituut zie ik aan de ene kant een lange rij wachtenden, aan de andere kant niemand.

Ik stel de vraag aan een patiënt : « Ik wil een cubaanse dokter zien, ik wil niemand anders zien, enkel de Cubaan ».

De Cubanen zijn dus overbelast want de wil niet enkel stil te staan bij de klinische methode maar ook aan te raken, te luisteren, de patiënt het woord te geven, brengt mee dat iedereen de cubaanse dokters wil zien.

Wij werken samen met 77 landen, met 51.000 medewerkers. Cuba beschikt over 83.000 dokters waarvan er 25.000 buiten onze grenzen werken. Men heeft mij hier gevraagd : « Zijn het vrijwilligers ? ». Men kan niemand verplichten tegen zijn wil in te gaan werken. Zij zijn allen vrijwilligers. Om u een idee te geven : 70% van de cubaanse dokters hebben internationale zendingen volbracht en soms meer dan één keer.

De dokter is een ambtenaar van ons ministerie en wanneer hij in Angola is behoudt hij zijn plaats in het Ministerie van gezondheid, hij krijgt elke maand zijn wedde en het Ministerie staat in voor zijn familie. Dit is het verschil, want men zegt ons dikwijls : « Jullie betalen de dokters slecht ». Onze dokters krijgen hun wedde, en bovenop de wedde die in Cuba betaald wordt krijgen zij een beurs in het buitenland om er een aangepast leven te kunnen leiden.

Samenwerking is gratis maar niet meer voor alle landen.

Wij halen nu 56 jaar revolutie. Tot 3 jaar geleden was alle gezondheidssamenwerking die wij in de wereld verleenden gratis. Cuba gaf meer dan 60 miljoen dollar uit om medische brigades in al die landen te sturen. Wij hebben de wereld gevormd, meer dan 100.000 dokters in 124 landen . Wat kost de vorming van een dokter ?

Drie jaar geleden hebben wij belist dat sommige landen onze medische diensten zouden betalen. Wij hebben deze inkomsten nodig, want ons land leeft nog steeds onder de blokkade en heeft weinig natuurlijke rijkdommen. Nu, van de 67 landen waar wij diensten leveren betalen er slechts 16 voor deze diensten. Voor alle anderen blijft het solidariteit.

Wie zijn deze landen ? Qatar, Algerije, China, de Arabische Emiraten, Portugal, Mexico… Hetzij landen die het kunnen betalen. Maar Cuba heeft 773 dokters in Haïti en daar is alles betaald door de cubaanse eregering.

Geen enkel bedrag in deze wereld kan betalen wat onze dokters doen in afgelegen gebieden, ver van hun familie, soms in zeer moeilijke omstandigheden, om levens te redden, enkel op basis van dit principe, deze opvatting die deze is van alle gezondheidswerkers, vechten voor het leven en voor de mens.

Cuba tegen Ebola.

Wanneer Ban Ki Moon een oproep deed hadden wij reeds 23 medewerkers in Sierra Leone en 16 oin Guinea Conakry. Wij hebben ze allen gecontacteerd, deze die wilden blijven konden het doen, deze die naar huis wilden ook, want hun leven was in gevaar. Wij hebben hen gezegd : « Al diegenen die het wensen kunnen naar huis ». Geen enkele kwam terug, zij zijn allemaal geleven.

Eerste beslissing : de brigades behouden die wij in deze landen hadden.

Tweede beslissing : Het contingent Henry Reeve mobiliseren, gespecialiseerde dokters voor noodtussenkomsten. Dit contingent werkte reeds in Pakistan, in Indonesië, in Haïti. Zij strijden nu tegen de Ebola in de rode zones. 256 cubaanse specialisten behandelen er de patiënten. In Liberia hebben wij de sterftecijfers teruggebracht tot 22,2. 201 patiënten werden behandeld. 189 hebben het hospitaal verlaten.

In het begin, in oktober had Sierra Leone een sterfte van 70% bij de zieken, nu is die teruggebracht tot 21,5%. Wij hebben 279 levens gered. Wij hebben bewezen dat als men tijdig tussenkomt men de mensen kan redden.

En in Guinea Conakry was het sterftecijfer 75%. Wij zijn erin geslaagd het terug te brengen op 54%. In dit land is het zeer moeilijk, want de mensen zijn gehecht aan religieuse gewoontes voor hun doden. Het is dus veel moeilijker dit te controleren. Het zal tijd vragen, het is een land waar men zal moeten verder werken met de bevolking.

Een van onze dokters heeft de ziekte gehad. Hij weet niet meer juist hoe. Hij weet enkel nog dat hij in de rode zone kwam en een patiënt kwam aan. Hij viel op de grond en de dokter heeft hem geholpen en gedragen. Wij kunnen moeilijk aan onze dokters zeggen dit niet te doen, nee te zeggen, ik keer mijn rug toe, zelfs als de veiligheidsmaatregelen zeggen dit wel te doen. Maar het is moeilijk, want wij hebben ze gevormd met het principe : de mens voor alles. Deze man werd aangetast, een eminent clinicus. Hij werd verzorgd en genezen in Genève en keerde terug naar Sierra Leone. Hij is nu in Port Loko en werkt in het drukste centrum, waar het meeste zieken zijn.

Medisch toerisme.

Wij zouden ook graag een groter aantal zieken in Cuba ontvangen om er verzorgd te worden, en die hiervoor betalen. De prijs zal altijd lager zijn dan in om het even welke privé kliniek ergens in de wereld.

Vandaag trof een noieuwe catastrofe Nepal, een aardbeving, bij een arme bevolking en met grote schade. Cuba heeft pas dokters gestuurd om deze noodtoestand te lijf te gaan. 

Soms stelt men zich de vraag hoe het best steun te geven en hoe men de steun gebruikt. Financieel de cubaanse dokters steunen in hun werk kan een ideale manier zijn om tussen te komen met de zekerheid dat de gegeven sommen goed zullen aankomen bij de bevolking.

Anne Delstanche

EDUCACIÓN

Wereldbank : Cuba is het land in de wereld dat het meest investeert in onderwijs.

Salim Lamrani

Al Mayadeen

Volgens deze internationale institutie is er geen enkel land, zelfs onder de rijkste, dat een zo hoog bedrag van zijn nationaal budget toewijst aan het onderwijs als Cuba. De resultaten zijn er dan ook.

Cuba is een wereldreferentie voor het onderwijs. Dit werd benadrukt in een verslag van de Wereldbank die Cuba rangschikt op de eerste lijn inzake investeringen in het onderwijssysteem voor de periode 2009-2013. Met bij de 13% (12,8%) van het BNP geïnvesteerd in deze sector, is er geen enkel land in de wereld, zelfs bij de rijksten, dat het eiland van de Caraïben evenaart, wat van zijn sociale politiek een voorbeeld maakt voor de landen in ontwikkeling.

Timor Leste en Denemarken vervolledigen het podium, met 11,3% en 8,7% voor het onderwijs.Als vergelijking : de Verenigde Staten investeren amper 5,4%, dus twee maal minder dan Cuba, en Canada 5,5%. In Europa gaat 5,9% van het nationaal budget naar onderwijs in Frankrijk, 5,1% in Duitsland, 6,2% in Engeland, 4,5% in Italië en 5% in Spanje. In Latijns Amerika haalt Brasil 5,8% van het BNP, terwijl Mexico en Argentinië respectievelijk 5,2% en 5,8% boeken.

Het is niet de eerste keer dat de Wereldbank Cuba op dit vlak voorop zet. In een ander verslag van 2014, herinnert het internationaal organisme eraan dat het eiland beschikt over het beste onderwijssyteem in Latijns Amerika en de Caraïben. Het enige land met « hoge parameters, een sterk academisch talent, hoge of minstens aangepaste weddes, en een hoge beroepsautonomie die de meest efficiënte onderwijssystemen kenmerken in de wereld, zoals deze van Finland, Singapour, Shangai (China), de Republiek Korea, Zwitserland, Nederland en Canada.

Het onderwijs -zoals de gezondheid, de cultuur en de sport- zijn altijd een prioriteit geweest in Cuba en de resultaten zijn uitzonderlijk. Met een alfabetisatiegraad van 99,8% beschikt het land over het laagtste cijfer van analfabetisme van het latijnsamerikaans werelddeel. Dit volgens de UNESCO die ook herinnerde dat Cuba de grootste scholingsgraad heeft van Latijns Amerika met 99,7% van de kinderen die beschikken over gratis onderwijs. Een ander verslag van de UNESCO over onderwijs in 13 latijnsamerikaanse landen zet Cuba op kop in alle onderwijsmateries en stelt vast dat een cubaanse leerling gemiddeld beschikt over twee maal meer kennis en competentie dan een latijnsamerikaanse leerling.

De Wereldbank, met deze prijzing van het cubaans onderwijssysteem, verwijst op een zekere manier naar de besparingspolitiek en de ontmanteling van de steun van de Staat die zij aanbeveelt dat zij in feite nadelig zijn voor het algemeen belang. Door van het onderwijs een nationale prioriteit te maken toont Cuba aan dat het mogelijk is aan alle burgers een toegang te geven tot een hoog niveau van kennis en vorming. De beperkingen eigen aan een derde wereldland en de uitzonderlijk strenge economische sancties die de Verenigde Staten sinds meer dan een halve eeuw opleggen hebben niet belet dat het Caraïbisch eiland een performant onderwijssysteem heeft uitgewerkt, aldus herinnerend dat de mens in het centrum moet staan van het gemeenschapsmodel.

Salim Lamrani, Doctor in Iberische en Latijnsamerikaanse Studies aan de Univertsiteit Paris IV-Sorbonne, is Master in Conferenties aan de Universiteit van La Réunion, journalist, specialist over de relaties tussen Cuba en de Verenigde Staten. Zijn laatste boek « Cuba. Les médias face au défi de l’impartialité » (Paris, Editions Estrella, 2013) heeft een voorwoord van Eduardo Galeano.

Contact : lamranisalim@yahoo.fr ; Salim.Lamrani@univ-reunion.fr.

Facebook : https://www.facebook.com/SalimLamraniOfficiel

LIBROS

Marc Frank – Cuban Revelations. Behind the Scenes in Havana.

Gainesville, University Press of Florida, 2013. 325 pp.

Sinds 25 jaar is Marc Frank, noordamerikaans journalist, aan het werk als freelance in Havana, voor o.a. Thomson Reuters, de Financial Times, ABC News, de Economist, het argentijns dagblad Clarin. Hij is ook de auteur van « Cuba Looks to the Year 2000 ».

Gehuwd met een Cubaanse en in Cuba levend, brengt hij een originele kijk op de dagelijkse werkelijkheid van Cuba. Goed geïntroduceerd in alle officiële middens en met talrijke contacten bij de bevolking, schrijft hij over de Speciale Periode, de overdrage van de macht aan Raúl Castro, de hervormingen, de dagelijkse moeilijkheden en de uitdagingen van vandaag.

Een interessant, vlot leesbaar en goed gedocumenteerd boek.
Cuba gezien door een Noord Amerikaan, zonder a priori, en op basis van een uitstekende terreinkennis.

ANUNCIOS

Regionale afdeling Brussel

Conferentie : « Rapprochement entre Cuba et les États-Unis. Vers la fin de l’embargo ? Vers un changement politique et économique ?

Met : M. Kourliandsky, vorser bij IRIS-Parijs, specialist van Latijns Amerika, Freddy Tack van de Vrienden van Cuba en Norma Goicochea Estenoz, ambassadrice van Cuba.

Donderdag 18 juni om 19u30. Maison de l’ Amérique latine, Collegestraat 27 – 1050 BRUSSEL.

Regionale afdeling Luik.

In de Progrès de Herstal asbl

Vorming over de hedendaagse werkelijkheid : « Cuba : ce qu’on ne nous dit jamais ».

Door Régi Beauduinet van de Vrienden van Cuba.

Zaterdag 27 juni 2015, van 10 tot 12u15.

Cercle Miguel Hernandez (ex. Garcia Lorca)

En Grande Foxhalle n° 2 – 4040 HERSTAL (rechtover het station).