Hoe Cubanen in het buitenland inkopen doen.

Hoe Cubanen in het buitenland inkopen doen.

HOE CUBANEN IN HET BUITENLAND AANKOPEN DOEN.
“Cubanen welkom in de vrijhandelszone Colón in Panamá”, zo ongeveer klonk de reclamespot die ik onlangs toevallig zag. Haast gelijktijdig las ik dat de Cubaanse douane waarschuwt voor de illegale invoer van koopwaar. Wat zit achter deze twee berichten?

Een beetje googlen leert dat de vrijhandelszone Colón in Panamá zich promoot als hét commerciële uitstalraam en belangrijkste distributiecentrum gericht op kooplustigen uit heel het continent. De 2.500 import- en exportbedrijven, waaronder grote namen als Samsung, Sony, Pioneer betalen geen belastingen noch op de invoer, noch op de uitvoer van koopwaar, enkel op de lonen en de gegenereerde winst. Maar met een tewerkstelling van van in totaal 27.000 personen en een omzet van 16,16 miljard dollar zorgt deze vrijhandelszone voor 8% van het bruto nationaal inkomen van Panamá.  Jaarlijks bezoeken 150.000 Latinos afkomstig uit Colombia, Costa Rica, Ecuador, Haití, Venezuela, Nicaragua, Honduras, maar ook de Verenigde Staten deze grote ‘supermarkt’ op zoek naar kledij, schoenen, huishoudapparaten, meubels, elektronica, cosmetica, en zelfs moto’s.

En ook de Cubanen zijn hier een welgekomen klant. Eind oktober van dit jaar versoepelde de Panamese overheidvoor hen zelfs de toegang tot  het land: Cubanen met een (Cubaanse) licentie om voor eigen rekening te werken hoeven vooraf niet langer vooraf een inreisvisum aan te vragen. Bij aankomst kunnen zij voor 20 dollar een visum voor 30 dagen kopen. Panamá heeft misschien wel de belangrijkste vrijhandelszone van het continent, maar ook landen als Guyana, Haiti, Mexico en zelfs Rusland richten zich op het ‘kooptoerisme’. Deze landen spelen in op het toenemende fenomeen van Cubanen die in het buitenland zich komen bevoorraden.

In 2013 versoepelde Cuba de migratiewetgeving en sindsdien kunnen Cubanen vrij het land uitreizen en terugkeren, mits natuurlijk in bezit van het vereiste visum van het land van bestemming. Sinds dat jaar hebben volgens cijfers van het Cubaans Nationaal Bureau voor Statistiek ONEI ongeveer 820.000 Cubanen een buitenlandse reis gemaakt. Gezien het beperkte aanbod en zelfs permanente tekort aan veel consumptiegoederen in eigen land, is het niet verwonderlijk dat deze reizigers hun valiezen vol stoppen met allerlei gebruiksartikels voor zichzelf en hun familie.

De Cubaanse douanewetten omschrijven erg gedetailleerd wat een persoon voor eigen gebruik mag invoeren. Ter illustratie: het lijstje van toegelaten goederen bevat 10 mannenbroeken en 10 vrouwenbroeken, 5 paar schoenen, verzorgingsproducten, enz.  Het totale toegelaten gewicht is 125 kg, waarvan de eerste 30 kg taxvrij. Voor de berekening van de importbelasting, heeft Cuba een eigen methode ontwikkeld.  Aan elk product wordt een ‘waarde’ met bijhorende taxatie toegekend. Voor een airco betaalt je 150 nationale peso (6 dollar) invoerrechten, voor een PC-scherm 50 peso, een koffiezet 15 peso, enz. De totale toegelaten waarde is beperkt tot 1.000 peso. Doet dezelfde persoon binnen hetzelfde jaar een tweede buitenlandse reis, dan betaalt hij de belasting op de ingevoerde goederen in harde valuta (CUC). Op zich gaan de taxen om relatief kleine bedragen, maar het totale kostplaatje met inbegrip van het vliegtuigticket, de aankoop en het verblijf in het buitenland is natuurlijk enorm. Het ligt dan ook ‘voor de hand’, hoewel illegaal, dat men de kosten gaat recupereren door de ingevoerde goederen door te verkopen.

Maar het gaat om meer dan individuele reizigers die van een buitenlandse reis gebruik maken om hun thuiscomfort te verbeteren. Vooral de kleine ondernemers hebben het moeilijk om zich op de lokale markt te bevoorraden. De overheid heeft nochtans de laatste jaren een enorme inspanning gedaan om het aanbod aan werkgerief en basisgrondstoffen te verbeteren, maar nog te weinig. In deze context is een bloeiende alternatieve, maar deels illegale handel ontstaan: privé-personen worden ingezet om goederen in te voeren. Deze personen staan in heel Latijns Amerika bekend als ‘mulas’ of ‘muildieren’.

De vrijhandelszones spelen maar al te graag in op dit fenomeen.  Sinds president Trump de VS-ambassade in Havana gesloten heeft voor het aanvragen van een VS-visum, moeten de Cubanen zich richten naar de VS-ambassade in Guyana, één van de weinige landen waar de Cubanen zonder visum naartoe kunnen. Mexico heeft in de eerste helft van dit jaar 69.105 Cubanen ontvangen, 26.000 meer dan in 2017. Met de nieuwe visumregeling rekent Panamá  het Cubaans kooptoerisme nog een extra boost te geven. “In 2017 bezochten meer dan 40.000 Cubanen de vrijhandelsmarkt Colón”, aldus Manuel Giraldo van Colón, “en dit jaar rekenen we op 60.000. Beeld je in wat deze nieuwe visumregeling gaat gebeuren!…Het belangrijkste is dat zij kopen, enkele dagen hier blijven en geld uitgeven aan verblijf en eten”.

Het systeem van de  ‘mulas’ functioneert op verschillende manieren. Het eenvoudigste is de manier die hierboven al werd aangehaald. Cubanen boeken een reis naar het buitenland en kopen daar in wat familieleden en buren via hen besteld hebben. Eenmaal terug verkopen ze de koopwaar door. De grote meerderheid van de Cubanen opereren zo eerder op occasionele en eenmalige wijze als ‘mula’. Maar er zijn ook ‘professionele mulas’. Zij verzamelen in Cuba de bestellingen en gaan die in het buitenland aankopen.  De extra kosten voor het vliegticket en het verblijf die toch kunnen oplopen tot 600 à 1.000 dollar worden verdeeld over de bestellingen. Daarenboven rekent de ‘mula’ ook nog een commissieloon. 

Een andere manier is het verzenden van pakjes vanuit het buitenland.  Sommige commerciële centra hebben rijen tafels met weegschaal geïnstalleerd, waar de Cubanen hun inkopen kunnen herschikken over verschillende dozen die het maximaal toegelaten gewicht voor verzending per boot of luchtpost niet overschrijden. Om te vermijden dat de bestemmeling problemen krijgt in eigen land, worden de  pakjes naar  verschillende personen, meestal familieleden verstuurd.

Vele centra bieden de mogelijkheid tot e-commerce en versturen de aangekochte waren door naar Cuba. Voornamelijk VS-Cubanen zien hierin een alternatieve manier om hun familie in Cuba niet in geld maar met gebruiksgoederen te ondersteunen.  Een andere manier van ‘verzending’ is het meegeven van ‘pakjes’ met Cubanen die naar hun land terugkeren. Deze personen zijn de echte ‘mulas’, want zij weten niet wat in de meegegeven bagage zit noch wie de echte bestemmeling is.

Maar het systeem van de “mulas” houdt ook risico’s in. Af en toe duiken er berichten op van nep-firmas die wel bestellingen en betalingen aanvaarden, maar de gedupeerden verder laten wachten op koopwaar dat nooit zal aankomen. Er bieden zich op deze lucratieve markt ook vervoerbedrijven aan die vanwege de Cubaanse overheid geen invoerlicentie hebben.  De Cubaanse douane waarschuwt verder voor het tegen betaling meenemen van pakjes met onbekende inhoud.  Sowieso is de inhoud bestemd voor doorverkoop, wat in Cuba verboden is. Daarenboven hanteert Cuba een nultolerantie voor drugs en wil het land vermijden dat via deze weg drugs het land binnenkomen. De douane voert daarom een strikte controle uit; het lopende jaar werden 113 illegale zendingen onderschept en 3 ton koopwaar in beslag genomen. Verder heeft de douane 23  -meestal Noordamerikaanse- bedrijven geïdentificeerd die op een illegale manier en tegen vergoeding koopwaar meegeven met reizigers of mulas.

Waarom  houdt Cuba vast aan deze strikte controle op de invoer en doorverkoop? De belangrijkste sectoren van Cubaanse economie zijn in handen van de overheid, zo ook de import- en exportbedrijven. Voor particulieren is het verboden om goederen in te voeren en deze verder te verkopen. De achterliggende reden is dat het land controle wil houden op de buitenlandse deviezen in het land.  De zwakke prijs voor nikkel, de verlaagde import van goedkope Venezolaanse petroleum, het verminderde toerisme vanuit de Verenigde Staten hebben het chronisch tekort aan harde valuta vergroot. De Cubaanse overheid opteert om de schaarse deviezen te gebruiken voor de meest prioritaire buitenlandse aankopen en schuldbetalingen. Alleen op die manier kan ze de sociale zekerheid blijven garanderen en de belangrijkste economische sectoren draaiende houden. Daarom verkiest de overheid dat de Cubanen hun geld in eigen land uitgeven;  en bij voorkeur in de staatswinkels zodat het geld terugkeert naar de overheid. Het geld dat via het systeem van de mulas wordt uitgegeven, verdwijnt hoofdzakelijk naar het buitenland en maakt alleen de mula beter. En het gaat om veel geld. Volgens M. Grimaldo, de zaakvoerder van de vrijhandelszone Colón in Panamá , spenderen de Cubaanse burgers er per jaar 100 miljoen dollar aan aankopen.  Overigens ook de Cubaanse overheidsbedrijven bevoorraden zich in deze vrijhandelszone, en wel volgens dezelfde Geraldo voor 157 miljoen dollar. Door deze producten aan de Cubaanse burgers en kleine ondernemers door te verkopen  met een meerkost (belasting) die kan oplopen tot 240%, doet de overheid een goede zaak om de eigen reserves te vergroten.

Bronnen:
http://www.cubadebate.cu/noticias/2017/11/30/aduana-de-cuba-responde-dudas-sobre-envios-postales-de-mensajeria-y-por-carga/#.W_WKFtThC9I
https://www.bbc.com/mundo/noticias-america-latina-43038889
https://www.zonalibreinfo.com/zonalibreinfo.html

Reacties zijn gesloten.