Cuba Sí 190 – Vertalingen

Cuba Sí 190 – Vertalingen

Vertaling: Freddy Tack

ACTUALIDAD

Raúl in Frankrijk – 30/01-02/02/2016

Raúl Castro Ruz, president van Cuba, was op bezoek in Frankrijk van 30 januari tot 2 februari 2016. Hij was begeleid door Ricardo Cabrisas Ruiz, vice-voorzitter van de Ministerraad, door Bruno Rodríguez Parilla, minister van buitenlandse zaken, door Rodrigo Malmierca Díaz, minister van buitenlandse handel en investeringen, door Rogelio Sierra Díaz, vice-minister van buitenlandse zaken, en door Hector Igarza Cabrera, ambassadeur van Cuba in Frankrijk. Dit officieel bezoek werd omschreven als historisch, want het is het eerste bezoek op dit niveau, in Frankrijk en in een land van de Europese Unie.

Op maandag 1 februari had een officieel onthaal plaats aan de Arc de Triomphe, met de traditionele bloemenhulde aan het graf van de onbekende soldaat. In het paleis van het Elyseum werd Raúl ontvangen door president François Hollande en, na de ondertekening van bilaterale akkoorden, hebben de twee presidenten zich tot de pers gericht.

Op dinsdag ontmoette Raúl de algemene directrice van de UNESCO, Irina Bokova, de president van de Kamer, Claude Bartolone, de president van de Senaat, Gérard Larcher, de burgemeester van Parijs, Anne Hidalgo, en de eerste minister, Manuel Valls. Na deze ontmoetingen bracht hij nog een bezoek aan het Museum van de Mens.

Naast het officieel programma liep een forum met franse ondernemers, waar Cuba een voorstelling gaf over de nieuwe wet op buitenlandse investeringen en de mogelijkheden geboden aan investeerders in de Speciale Ontwikkelingszone van Mariel (ZEDM). Frankrijk is heden de tiende handelspartner van Cuba, en 60 franse bedrijven zijn aanwezig in Cuba (rum, toerisme, bouw, telecom, energie, transport). In mei komt een maand van de franse cultuur in Cuba en een maand van de cubaanse cultuur in Frankrijk.

François Hollande herbevestigde zijn veroordeling van de blokkade en benadrukte dat dit bezoek, de wederpartij van het bezoek van Hollande aan Cuba, de wil bevestigde om de politieke en commerciële banden te ontwikkelen tussen beide landen. Een bilaterale economische agenda werd ondertekend, teneinde de economische uitwisselingen vast te leggen in verschillende sectoren, waaronder het toerisme, de energie (op basis van hernieuwbare bronnen), het transport, de agro-industrie, de wetenschappen, de technologie en de stedelijke ontwikkeling.

54 jaren blokkade – 07/02/2016.

De blokkade door de Verenigde Staten opgedrongen aan Cuba werd officieel gestart op 7 februari 1962. Op deze datum, en na punctuele maatregelen vanaf februari 1959 (enkele weken na de overwinning van de rebellen), vaardigde John F. Kennedy, toenmalige president van de VS, de blokkade uit, op basis van Sectie 620a van de Wet op de Buitenlandse Hulp van september 1961.

Laat ons niet vergeten dat volgens de schattingen, de meer dan 50 jaar blokkade economische schade hebben aangericht voor een waarde van 1.112.534.000.000 $.

Laat ons ook herinneren dat Barack Obama vele aspecten van de blokkade zou kunnen opheffen, via licenties, zonder langs het Congres te moeten gaan (zie vorige Cuba Sí’s), en dat slechts vier punten wetgevende wijzigingen noodzaken : het verbod voor dochterbedrijven in het buitenland van noordamerikaanse ondernemingen om handel te voeren met Cuba (Wet Toricelli), het verbod transacties te voeren met genationaliseerde noordamerikaanse eigendommen (Wet Helms-Burton), het verbod voor de toeristische reizen naar Cuba en de verplichting voor Cuba cash en op voorhand de aankoop van etenswaren te betalen (beiden op basis van de Wet over de hervorming van commerciële sancties en de uitbreiding van de export).

Een jaar na de historische beslissing om diplomatieke relaties te herstellen en onderhandelingen te starten voor een terugkeer naar normale betrekkingen tussen de twee landen, kunnen wij slechts vaststellen dat, op enkele beperkte en bescheiden maatregelen na, de blokkade totaal van toepassing blijft.

Op 22 februari vernemen wij dat de franse firma CGG Services SA een boete moet betalen van 614.250 $, wegens het leveren van wisselstukken van noordamerikaanse oorsrong voor het zoeken naar petroleum en gas in cubaanse territoriale wateren. Nogmaals een bevestiging van het extraterritoriaal karakter van de blokkade, en het dissusief effect op diegenen die interesse zouden vertonen voor handel met Cuba.

Sinds de aankondiging van 17 december 2014, inzake de opening van een dialoog, heeft de noordamerikaanse regering boetes opgelegd aan 7 ondernemingen (4 amerikaanse en 3 buitenlandse), voor een totaal van 2.835.622.225 $. En onder het beleid van Obama (2009-2016) werden 48 boetes uitgevaardigd voor een totale som van 14.397.112.121 $.

Midden februari herinnerde Rodrigo Malmierca, minister van buitenlandse handel en investeringen, dat Cuba geen enkele maatregel toepast tegen noordamerikaanse ondernemers of bedrijven, en dat zij welkom zijn op het eiland. Hij benadrukte nogmaals dat Cuba de huidige wijzigingen wil doorvoeren zonder de bevolking te treffen, zonder schoktherapie of negatieve effecten.

Cuba tegen de Zika – 16/02/2016.

Roberto Morales Ojeda, minister van Openbare Gezondheid, richtte een oproep tot alle werknemers van de gezondheidssector, om de epidemiologische campagne te ondersteunen om de virus Zika in Cuba te beletten. Hij herinnerde eraan dat er in Cuba geen Zika, Chikunguya of gele koorts bestaat, maar dat de muggen van het aedes type aanwezig zijn in een vijftigtal gemeentes. Deze muggensoort die reeds dengue epidemies veroorzaakte in het verleden, moet uitgeroeid worden en noodzaakt alle huidige inspanningen om zijn verspreiding te beletten.

Deze oproep werd bevestigd en herhaald door president Raúl Castro op 21 februari, waar hij verklaarde dat tot op deze datum geen zikagevallen in Cuba aanwezig zijn, maar dat wel 32 landen van Latijns Amerika getroffen zijn. De regering nam een actieplan aan, onder de leiding van het ministerie van Gezondheid, om het risico het hoofd te bieden. Raúl benadrukte het belang van de inzet van elke burger in deze strijd tegen de mug aedes. De regering stelt 9.000 militairen ter beschikking, naast 200 leden van de Nationale Revolutionaire Politie, evenals technische bestrijdingsmiddelen om de campagne te steunen. Hij benadrukte tevens dat na deze intensieve actie, er een plan moet komen op lange termijn, en dat deze actie niet een campagne te meer moet blijven.

Op 22 februari kondigden de CDR’s aan dat zij een infocampagne gaan voeren tot begin maart. Een brochure zal uitgedeeld worden met de te volgen maatregelen, infosessies worden ingericht in de wijken met deelname van gezondheidsspecialisten, en de familiedokters en verplegers (sters) worden speciaal aangemoedigd voor deze acties.

Open Sky tussen Cuba en de VS – 16/02/2016.

Op 16 februari 2016 tekenden Cuba en de Verenigde Staten een Memorandumakkoord inzake internationaal luchtvervoer tussen beide landen. Het akkoord maakt, voor de eerste keer sinds meer dan 50 jaar, regelmatige lijnvluchten mogelijk. Het is het resultaat van technische discussies die lopen sinds maart 2015. De luchtvaartmaatschappijen van beide landen kunnen nu lijnvluchten en chartervluchten voorzien op de toegestane lijnen. Ook commerciële akkoorden en samenwerking tussen maatschappijen worden mogelijk (code-share, leasing, enz.).

Men schat het potentieel op 20 dagelijkse vluchten tussen de VS en Havana, en op tien dagelijkse vluchten naar elk van de 9 andere internationale luchthavens van het land.

Natuurlijk blijft de effectieve verwezenlijking van deze vluchten gebonden aan de opheffing van de blokkade en het stoppen van het verbod op toeristische reizen naar Cuba voor noordamerikaanse burgers.

Malmierca in de VS – 16-18/02/2016.

Rodrigo Malmierca, de cubaanse minister voor buitenlandse handel en investeringen, bracht een belangrijk bezoek aan de Verenigde Staten. In oktober 1977, bijna veertig jaar geleden, ontmoette één van zijn voorgangers, Marcelo Fernández Font, bij de 70 noordamerikaanse ondernemers, die toen reeds overtuigd waren dat de blokkade voorbijgestreefd was en moest stoppen. Font verklaarde toen dat Cuba interesse had voor het ontwikkelen van commerciële en economische banden, op voorwaarde van gelijkheid, wederzijds belang, zonder beperkingen en zonder discriminerende barrières.

Veertig jaar waren nodig om deze dialoog te hernemen. Malmierca was uitgenodigd door de Handelskamer van de VS, die bij de drie miljoen ondernemers telt, van kleine onafhankelijke boeren tot multinationals. De cubaanse delegatie bestond uit ambtenaren van het ministerie van Malmierca, van buitenlandse zaken, van de Centrale Bank van Cuba, van de Handelskamer van het eiland en cubaanse bedrijfsleiders.

In een conferentie stelde Malmierca een panorama voor van de cubaanse economie, haar evolutie en haar ontwikkelingsperspectieven. Hij verzekerde de aanwezige ondernemers dat zij welkom zijn in Cuba en er behandeld zullen worden zoals deze van de rest van de wereld. Hij benadrukte dat de belangrijkste rem de blokkade blijft, daar waar Cuba stabiliteit kan bieden, gekwalificeerde werkkrachten en een spitspositie in verschillende domeinen.

Malmierca werd ontvangen door Penny Pritzker, zijn noordamerikaanse tegenhanger, die enkele weken geleden Cuba bezocht, en die herinnerde aan de wil van noordamerikaanse bedrijven om handel te voeren met Cuba. Malmierca herinnerde eraan dat de maatregelen genomen door de Obama-administratie in de goede richting gaan, maar dat ze ruim ontoereikend blijven, gezien de steeds toegepaste blokkade. Hij gaf als voorbeeld de boetes opgelegd aan firmas die transacties uitvoeren met Cuba, en het verbod van het gebruik van de dollar voor cubaanse internationale verrichtingen, maatregelen die een ontmoedigend effect hebben op banken en ondernemingen in de wereld en aldus ook de economie van het land treffen.

John Kerry, Staatssecretaris van de VS heeft eveneens Malmierca ontvangen, alsook Tom Vilsack, de secretrais voor landbouw. Deze laatste benadrukte de mogelijkheden voor de verkoop van cubaanse landbouwprodukten in de VS en onderlijnde de vooruitgang door Cuba geboekt inzake biotechnologische toepassingen op de landbouw. Hij betreurde de daling van de aankoop van etenswaren door Cuba in de VS, in daling sinds 2015 (290 miljoen dollar in 2014, 120 miljoen minder in 2015, met een spits aan 710 miljoen in 2008), maar erkende dat de huidige omstandigheden niet gunstig zijn.

Malmierca had ook een gesprek met Tom Donahue, de voorzitter van de Handelskamer van de VS. Tijdens zijn tussenkomst gedurende de conferentie Consorcio Cuba, herhaalde hij nogmaals dat de openingsmaatregelen zeer beperkt blijven en dat andere stappen mogelijk zijn, die een positief klimaat zouden scheppen voor commerciële uitwisselingen : de opheffing van het verbod van gebruik van de dollar voor de cubaanse internationale transacties, de opening van de noordamerikaanse markt voor cubaanse uitvoer, en de toelating voor noordamerikaanse bedrijven om te investeren in andere sectoren dan de telecommunicatie.

Obama in Cuba in maart – 18/02/2016.

Tijdens een persconferentie op 18 februari, bevestigde Josefina Vidal, algemene directrice voor de Verenigde Staten bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, dat president Barack Obama Cuba zal bezoeken op 21 en 22 maart. Dit officieel bezoek zal het eerste zijn voor een noordamerikaans staathoofd sinds 88jaar (Calvin Coolidge in januari 1928).

Zij verklaarde dat het de gelegenheid zou zijn om de wil van Cuba te bevestigen om de uitwerking van nieuwe relaties verder te zetten, op basis van het respect van de principes van de Verenigde Naties, het uitroepen van Latijns Amerika en de Caraïben tot vredeszone, en in het respect van de verscheidenheid en voor een wederzijds belang.

Obama bevestigde op 20 februari dat zijn verblijf op Cuba een gelegenheid zou zijn om vooruit te gaan in de normalisering van de banden tussen beide landen. Hij verklaarde : « Ik zal president Raúl Castro ontmoeten om te spreken over het verderzetten van de normalisering van de relaties, inbegrepen om de handel te vergemakkelijken en om de Cubanen meer toegang te geven tot internet ».

De onderhandelingen Cuba – Europese Unie (EU).

Op 1 en 2 december liep in Brussel de VIe ronde van de onderhandelingen tussen Cuba en de Europese Unie (EU), over het Akkoord voor een Politieke Dialoog en Samenwerking. Abelardo Moreno Fernández, vice-minister van buitenlandse zaken van de Republiek Cuba, die de cubaanse delegatie voorzat, verklaarde aan de pers dat het luik over handel en samenwerking afgewerkt is, en dat het deel over de dialoog en de sectoriële politiek praktisch afgerond is. Inzake de politieke dialoog hebben de uitwisselingen toegelaten talrijke standpunten dichter bij elkaar te brengen… Vooruitgang werd geboekt, maar verschillen blijven bestaan die een intenser werk tussen partijen noodzaken. Uitwisselingen hebben plaats gehad over de algemene, institutionele en eindbepalingen van het ontwerp van akkoord.

De VIIe ronde zal doorgaan in Havana tijdens de eerste maanden van 2016.

Begin januari bezocht een groep europese parlementairen van de Groep van de Progressisten, Socialisten en Demokraten (de Groep S&D), voorgezeten door Gianni Pittilla, Cuba. De afvaardiging had belangrijke ontmoetingen met hoge ambtenaren en cubaanse personaliteiten.

De voorzitter van de delegatie veroordeelde de negatieve effecten van de blokkade, niet alleen voor de cubaanse burger, maar ook voor de VS, de EU en de wereld. Hij kondigde een voorstel aan voor een protocolakkoord inzake samenwerking tussen de Nationale Vergadering van Cuba en de Groep S&D die hij voorzit.

De onderhandelingen Cuba – Verenigde Staten.

De onderhandelingen over een normalisering van de betrekkingen lopen verder, en de laatste maanden kende Cuba doorlopende bezoeken van ondernemers, parlementairen en diverse delegaties.

Enkele concrete resultaten, bescheiden en beperkt, zijn te noteren, zoals de ondertekening van een memorandum over beschermde maritieme zones (18/11/2015), een memorandum over bescherming van het milieu (24/11/2015), en een memorandum voor het herstel van normale luchtvaartverkeer tussen de twee landen (16/02/2016).

Gesprekken gingen door over de migraties (26/11/2015), en een dialoog werd gestart over de financiële compensaties gevraagd door beide partijen (08/12/2015), voor de nationaliseringen door de VS, en voor de gevolgen van de blokkade door Cuba. In januari liepen geruchten over een mogelijke opheffing van de « Cuban Medical Profesional Parole », een programma gebruikt om cubaanse dokters op zending in het buitenland te overtuigen hun land te verlaten, geruchten nog steeds zonder bevestiging.

Op 26 januari werd een derde luik maatregelen uitgevaardigd, om de export naar Cuba te versoepelen, maar niet in de andere richting, de uitvoer van Cuba naar de VS blijft verboden :

-noordameikaanse banken zullen financieringen voor export mogen uitvoeren (uitgezonderd in de landbouw) ;

-reizen worden toegelaten in verband met export (marktstudies, marketing, onderhandelingen, enz.) ;

-informaticalicenties worden mogelijk voor NGO’s en particulieren, voor telecommunicatie uitrustingen, voor insecticiden en pesticiden, voor veiligheidsmateriaal voor de burgerlijke luchtvaart ;

-mogelijkheden worden geopend voor export van producten naar Cuba, onder licentie en geval per geval te onderzoeken( met uitsluiting van staatsbedrijven en organisaties van de cubaanse regering) ;

-er komen mogelijkheden om het luchtverkeer te bevorderen.

Laat ons uiteindelijk vermelden dat, buiten de reeds vermelde punten (regelmatige vluchten, bezoek Malmierca, 54 jaar blokkade, boetes, enz), op 16 februari de noordamerikaanse firma Cleber LLC een licentie kreeg om een fabriek voor het maken van landbouwtractoren in Cuba te vestigen, met een capaciteit van 1.000 tractors per jaar.

Freddy Tack

CULTURA

Cuba : cultuur voor allen : het rondreizend theater in de oostelijke provincie.

De naam Guantánamo heeft een slechte reputatie in de wereld sinds de Verenigde Staten er de gevangenis oprichte waar martelingen dagelijkse kost zijn, op cubaans grondgebied, bezet niettegenstaande de herhaaldelijke klachten door Cuba.

Maar op enkele kilometer van de door het amerikaans leger bezette basis, is Guantánamo ook een rustig en creatief provinciestadje. Sinds 28 januari doorlopen kunstenaars van de ganse provincie de oostelijke bergstreek, om er de kleine plaatselijke gemeenschappen te ontmoeten. Dit is de start van de 26e theateroffensief Guantánamo/Baracoa.

Dit project, uitgedacht in 1990 door kunstenaars van het theater van Guantánamo, in volle speciale periode, werd bijgetreden door kunstenaars van andere steden en andere landen, die de groep begeleiden in hun reis.

« Sinds enkele sessies is dit niet meer enkel het initiatief van theatermensen uit Guatánamo. Het is onze gebeurtenis, maar ook deze van collegas van de ganse wereld die willen deelnemen aan dit gebeuren. De scène delen en elk jaar perspectieven uitwisselen met nieuwe theateramateurs, is voor ons een privilege en een professionele verrijking. Zeker als wij het eens zijn over het belang om afgelegen zones van ons land te bereiken, met voorstellingen die verder gaan dan gewoon ontspanning, maar ook het publiek aanzetten tot nadenken », verklaarde Vizcaíno, de verantwoordelijke van dit project.

Het project neemt elk jaar uitbreiding, de groep bereikt meer en meer berggemeenschappen, een beetje zoals de ICAIC (Cubaans Filminstituut) het gedaan heeft met filmprojecties in de kleinste verloren bergdorpjes. Een getuigenis hiervan is te vinden in een prachtige kortspeelfilm van de beginjaren van de revolutie (Por primeraz vez).

« Wij slaagden erin nieuwe gemeenschappen te bereiken dank zij de groeiende interesse vanwege lokale verantwoordelijken. En dit jaar hebben wij in ons programma het eerste stuk dat een grote onvloed had bij het publiek, zoals Perestrópical , een nieuw voorstel voor volwassenen door het Teatro Guiñol ». 

Sommige kustenaars komen uit Brasil Argentinië of van de pronvincie Granma (Guerilla de Teatreros), of Holguín (Palabras al Viento). De tweede rondrit bastaat uit groepen uit Peru, Ecuador, Mexico en Spanje.

De groep stelt meer dan vijf voorstellingen voor per dag, naast een ruim programma van debatten, conferenties en workshops, voor de kunstleraars en promotoren van cultuur.

Een initiatief dat perfect past in de cubaanse culturele politiek, die gericht is op toegang voor allen, in de praktijk en in het debat, zodat het geen privilege blijft van enkele « kenners », maar een uitdrukkingsmiddel voor gans een volk.

Anne Delstanche 

HISTORIA

In memoriam Pedro Miret.

Pedro Miret Prieto, commandant van de Revolutie en held van de Republiek Cuba, ,is op 15 januari 2016 overleden. Misschien minder bekend bij het ruime publiek, zeker in Europa, speelde hij een belangrijke rol in de revolutionaire geschiedenis van Cuba.

Pedro Miret Prieto, ingenieur en licentiaat in Sociale Wetenschappen, werd geboren in Santiago de Cuba op 19 februari 1927. Na de staatsgreep door Batista (10 maart 1952) start hij zijn politieke strijd. Op 26 juli 1953 neemt hij deel aan de aanval op de Moncadakazerne in Santiago de Cuba. Hij wordt gevengen genomen en opgesloten in het militair ziekenhuis, waar men lucht en kamfer in zijn vaten spuit, teneinde hem te doden. Zijn leven wordt gered door een kapitein van het leger, Tamayo, die, beseffend wat gaande was, hem overbrengt, het wapen in de hand, naar het burgerlijk hospitaal, samen met Abelardo Crespo en Fidel Labrador. 

Hij wordt, samen met Fidel Castro en de andere overlevenden van de aanval, veroordeeld tot meerdere jaren gevangenis en opgesloten in de modelgevangenis van het Pijneiland (vandaag Jeugdeiland). Zij worden er afgezonderd van de andere gevangenen en Pedro Miret krijgt als opdracht het voorzitterschap van de vergaderingen over algemene zaken, bijgestaan door Israel Tapanes als secretaris.

Hij heeft een regelmatige briefwisseling met meerdere personaliteiten, waaronder de rector van de universiteit van Havana, Dr. Clemente Inclán Costa, die hij bestendig lastig valt voor het opsturen van boeken voor de bibliotheek opgericht door de « Moncadisten ».

Zoals zijn makkers weigert hij de speciale Kerstmaaltijd van 1953, als protest tegen de moorden na de aanval van de Moncada. En op 12 februari 1954, tijdens een officieel bezoek van Fulgencio Batista, zingt hij met zijn kameraden de March van de 26 Juli, een actie voor dewelke zij zware sancties zullen verduren.

Op 15 mei, na een amnestie, worden de moncadisten vrijgelaten. Pedro Miret wordt lid van de nationale leiding van de Beweging 26 Juli en vertrekt naar Mexico om er deel te nemen aan de voorbereidingen van de ontscheping van de Granma. Uiteindelijk kan hij niet deelnemen, want hij was gevangen gezet in Mexico.

In maart 1958 komt hij clandestien terug naar Cuba, vervoegt er het rebellenleger in de Sierra Maestra, en wordt commandant benoemd in decembre 1958. 

Na de overwinning.

In januari 1959 wordt Miret onder-secretaris van de nationale defensie. Op 12 juni van ditzelfde jaar volgt hij Humberto Sori Marin op als Minister van de landbouw, tot in december 1960.Hij wordt dan Minister van de mijnen, de metallurgie en de brandstoffen.

In april 1961 neemt hij deel aan de gevechten van de Varkensbaai, waar hij de zware artillerie beveelt.

Vanaf de oprichting van de Communistische Partij van Cuba (PCC), in 1965, is hij lid van het Centraal Comité. In 1975, tijdens het eerste congres, wordt hij verkozen tot lid van het Politiek Bureau en van het Secretariaat van de PCC, functies die hij zal waarnemen tot in 1991.

Hij was vice-voorzitter van de ministerraad, gelast met de technologische vernieuwingen. In 1980 neemt hij het initiatief van de Beweging voor het vervaardigen en herstellen van wisselstukken, die later het Nationaal Forum voor de Technische Wetenschappen zal worden.

Hij was tevens volksvertegenwoordiger in de Nationale Vergadering van de Volksmacht van 1976 tot 2008, en lid van de Staatsraad gedurende zes wettelijke termijnen. Daarnaast was hij ook Hoofd van de artillerie en Vice-minister van de Revolutionaire Strijdkrachten (FAR), Eerste vice-minister voor de Industrie, en lid van het secretariaat van het Centraal Comité van de PCC. Hij was ook voorzitter van de inrichtende commissie van de VIe Top van de Beweging van de Niet-Gebonden landen.

Pedro Miret is overleden in Havana op 15 januari 2016, ingevolge een hartinfarct. Hij was houder van talrijke decoraties en eretitels, o.a. als stichter van de partij, had de titel van Held van de Republiek en was houder van de médaille van de Orde van Playa Giron.

Met het overlijden van Pedro Miret Prieto verliest Cuba één van de grote historische leiders, die zijn ganse leven ten dienste stelde van de revolutionaire strijd en de opbouw van het cubaans socialistisch systeem.

Bronnen : 

-Mario Mencia : La Prision Fecunda. La Habana, Editora Política, 1980.

-Mario Mencia : El grito del Moncada (2 vol.). La Habana, Editora Política, 1986.

-Robert Merle : Moncada, premier combat de Fidel Castro. Paris, Robert Laffont, 1965.

-Hugh Thomas : Cuba. The Pursuit of Freedom. New York, Harper & Row, 1971.

-Granma, 15 januari 21016.

-Ecured.

Freddy Tack

Carlota, de opstandige slavin.

Op aanvraag van de angolese regering leverde Cuba van 1975 tot 1990 een doorslaggevende militaire steun aan de strijd van dit land tegen de invasie van zuidafrikaanse troepen en een interne opstand gesteund door de Verenigde Staten en het regime van Mobutu. De cubaanse hulp bevestigde de onafhankelijkheid van Angola, maakte een einde aan het apartheidsregime en leidde tot de onafhankelijkheid van Namibië.

Deze internationale militaire campagne kreeg de naam « Operación Carlota », naar de naam van een lucumí slavin die de leiding nam van een opstand in 1843, in de suikerplantage Triunvirato, in de provincie Matanzas.

De opstandelingen bevrijden de slaven maar, bij hun terugkeer, in de richting van San Rafael, worden zij omsingeld door de troepen van de brigadier García Oña, en verslagen na een harde strijd.

Het resultaat is dramatisch en de slaven worden, na een ongelijke strijd, uitgemoord.

Zestien van de leiders worden gefusilleerd en Carlota werd levend gebonden aan paarden en gevierendeeld. In een werk over deze eerste martelaars vermelden Vidal en Morales zowel Carlota als enkele andere slavinnen zoals Fermina, Juliana en Filomena, benadrukkend dat zij hadden gevochten als leeuwinnen.

De actie zal eindigen met het « Proces van de Trappen », gestart in 1844, die slaven omvatte, vrije negers en mulatten, en enkele blanken gekend voor hun anti-slavernij opvattingen.

Na dit proces zijn er geen grote slavenopstanden meer in Cuba. Het is pas met de onafhankelijkheidsoorlog, gestart in 1868, dat men de bevrijding zal beleven van de slaven, om enkele jaren later aanleiding te geven tot de totale afschaffing van de slavernij.

Op 26 juli 1974 verklaarde Fidel Castro hieromtrent : « Dit is een mooi en heroïsch hoofdstuk van de geschiedenis van ons land, want wij mogen niet vergeten dat amper een eeuw geleden er nog slavernij heerste in Cuba. En wij mogen verklaren dat deze mannen en deze vrouwen de voorlopers waren van onze sociale revoluties ».

De figuur van Carlota, slavin van lucumí oorsprong, zal één van de symbolen worden van de bevrijdingsstrijden van het cubaanse volk. En ook daarom kreeg, lang daarna, de internationalistisch tussenkomst van Cuba in de Volksrepubliek Angola, de naam « Operación Carlota », als eerbetoon aan deze moedige en vastberaden vrouw.

Bronnen :

-Rutas y Andares por Triunvirato. In : Girón, 05/09/2015.

-Cuando ardío la sangre lucumí. In : Girón, 02/11/2015.

-El legado de Truinvirato. In : Girón, 04/11/2015.

-Leidi Suarez – Esclavo Rebelde : Triunvirato por la libertad.

-Roberto Alfonso Lara : La epopeya de Carlota.

Freddy Tack

ECONOMÍA

De cubaanse economie : een overzicht van 2015 en vooruitzichten voor 2016.

Tijdens de vergadering van de Nationale Vergadering heeft men de groei bevestigd van het BIP met 4% voor het jaar 2015. Een aanmoedigend cijfer, duidelijk beter dan de 1% van 2014, en dan het gemiddelde van 2,4% voor de periode 2009-2014. Dit resultaat is goed, zeker als men rekening houdt met de ongunstige omstandigheden voor de meerderheid van de landen van Latijns Amerika en de Caraïben (een terugval van 0,4% in 2015), en die ook de groei van Cuba beïnvloeden.

F. Tack

Het internationaal vlak.

Verschillende factoren hebben bijgedragen tot deze groei en een eerste te vermelden punt is de financiële politiek op internationaal vlak. De heronderhandeling van de buitenlandse schuld, met een afschaffing van 90% van de schuld door Rusland, gelijkaardige maatregelen met Mexico en China, en het afronden van de besprekingen met de Club van Parijs (een groep creditoren), met een schorsing van 70% van de schulden en betalingsfaciliteiten over 18 jaar voor het saldo, hebben het vertrouwen in de economie van het eiland versterkt. Dit schept een capaciteit voor nieuwe leningen en herstelt een noodzakelijke internationale geloofwaardigheid.

Het agentschap Moody’s verbeterde het classement en de risico omschrijving van Cuba, door het land op Caa2 te brengen, hetzij de overgang van een « stabiele » categorie naar een « positieve » categorie. Moody’s vermelde ook de wijzigingen van het cubaans socialistisch economisch model en de verbeteringen van de betrekkingen met de VS, die een positief impact gaven op macro-economisch vlak.

Onder de zichtbare resultaten van de evolutie van de relaties met de VS kan men de groei van het aantal toeristen vaststellen (18%), met inkomsten die stijgen met 14,2% t.o.v. 2014.

Inzake uitvoer moet men rekening houden met een verlaging met 48,3% van de prijzen van de nikkel (64% over de laatste vijf jaar), en een weinig verwachte stijging tegen 2020. De prijzen voor de suiker, die men geschat had op 17 centavos het pond, haalden slechts 13 à 14 centavos, met een productie lager dan gepland, niettegenstaande een groei van 17,8% t.o.v. de vorige oogst. De export van nevenproducten van de petroleum zijn gedaald met 56%. Globaal bekeken is de uitvoer gezakt met 15,1% in 2015.

Inzake invoer stelt men een daling vast met 4,5% van etenswaren (t.o.v. 2014), ingevolge een bescheiden vervanging van de invoer door interne producten, en een daling van de prijzen met 20,7% op de internationale markt. De tendens van verlaging van de prijzen zou moeten verder gaan tijdens de vijf komende jaren. De daling van de invoer van petroleumproducten wordt volgehouden, met een daling van 47% tussen 2014 en 2015. Deze daling is positief voor de invoer, maar het impact zal moeten afgewogen worden gezien de gevolgen op de inkomsten van Venezuela en hun waarschijnlijke invloed op de uitvoer van diensten door Cuba naar dit land.

De buitenlandsze investeringen gaan vooruit en halen de 350 miljoen dollar met 40 nieuwe akkoorden sinds de nieuwe wet op buitenlandse investeringen. Zeker te benadrukken is hier de wil van de regering om niet afhankelijk te zijn van één enkele markt, maar de economische uitwisselingen te diversifiëren met alle landen in de wereld.

Uiteraard moet men rekening houden met het feçit dat deze positieve aspecten moeten gerelativiseerd worden door de economische, commerciële en financiële blokkade waarvan de gevolgen ongewijzigd blijven.

De binnenlandse economie.

Intern stelt men een betekenisvolle vooruitgang vast in de investeringen, met een groei van 46,1%, wat overeenstemt met 96% van de geplande resultaten.

Sector per sector ontdekt men verschillen. De industrie, na een terugval in 2014 (- 3,9%), steeg met bijna 10% in 2015, met o.a. voedingswaren (+20,5%), textiel (+22%), hout (+15,6%), verf (+34,5%), zeep (+18,8%), banden (+14,6%), bier (+7,5%).

De suikerindustrie kende de sterkste groei van de laatste jaren (+16,9%).

De landbouw, niettegenstaande de voortdurende droogte tijdens 2015, bevestigde een groei met 3,1%. Nochtans daalde de verkoop op de détailmarkt met 3,3%, en steeg het aanbod van producten niet. Dit kan enkel te wijten zijn ofwel aan auto-consumptie of aan een onwettelijk op de markt brengen (zwarte markt). De hervorming van de staatsbedrijven in de landbouw gaat verder, met de fusie of de sluiting van 23 bedrijven met een voortdurend verliescijfer. Deze elementen gaven aanleiding tot een grondig en kritisch onderzoek van de op de markt brengen van de landbouwproducten, met de vaststelling van een grote speculatieve marge op de prijzen. Een stijging van het aanbod door de staat zou moeten leiden tot een stabilisatie of een daling van de prijzen.

De bouwsector is terug in groei (22,6%), na een terugval in 2014. Daarentegen daalde de petroleumproductie met 2,7% in 2015, en men moet nog 67,5% van de noden aan brandstof invoeren. Bedrijven in de rode cijfers daalden van 245 einde 2014, tot 64 in 2015, en het aantal bedrijven die lonen betaalden zonder overeenstemmende productie viel terug van 238 naar 99.

Inzake tewerkstelling en lonen ziet men dat de openbare tewerkstelling daalde met 3,7%, en de privé tewerkstelling steeg met 1,6%, wat nu 29% van het totaal uitmaakt. De arbeidsproductiviteit steeg met 6,7% (hoger dan de geplande stijging) en het gemiddelde loon steeg met 9,4% (640 pesos). De werkloosheid viel terug van 3, % tot 2,4%.

Het budget 2016.

Redelijke objectieven werden vooropgesteld op basis van de beschikbare macro-economische gegevens. De doelstelling is de financiële middelen te plannen om de goedgekeurde politiek te blijven volgen, en de sociale uitgaven worden geschat op hetzelfde niveau als in 2015.

Het budget voorziet een deficit van 6.224 miljoen pesos (inkomsten 52.365 miljoen pesos, uitgaven 58.589 miljoen). 90% van de uitgaven worden gedekt door de inkomsten, en 10% door de openbare schuld die men zal moeten aflossen tegen 2,5% over een twintigtal jaren. Maatregelen worden ingevoerd om de inkomsten te verhogen en de uitgaven te beperken. Zo ziet men t.o.v. 2015 een daling van de kosten voor de juridische persoonlijkheden (bedrijven), de brandstoffen, de electriciteit, het transport van goederen.

58% van het budget is voorzien voor investeringen in belangrijke sectoren voor de ontwikkeling (toerisme, energie, petroleum, landbouw, strijd tegen de droogte, infrastructuur van de ZEDM (Speciale Ontwikkelingszone van Mariel), suiker en afgeleide producten, telecommunicatie, bouw).

In de uitgaven is 23% voorzien voor de opvoeding, 29% voor de gezondheidszorgen en sociale steun.

Het socialistisch staatbedrijf blijft de ruggegraat van de economie en de inspanningen voor een grotere beheersautonomie zullen in 2017 vertaald worden in een nieuwe wet op de bedrijven.

De monetaire eenmaking blijft een fundamenteel gegeven en de studies terzake worden verdergezet teniende er de leefbaarheid van te verzekeren.

Het Ministerie van de Industrie hoopt minstens vijf investeringsprojecten te verwezenlijken met een buitenlandse deelname voor het einde van 2016, in de sectoren van flessenvullen, verpakking en transport, sectoren die aldus een kostendaling moeten meebrengen door zich in de plaats te stellen van de huidige invoer. Akkoorden zijn in onderhandeling met russische bedrijven o.a. voor het herstellen van camions en spoorwegtransport. Volgens de officiële cijfers wenst Cuba jaarlijks te komen tot 2 miljard dollar in rechtstreekse buitenlandse investeringen, wat volgens sommige experten nog te bescheiden zou zijn. 

De groei ban het BIP voor 2016 wordt geschat op 2%, met hogere cijfers in de bouw, de horeca, de landbouw, de veeteelt, de bosbouw, het transport, de communicaties, de electriciteit, het gas, het water en de suikerindustrie.

Bronnen : El Economista, Cubadebate, Granma, Trabajadores, Opociones, Cuba Contemporanea.