Cuba Sí 191 – Vertalingen

Cuba Sí 191 – Vertalingen

Vertaling: Freddy Tack

ACTUALIDAD

De relaties Cuba – Verenigde Staten

Het hoogtepunt in de relaties tussen Cuba en de Verenigde Staten tijdens de laatste weken was zeker het bezoek van Barack Obama aan Cuba. Enkele dagen voor dit bezoek, op 26 februari 2016,

legde de noordamerikaanse regering nog een boete op aan de firma Halliburton, voor een som van 304.706$. Op 15 maart worden nieuwe maatregelen aangekondigd in de betrekkingen met Cuba, waaronder de toelating van het gebruik van de dollar voor internationale betalingen door Cuba, en de toelating van individuele reizen (vroeger beperkt tot groepen), in het kader van de twaalf toegelaten categoriën, daar waar het toerisme als dusdanig nog steeds verboden blijft bij wet. En op 17 maart begroette men de openingsvlucht van de normale postdiensten tussen beide landen. 

Barack Obama in Cuba – 20-22/03/2016.

Enkele dagen voor zijn historisch bezoek aan Cuba heeft Barack Obama, in een interview voor de spaanse uitgave van CNN, de relaties tussen beide landen aangehaald. Hij gaf toe dat de politieke aanpassing noodzakelijk was voor het image van de VS in Latijns Amerika, en ook dat deze politiek niet werkte gedurende 50 jaar. Hij verklaarde : « Wij maken ons geen illusies, het regime van de Castros zal niet zo maar verdwijnen, maar onze politiek om meer reizen mogelijk te maken, voor commerciële uitwisselingen, voor de remesas, het werk dat wij leveren om de communicaties en de toegang tot internet uit te breiden, en de mogelijkiheden voor de ondernemers, beloven een versnelling van de veranderingen in de komende jaren ». 

Over zijn reis bendrukte hij : « Het gaat er niet om toegevingen te doen aan de cubaanse regering. Het gaat om een rechtstreekse dialoog met het cubaanse volk ». Hij sloot het onderwerp af met de voorspelling dat de volgende president, republikein of democraat, een einde zal stellen aan de blokkade, wat zal bijdragen tot de noodzakelijke veranderingen.

Het bezoek.

Barack Obama en zijn familie kwamen aan in Havana op 20 maart. ‘S avonds bezochten zij het Oude Havana, in de regen, met Eusebio Leal, de historicus van de stad, als gids.

Op 21/03 begon het officiële gedeelte met een bloemenhulde aan het standbeeld van José Martí, op de plaats van de Revolutie. De bilaterale gesprekken werden gestart, en Obama werd ontvangen door Raúl Castro. In de nammidag nam hij deel aan een Forum over de handel tussen Cuba en de VS, waar hij verklaarde dat het beste middel om Cuba te helpen was een einde te stellen aan de blokkade. De dag eindigde met een staatsdiner in het Paleis van de Revolutie.

Op 22/03 hield hij zijn openbare toespraak en volgde een baseballmatch Cuba-Tampa Bay, alvorens te vertrekken naar Argentinië.

De noordamerikaanse president was begeleid door een delegatie van bij de 800 man, waaronder John Kerry, Staatssecretaris, Penny Pritzker, secretaris voor de handel, een veertigtal volksvertegenwoordigers (van beide partijen), ondernemers, ambtenaren en journalisten.

Naast dit programma werd een speciale bezoekenronde voorzien voor Michelle Obama en de twee dochters van de president, en hadden bilaterale ontmoetingen plaats met John Kerry en Bruno Rodríguez Parilla, de cubaanse minister van buitenlandse zaken.

De persconferentie.

De twee presidenten hebben zich tot de pers gericht.

Raúl Castro verklaarde dat het bezoek een belangrijke stap is voor de verbetering van de betrekkingen en gaf enkele van de concrete resultaten : de heropening van de rechtstreekse postdiensten, het akkoord voor het herstel van regelmatige vluchten, de samenwerking inzake milieubescherming, de zeebodem, de zeevaart, de samenwerking in de landbouw, de strijd tegen drughandel, de preventie en behandeling van besmettelijke ziekten (zoals de Zika), en chronische ziekten (zoals kanker).

De recent aangekondigde maatregelen worden als positief ervaren, maar blijven onvoldoende. « De blokkade blijft de belangrijkste hindernis voor onze economische ontwikkeling en voor het welzijn van het cubaanse volk » voegde hij hieraan toe, en eiste nogmaals de teruggave van het illegaal bezet gebied door de vlootbasis van Guantánamo. Hij benadrukte de grote verschillen tussen beide landen, die niet gaan verdwijnen. Hij eindigde met een herbevestiging van de noodzaak de verschillen te aanvaarden en zich toe te spitsen op wat dichterbij brengt en niet op wat scheiding brengt. Zijn besluit : « Een brug opblazen is niet moeilijk en vraagt weinig tijd. Stevig heropbouwen is een veel langere en moeilijkere taak ».

Obama verklaarde de groet en de vriendschap te brengen van alle noordamerikanen. Hij sprak over de reismogelijkheden naar Cuba, de commerciële vluchten, de uitbreiding van de handel, en citeerde de recente beslissing over het gebruik van de dollar. Hij kwam terug op de inspanningen om zoveel mogelijk Cubanen aan te sluiten op internet, en op de ontwikkeling van uitwisselingen in het onderwijs, o.a. door het toekennen van beurzen en het aanbod van cursussen engels ‘on-line) voor leraars. Zoals Raúl citeerde hij de gebieden waar de samenwerking zich ontwikkelde. Hij bedankte voor het gekregen onthaal en bevestigde dat men, niettegenstaande de moeilijkheden, verder moet vooruitgaan, om aan de Cubanen en aan de burgers van de VS een betere en mooiere toekomst aan te bieden. 

De toespraak tot de cubaanse « burgerlijke maatschappij ».

Het slot van het bezoek van Obama was zijn toespraak tot de cubaanse « burgerlijke maatschappij », in het Gran Teatro Alicia Alonso in Havana. De toespraak werd rechtstreeks uitgezonden op de cubaanse televisie en radio. 

Hij sprak er over de vooruitgang in de betrekkingen en herinnerde zijn vraag aan het Congres van de VS om een einde te stellen aan de blokkade. Doorheen zijn persoonlijke belevenissen had hij het over de universele rechten (gezien door de noordamerikaanse bril), van democratie, vrijheid van meningsuitdrukking, vrije verkiezingen, enz.

Hij eindigde met de verklaring dat hij geloofde in het cubaanse volk en dat « Wij niet enkel de betrekkingen gaan normaliseren met de regering van Cuba, maar met gans het cubaanse volk ». Obama vroeg ook aan de Cubanen om « het verleden te vergeten » en « naar de toekomst te kijken ».

Deze verklaring gaf aanleiding tot talrijke reacties in Cuba, zoals deze van een vakbondsman (CTC), Ernesto Freyre, die bevestigde met respect te hebben geluisterd, maar dat het onmogelijk is om de geschiedenis te vergeten, de doden, de invloed van de blokkade gedurende al deze jaren.

Enkele dagen later kwam de reactie van Fidel Castro, in de Granma (28/03) , die ook de blokkade van bij de 60 jaar citeerde, de slachtoffer van de huurlingen invallen, het burgervliegtuig gesaboteerd in volle vlucht, de huurlingeninvasies, alle daden van geweld en machtsvertoon. Fidel besloot : « Wij hebben geen geschenken van het imperium nodig. Onze inspanningen zullen wettelijk en vreedzaam zijn, want het is onze inzet voor de vrede en het broederschap tussen alle mensen op deze planeet ».

Nog geen drie dagen na het vertrek uit Cuba, kondigde het noordamerikaanse Staatsdepartement een orientatieprogramma aan voor de « jonge leiders van de cubaanse burgerlijke maatschappij », met een budget van 753.989 $. De mededeling verklaarde: « De cubaanse burgerlijke maatschappij is niet gevormd door wel bepaalde verenigingen, zoals men die normaal ontmoet in een maatschappij met sterke democratische tradities. Doorheen hun deelname aan dit programma zullen de deelnemers een geheel van tools en kennissen ontwikkelen om de verenigingen van de cubaanse burgerlijke maatschappij te leiden en te doen groeien, en die actief de democratische principes in Cuba zullen steunen ».

Als goede communicator gebruikte Obama alle middelen om een positief imago uit te stralen : een grapje met een cubaanse humorist, een populaire cubaanse uitdrukking, een citaat van José Martí, als het maar effect heeft… Hij liet niet na de nadruk te leggen op de verschillen tussen de twee samenlevingen : één partij-systeem tegen het « democratische » meerpartijensysteem in de VS, staatseconomie tegen vrije markt. Maar, grote heer, is hij bereid om de verschillen te overschrijden, alsof hij klaar is om Cuba zijn zonden te vergeven.

Een duidelijke bevestiging dat de strategie van de VS ongewijzigd blijft en enkel de middelen worden aangepast.

De Rolling Stones en Chanel in Cuba.

Na Obama hebben de Rolling Stones Cuba ontdekt met een gratis concert in Havana, op 25 maart. Zij hebben het publiek begeesterd gedurende twee uur. Men spreekt over meer dan een miljoen toeschouwers (alhoewel sommigen het cijfer overdreven vinden).

Enkele leden van onze Brigada Carlos Habré waren aanwezig op het concert en hebben er André Vermeulen van de VRT ontmoet. En dank zij de Stones kwam de Brigade Carlos Habré op het nieuws van de VRT. Ten minste één « satisfaction » te wijten aan het toevel van een ontmoeting in Cuba.

Op 3 mei stelde Chanel de collectie « Croisière 2016-2017 » voor in Havana. Na de Stones is het nu Karl Lagerfeld die ontdekt dat Cuba bestaat. De show ging door op de Paseo del Prado in het Oude Havana, en maakte deel uit van de activiteiten van de FIT Cuba 2016, de internationale toerismefoor van Havana.

En de blokkade ?

Op 2 mai kwam een cruiseschip aan in Havana met 700 passagiers aan boord, maar geen enkele toerist ! Alle passagiers waren ingeschreven onder het etiket van het programma « uitwisseling van volk tot volk », één van de twaalf categoriën toegelaten onder zekere voorwaarden, want het toerisme naar Cuba blijft, bij wet, verboden voor de noordamerikaanse burgers.

Op 10 mei vernemen wij dat noordamerikaanse wetgevers pogen wettelijk, via verschillende wetsvoorstellen, de mogelijkheid van een teruggave van het illegaal bezet gebied van Guantánamo te beletten. Natuurlijk ziet men Ileana Ross-Lehtinen terug, die, na een bezoek aan de vlootbasis, verklaarde : « Het Congres moet beletten dat de President de vlootbasis sluit, de gevangenis sluit, en de basis teruggeeft aan het castristisch regime ».

En laat ons melden dat bij de redactie van dit artikel (20 mei), niettegenstaande de herhaalde uitspraken, geen enkele verrichting in dollars mogelijk was voor Cuba (beslissing van 15 maart).

Derde vergadering van de Bilaterale Commissie.

Op 16 mei zetelde de Bilaterale Commissie VS-Cuba voor de derde keer. Er werd een analyse gemaakt over het verwezenlijkte werk van de laatste maanden op politiek en diplomatiek vlak : drie ontmoetingen van de presidenten van beide landen ; verschillende bezoeken van hoog niveau, waaronder dat van Obama ; het opstarten van de Bilaterale Commissie voor het opvolgen van de betrekkingen ; het uitbreiden van de technische samenwerking reeds bestaande voor 17D (luchtvaartveiligheid, drughandel, mensenhandel, migratiefraudes) ; nieuwe domeinen voor samenwerking (milieu, landbouw) ; 9 getekende akkoorden (milieu, postdiensten, regelmatige vluchten, veiligheid op zee, landbouw, veiligheid van de reizigers en de handel) ; een dialoog werd gestart over de klimaatverandering, de mutuele compensaties, de mensenhandel en de rechten van de mens. Op economisch en commercieel vlak : de telecom akkoorden (met IDT, Sprint, Verizon en T-Mobile) ; de contracten voor het beheer van twee Starwoodhotels ; de cruise-operatie met Carnival.

In het slotcommuniqué stelt Cuba deze vooruitgang vast, maar benadrukt dat de blokkade een prioriteit blijft, evenals de teruggave van het illegaal bezet gebied door de vlootbasis in Guantánamo, en de afschaffing van alle politieken uit het verleden die heden nog steeds van toepassing zijn. Cuba heeft zijn wil bevestigd om vooruit te gaan en de besprekingen verder te zetten over nieuwe akkoorden (gezondheid, landbouw, meteorologie, sismologie, beschermde zones, vervuiling door petroleum, redding op zee, enz.).

De dialoog Cuba – Europese Unie.

De zevende sessie van de onderhandelingen tussen Cuba en de Europese Unie (EU) liepen in Havana op 3 en 4 maart. Betekenisvolle vooruitgang werd geboekt en de twee groepen moeten nu de bekomen resultaten voorleggen aan hun respectievelijke landen, om de onderhandeling af te sluiten. 

Tijdens de vorige zitting, in Brussel, had men reeds de luiken over de handel en de commerciële samenwerking afgewerkt. Nu werd het luik over de politieke dialoog, de samenwerking en de dialoog over sectoriële politiek tot een goed einde gebracht.

Op 10 maart kwam Federica Mogherini, de Hoge Vertegenwoordigster van de EU voor buitenlandse zaken en de veiligheidspolitiek, in Cuba aan voor een officieel bezoek.

In de inleiding van het project wordt het respect van de zelfbeschikking, de onafhankelijkheid en de territoriale integriteit van het territorium van Cuba herbevestigd. De oppositie van de EU tegen dwangmiddelen met een extra-territoriaal luik, zoals de blokkade tegen Cuba, wordt hernomen. Het akkoord moet de betrekkingen van Havana met het communautair blok versterken in de drie luiken : de politieke dialoog, de samenwerking en de sectoriële politiek, en de handel. De tekst benadrukt de wederzijdigheid, het volle respect van het zelfbeschikkingsrecht van de Staten, de juridische basis en de institutionele omgeving, en verwerpt de inmenging in de interne zaken van de naties.

Op 11 maart werden de onderhandelingen afgesloten op een akkoord, dat nu moet voorgelegd worden aan een consulatieronde door beide partijen, met als doel de ondertekening.

Federica Mogherini verklaarde dat, parallel met de ratificatieprocedure, zij aan de Europese Raad zal voorstellen een einde te stellen aan de « gemeenschappelijke houding », in 1996 ingevoerd op initiatief van José Maria Aznar, toenmalig staathoofd van Spanje. 

Bruno Rodríguez Parilla, cubaans minister van buitenlandse zaken, bevestigde dat de gestarte dialoog, tussen beide partijen, over de mensenrechten, zal verdergezet worden zoals gepland.

Mogherini werd ontvangen door Raúl Castro en zij begroetten het einde van onderhandelingsperiode, en bevestigden de wil om de bilaterale betrekkingen te versterken, op basis van gelijkheid, wederzijdigheid en mutueel respect.

Tijdens haar persconferentie verklaarde Mogherini dat de blokkade een maatregel is van een andere eeuw en dat Europa de sanctionering voor de europese bedrijven weigert. Zij begroette de nieuwe fase van de bilaterale betrekkingen en herhaalde dat de ondertekening van het akkoord het einde betekent van de « gemeenschappelijke houding » van 1996, en dat deze unilaterale politiek zal vervangen worden door dit akkoord.

Bruno Rodríguez benadrukte dat het een dynamische, hardee onderhandelingsronde was, niet zonder moeilijkheden ; er blijven meningsverschillen op sommige punten die op basis van een gemeenschappelijk akkoord moeten beheerd worden, in het voordeel van de volkeren van beide partijen.

Herman Portocarero, ambassadeur van de EU in Cuba, verklaarde dat de ontmoetingen hebben toegelaten mekaar beter te kennen en de dialoog te bevorderen. Hij verklaarde : « Mijn collegas hebben deze leerperiode moeten doorlopen, te leren hoe men hier denkt en zich voelt… en welke de rode lijnen zijn voor beide partijen… Nu kennen wij mekaar beter ».

CULTURA

In de kantlijn van de hedendaagse kunsttentoonstelling « Signalen uit Cuba », vrouwelijke voorstellen.

Anne Delstanche (fotos p. 23)

Tentoonstelling in het Europees Parlement, de Bozar in Brussel en in Antwerpen.

Interview met Dayalis González Perdomo, Directrice van het Centrum voor de ontwikkeling van Visuele Kunsten.

Welke zijn de belangrijkste doelstellingen van het kunstonderwijs en de cultuur in de cubaanse samenleving ?

Om te spreken over de doelstellingen van het kunstonderwijs en de cultuur in de cubaanse samenleving, moet men eerst uitleggen hoe het onderwijssysteem werkt, en vooral vanaf het begin van de revolutie.

Zo moet men eerst de alfabetisatiecampagne vermelden, die een ganse bevolking toeliet over te gaan van een analfabete bevolking tot een bevolking die kan lezen en schrijven. Deze bevolking werd daarna ingelast in verschillende programmas voor de ontwikkeling van het onderwijs en de cultuur die door het land werden opgezet. Een grondige herstructurering van het kunstonderwijs en van de cultuur in het algemeen werd op touw gezet.

De eerste belangrijke stap voor de kunsten, en vooral voor de visuele kunsten, is de stichting van de kunstscholen. Zoals voor de alfabetisatiecampagne was dit een totaal democratisch proces, dat de mensen wilde bereiken tot in de meest afgelegen plekken van het land. Men is dus tot daar getrokken om testen te doen, zodat de meest talentvolle kinderen konden deelnemen aan examens en geselecteerd worden in het ganse land. Deze groep kinderen werd deze waaruit de eerste gediplomeerden van de kunstscholen in Cuba voortkwamen. Daarna heeft men het Nationaal Kunstinstituut opgericht (universitair niveau), teneinde de eerste kunstscholen verder te zetten.

Dit bracht een totale vernieuwing inzake begripsvorming van de cubaanse kunst, en meer in het bijzonder van de visuele kunsten. Men heeft er het onderzoek bij betrokken, evenals de antropologie, research over de nationale identiteit, de historische waarden van de cultuur en de maatschappij. En tevens een inzet tot kritische kunst, een kunst die vragen stelt over wat gaande is in de cubaanse werkelijkheid, in de cubaanse context van het ogenblik.

Daarnaast bestaan ook de studies voor kunstleraar. De kunstleraars worden gevormd om als lesgever te fungeren in de gemeenschappen. Voor ons, in Cuba, is het zeer belangrijk naast het onderwijs, naast de beroepsvorming, een benadering van de kunst te ontwikkelen voor de ganse bevolking, de kinderen, vooral de jongeren, maar ook de volwassenen, de ouderen. Zij krijgen aldus toegang tot een kennis, een gevoeligheid voor de kunst en de cultuur in hun dagelijks leven, zonder daarom kunstenaars te worden.

Deze taak is opgenomen door de kunstleraars in de lagere en secundaire scholen, in de cultuurcentra en in de gemeenschap in het algemeen. Dit promotiesysteem van de kunst doorheen de culturele instellingen vervolledigd het proces van het kunstonderwijs. Het gaat er niet alleen om een diploma uit te reiken aan een student van de kunstschool, maar ook hem te ondersteunen in zijn beroepsloopbaan, doorheen een promotiesysteem, bij de instellingen, de musea, de galerijen.

Zoals het onderwijs in deze instellingen totaal gratis is, zowel voor de kunstenaar, als voor de bevolking die er gratis toegang toe heeft. Ik denk dat de visuele kunsten in het hedendaagse Cuba bijzonder opvallen omdat de kunstenaars een discours brengen dat steeds de rol van de kunst omvat, de techniek van de kunst, maar ook sterk gebonden is aan de begripsbepaling, aan het onderzoek, aan de weerspiegeling van het sociale leven, aan de historische context. Een discours, alhoewel sterk gebonden aan de cubaanse context, toch gelinkt aan de universele en hedendaagse themas, aan de humanistische bezorgdheid die om het even welke kunstenaar aanbelangen, zoals elk menselijk wezen in de hedendaagse samenleving.

Hoe legt u de uitleg voor van de grensoverschrijdende uitstraling van de cubaanse cultuur ?

Cuba is sinds het begin van de revolutie een symbool geworden, niet alleen op politiek vlak, maar ook en vooral inzake onderwijs en socio-culturele projecten.

Vanaf de eerste jaren heeft men gewerkt voor de schepping, eerst met dit cultureel platform voor het kunstonderwijs, maar terzelfdertijd heeft men betekenisvolle gebeurtenissen op punt gesteld die een uitstraling hadden naar Latijns Amerika en de rest van de wereld. Gebeurtenissen zoals het Festival van de latijns-amerikaanse film, die voor het eerst het filmgebeuren van de regios samenbracht. Gebeurtenissen zoals de Biennale van Havana die in de jaren tachtig is begonnen. Het is een begripsplatform en een praktijk door de tentoonstelling en de promotie van de kunst van de derde wereld.

De 12e Biennale van Havana had als titel : « Kunstpraktijk, tussen ideeën en ervaring », en wou een debat openen of een beeld geven van deze relatie tussen de dagelijkse kunstpraktijk en de ideeën. Zij wou vooral dialoog aanmoedigen voor een zo ruim mogelijk publiek. En de meerderheid van de projecten hadden plaats op openbare plaatsen, in de straten, op de Malecon van Havana bijvoorbeeld, in een wijk zoals de « Casa Blanca », een periferische wijk. De bedoeling was juist zoveel mogelijk burgers te betrekken bij het begrip, bij de dialoog van de hedendaagse kunst, niet alleen cubanen, maar ook internationaal in de brede zin van het woord.

Wat is de invloed van de economische toestand van het land, van de blokkade, op de kunst en de cultuur ?

Inzake de invloed van de blokkade op de kunst en de cultuur in het algemeen, is het duidelijk dat de blokkade alle sectoren en alle takken van de cubaanse maatschappij treft. En ook de kunst op een praktisch vlak, op een economisch vlak, inzake materiële bronnen. Maar voor onze generatie, vooral voor de jongste generaties, heeft de blokkade vooral een culturele, psychologische invloed, door het feit te werken, te leven in Cuba, waar de blokkade steeds een bewuste of onbewuste paranoïa brengt, en vooral de toegang onmogelijk maakt tot grote promotiecircuits, tot grote infocircuits.

Maria Claudia García Ruiz (kunstenares)

Wat wil je uitdrukken in de werken die u hier tentoonstelt ?

Het werk dat ik in Brussel voorstel noemt « Amnesie », het bestaat uit 5 fotos, een beetje abstracte fotos, want op de achtergrond van elke foto verschijnt een dierenvel en een beeld van een specifieke datum en een soort tekening gebonden aan deze datum.

Het werk wil een parallel trekken tuseen de fysische afdruk en de virtuele of mentale afdruk gebonden aan het begrip ontwikkeling

Ik tracht in mijn werken een basis te hebben of iets interessant te vertellen, bovenop de vorm, en het is niet iets opgelegd, het is iets dat natuurlijk tot uiting komt. Voor mij heeft de kunst fundamenteel een communicatiefunctie, en is de kunstenaar een persoon die de nadruk legt op aspecten van de werkelijkheid, themas bendadert die misschien niet zichtbaar zijn, met bedenkingen over interessante vragen en de vorm die hierop ingaat.

Dania Gonzalez Sanabria (recent gediplomeerde van de ISA)

Kan u ons uitleg geven over het werk « de bezoeker », voorgesteld in Brussel, Wat wil je uitdrukken, wat zijn uw bedenkingen ?

Het werk moet vanuit persoonlijke toestanden, de universele en menselijke belevenisssen toçnen. Dit stuk werd in Duitsland geschapen, toen ik me daar bevond. Het is een bedenking over de omstandigheden waarin ik me dan bevond. Het stuk heeft ook iets te maken met de eenzaamheid van de enkeling die poogt zich te integreren in een menselijke ongeving, eebn sociale omgeving, waar hij uiteindelijk geen toegang kan vinden, ingevolge zijn eigen individualiteit. Praktisch gans mijn oeuvre tracht de beelden te uiten vanaf een persoonlijke toestand, en « de bezoeker » maakt daar deel van uit.

De performance interessert mij, zoals de cultuur, als middel om het werk te gebruiken als een ervaring. Want uiteindelijk is het oeuvre « zichzelf », men is zelf deel van het oeuvre. Wat ik het meest doe zijn installaties, beeldhouwwerken en performances. De mensen hebben bijna altijd verschillende visies, die zelfs heel verschillend kunnen zijn van de startvisie waaraan men denkt bij het scheppen van het oeuvre.

Wij leven in een maatschappij waar de mens alleen staat. Niet alleen in de zin van op zichzelf, maar een mens die dikwijls moest afzien van zijn roots, aan zijn eigen omgeving. Het is een wezen dat de afwezigheid beleeft, teruggeplooid op zichzelf. Zij zijn zo omdat ze veel zaken gelaten hebben, bvb. Die menselijke en natuurmlijke essentie die de mens verliest door het zoeken naar meer materiële zaken, structurele zaken.

De mens verliest dikwijls die natuurlijke essentie. Daarom gebruik ik wol zoals een dier het gebruikt. Een onderzoek naar primaire dingen, meer essentiële.

Een grote kunstenaar van de cubaanse trova heeft ons verlaten : Reinaldo Hierrezuelo.

Reinaldo Hierrezuelo, een prachtige musicus, is overleden in Havana, op 23 februari 2016, op 89e leeftijd.

Wij hebben het genoegen gehad hem te zien zingen in de Hallen van Schaarbeek, ,in 1978, met zijn broer Lorenzo, het duo Los Compadres, op een ogenblik dat de westerse landen de cubaanse muziek hadden opzij gezet, met een politiek bedoeld om het eiland te isoleren. En wij houden een onvergeetbare indruk van dit optreden, toen twee zangers, enkel met hun gitaar, het publiek begeesterden.

Enkele jaren later, wanneer de noordamerikaanse gitarist Ry Cooder, oudere en reeds gepensioneerde musici ontdekte, en een plaat maakte die de wereld rond ging, de « Buena Vista Social Club », kreeg hij een boete in de VS omdat hij cubaanse muziek uitgaf. De meesters van de wereldwijde desinformatie gaven kritiek op Cuba, zonder schroom, met de fabel van het opzijzetten van populaire zangers. Dit is het land zeer slecht kennen. De enkele durvers die de blokkade durfden overschrijden door naar Cuba te gaan wisten hoe belangrijk deze muziek gebleven was, zelfs als de jongeren, zoals overal in de wereld meer neiging hebben te luisteren naar muziek die dichter staat bij hun generatie.

Geboren op 30 december 1926 in Santiago de Cuba, de jongste van 11 kinderen, gaf Reinaldo met zijn broers concerten in El Caney, waar hij leefde met zijn familie. Daarom noemde men hem toen el Rey Caney. In de jaren 30 sticht hij de groep « Cuarteto Patria », die noch steeds bestaat, en in 1952 vormt hij het duo « Los Compadres » met zijn broer Lorenzo. Men gaf hem toen de bijnam « menselijke fluit », wegens zijn gewoonte om de melodieën te fluiten.

Eenmaal terug in de wereldwijde commerciële omgeving, heeft Reinaldo zijn carrière verder gezet en werd directeur van de Vieja Trova Santiaguera met dewelke hij de werld rond reisde.

Sergio Vitier, componist en gitarist, is in Havana overleden op 1 mei 2016. Hij was 68.

Hij was geboren in Havana op 18 januari 1948 en maakte deel uit van een familie van schrijvers en kunstenaars. Zoon van de dichters en schrijvers Fina García Marruz en Cintio Vitier, was hij ook de broer van de grote componist en pianist José Maria Vitier. Sommige van zij stukken werden gebruikt in films, zoals de « Brigadista », « Capablanca », « Che », « Roble de olor ».

Hi maakte deel uit van de « Grupo de Expérimentación Sonora del ICAIC ». Hij werkte veel op basis van de roots en de afrikaanse en spaanse tradities, en uiteraard van de cubaanse sonoriteit.

Zijn platen werden meer dan eens bekroond met prijzen en hij kreeg in 2014 de nationale prijs voor de muziek. 

LIBROS

Alejo Carpentier

La Cité des Colonnes.

Montreuil, Le Temps des Cerises, 2015. – 92 pp.

Dit klein boekje, tweetalig frans-spaans, is een heruitgave van een tekst van Alejo Carpentier verschenen in 1964. De zwart-wit fotos zijn van Paolo Gasparini.

Het is een wandeling door de straten van Havana, met een kommentaar over de architectuur, wat men de « cubaanse barok » heeft genoemd, een ondefinieerbare stijl, een typische mengeling. Een bedenking ook over de « esquinas de fraile » (de frisse hoeken), het spel van licht en somber in sommige straten, de prachtige hekken aan deuren en vensters, de balcons, de glasramen en de kolommen die de stad kenmerken.

En natuurlijk, de onvergelijkbare stijl van Alejo Carpentier, schrijver, joernalist, denker, diplomaat, de onmisbare auteur van de cubaanse en latijnsamerikaanse literatuur van de XXe eeuw.

Jean-Jacques Sommeryns

Cuba Sí !

Arquennes, Editions MeMograMes, 2015. – 192 pp.

De fotograaf Jean-Jacques Sommeryns stelt ons een boek voor, met een voorwoord door Rosa Adela Mejias, directrice van het cubaans toerismebureau in Parijs, met teksten die de verschillende hoofdstukken inleiden, en met een nawoord door Georges Vercheval, stichter van het Museum van fotografie in Charleroi.

De teksten zijn in het frans en in het nederlands, maar met een totale prioriteit voor de fotos. Deze zijn verzameld rond verschillende themas : De Mysteries van Havana ; De Cubanen zijn niet zoals wij… maar hoe lang nog ?; De Che, de fierheid, de broederlijkheid ; Santiago de Cuba en caranaval; Carros americanos… alias ammendrones ; Habanos…het bruin goud van Cuba, de koning van de sigaren !; Heminway in Cuba; Het platteland en de kleinere steden.

Het fotoboek is de bedoeling, het is geen politiek essay, noch een reisgids, gewoon een blik op Cuba door een liefhebber van fotografie, die ons het land doet ontdekken via de prachtige beelden van een rondrit.

Dit boek is ook te koop op onze infostands tijdens de activiteiten van de vereniging.

Patrick Howlett-Martin

La coopération médicale internationale de Cuba.

L’altruisme récompensé.

Paris, L’ Harmattan, 2015. 205 pp.

Dit boek behandelt alle samenwerkingsprogrammas van Cuba inzake medische steun, in de verschillende werelddelen en doorheen de verschillende programmas (ELAM, Operación Milagro, het detachement Henry Reeve, enz.).

De auteur benadert de samenwerking in de internationale context, t.o.v. de politiek van de multinationals van de farmaceutische industrie die de prijzen willen opdrijven, de tegenwerking en de agressies van de « orde van de geneesheren » in de landen waar Cuba steun brengt. Ook de kritieken van de cubaanse bevolking terzake komen aan bod, om te eindigen met een vraag : zal Cuba deze altruïstische politiek kunnen verderzetten met de aan gang zijnde wijzigingen van het economisch systeem ?

Een ruime bibliografie (50 paginas) sluit deze analyse af.

Een bekend thema voor de vrienden van Cuba, maar totaal opzij gezet door de westerse media.

F. Tack

Juan Martin Guevara

Mon frère le Che.

Ed. Calmann Levy.

Juan Martin Guevara, de jongste broer van Che, verteld over Ernesto in zijn familiekring, zijn persoonlijkheid, zijn evolutie, hoe de familie zijn strijd beleefde, zijn inzet, zijn moord. Het boek komt tot stand met de pen van Arielle Vincent, mede-auteur.

« Che is zeker de centrale figuur van het boek, maar Juan Martin heeft ook een geschidenis die mag verteld worden. Sinds altijd heeft hij een grenzeloze bewondering voor zijn broer. Ik denk dat het voor hem belangrijk was zich op niveau te voelen. Hij is niet Che, hij kreeg dezelfde opvoeding, heeft dezelfde idealen en gaf acht jaar van zijn leven om ze te verdedigen. Hij had er kunnen voor sterven zoals tienduizenden vermisten in de harde jaren in Argentinië. Juan Martin wenste een andere belichting te geven aan de politieke en familiale context die de geboorte mogelijk maakte van een uitzonderklijke figuur zoals Che » (Arielle Vincent).

…Havana, januari 1959.

De telefoon rinkelt eind van de voormiddag, in ons huis van de Aráozstraat in Buenos Aires. Mijn moeder schrikt op. Moest hij het eens zijn ? Zij springt recht, verschuift de tafel met een kaartspel. Sinds twee jaar leeft zij in een diepe depressie en een bestendige angst, en zij zoekt sterkte in het kaartspel, donkere sigaretten zonder filter rokend. Zij is ongerust voor mijn oudere broer Ernesto. Hij vecht aan het hoofd van de 8e colonne « Ciro Redondo » van het Ejercito Rebelde van de jonge revolutionair Fidel Castro en zijn Beweging 26 juli, die de cubaanse dictator Fulgencio Batista, die de bevolking onderdrukt, wil omverwerpen. Meer dan één keer heeft de internationale pers de dood aangekondigd van de « argentijnse dokter Ernesto Che Guevara », wat de familie in de onzekerheid duwt. Maar het zijn slechts geruchten die het onderdrukkersregime rondstrooit om het cubaanse volk in de war te brengen en te overtuigen de revolutionairen niet meer te steunen.. De ene na de andere werden deze onheilspellende berichten tegengesproken, een verzuchting voor ons.

De berichten van Ernesto zijn zeldzaam. Wij weten dat hij ergens in Cuba vecht, dat het revolutionair leger doorslaggevende gevechten heeft gewonnen, dat hij de steun heeft van de bevolking en de hoofdstad bendadert. Wij leven op 6.500 km van het eiland, voor ons alsof lichtjaren. Wij zoeken elk berichtje over de strijdscene, heden in de Sierra Maestra, een onherbergzame bergketen in het zuid-oosten van het eiland, met een ondoordringbare plantengroei en temperaturen die in de winter brutaal kunnen dalen.

-Allo ? Antwoordt moeder.

-Hola vieja, het is uw zoon Ernestito.

Mijn moeder was altijd bescheiden, maar nu kan ze zich een kreet niet beletten. In zes jaar tijd heeft ze slechts één keer de stem van Ernesto gehoord, tijdens een korte oproep uit zijn kamp in de Sierra Maestra. En dit sinds zijn definitieve afreis uit Buenos Aires op 8 juli 1953…

Zij straalt uit. « Het is Ernestito ! » roept ze. Zij lijkt plots zo gelukkig. Het nieuws is zeer goed. Ernesto kondigt de overwinning aan van het Ejercito rebelde, de triomfale aankomst in Havana en de vlucht van Batista. Maar hij belt miet om over zijn strijd te praten. Het is niet de Comandante die belt, maar de zoon en de broer. Hij wil de stem van zijn moeder horen die hij zo heeft gemist. De vieja en hijzelf beminnen mekaar in een diep respect…

Het vervolg in het boek. Een andere kijk op dit uitzonderlijk personnage, een minder bekend facet. Het boek boeit en leest zeer gemakkelijk.

A. Delstanche

REGIOS

Luik – Opvoeding : een wapen voor de vrede.

Dit was de titel van de activiteit ingericht in de CPCR in Luik op 25 maart 2016, door de ABVV-Jongeren, en waar Vincent Fanara ons had uitgenodigd. De titel komt van een zeer mooie documentaire film over Colombia, door de ploeg ProJeuneS in 2014, met als belangrijkste deelnemers Nicolas Fernandez, Alain Detilleux en Carlos Crespo. (http://www.youtube.com/watch?v=JKuZqxi-0d0).

Het eerste deel was gesteund op de solidariteit in Cuba, in aanwezigheid van de eerste secretaris van de ambassade Alejandro Fuentes, die wij reeds hadden leren kennen tijdens het bezoek van Leonardo Tamayo Nuñez, een compaan van Che. De zaakgelastigde Victor Cairo Palomo nam het woord in de naam van de ambassade, en ook de derde secretaris Yusnery Sanchez Rojas was van de partij.

Wij kregen een prachtige uiteenzetting over de solidariteitsacties inzake opvoeding en gezondheidszorg die Cuba in verschillende delen van de wereld ontwikkelde. De vertaling werd met brio verzekerd door onze nationale Cuba vriendin, Anne Delstanche.

Het debat werd gevoerd met een zeer geïnteresseerde zaal, en de talrijke vragen getuigden van de interesse voor de behandelde themas.

Angela Sciacchitano, algemeen secretaris van de ABVV-Jongeren zorgde voor een vlekkeloze animatie. 

Wij hadden ook een stand van de Vrienden van Cuba – Luik, een beetje geïmproviseerd ingevolge de recente herstructuratie van de afdeling.

Bedankt aan André, Régi en Rodolfo voor hun deelname en hun inzet, die ons twee nieuwe leden bijbracht.

Liliane